Op 24 juni 2020 werd eindelijk het definitieve verslag van de Instantie Waarheid en Waardigheid (l’Instance Vérité et Dignité (IVD)) gepubliceerd in een speciale editie van de Tunesische Staatcourant. Met dit verslag worden de werkzaamheden van de Instantie, zoals het ondervragen van bijna 62.000 slachtoffers en de overdracht van 204 dossiers naar gespecialiseerde kamers die instaan voor het strafrechtelijke vervolgen van mensenrechtenschendingen en economische misdrijven, beëindigd. Het mandaat van de Instantie had betrekking op misdrijven gepleegd tussen juli 1955 en december 2013, wat ook de datum is van de afkondiging van de organieke wet nr. 53-2013 betreffende de inrichting en organisatie van het overgangsjustitieproces. In haar verslag stelt de Instantie niet enkel historische feiten vast maar vermeldt zij ook een lijst van slachtoffers en martelaren van de revolutie die recht hebben op herstel en schrijft ze aanbevelingen voor aan de Staat met het oog op structurele hervormingen. Bovendien besteedt het verslag specifiek aandacht aan de bestuurs- en corruptieproblemen van het land met een herstelprogramma voor “slachtofferregio’s”.
Het verslag werd slechts een jaar nadat de Instantie bekend had gemaakt dat haar rapport was afgerond gepubliceerd. Al op 27 maart 2019 legde de Instantie, in overeenstemming met artikel 67 van de wet betreffende de overgangsjustitie, haar verslag neer bij de presidenten van de Republiek, de Vergadering van Volksvertegenwoordigers (ARP), de Hoge Raad voor de Magistratuur en de toenmalige regeringsleider. De recente publicatie in het Staatsblad vormde dus het startschot van een opvolgingsfase voor de door de Instantie gedane aanbevelingen. De overheid breidde zijn actieplan uit en een parlementaire commissie werd opgericht om dit plan verder op te volgen. Het tegenhouden van de publicatie was echter niet enkel in strijd met de organieke wet, maar ook met de grondwet dat in artikel 148, lid 9 bepaalt dat “de staat zich ertoe verbindt de overgangsjustitie in al zijn domeinen en binnen de vastgestelde termijnen uit te voeren”. Het verloop van deze eerste fase werd toegejuicht door zowel de Instantie Waarheid en Waardigheid als door de middenveldorganisaties die sinds 2016 in een coalitie getreden zijn om het proces in goede banen te leiden en zijn integriteit te bewaren.
Echter, in het kielzog van de revolutie en de val van het regime van Ben Ali, vormt ‘transitie’ of ‘overgangsjustitie’ een zeer belangrijk vraagstuk in de politieke overgang. Het Tunesische maatschappelijk middenveld heeft hierin de afgelopen vijf jaar een doorslaggevende rol gespeeld en getracht de politieke knelpunten te overwinnen waarmee de Instantie en meer algemeen het gehele overgangsjustitieproces werd geconfronteerd. Ze blijft zich inzetten om bij te dragen aan de verspreiding van het verslag binnen de Tunesische samenleving en om de uitvoering van het verslag op te volgen. Ook blijft ze zicht inzetten om de werking van de gespecialiseerde strafrechtelijke kamers te verbeteren en een einde te maken aan de straffeloosheid. Dit doet ze in samenwerking met de overheidsdiensten en het ARP.
De samenvatting van het verslag is ook beschikbaar in het Engels op de site van de Instantie Waarheid en Waardigheid.