Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.
In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) wordt het beoefenen van kwakzalverij en hekserij (PCS) als een strafbaar feit beschouwd. De vervolging van verdachten van PCS leidt vaak tot ernstige mensenrechtenschendingen en treft systematisch vrouwen en kinderen. In de vrouwengevangenis van Bimbo zit de helft van de vrouwen gevangen wegens vermeende PCS-feiten. De repressie waaronder degenen die van PCS worden beschuldigd, te lijden hebben, kan een gevolg zijn van de formele rechtspraak, maar ook van de wraakzucht van de bevolking. Beschuldigden van PCS krijgen regelmatig te maken met vernederingen en lijfstraffen, soms met de dood tot gevolg.
Dit geweld is gebaseerd op structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing tegen vrouwen en bepaalde kwetsbare personen. Het geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen verhinderen.
Het doel van ASF is niet het bestrijden van de overtuigingen die geworteld zijn in de Centraal-Afrikaanse samenleving, maar wel het bestrijden van de “heksenjacht”. De actie van ASF in dit verband baseert zich dan ook hoofdzakelijk op drie prioriteiten.
(i) Met de steun van ASF organiseren maatschappelijke middenveldorganisaties bewustmakings- en informatiesessies over deze praktijken, over de neiging om zich vooral op bepaalde bevolkingsgroepen te richten en op de rampzalige gevolgen die ze kunnen hebben op het leven van deze mensen.
(ii) ASF werkt aan holistische bijstand voor mensen die beschuldigd worden van PCS. In samenwerking met het maatschappelijke middenveld, strafrechtelijke actoren, gemeenschapsleiders en NGO’s, waakt ASF erover om mensen die beschuldigd worden van PCS zo vroeg mogelijk op te sporen. Op die manier kunnen ze juridische bijstand genieten vanaf het moment dat ze in hechtenis worden genomen en tijdens hun eventuele voorlopige hechtenis. Het is ook van essentieel belang om deze mensen zo snel mogelijk bij te staan om de gevolgen van een dergelijke beschuldiging te beperken voor hun reputatie, en dus voor hun kansen om opnieuw in de gemeenschap te integreren of in hun eigen bestaan en dat van hun gezin te kunnen voorzien.
(iii) ASF heeft vastgesteld dat het juridische arsenaal van de Centraal-Afrikaanse Republiek ontoereikend is om dit maatschappelijke verschijnsel aan te pakken. Het strafbare feit is niet duidelijk gedefinieerd en momenteel kan er een heel breed scala aan bewijzen en aanwijzingen worden gebruikt om dit strafbare feit voor de rechter te bewijzen, ondanks het feit dat er niks in het strafwetboek is gedefinieerd. ASF onderzoekt hoe men een beter inzicht kan krijgen in de sociaal-culturele behandeling van PCS zodat er op termijn gepleit kan worden om dergelijke feiten aan te pakken met respect voor de mensenrechten.