Policy Brief – Analyse van de burgerlijke ruimte in Oost-Afrika door een juridische bril

BoeroendiKeniaOegandaOost-AfrikaTanzania, de Verenigde RepubliekBurgerlijke RuimteMensenrechtenverdedigersVeiligheid en vrijheidVrijheid van meningsuiting

Er worden beperkende wetten aangenomen, journalisten worden lastiggevallen, mensenrechtenactivisten gearresteerd en opgesloten, de activiteiten van maatschappelijke organisaties worden opgeschort of hun rekeningen bevroren: allemaal veelgebruikte tactieken van staten om de burgerlijke ruimte in te perken en activisten te intimideren. Oost-Afrika vormt helaas geen uitzondering op deze trend. De burgerlijke vrijheid in de regio wordt door CIVICUS, dat de tendensen wereldwijd documenteert, omschreven als “onderdrukt” of op zijn best als “belemmerd”.

Het recht op vrijheid van vreedzame vergadering, van vereniging en meningsuiting wordt in Oost-Afrika beschermd door nationale grondwetten en internationale mensenrechteninstrumenten die door afzonderlijke staten zijn geratificeerd. Wat deze vrijheden gemeenschappelijk hebben is dat ze geen van alle absoluut zijn – zowel nationaal als internationaal recht staan beperkingen toe op de uitoefening ervan. Welke beperkingen op burgerlijke vrijheden zijn toelaatbaar? Hoe beoordelen nationale en regionale rechtbanken of de wetten die de burgerlijke ruimte regelen in overeenstemming zijn met grondwettelijke en internationale mensenrechtennormen? Hoe vinden ze een evenwicht tussen individuele vrijheden en de noodzaak om de rechten van anderen en het algemeen belang te beschermen?

Dat zijn de vragen waarop deze beleidsnota een antwoord formuleert dankzij de analyse en vergelijking van uitgebreide jurisprudentie over burgerlijke vrijheden afkomstig van nationale rechtbanken in Oeganda, Tanzania, Kenia en Burundi, en van het Oost-Afrikaanse Hof van Justitie. ASF verzamelde de gegevens en creëerde de database waarop de analyse van deze jurisprudentie gebaseerd is. De nota laat zien hoe de rechtbanken beperkingen van de openbare vrijheden hebben toegestaan door een beroep te doen op de nationale veiligheid, de openbare orde en de bescherming van de vrijheden van anderen – vergelijkbaar met de beperkingen die zijn toegestaan in de internationale mensenrechtenwetgeving. De rechtbanken hebben daarnaast de beginselen van wettigheid, evenredigheid en noodzakelijkheid gebruikt om beperkende wetten en overheidshandelingen te handhaven of ongedaan te maken. De paper beschrijft ook de belangrijkste trends en beperkende omgevingen die van invloed zijn op maatschappelijke organisaties die in de regio actief zijn.