ASF zet zich sinds 2023 in Niger in voor de bevordering van het respect voor de mensenrechten, met name op het gebied van vrijheidsberoving, maar ook voor bevolkingsgroepen die in kwetsbare situaties of afgelegen gebieden wonen. Dit gebeurde in het kader van het project « Promouvoir et protéger les droits et libertés collectifs et individuels au Niger par le renforcement de la société civile et la participation citoyenne » (“Bevordering en bescherming van collectieve en individuele rechten en vrijheden in Niger door versterking van het maatschappelijk middenveld en burgerparticipatie”), gefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD: Direction générale de la coopération au développement et de l’aide humanitaire).
In 2024 begeleidde ASF haar partner, de Nigerese tak van PRSF (Prisonniers Sans Frontières: Gevangenen Zonder Grenzen), bij het versterken, structureren en ontwikkelen van acties om de rechten van gedetineerden te respecteren, en dit zowel op het vlak van detentieomstandigheden als op het vlak van de naleving van procedurele waarborgen. In dit kader werden tussen maart en mei 2024, naast specifieke opleidingen over het detentierecht, ook observatiemissies en pleitbezorgingsacties uitgevoerd om de rechten van gedetineerden te doen naleven, in de gevangenissen van Niamey, Zinder, Kollo, Say, Maradi, Konni en Doutchi.
Toch schortte het ministerie van Justitie en Mensenrechten op 29 mei 2024 de bezoeken van maatschappelijke organisaties aan de penitentiaire instellingen op, waardoor de lopende acties tijdelijk werden stopgezet. Sindsdien blijft ASF voortdurend in dialoog met de Nigerese autoriteiten om een versoepeling van de maatregelen te bepleiten en maatschappelijke organisaties in staat te stellen hun essentiële rol te spelen in de strijd tegen de overbevolking in gevangenissen en voor de verbetering van de rechten van gedetineerden.
Eveneens in 2024 voerde Alternatives Espaces Citoyens (AEC), een andere partner van ASF, missies uit om mensenrechtenschendingen te documenteren in de provincies Maradi, Tillabéry en Agadez, en met name rond het stadje Assamakka, op ongeveer twintig kilometer van de Algerijnse grens. Assamakka werd tegen wil en dank de eindbestemming van duizenden migranten die via Algerije uit Noord-Afrikaanse landen zijn uitgezet. De migranten, afkomstig uit Sub-Saharaans Afrika, maar ook uit Syrië, Libanon, Libië en Bangladesh, worden door de Algerijnse autoriteiten aangehouden en beroofd van hun persoonlijke bezittingen en reisdocumenten. Vervolgens worden er meerdere malen per week transporten met veewagens georganiseerd om hen naar de grens te vervoeren. Daar brengen ze uren door in de zon, blootgesteld aan hitte en stof. Aangekomen aan de grens, in de Ténéréwoestijn, worden ze gedumpt en aan hun lot overgelaten. De partners documenteerden talrijke van deze deportaties gedocumenteerd. De omstandigheden tijdens het transport waren de aanleiding voor de dood en verdwijning van verschillende personen. Naast de onmenselijke omstandigheden waarin deze uitzettingen plaatsvinden, zorgen de frequentie en de chaotische organisatie ervan er ook voor dat de opvangcapaciteit van de humanitaire hulporganisaties in Assamakka wordt overbelast en verzwakt. AEC en ASF pleitten in dit verband bij de Nigerese autoriteiten voor een behandeling van teruggestuurde migranten die in overeenstemming is met de mensenrechten, zowel de internationale normen als die van de Europese Unie. Hoewel Algerije geen bilateraal akkoord met de Europese Unie heeft ondertekend over de behandeling van migratiestromen, vinden deze praktijken plaats in de context van een algemeen beleid waarbij het sluiten van de Europese grenzen zich uitbreidt naar andere continenten – wat strijdig is met de mensenrechten.
De pleitbezorgingsacties worden voortgezet op basis van de door AEC opgestelde en door ASF ondersteunde documentatie, met name door het organiseren van overlegstructuren op lokaal niveau.