Op 13 augustus 2024, na meer dan 15 jaar van gerechtelijke procedures, heeft de afdeling voor internationale misdrijven (ICD: International Crimes Division) van het Hooggerechtshof van Oeganda zijn langverwachte vonnis uitgesproken in de zaak Oeganda tegen Thomas Kwoyelo. De voormalige commandant van het Verzetsleger van de Heer (LRA: Lord’s Resistance Army) werd onder de Oegandese nationale wetgeving veroordeeld voor 44 misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en ernstige schendingen. De uitspraak is baanbrekend omdat een binnenlandse rechtbank in Oeganda voor het eerst een volledig proces voerde over internationale misdaden die tijdens het conflict in Noord-Oeganda zijn gepleegd.
Kwoyelo’s verhaal is ingewikkeld. Nadat hij in 1987 als kindsoldaat werd ontvoerd door het LRA, klom hij op in de gelederen van het leger en nam deel aan talrijke wreedheden, totdat hij in 2009 werd opgepakt door de Uganda People’s Defence Force (UPDF). Zijn proces startte in 2018 en eindigde met een gevangenisstraf van 40 jaar, verminderd met 15 jaar voor de tijd die hij al in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Het proces vond plaats onder de ICD, een speciale afdeling van het Hooggerechtshof die is opgericht naar aanleiding van de bepalingen inzake verantwoordingsplicht en verzoening in het vredesakkoord van Juba. De uitkomst van deze zaak wijst er wederom op dat Oeganda gerechtigheid tracht na te streven via eigen mechanismen die voldoen aan internationale normen. Het schept bovendien een precedent in de regio voor de vervolging van massale wreedheden binnen nationale rechtsgebieden.
ASF is al lange tijd partner bij deze inspanningen. In de loop der jaren hebben we samen met de ICD gewerkt aan de versterking van haar institutionele en procedurele kaders. Onze technische ondersteuning heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het reglement ‘Rules of Procedure and Evidence and Guidelines on Registry Management’
Samen met het International Center for Transitional Justice (ICTJ) ondersteunden we de productie van een ‘Judicial Bench Book’: een cruciaal instrument om de gerechtelijke capaciteit te versterken bij de vervolging van internationale misdrijven. ASF hielp ook bij het vergroten van de participatie van slachtoffers door advocaten die overlevenden vertegenwoordigen tijdens het proces te ondersteunen.
Schadevergoeding: een wankele overwinning voor de slachtoffers
Hoewel de veroordeling juridisch gezien een einde maakt aan de zaak, blijft de vraag: brengt dit echt gerechtigheid voor de slachtoffers?
Op 16 december 2024 hield de rechtbank een speciale zitting over schadevergoeding. De advocaten van de slachtoffers, die 103 overlevenden vertegenwoordigden, vroegen om zowel symbolische als materiële schadevergoeding, zoals de oprichting van een door de rechtbank opgelegd trustfonds en jaarlijkse begrotingsverplichtingen van de staat. De rechtbank oordeelde dat de staat verantwoordelijk was voor het verstrekken van schadevergoeding, daarbij verwijzend naar zowel internationale als nationale wettelijke verplichtingen. Zoals rechter Gaswaga opmerkte:
“Wreedheden begaan op een schaal die overgangsrechtspraak rechtvaardigt, zijn een uiting van het falen van de staat en maken de regering verantwoordelijk voor het compenseren van slachtoffers.”
Aangezien Kwoyelo als onvermogend werd verklaard en dus niet in staat was om aan het bevel tot schadevergoeding te voldoen, gaf het ICD de staat opdracht om de slachtoffers een vergoeding te betalen.
Het Hof merkte echter ook op dat het geen rechtsgrondslag had om de oprichting van een trustfonds voor schadevergoeding af te dwingen, De uitspraak was daarom puur van declaratoire aard en spoorde de regering aan om het nodige wettelijke kader te creëren. De procureur-generaal ging vervolgens in beroep tegen de uitspraak, met het argument dat de staat niet aansprakelijk kan worden gesteld voor misdaden begaan door particulieren – een standpunt dat de moeizaam bevochten juridische erkenning van de slachtoffers dreigt te ondermijnen.
Oproep tot actie
Dit proces heeft zowel de sterke punten als de huidige beperkingen van het overgangsrechtkader van Oeganda aan het licht gebracht. Hoewel de veroordeling zelf een cruciale stap is in de richting van verantwoordingsplicht, heeft het ontbreken van een afdwingbaar herstelmechanisme veel slachtoffers teleurgesteld. Overlevenden worstelen onverminderd met prangende kwesties zoals gezondheid, levensonderhoud, landrechten en sociale re-integratie – problemen die niet door enkel een rechterlijke uitspraak kunnen worden opgelost.
ASF is van mening dat ware gerechtigheid niet alleen verantwoordingsplicht omvat, maar ook herstel en compensatie. De bekrachtiging van de langverwachte wet op de overgangsrechtspraak is hoogdringend. Zonder deze wet blijven rechterlijke uitspraken moeilijk uitvoerbaar en dreigen de rechten van slachtoffers eerder symbolisch dan concreet te worden.
Terwijl we terugblikken op deze belangrijke mijlpaal, hernieuwt ASF haar toezegging om samen te werken met lokale en internationale partners om ervoor te zorgen dat gerechtigheid geschiedt én zichtbaar wordt gemaakt – door de rechtbanken, de overheid en de samenleving als geheel.