Brussel, 17 juli – De Dag van het Internationaal Strafrecht wordt gevierd op de datum waarop in 1998 een permanent Internationaal Strafhof (ICC) werd opgericht dat personen vervolgt en berecht die zich schuldig maken aan genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Deze dag wordt echter in de eerste plaats opgedragen aan diegenen die ervoor kiezen het verleden niet te negeren. Over de hele wereld kiezen mensen ervoor hun stem te laten horen en de waarheid openlijk te vertellen. ASF (advocaten zonder grenzen) en zijn partnerorganisaties ASF-Canada en INSEC ondersteunen dit initiatief in zes landen verspreid over drie continenten.
De internationale media brengen zelden goed nieuws over internationale misdaden. Er breken steeds nieuwe conflicten uit en er worden nieuwe misdaden gepleegd. Er is in de loop der jaren echter aanzienlijke vooruitgang geboekt in de strijd tegen de straffeloosheid van daders van dergelijke misdaden.
Recent hebben verschillende landen in postconflictsituaties beslist om wetten in te voeren en bevoegde instanties op te richten om de grote misdaden die in hun land gepleegd werden, aan te pakken. Dat is het geval in de Centraal-Afrikaanse Republiek (met het Speciale Strafhof), in Tunesië (met de commissie Waarheid en Waardigheid), in de Democratische Republiek Congo (met een recent ingevoerde wet rond de activiteiten van het ICC) en in Burundi (met de Waarheids- en Verzoeningscommissie).
Deze mechanismen zijn het resultaat van het vertrouwen in – en in sommige gevallen de strijd voor – waarheid en gerechtigheid. Ze staan duidelijk aan het begin van hun taak en moeten hun mandaat nog vormgeven. Sommigen worden met bezorgdheid bekeken vanwege de grote hindernissen waarmee ze geconfronteerd zullen worden. Maar alleen al het feit dat zulke mechanismen bestaan is een positief signaal dat ondersteund moet worden.
Deze steun is des te belangrijker nu het aantal conflictsituaties over de hele wereld dramatische toeneemt: onder meer Libië, Oekraïne en Syrië, maar ook Tsjaad en misschien binnenkort Burundi.
We moeten landen blijven aansporen om hun verplichtingen na te komen. Niet alleen via het Internationaal Strafhof, maar ook via verschillende internationale verdragen verbinden zij zich ertoe in hun eigen land straffeloosheid tegen te gaan en gerechtigheid te doen geschieden voor zowel de slachtoffers als de beschuldigden. Daarnaast delen ze een verantwoordelijkheid voor het vervolgen en berechten van misdaden die elders gepleegd worden en waarvoor een eerlijk proces niet gegarandeerd kan worden.
Ook nu moeten wij daarom allemaal waakzaam blijven en de stemmen versterken van diegenen die in eigen land opkomen voor verzoening en bereid zijn de waarheid onder ogen te zien. Het kan gaan om de stemmen van slachtoffers, maar ook van beschuldigden, of om de inzet van de betrokken rechters en jury’s.
Volgens een Burundees gezegde zal de steen die ontbloot is de schoffel niet meer schaden (ibuye ryaserutse ntiriba ricishe isuka). Door het verleden te negeren, brengen we het heden en de toekomst van het land in gevaar. Alleen als de mensen een geschikt forum hebben om hun ervaringen te delen, als daders ter verantwoording worden geroepen en de waarheid wordt blootgelegd, kan gerechtigheid haar cruciale rol spelen om een land tot verzoening en blijvende vrede te brengen.
Ontdek de verhalen van mensen die betrokken zijn bij internationale rechtspraak in Burundi, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Guatemala, Nepal en Uganda. Lees en bekijk hun getuigenissen op www.roadtojustice.eu.
ASF voert het Crossroads-project uit in samenwerking met ASF Canada en INSEC. Het wordt gefinancierd door de Europese Unie.