AdZG besteedt in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) al sinds 2015 vooral aandacht aan de detentieproblematiek. Samen met de balie, de advocaten en het middenveld sensibiliseert ASF de gedetineerden, volgt ze de detentieomstandigheden op, biedt ze juridische diensten aan gedetineerden aan en lobbyt ze om ervoor te zorgen dat de justitiële hervorming (sectoraal justitiebeleid) die in het land werd opgestart, volledig wordt uitgevoerd. ASF gaat hierbij de dialoog aan met het Ministerie van Justitie, de gevangenisadministratie, de politiediensten, magistraten en advocaten om de realiteit op het terrein op het vlak van detentie op tafel te leggen.
In maart 2022 voerde ASF een studie uit die de detentieproblematiek in de Centraal-Afrikaanse Republiek grondig bestudeert. Het rapport met de titel “Les pratiques de privation de liberté en République centrafricaine, reflets d’une justice de crise et d’une justice en crise”, opgesteld in samenwerking met het bureau Inanga en met financiële steun van de Europese Unie, wijst op praktijken die armoede criminaliseren en op een onrechtmatig gebruik van voorlopige hechtenis.
Hoewel het detentiepercentage in de Centraal-Afrikaanse Republiek relatief laag is, zien we dat het aantal gedetineerden de afgelopen jaren uiterst snel is gestegen, vooral door het toegenomen gebruik van voorlopige hechtenis. Meer dan 80% van de gedetineerden in Ngaragba, het belangrijkste arresthuis van het land, wacht op een proces. De gevangenis, die oorspronkelijk bedoeld was voor maximaal 400 mensen, telt momenteel meer dan 1400 gedetineerden. Velen van hen worden opgesloten op een manier die in strijd is met de Centraal-Afrikaanse en internationale normen.
De Centraal-Afrikaanse Republiek had de voorbije jaren te kampen met verschillende politieke crisissen en veiligheidskwesties. Tegen deze achtergrond probeert de staat haar aanwezigheid en gezag opnieuw ingang te doen vinden, terwijl het rechtssysteem uitsluitend voor repressieve doeleinden lijkt te worden gebruikt, onder druk van de nationale overheden en internationale partners.
Volgens heel wat stakeholders rechtvaardigt deze crisissituatie ook een crisisjustitie. Veel van de mensen die in voorlopige hechtenis zitten, worden vervolgd voor inbreuken die rechtstreeks verband houden met de crisissituatie, zoals criminele samenzwering, inbreuken op de staatsveiligheid, rebellie en wapenbezit. Hun schuld wordt vaak verondersteld door de rechters die hen in hechtenis nemen en houden.
In een land dat streeft naar gerechtigheid en waar leiders de strijd tegen straffeloosheid als een prioriteit beschouwen, lijkt het gebruik van voorlopige hechtenis een praktijk te zijn die zelden in vraag wordt gesteld. Zoals een hooggeplaatste magistraat het bitter uitdrukte in de bovenvermelde studie, “het is beter om een onschuldige op te sluiten dan een crimineel vrijuit te laten gaan“. Als gevolg hiervan worden fundamentele rechtsbeginselen zoals het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijke verdediging vaak naar de achtergrond verschoven ten gunste van politieke overwegingen en de noodzaak om de vrede en sociale cohesie te herstellen.
In juni 2022 werd de studie voorgesteld aan verschillende stakeholders binnen justitie tijdens een workshop georganiseerd door het Ministerie van Justitie. Op dit evenement waren hooggeplaatste magistraten, voorzitters van rechtbanken, rechters en openbare aanklagers, onderzoeksrechters en advocaten aanwezig, evenals vertegenwoordigers van internationale instellingen zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Verenigde Staten, en internationale ngo’s. De discussies leidden tot een consensus over de ernst van de situatie en de bevindingen gerapporteerd door ASF en haar partners. De deelnemers werden het eens over een reeks aanbevelingen die dringend moeten worden uitgevoerd. Deze aanbevelingen gaan bijvoorbeeld over de noodzaak om vonnissen van rechtbanken sneller uit te spreken en om meer opleiding te voorzien voor parketmagistraten en onderzoeksrechters die belast zijn met de opvolging van de dossiers van gedetineerden.
Dankzij alle inspanningen om de detentieomstandigheden onder de aandacht te brengen evenals het kijken naar de ervaringen van plaatselijke stakeholders op het terrein is het detentieprobleem een prioriteit geworden voor het Centraal-Afrikaanse Ministerie van Justitie, In oktober 2022 werd de algemene inspectie van de gerechtelijke diensten versterkt. Deze is voortaan bevoegd en uitgerust om onmiddellijk actie te ondernemen bij detentiekwesties.
In 2023 zal ASF blijven samenwerken met de plaatselijke stakeholders, in het bijzonder met de gerechtelijke en gevangenisautoriteiten, alsook blijven lobbyen bij de overheden om ervoor te zorgen dat de aangegane verbintenissen leiden tot structurele hervormingen die duurzame oplossingen bieden voor het detentieprobleem in de Centraal-Afrikaanse Republiek.