Gezamenlijke verklaring
Aan de regeringen van de Lidstaten van de Afrikaanse Unie en aan de internationale mensenrechtenorganisaties in Afrika
Op het moment dat Europa en de Verenigde Staten de epicentra geworden zijn van de Covid-19-pandemie – een virus dat eerst China getroffen heeft voor het zich over de rest van de wereld ging verspreiden – bereiden de Afrikaanse landen zich voor om het hoofd te bieden aan een substantiële stijging van het aantal gevallen.[1]. Een snelle toename van het aantal geregistreerde gevallen is nu onvermijdelijk en de regeringen hebben richtlijnen uitgevaardigd om de verspreiding van het virus onder controle te houden. Dat is natuurlijk een goede zaak. In alle landen die door het nieuwe Coronavirus worden geteisterd, zijn de meest kwetsbare bevolkingsgroepen ook het meest blootgesteld aan de ernstige gevolgen van het virus. Naast de 65-plussers die de leeftijdscategorie met het grootste risico vormen, zijn de sociaal en economisch kwetsbare personen bijzonder kwetsbaar voor de mogelijke tekortkomingen van de gezondheids- en sociale zekerheidsstelsels. Dit is met name het geval voor gedetineerden en voor migranten die in detentie of administratief vastgehouden worden. Volgens de wetenschappelijke gemeenschap vormen gevangenissen en migrantencentra inderdaad een verhoogd risico, niet alleen omdat het virus zich sneller verspreidt in een beperkte, vaak slecht geventileerde en ongezonde omgeving, maar ook omdat de reeds bestaande medische omstandigheden de gezondheid van de gedetineerden ondermijnen. In feite circuleren besmettelijke ziekten in grotere mate onder de gevangenisbevolking (S. Kinner & al., Lancet, 2020). Het valt te verwachten dat de mate van blootstelling aan de gezondheidscrisis zal variëren in functie van de grote verschillen tussen de gezondheidsstelsels en de medische en gevangenisinfrastructuur in de verschillende Afrikaanse landen. Toch wordt de kwestie van de gevangenissen in de Afrikaanse context momenteel te veel genegeerd, ondanks het feit dat gevangenissen plaatsen zijn met een hoog besmettingsrisico. Momenteel zijn in de meeste landen de enige initiatieven die worden genomen om de verspreiding van het virus in gevangenissen tegen te gaan vaak beperkt tot het verbieden van bezoek van familie en vrienden en het annuleren van gemeenschapsactiviteiten. Dergelijke maatregelen nopen tot verschillende opmerkingen:- Ten eerste kan hun effectiviteit in twijfel getrokken worden. Het binnenbrengen van nieuwe verdachten, de bezoeken aan de rechtbanken en de communicatie met het gevangenispersoneel zijn interacties met de buitenwereld die de impact van dit beleid sowieso tenietdoen.
- De maatregelen kunnen bron van onbegrip zijn, van serieuze spanningen en soms van opstanden en muiterijen, zoals het geval is geweest in Frankrijk, Italië, Brazilië en Tsjaad. De enorm hoge gevangenisdruk in talrijke Afrikaanse gevangenissen (die soms een bezettingsgraad van 200 tot 600% kennen) vergroten het risico op opstanden nog meer.
- Om middels gratie- en amnestiemaatregelen die gedetineerden in vrijheid te stellen die bijna aan het eind van hun gevangenisstraf zijn, alsook zij die zich in de leeftijdscategorie met verhoogd risico bevinden en waarvan de opsluiting niet meer gerechtvaardigd is. Iran heeft onlangs besloten zijn gevangenissen leeg te halen om de pandemie te bestrijden (wat leidde tot de voorlopige vrijlating van tienduizenden gevangenen). In Afrika heeft Tunesië snel presidentiële gratie verleend aan 1800 gedetineerden (met als resultaat de effectieve vrijlating van 670 gevangenen en de kwijtschelding van straffen voor anderen) en overweegt het op korte termijn nog meer vrijlatingen. De Beninese regering heeft van haar kant drastische maatregelen genomen om de gezondheid van de gevangenen te beschermen. Deze voorbeelden worden door de ondertekenaars van het communiqué toegejuicht.
- Om in samenspraak met gerechtelijke en administratieve actoren maatregelen te nemen om het aanwenden van bewaring en voorlopige hechtenis op te schorten en om gedetineerden zonder borgsom vrij te laten als ze voor kleine vergrijpen worden vervolgd waar een straf van minder dan 2 jaar opsluiting op staat en als ze geen gevaar voor de openbare veiligheid betekenen.
- Om in overleg met de bevoegde gerechtelijke autoriteiten voorwaardelijke invrijheidsstelling te verlenen aan veroordeelde gedetineerden die aan de voorwaarden voldoen die zijn vastgelegd in de respectieve procedures van elk land.
- Alternatieven (telefoon, schrijven van brieven, enz.) in te voeren om het isolement van de gedetineerden tegen te gaan en hen in staat te stellen te communiceren met hun naasten en families.
- De capaciteit voor diagnostisering en medische opvolging binnen de gevangenissen te vergroten, zoals gevraagd door de WHO en beschouwd als de belangrijkste techniek om de verspreiding van het virus te beperken; in het bijzonder om de beschermende maatregelen voor gevangenen met een verzwakt immuunsysteem, zoals die met HIV of tuberculose, te verhogen.
- Effectief een systematische medische diagnose te stellen bij binnenkomst in de gevangenis, in overeenstemming met Regel 30 van de Standaard-minimumregels van de Verenigde Naties voor de behandeling van gevangenen.
- De rechtstoegang en de controle op de naleving van de fundamentele rechten te verbeteren, door de dialoog met ngo’s te versterken en door gerechtelijke bijstand aan gedetineerden te faciliteren om zo de naleving van het internationale recht te waarborgen, in het bijzonder artikels 5 en 16 van het Afrikaanse Handvest voor de rechten van mens en volken en de Standaard-minimumregels van de Verenigde Naties voor de behandeling van gevangenen.
- Te zorgen voor sociale en gezondheidsmonitoring van vrijgelaten gevangenen in het kader van de uitvoering van een volksgezondheidsbeleid.
- Op adequate wijze het gevangenispersoneel te beschermen tegen besmetting met het virus.
- ACAT / Benin
- ACAT / Chad
- ACAT / Congo Brazzaville
- ACAT / Ivory Coast
- Alliance pour l’Universalité des Droits Fondamentaux (AUDF) / DRC
- Association Adala / Maroc
- L’Association des femmes Juristes du Burundi (AFJB) / Burundi
- Association des juristes de Sfax / Tunisie
- Association pour la Promotion des Libertés Fondamentales (APLFT) / Chad
- Barreau de Bujumbura / Burundi
- Barreau du Kasaï Oriental / DRC
- Collectif des Associations Contre l’Impunité au Togo (CACIT)/ Togo
- Caritas Mauritanie / Mauritania
- Chapter Four /Uganda
- Commission nationale des droits de l’homme (CNDH) / Mali
- Commission nationale des droits de l’Homme et des libertés fondamentales (CNDHLF) / Central African Republic
- Culture pour la Paix et la Justice (CPJ) / DRC
- Centre pour la Qualité du Droit et la Justice (CQDJ)/Burkina Faso
- Fondation Bill Clinton pour la Paix / DRC
- Fraternité des Prisons – Kongo Central / DRC
- Humanisme & Droits humains – Lubumbashi (HDH) / DRC
- Legal Aid Service Providers Network (LASPNET) / Uganda
- Ligue sénégalaise des droits de l’homme / Sénégal
- Lutte contre la torture / Benin
- Mouvement citoyen Cocorico / DRC
- Observatoire Marocain des Prisons / Morocco
- Public Interest Law Centre (PILC) / Chad
- Rencontre Africaine pour la Défense des Droits de l’Homme (RADDHO) / Senegal
- Avocats Sans Frontières (ASF)
- Conférence Internationale des Barreaux (CIB)
- Ensemble Contre la Peine de Mort (ECPM)
- Fédération Internationale pour les Droits Humains (FIDH)
- FIACAT
- Planète Réfugiés-Droits de l’Homme
-
- Synergies Coopération
- Pr Ghislain Patrick Lessène, Enseignant à l’Université de Genève et Directeur exécutif du Centre d’Etudes Juridiques Africaines (CEJA)