Luitenant-Kolonel Mutware (DRC) veroordeeld tot 20 jaar cel

Congo (de Democratische Republiek)Internationale JustitieNews

Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) is verheugd met het arrest dat op 21 februari uitgesproken werd in de provincie Zuid-Kivu. Daarin worden Luitenant-Kolonel Daniel Kibibi Mutware, commandant ad interim van de 43ste operationele sector van operatie Amani Leo van het Congolese regeringsleger (FARDC), en tien van zijn manschappen in hoofdorde veroordeeld tot straffen van tien tot twintig jaar dwangarbeid/opsluiting. Daarbij bepaalde de rechter ook dat aan sommige straffen voor een periode van vijftien tot vijf jaar niet geraakt mag worden.

De beklaagden stonden terecht voor misdaden tegen de mensheid. Die bestonden uit verkrachtingen, opsluitingen, andere onmenselijke daden en terrorisme in de zin van het Statuut van Rome. Het gaat om feiten die plaatsvonden tussen 1 en 3 januari 2011 op het grondgebied van Fizi in Zuid-Kivu.

Sinds 2003 ondersteunt AdZG de slachtoffers van internationale misdaden in de Democratische Republiek Congo in hun strijd om rechtvaardigheid en bij het bekomen van een schadevergoeding voor de hoven en rechtbanken van de nationale gerechtelijke Orde.

Het is de tweede keer in de geschiedenis van de provincie Zuid-Kivu dat een beslissing uitgesproken wordt met directe toepassing van de bepalingen van het Statuut van Rome. Dat Statuut werd in 2002 door de DRC geratificeerd en houdt de oprichting in van het Internationaal Strafhof.

Dit arrest van het Militaire Hof van Zuid-Kivu betekent een doorbraak voor de rechtspraak die het internationaal strafrecht toepast. Het is ook een grote stap voorwaarts in de strijd tegen de straffeloosheid van internationale misdaden, zeker wat betreft geweld tegenover vrouwen. Deze strijd wordt aangegaan door de Congolese overheid en de internationale actoren in een regio die op wrede wijze getroffen wordt door conflicten, waarbij seksueel geweld als oorlogswapen wordt gebruikt.

Als gevolg van de gebeurtenissen die zich begin januari 2011 voordeden, stelden 89 slachtoffers zich burgerlijke partij en vroegen zij een schadevergoeding voor de militaire rechtbank. Zij gaven daarbij aan slachtoffer te zijn van massale verkrachtingen. Achtenvijftig onder hen ondergingen willekeurige opsluitingen, plundering van hun bezittingen en andere mensonwaardige en vernederende behandelingen.

De slachtoffers werden vertegenwoordigd door een team advocaten dat speciaal voor die gelegenheid was samengesteld. Advocaten Zonder Grenzen nam de leiding ervan in handen. AdZG heeft daarnaast ook het transport en de opvang geregeld van een deel van de slachtoffers die wilden getuigen in Baraka. Zij zorgde ook voor de consignatie/inbewaargeving en de gerechtskosten van een derde van de vertegenwoordigde slachtoffers. Aan hen werden nu schadevergoedingen en interesten toegekend. Deze moeten betaald worden door de beklaagden die terechtstonden voor de begane verkrachtingen, misbruiken en andere plunderingen.

Het Militaire Hof erkende de verantwoordelijkheid van de Congolese staat door de militairen van de FARDC gelijk te stellen aan agenten/vertegenwoordigers van de Staat. Bijgevolg heeft het Hof de DRC in solidum veroordeeld tot het betalen van de financiële compensaties aan de slachtoffers. Deze beschikking van het arrest kan eraan bijdragen dat de slachtoffers effectief hun schade vergoed zullen zien. De behoeftigheid waarin de veroordeelde militairen zich bevinden, maakt het immers erg onwaarschijnlijk dat er anders een betaling zou komen.

AdZG noteert ook dat in de procedure voor het Militaire Hof voor de eerste keer toepassing werd gemaakt van enkele bepalingen van het Statuut van Rome die betrekking hebben op de behandeling van slachtoffers tijdens het proces. Het gaat onder andere over het artikel 68.2 dat het verhoor van slachtoffers achter gesloten deuren voorschrijft tijdens de behandeling ter terechtzitting. Zo wordt de vertrouwelijkheid van hun identiteit beschermd in het openbare debat.

Door een onderscheid te maken tussen de verschillende niveaus van verantwoordelijkheid van de beklaagden en door [voor sommige beklaagden] een vrijspraak/kwijting en een onbevoegdheid rationae personae uit te spreken, lijkt dit arrest werkelijk het recht toe te passen.

De verhoren en de behandeling ter terechtzitting vonden plaats in het Swahili. AdZG betreurt niettemin dat de niet-Franstalige beklaagden niet konden genieten van de aanwezigheid van een tolk tijdens de pleidooien en tijdens het voorlezen van het arrest.

De slachtoffers die zich burgerlijke partij hadden gesteld met tussenkomst van AdZG verwachtten in hoofdzaak drie zaken in het kader van dit proces: de veroordeling van de daders; het verkrijgen van schadevergoeding en intresten; de verplaatsing van de 43ste operationele sector. Het arrest volgt hen nu inderdaad wat betreft de eerste twee punten.

Het is nu aan de Congolese staat om een effectieve uitvoering van het gevelde arrest te verzekeren. Dat kan door enerzijds de beklaagden op te sluiten in een staatsgevangenis die een eventuele ontsnapping onmogelijk maakt en anderzijds een effectief schadeherstel van de slachtoffers. Tot slot moet de staat ook verhinderen dat zulke gedragingen van haar militaire troepen zich in de toekomst nog kunnen herhalen.

AdZG herhaalt nog maar eens dat zij sinds vele jaren actie voert voor de invoering van een wet door de Congolese parlementaire instellingen die het Statuut van Rome bekrachtigt, en dit om een effectieve en efficiënte vervolging van internationale misdaden in de DRC te verzekeren. Ze herhaalt daarnaast ook de noodzaak om het rechtvaardige karakter van processen te bevorderen. Dit kan onder andere door een kwaliteitsvolle verdediging te garanderen voor alle betrokken partijen bij processen. AdZG benadrukt ten slotte dat een vonnis of een arrest dat niet gevolgd wordt door de uitvoering ervan, dode letter blijft en niet toelaat om effectief de straffeloosheid tegen te gaan.