Oeganda, 5-7 juni 2013 – Met de steun van Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) en lokale partners, hebben slachtoffers van het conflict in Noord-Oeganda aanbevelingen gemaakt voor het Nationale Beleid van Overgangsjustitie. Deze bijdrage is cruciaal om zware mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden te behandelen en om nationale verzoening en een duurzame vrede te bewerkstellingen in het land.
De afgelopen twee decennia zaaide de rebellengroep Lord’s Resistance Army onzekerheid onder de bevolking van Noord-Oeganda. De rebellen begingen zware mensenrechtenschendingen, waaronder verkrachting, moord, ontvoering van kinderen en plundering, waarvan vooral mensen op het platteland het slachtoffer van waren.
Sinds 2008 is de veiligheidssituatie in het land gestabiliseerd en een proces van overgangsjustitie werd opgezet om deze misdaden te behandelen. “Elk land dat een gewapend conflict heeft gekend, heeft op dezelfde vragen moeten antwoorden. Maar elk land ontwikkelt een eigen unieke benadering om met de erfenis van oorlogsmisdaden en ernstige mensenrechtenschendingen om te gaan”, zegt Ismene Zarifis, Missiehoofd van AdZG in Oeganda. “Als een organisatie die zich richt op slachtoffers, zetten wij ons in voor gemeenschappen van slachtoffers en voor het versterken van hun stem in de beleidsvorming en het wetgevend proces”.
Daarom hebben AdZG en haar partners (het “Justice and Reconciliation Project” en het “African Youth Initiative Network”) tussen 5 en 7 juni 2013 samenkomsten georganiseerd met slachtoffers in de noordelijke districten Gulu en Lira. Zo werd op zoek gegaan naar hun aanbevelingen voor het ontwerp van het Nationale Beleid van Overgangsjustitie. Dit beleid is een belangrijke kans voor de overheid om een leidraad te bieden over hoe zij van plan is om voor rechtvaardigheid en verantwoording voor zware misdaden te zorgen, en hoe zij dit tegelijkertijd in evenwicht zal brengen met het recht van slachtoffers op waarheid, gerechtigheid en schadeloosstelling.
Tijdens deze discussies uitten slachtoffers hun mening over hun noden en deden ze aanbevelingen. Zo werd onder meer gepleit voor brede inspraak van slachtoffers tijdens het proces van overgangsjustitie, bescherming van getuigen, en de noodzaak voor rechtbanken om rekening te houden met de individuele omstandigheden van mensen die zowel slachtoffers als daders waren. De slachtoffers stelden in beide districten ook voor dat er geen algemene amnestie zou mogen zijn. “Amnestie zou enkel toegepast mogen worden als de misdadiger zich verontschuldigt bij de slachtoffers en de misdaden erkent”, zei een slachtoffer uit Barlonyo in het Lira-district tijdens de samenkomst. “Rechtvaardigheid is geschied en we kunnen dan beslissen om overeen te komen”.
AdZG legde de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen van deze samenkomsten voor aan de “Justice Law and Order Sector” (JLOS), om in overweging te nemen bij het uitvoeren van de overgangsjustitie. De JLOS werd opgericht in 2001 en past een brede aanpak over verschillende sectoren toe, waarbij verschillende gerechtelijke actoren en instituties samengebracht worden om een gemeenschappelijke visie, beleidskader en doelstellingen te ontwikkelen.
“Door onze actie willen we verzekeren dat slachtoffers een actieve rol zullen spelen in het proces van overgangsjustitie”, besluit Ismene Zarifis. “Onze ervaring in andere contexten, zoals Rwanda, Burundi en Tunesië, toont dat inspraak van slachtoffers bij het behandelen van oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen cruciaal is voor duurzame vrede”.
Voor meer informatie, kan u de volgende ASF publicaties lezen:
- ASF position on the Transitional Justice Policy for Uganda
- ASF-AYINET (African Youth Initiative Network) report on victim consultations in Lira
- ASF-JRP (Justice and Reconciliation Project) report victim consultations in Gulu