Brussel, 18 december 2017 – Ter gelegenheid van de Zestiende Vergadering van de Verdragspartijen bij het Statuut van Rome, co-organiseerde ASF samen met REDRESS een parallel evenement over de wettelijke vertegenwoordiging van slachtoffers voor het Internationaal Strafhof (ICC), de Divisie voor Internationale Misdaden (ICD) in Oeganda en het Speciaal Strafhof (CPS) in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR).Dit evenement bood de gelegenheid om de balans op te maken van de praktijken met betrekking tot de vertegenwoordiging van slachtoffers bij strafrechtelijke procedures over zware misdrijven. De deelname van slachtoffers is inderdaad een van de grote stappen voorwaarts binnen het internationaal strafrecht, waarvan de katalysator zonder twijfel het Statuut van Rome is geweest. De relevante bepalingen van het Statuut hebben sindsdien een groot aantal hybride en nationale rechtbanken beïnvloed die opgericht of gemandateerd werden om internationale misdrijven te vervolgen. De deelname van de slachtoffers werd zo bijvoorbeeld geïntroduceerd bij het ICD in Oeganda, wat nochtans een common law-rechtbank is waarbij de deelname in strafzaken beperkt is tot een verklaring van het slachtoffer.
Echter, de deelname van slachtoffers gaat ook gepaard met uitdagingen, met name wat betreft de vertegenwoordiging door een advocaat. Het ICC heeft herhaaldelijk gebruikgemaakt van de collectieve vertegenwoordiging van slachtoffers, een mogelijkheid die door het Statuut van Rome gecreëerd is. Maar de zaak-Ongwen in Oeganda heeft de beperkingen aangetoond van die aanpak van de organen van het Hof: rechtsbijstand werd in eerste instantie geweigerd aan de slachtoffers die een Oegandese vertegenwoordiger gekozen hadden (meer dan 2600 op dit moment), omdat het Hof het Bureau voor Openbaar Advies voor Slachtoffers verkoos.
De moeilijkheden waar de slachtoffers tegenaan lopen bij het ICC kunnen als lessen dienen bij de ontwikkeling van regelgevende kaders van andere rechtbanken. Eén daarvan is het CPS in de CAR, waarvan het ontwerp van het Procedure- en Bewijsreglement ook voorziet in de mogelijkheid van gemeenschappelijke vertegenwoordiging. Echter, de samenstelling van het Speciaal Corps van Advocaten bij het CPS, dat de vertegenwoordiging van zowel beschuldigden als slachtoffers zal garanderen, roept talrijke vragen op, te beginnen met het evenwicht tussen internationale en Centraal-Afrikaanse advocaten, maar ook met betrekking tot de rechtsbijstandsvoorwaarden. De data die ASF verzameld heeft op het terrein brengen inderdaad talrijke problemen aan het licht met betrekking tot de representativiteit van deze advocaten in een context die gekenmerkt wordt door sterke etnische spanningen die zonder twijfel centraal zullen staan bij de werkzaamheden van het CPS. Het is dus cruciaal voor het CPS om bij de uitbouw van zijn activiteiten rekening te houden met deze moeilijkheden. Zo kunnen deze beter opgelost worden, en kan het Hof het gerechtelijke systeem in zijn geheel versterken.
Ook al kunnen logistieke en financiële redenen de keuze beperken van de slachtoffers van internationale misdrijven voor hun vertegenwoordiger, de wettelijke vertegenwoordiging moet uiteindelijk gestoeld zijn op een transparante vertrouwensrelatie tussen de advocaat en zijn cliënt. Deze relatie is cruciaal bij de zoektocht naar rechtvaardigheid, waarvan het ultieme doel zou moeten zijn om een schadevergoeding te voorzien die in verhouding staat tot de geleden schade en gebaseerd is op de wensen en verwachtingen van de slachtoffers.
Het parallelle evenement heeft steun ontvangen van de regeringen van het Verenigd Koninkrijk en van Finland, en was georganiseerd onder de auspiciën van de Werkgroep over de rechten van slachtoffers.
>> Download het programma van het parallelle evenement (PDF in het Engels)
Wij gebruiken cookies om de beste ervaring op onze website te garanderen. Als u deze site blijft gebruiken, gaan wij ervan uit dat u er tevreden mee bent.Ok