Brussel/Den Haag, 11 maart 2014 – Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) verwelkomt de beslissing die het Internationaal Strafhof (ICC) op 7 maart heeft genomen en die Germain Katanga schuldig bevindt van medeplichtigheid aan misdaden tegen de mensheid. Germain Katanga, een Congolese krijgsheer, is de eerste beschuldigde voor het ICC die veroordeeld wordt voor dergelijke misdaden die gepleegd werden in het dorp Bogoro (Oost-Congo). AdZG betreurt wel dat het proces niet de volledige waarheid over alle directe actoren boven water heeft gehaald.
De feiten waar Germain Katanga, de veronderstelde chef van de gewapende groepering “Front voor patriottisch verzet in Ituri (FRPI)”, van beschuldigd wordt gaan over een extreem gewelddadige aanval, gepleegd in februari 2003, op de bevolking van het dorp Bogoro in Ituri, in het Oosten van Congo. Tegen het einde van de nacht openden de aanvallers, bewapend met vuurwapens en machetes, een ware mensenjacht op de dorpelingen, waarbij op z’n minst 60 doden vielen. Door haar beslissing erkend het Hof dat de aanval de burgerbevolking viseerde en dat misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden gepleegd zijn: moord, verkrachting, plundering en vernietiging van eigendom. Door het verspreiden van wapens en munitie en door het verbeteren van de efficiëntie van de FPRI militie wordt Katanga schuldig bevonden voor medeplichtigheid aan deze misdaden. Het Hof kon echter niet vaststellen of hij de bevelen voor de aanval had gegeven, noch of hij direct had deelgenomen aan de activiteiten.
“Deze beslissing is een vooruitgang in de strijd tegen straffeloosheid. Het Hof erkent dat er geen minimum aantal slachtoffers moet zijn om een gerichte aanval op een etnische groep te kwalificeren als een misdaad tegen de mensheid” stelt Jean-Philippe Kot, expert internationale justitie bij AdZG. “Voor het eerst wordt het leveren van de middelen die noodzakelijk zijn voor een aanval, zoals wapens, eveneens door het Hof bestraft”.
Het risico bestaat echter dat sommige slachtoffers het vonnis niet zullen begrijpen. “Het Hof heeft het gebruik van kindsoldaten en seksueel geweld erkend zonder echter de directe verantwoordelijkheid van de betrokkene te kunnen aantonen. Concreet betekent dit dat geen enkel slachtoffer van deze misdaden een schadevergoeding zal krijgen”, constateert j.-P. Kot.
Verder blijft de vraag van wie de hoofdverantwoordelijke is open: als het niet de beschuldigde is, wie heeft dan de bevelen voor de gepleegde misdaden in Bogoro gegeven? “De slachtoffers moeten, willen ze ooit een nieuw leven kunnen opbouwen, de redenen voor de aanval en de belangrijkste actoren kennen”, onderstreept J.-P. Kot.
AdZG vraagt dat het Hof, in samenwerking met de advocaten van de slachtoffers, op zo’n manier handelt dat de getroffen gemeenschappen het vonnis goed begrijpen en gevoelens van onrechtvaardigheid voorkomen worden. Ze beveelt ook aan de slachtoffers te betrekken bij de procedure tot schadeloosstelling.
Al vanaf het begin van het voorafgaande onderzoek identificeert AdZG, samen met Congolese organisaties, slachtoffers om aan hen het belang van hun deelname in dit proces uit te leggen en deze deelname te vergemakkelijken. In totaal nemen er 366 slachtoffers deel aan het proces.