Deze zomer krijgt u in het kader van het Crossroads project van ASF het laatste nieuws op het gebied van internationale justitie. Onze teams op het terrein maken de balans op. Deze week geeft Dominique Kamuandu, coördinator van het programma Internationale justitie in de DR Congo, zijn indrukken over de geboekte vorderingen en de weg die nog moet worden afgelegd op het gebied van internationaal strafrecht.
Vraag: Is er sinds 10 december 2014 – de Internationale Dag van de Rechten van de Mens – belangrijke vooruitgang geboekt in de internationale rechtspraak in de Democratische Republiek Congo (DRC)?
Antwoord: Het internationaal strafrecht is een werf in ontwikkeling, maar ik zou nog niet over belangrijke vooruitgang spreken. Ik moet erkennen dat er heel wat gerechtelijke onderzoeken worden geopend, met name naar gewelddaden gepleegd door gewapende groepen, en sommige processen hebben een ontknoping gekend met gerechtelijke beslissingen.
De traagheid in de ontwikkeling van de gerechtelijke procedures blijft echter verontrustend. Een positiever punt was de assisenzitting van de staten-generaal van justitie in mei 2015. Die staten-generaal, die werd opgericht om na te denken over de huidige stand van justitie in de Democratische Republiek Congo en mogelijke verbeteringen ervan, heeft ook als kader gediend om te pleiten voor de bestrijding van de straffeloosheid voor ernstige misdaden. In dat licht heeft het Congolese parlement een reeks uitvoeringswetten van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) aangenomen.
V.: Hebben de getroffen slachtoffers en gemeenschappen het gevoel een betere rechtstoegang te hebben?
A.: Zoals u weet, zijn de uitdagingen inzake rechtstoegang voor de slachtoffers van ernstige misdaden nog talrijk. Over het algemeen is de mening van de slachtoffers en de gemeenschappen gemengd. Sommigen zijn tevreden met het resultaat van hun processen wanneer ze zien dat hun beulen veroordeeld worden. Anderen zijn ongerust. Zij stellen vast dat de behandeling van de dossiers met betrekking tot de misdaden die zij hebben ondergaan niet vordert. Afgezien van de rechtsbijstand en de toegang tot een rechtspraak is de niet-uitvoering van beslissingen inzake toegekende schadeloosstellingen niet bevorderlijk voor het herstel van de slachtoffers in hun rechten. Het is moeilijk om in die omstandigheden een gevoel van een betere rechtstoegang te hebben.
V.: De Congolese rechtbanken hebben belangrijke rechtszaken behandeld, zoals die van Kolonel 106. Hoe worden die processen onthaald door de slachtoffers en de bevolking?
A.: Die rechtszaken hebben een sterke bijval van de bevolking en de slachtoffers gekregen, ondanks de risico’s waaraan zij zich hierdoor konden blootstellen. De slachtoffers hebben actief deelgenomen aan de processen, ook al hebben sommigen beschermingsmaatregelen geweigerd om hun beulen in de ogen te kunnen kijken, voor de balie. Met die processen hebben ze een beter inzicht gekregen in de rol van de rechtspraak en in het beginsel van gelijkheid van de burgers voor de wet. Want eerder beschouwden zij hun beulen als onaantastbaar; zij konden zich niet voorstellen dat zij ooit voor de rechter zouden worden gebracht.
V.: Hoe kan nu precies de bescherming van de slachtoffers worden verzekerd tijdens de processen?
A.: Om de waardigheid van de slachtoffers te vrijwaren en voor hun veiligheid te waarborgen, heeft AdZG van verschillende rechterlijke instanties beschermingsmaatregelen verkregen in toepassing van het Statuut van Rome: codering van de identiteit van de slachtoffers, het dragen van sluiers om te voorkomen dat het gezicht van de slachtoffers wordt gezien, verhoor in een aparte ruimte – en niet in de rechtszaal waar de verdachte zich bevindt, en bijstand van een psycholoog voor, tijdens en na de verschijningen voor de rechter.
V.: Welke andere initiatieven van AdZG zou u willen benadrukken?
A.: Wij hebben gespecialiseerde advocatengroepen in internationaal strafrecht opgericht in de balies van de provincies die getroffen worden door gewapende conflicten. Die actie heeft bijgedragen tot het waarborgen van een kwaliteitsvolle rechtsbijstand voor de slachtoffers en de naleving van de beginselen van een eerlijk proces vergemakkelijkt in het verloop van de procedures voor internationale misdaden. Dankzij de begeleiding van de slachtoffers konden misdaaddossiers geopend worden. In het afgelopen jaar hebben we bijstand verleend en/of de wettelijke vertegenwoordiging verzekerd van 2.038 slachtoffers in zeven rechtszaken voor de Congolese rechtbanken.
V.: Kunnen er internationale misdaden gepleegd worden buiten gewapende conflicten?
A.: Absoluut. Op dit moment volgen we de zaak Yalisika, naar de naam van dit dorp dat gelegen is in de provincie Equateur. Deze zaak is bijzonder om twee redenen: het gaat om internationale misdaden gepleegd buiten een situatie van een gewapend conflict, en met de medewerking of de medeplichtigheid van een bosbouwonderneming. Dat tweede punt is nogal vernieuwend: hoe kun je een onderneming verantwoordelijk stellen voor daden gepleegd door strijdkrachten die niet rechtstreeks in dienst zijn van de onderneming in kwestie? Wat voor deze zaak, net als voor alle andere, van belang is, is het vaststellen van alle verantwoordelijkheden. Dat maakt het mogelijk om de waardigheid van de slachtoffers te herstellen, maar ook om toekomstige misbruiken te voorkomen. Om stabiliteit te waarborgen, zijn vrede en respect voor de mensenrechten van essentieel belang.