Thomas Kwoyelo in Oeganda: een proces voor de geschiedenisboeken

OegandaNewsTransitionele JustitieRechten van slachtoffers

Kampala, 20 september 2018 – Op maandag 24 september zal de Divisie voor Internationale Misdaden (ICD) het hoofdproces in de zaak Thomas Kwoyelo openen. Deze zaak is de eerste ooit die door een nationale rechtbank behandeld wordt in het conflict tussen het Verzetsleger van de Heer (LRA) en de Oegandese overheid. Romain Ravet, landelijke directeur voor ASF in Oeganda, maakt zich zorgen over de mogelijkheid voor slachtoffers om deel te nemen aan het proces en over het gebrek aan overheidssteun voor de ICD. Wie is Thomas Kwoyelo? Waarover gaat deze zaak? Romain Ravet: Thomas Kwoyelo, alias Latoni, is een voormalige LRA-bevelhebber die zich in 2009 heeft overgegeven aan het Oegandese leger. Volgens het openbaar ministerie was hij lid van het Verzetsleger van de Heer onder leiding van Joseph Kony en klom hij binnen dat LRA op tot de graad van ‘kolonel’. Kwoyelo leidde tussen 1993 en 2005 een reeks aanvallen op het dorp Abera en de Pagak- en Pablo-kampen voor binnenlandse ontheemden in wat vandaag het Amuru-district is. De aanvallen resulteerden in ontvoeringen, moordpartijen, verminkingen en het folteren van tientallen mensen, waaronder vrouwen en kinderen. In 2011 kende het Grondwettelijk Hof amnestie toe aan Kwoyelo maar in 2015 trok het Hooggerechtshof dit in en besloot het dat hij zou berecht worden voor de daden die hij had begaan buiten de ‘bevordering van oorlog’. Sindsdien was zijn zaak hangende bij de Divisie voor Internationale Misdaden, de nationale rechtbank in Oeganda die bevoegd is voor misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden. De zaak begon in 2011. Waarom duurt ze zo lang? R.R.: Ten eerste was de amnestiekwestie zeer complex om mee om te gaan. In 2000 werd een wet aangenomen (die nadien ook hernieuwd werd) om amnestie toe te kennen aan alle LRA-soldaten die hun wapens neerlegden. Deze wet was cruciaal voor het ondermijnen van het LRA en om het vredesonderhandelingsproces op gang te brengen. Echter, de wet botste met verschillende bepalingen van de ICC-wet en van de Oegandese grondwet, aangezien ze een allesomvattende amnestie voorzag voor alle daden begaan tijdens het conflict, met inbegrip van misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden. Het debat raakte een gevoelige snaar en raakte verstrikt in het klassieke vrede-versus-rechtvaardigheid-dilemma. Het duurde verschillende jaren voordat het Hooggerechtshof de juridische aspecten kon uitklaren en een uitzondering op de amnestie kon maken voor specifieke misdaden. Ten tweede is deze zaak de allereerste die ooit wordt berecht onder de Procedure- en Bewijsregels van de ICD. Dit zijn een speciale reeks regels die de ICD aan de standaarden van internationale rechtbanken wil doen beantwoorden. Als ondertekenaar van het Statuut van Rome beantwoordt de ICD aan het principe van complementariteit, wat wil zeggen dat het in staat moet zijn om genocidezaken, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid te behandelen volgens dezelfde standaarden als het Internationaal Strafhof (ICC). De zaak sleept lang aan omdat ze tot volstrekt nieuwe situaties leidt voor de ICD. In 2016 begon de ICD met de voorbereiding van het proces, een eerste fase waarin “grondige redenen om te geloven” in de tenlastelegging van het openbaar ministerie worden uiteengezet. Dit is moeilijker dan het klinkt, omdat de tenlastelegging tegen Kwoyelo gebaseerd is op internationaal recht, wat de toepassing voor een nationale rechtbank betwistbaar maakt. Evenzo kende de rechter in het voorbereidende proces in 2016 aan de beweerde slachtoffers van Kwoyelo het recht toe om deel te nemen aan alle fases van de procedure. In een land waar het strafrechtelijk systeem in essentie draait rond de verdachte, betreedt men met deze uitspraak nieuwe paden waarvoor geen uitgestippelde route bestaat: de ICD moet innoveren en haar eigen precedenten scheppen. Echter, het voorbereidende proces heeft aangetoond dat de ICD de middelen ontbeert om deze taak ten volle uit te voeren. Zo zijn de rechters in dit Hof niet voltijds benoemd voor dit werk. De rechter in het voorbereidende proces moet haar taak combineren met het dagelijkse management van het High Court van Mbale, wat zes uur rijden is van Kampala. Daarbij komt dat de ICD nieuwe concepten moet implementeren, zoals de deelname van slachtoffers, wat toegang vereist tot specifieke technische en materiële hulpbronnen. Ondanks inspanningen van internationale ngo’s en ontwikkelingspartners, blijven deze hulpbronnen beperkt.
Gemeenschapsdialoog georganiseerd door ASF rond het aankomende proces © ASF/R. Ravet
Wat zal er nu gebeuren? R.R.: Op 30 augustus bevestigde de ICD de 93 beschuldigingen van misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden en andere alternatieve misdaden tegen Kwoyelo. Zijn zaak wordt nu behandeld door een panel van drie rechters. Dit is wat de ICD het “hoofdproces” noemt. De rechtbank moet nu de bewijzen onderzoeken om Kwoyelo’s schuld “beyond reasonable doubts” vast te stellen. Als ASF maken wij ons vooral zorgen over de effectiviteit van het recht van de slachtoffers om deel te nemen aan het hoofdproces. Dit recht heeft twee belangrijke componenten: de deelname van de slachtoffers aan de hoorzittingen, en de mogelijkheid voor de slachtoffers om schadevergoeding te vragen als de beschuldigde veroordeeld wordt. ASF ondersteunt twee advocaten die door de rechtbank aangesteld zijn om de slachtoffers te vertegenwoordigen. We hebben voor 98 slachtoffers verzoekschriften ingediend om deel te nemen aan het proces, maar de goedkeuring daarvan is nog hangende. We ondersteunen de advocaten ook bij hun communicatie met de slachtoffers om hen op de hoogte te houden over het proces en om hun verwachtingen in kaart te brengen. Slachtoffers willen heel graag deelnemen aan het proces, maar hun deelname doet vragen rijzen met betrekking tot materiële facilitering en veiligheid. ASF geeft ook technische bijstand aan de rechtbank en heeft het maatschappelijke middenveld gemobiliseerd om sommige van deze noden te lenigen, maar we kunnen niet in de plaats van de overheid de uitspraak uit het voorbereidende proces van 2016 implementeren. Wat de verwachtingen betreft, toont ons onderzoek aan dat slachtoffers vooral schadevergoedingen verwachten. Het verantwoordingsaspect is ondergeschikt voor hen, aangezien gemeenschappen verdeeld blijven over deze zaak. Veel mensen in Noord-Oeganda hebben nog steeds sympathie voor de LRA-zaak (wat niet betekent dat ze hun misdaden goedkeuren) en nog meer mensen zijn sceptisch over de relevantie van het terechtstaan van Kwoyelo binnen het formele justitiesysteem; sommigen zouden liever zien dat hij de traditionele Acholi-rituelen van verzoening en bestraffing ondergaat. Daarom zijn de slachtoffers hoofdzakelijk geïnteresseerd in vergoeding voor het leed dat ze ondergaan hebben. ASF heeft de Richtlijnen voor door de rechtbank bevolen schadevergoedingen gepubliceerd die alle bestaande wettelijke opties verduidelijken. Er bestaan inderdaad opties, maar als vergoeding afhangt van Kwoyelo’s solventie, dan zal dit aspect virtueel blijven. Zijn er behalve de deelname van de slachtoffers nog uitdagingen voor het proces? R.R.: Natuurlijk! Deze zaak is een proefrit voor de ICD. Ze zal moeten aantonen dat ze de capaciteit heeft om op alle vlakken de internationale standaarden te respecteren. De zaak van het openbaar ministerie steunt hoofdzakelijk op getuigenissen. Zolang de Wet voor de Bescherming van Getuigen en Slachtoffers en de Slachtofferbeschermingsunit niet in werking zijn, wordt het openbaar ministerie in beslag genomen door de veiligheid van de getuigen. En ook de verdediging voelt de gevolgen van een gebrek aan overheidssteun voor de ICD. Kwoyelo’s advocaten vinden het moeilijk om toegang te krijgen tot mogelijke getuigen à décharge en worstelen met problemen als vertaling en tolken. Alle uitspraken, met inbegrip van de bevestiging van de beschuldigingen, zijn in het Engels, een taal die Kwoyelo niet begrijpt. Ook hier probeert het maatschappelijk middenveld te helpen, maar dit is een overheidstaak. Wat beveel je aan naar de toekomst toe? R.R.: De ICD heeft de volle steun van de Oegandese regering en andere belanghebbenden nodig. De magistratuur is bezorgd dat dit proces middelen krijgt die doorsnee processen niet krijgen. Maar dit proces is in al zijn aspecten speciaal. De capaciteit van de ICD om internationale misdaden te berechten zal een direct effect hebben op andere, nog hangende zaken, met name de zaak-Mukulu die enorme implicaties heeft voor de lopende regionale conflicten. Belangrijkst van al is dat veel mensen in Noord-Oeganda op het proces rekenen om te genezen en om verder te gaan met hun leven. De internationale gemeenschap bekijkt ook of de ICD de proef zal doorstaan van complementariteit met het ICC. Zelfs als Kwoyelo veroordeeld wordt, hebben de slachtoffers bijna geen kans om een vergoeding te krijgen tenzij de overheid een speciaal fonds opricht. Een cynisch gerucht verspreidt zich momenteel door Noord-Oeganda dat men beter “een slachtoffer van Ongwen dan van Kwoyelo” was geweest. Dit is een zwartgallige uitdrukking van de frustratie van de slachtoffers, maar het zegt ook veel over de belangen die op het spel staan. Mensen die door dit conflict getroffen werden, leven nog steeds met open wonden, letterlijk en figuurlijk. Hoe men over het conflict spreekt varieert en is complex: slachtoffers geven de overheid in bijna gelijke mate de schuld van hun moeilijke situatie als het LRA. De verhitte debatten en de hoop die er in de vroege jaren 2000 waren, zijn vervangen door pessimistisch discours onder de getroffen gemeenschappen. Mensen wanhopen dat de overheid niet genoeg heeft gedaan om hen te helpen herstellen van het conflict. Het proces is een tweesnijdend zwaard: als het faalt, kan de afstand tussen de bevolking uit het noorden en de regering nog groter worden, maar bij succes kan hun relatie hersteld worden en afronding van de misdaden uit het verleden brengen. Betekenisvolle deelname van de slachtoffers kan de factor zijn die de balans doet overhellen naar deze of gene kant. >> Contacteer Romain Ravet, onze landelijke directeur in Oeganda
Coverfoto © ASF, Gulu, september 2016