maart 15, 2024

De toegang tot rechtsmiddelen in de mijnbouwindustrie van Tanzania verbeteren

Tanzania, de Verenigde RepubliekBusiness & human rights

De mijnbouwindustrie in Tanzania blijft groeien, gedreven door de wereldwijde vraag naar mineralen vereist voor de energietransitie, en de bouw van de Oost-Afrikaanse oliepijpleiding (EACOP: East African Crude Oil Pipeline) gaat door. De toegang tot rechtsmiddelen voor individuen en gemeenschappen wier rechten door de ontginningsindustrie worden geschonden zou dan ook een belangrijke prioriteit moeten zijn voor de Tanzaniaanse regering en de privébedrijven.

Voor dit rapport is onderzoek gedaan in vier regio’s van Tanzania: Mara, Shinyanga, Tanga en Manyara. Het onderzoek richtte zich op drie winningsprojecten: de goudmijn van Barrick North Mara, de Williamson diamantmijn en oliepijp EACOP. Deze projecten kunnen mogelijk bijdragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het land, maar hun snelle groei is ook verantwoordelijk voor aanzienlijke milieuschade en talrijke mensenrechtenschendingen, waaronder gedwongen verhuizingen en geweld tegen de lokale bevolking, met name vrouwen.

Het rapport geeft een overzicht van het functioneren van de mechanismen op staatsniveau van juridische aard (rechtbanken), van niet-juridische aard (overheidsinstellingen voor de bescherming van de mensenrechten)]  en niet-statelijke mechanismen (klachtenprocedures bij bedrijven). Vervolgens gaat de studie het kennisniveau na van zowel gemeenschappen als rechtshulpverleners, evenals de obstakels waar ze mee geconfronteerd worden als ze toegang proberen te krijgen tot deze verschillende mechanismen.

De studie laat zien dat leden van gemeenschappen en rechtshulpverleners aanzienlijke moeilijkheden hebben om toegang te krijgen tot de rechtbanken, vooral doordat ze niet over de nodige financiële middelen beschikken of geen toegang hebben tot een advocaat. Hun kennis van de werking en de rol van het rechtssysteem is vaak vrij goed. Van de niet-juridische mechanismen die door de staat zijn ingesteld hebben ze daarentegen over het algemeen weinig kennis: ze weten niet hoe deze organen functioneren, hoe ze er toegang toe kunnen krijgen en welke soorten rechtsmiddelen ze kunnen bieden. Slachtoffers van schendingen wenden zich dan ook in de eerste plaats tot de lokale autoriteiten, omdat dat laagdrempeliger is.

Het onderzoek analyseert ook de bestaande klachtenprocedures die rechtstreeks door bedrijven worden beheerd. Uit de studie kwam naar voren dat de bedrijven zich onvoldoende hadden ingezet om de lokale gemeenschappen te wijzen op het bestaan van deze procedures. Ook hadden ze de lokale‧rechtsbijstandverleners te weinig geconsulteerd of betrokken bij het ontwerp van de procedures, wat had kunnen zorgen voor een beter begrip van de mechanismen door degenen die er gebruik van zouden willen maken.

Op basis van de bevindingen van de studie, beveelt AdZG aan dat alle actoren die rechtsmiddelen aanreiken voor slachtoffers van rechtenschendingen door activiteiten van de mijnbouwsector, de toegang tot en de werking van deze mechanismen beter bekend maken door gerichte en doeltreffende sensibiliseringsstrategieën op te zetten. Om het succes, de doeltreffendheid en de toegankelijkheid van de verschillende klachtenprocedures te verbeteren, zouden deze instanties regelmatige feedbackmechanismen moeten voorzien die de werking ervan kunnen verbeteren. Met name de Tanzaniaanse overheid moet de toegang tot de staatsmechanismen verbeteren en ervoor zorgen dat overheids- en niet-overheidsactoren de beslissingen daarvan respecteren, om de geloofwaardigheid van de verschillende rechtsmiddelen en het vertrouwen van de getroffen gemeenschappen erin te vergroten.

Partager

Ook te lezen

Congolese civil society alarmed by the lifting of the moratorium on the death penalty

ExPEERience Talk #14 - Hoe kunnen we het recht op land en natuurlijke hulpbronnen van inheemse volkeren beschermen? Analyse van de koolstofindustrie in Kenia

Oeganda – Kennis, houdingen en praktijken met betrekking tot voorlopige hechtenis