AdZG lanceert Justice ExPEERience, een netwerk voor mensenrechtenverdedigers!

De geboorte van het netwerk Justitie ExPEERience

Geconfronteerd met een dynamische en voortdurend veranderende omgeving heeft AdZG enkele jaren geleden een strategische verschuiving ingezet. Reflecties en observaties over de rol en de missie van AdZG hebben geleid tot een herpositionering van de organisatie als een actor die netwerken kan mobiliseren en bevorderen tussen actoren die mensenrechten verdedigen. Of het nu gaat om de uitvoering van projecten, de ontwikkeling van transnationale benaderingen, een grotere invloed (advocacy) of de versterking van collectieve acties, AdZG wil een actor worden die mensen samenbrengt, die niet alleen partnerschappen maar ook netwerken bezielt, gebaseerd op gecontextualiseerde expertise.

Met deze beschouwingen en vaststellingen in het achterhoofd richtte ASF het Justice ExPEERience-netwerk op, dat tot doel heeft stakeholders die strijden voor mensenrechten over de hele wereld met elkaar te verbinden. Om dit netwerk concreet te ondersteunen, heeft ASF ook een instrument met dezelfde naam in het leven geroepen, gericht op het creëren van duurzame samenwerkingsverbanden en leerprocessen tussen ‘peers’: het digitale platform Justice ExPEERience.

Uitbouwen van netwerken en praktijkgemeenschappen

Naast de verbetering van de contacten en de collectieve werkzaamheden binnen ASF, is het platform Justice ExPEERience vooral een instrument voor de uitbouw van netwerken en praktijkgemeenschappen. Maar wat bedoelen we met praktijkgemeenschappen? Een praktijkgemeenschap is een groep mensen die rond een gelijkaardig thema werkzaam zijn of dezelfde belangen hebben voor eenzelfde onderwerp, en die samenkomen om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren om hun kennis en vaardigheden te versterken, hun doelstellingen beter te verwezenlijken en zelfs gezamenlijke projecten uit te voeren.

Samen met haar partners heeft ASF in verschillende contexten zeer actieve praktijkgemeenschappen opgericht. Justice ExPEERience heeft dus bijgedragen tot de ontwikkeling van een praktijkgemeenschap in de DRC rond een strategische actie die de Congolese staat confronteert met hun verantwoordelijkheden inzake misbruik van voorlopige hechtenis en slechte detentieomstandigheden. Deze gemeenschap, die aanvankelijk opgezet was op basis van enkele fysieke bijeenkomsten, kon haar actie collectief voortzetten en tegelijk de continuïteit verzekeren bij de opleiding van haar leden via het platform Justice ExPEERience. Beschikken over een collectieve onlinetool was van cruciaal belang voor de uitwerking van deze actie, die actieve leden uit de verschillende provincies van de DRC samenbrengt.

Op basis van de lessen uit deze eerste succesvolle ervaring, ontstaan op het platform steeds meer nieuwe praktijkgemeenschappen, waarbij soms partners uit verschillende regio’s of zelfs verschillende landen samengebracht worden.

De organisatie van het platform Justice ExPEERience

Het platform Justice ExPEERience maakt het dus mogelijk om mensenrechtenstakeholders samen te brengen rond specifieke projecten in het kader van praktijkgemeenschappen. Met het oog op gestructureerde en georganiseerde uitwisselingen is het opgedeeld in ruimtes die gewijd zijn aan specifieke thema’s, contexten of projecten. Het is een echt sociaal netwerk waarop elke gebruiker beschikt over een aanpasbare profielpagina, discussie- en uitwisselingsruimten en verschillende nieuwsfeeds in verband met de thema’s waaraan hij of ze werkt.

Het platform is ook bedoeld om, naarmate al deze digitale gemeenschappen zich ontwikkelen, een veel ruimer en internationaal netwerk te vormen, dat moet leiden tot uitwisseling rond mondiale thema’s en kwesties, hetzij rechtstreeks in de daartoe bestemde publieke ruimtes, hetzij zelfs tijdens virtuele bijeenkomsten die in de vorm van webinars op het platform georganiseerd worden. Daarom is het platform ook beschikbaar in verschillende talen, waaronder Engels, Frans en Arabisch.

Een voortdurende aanpassing

Het platform wordt verder ontwikkeld, rekening houdend met de feedback van de leden, om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van ASF en haar partners. Hierdoor wordt het platform voortdurend ontwikkeld, met veel geplande verbeteringen en toevoegingen, zoals de geplande ontwikkeling van een mobiele applicatie zodat het platform wereldwijd vlotter toegankelijker wordt.

Voorstellingen van hekserij en de gerechtelijke behandelingan van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Pénalisation des Pratiques de charlatanisme et sorcellerie en République centrafricaine

Hekserij is alomtegenwoordig

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is hekserij alomtegenwoordig: het domineert en bepaalt het dagelijkse leven van de bevolking, vooral op het platteland. Hekserij maakt integraal deel uit van de Centraal-Afrikaanse gebruiken en biedt een verklarend kader voor onverwachte gebeurtenissen of tegenslagen in het leven, zoals overlijdens, ziektes, ongevallen, tegenslag op het werk of op school, enz. De opeenvolgende crisissen die het land sinds 2013 hebben geteisterd, hebben er trouwens voor gezorgd dat hekserij vaker als verklaring gegeven wordt, net als de steeds sterkere betrokkenheid van religieuze instanties in de “strijd” tegen de hekserij (een “strijd” die vooral steunt op gewelddadige uitdrijvingen).

In het Centraal-Afrikaanse strafwetboek worden in artikelen 149 en 150 “kwakzalverij of hekserij die de openbare orde kan verstoren of schade kan toebrengen aan personen of goederen” veroordeeld, met name praktijken die “ernstige letsels of blijvende invaliditeit” of “de dood” veroorzaken. Beschuldigingen van hekserij, gebaseerd op deze twee vage en onnauwkeurige artikelen, zijn legio en leiden vaak tot een uitbarsting van geweld door een woedende menigte tegenover de beschuldigde: uitsluitingen, lynchpartijen of zelfs, in het ergste geval, executies. De beschuldigingen worden gebruikt om mensen te verwijderen die ongewenst zijn geworden in de gemeenschap en treffen onevenredig veel kwetsbare en geïsoleerde personen, vooral oudere vrouwen.

De gerechtelijke behandeling van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij

De juridische vaagheid rond de inbreuken wordt door de meeste actoren in het Centraal-Afrikaanse rechtsstelsel erkend en is een voedingsbodem voor willekeurige beslissingen. Bij de behandeling van rechtszaken rond kwakzalverij en hekserij zijn rechters geneigd te vertrouwen op hun eigen overtuigingen en geloof. Gezien de moeilijkheid om materieel bewijs voor hekserij te leveren, beschouwen de meeste gerechtelijke actoren de bekentenis van de beschuldigde als het “summum der bewijzen”, ongeacht de motieven van de beschuldigde voor het afleggen van de bekentenis, die vaak wordt afgelegd om de samenleving te sussen en/of om zichzelf te beschermen. Bovendien wegen de maatschappelijke druk van de gemeenschap en de zogenaamde bescherming van de openbare orde, die als hoger beginsel wordt ingeroepen, zwaar op de besluitvorming van rechters en vertekenen ze zelfs de rechtspraak om de meerderheid van de bevolking tevreden te stellen.

Justitie kan trouwens geen bescherming en reïntegratie garanderen van degenen die van hekserij worden beschuldigd. Door iemand voor kwakzalverij en hekserij te vervolgen, bevestigt de rechtbank de realiteit van de hekserij en blijft de veroordeelde kwetsbaar voor verdere veroordelingen en zelfs voor verder geweld (zelfs na vrijlating uit de gevangenis). Justitie heeft ook tot gevolg dat de alomtegenwoordigheid van het risico van hekserij wordt geformaliseerd, wat bijdraagt tot de levendigheid van dit soort discours. In geval van vrijspraak kan de bevolking, die de rechterlijke macht meestal wantrouwt, proberen het recht in eigen hand te nemen, indirect aangemoedigd door de kennelijke passiviteit van de gerechtelijke instellingen bij de aanpak van het geweld tegen beschuldigden.

Actie van ASF en haar partners

Sinds 2021, treden ASF en haar partners (Centre pour la promotion des droits de l’enfant (CPDE), Organisation des Jeunes leaders du développement (OJLD), Maison de l’enfant et de la femme pygmée (MEFP) en Défis et Objectifs Centrafrique (DOC)), dankzij de steun van de Europese Unie, op in het hart van het staats- en gemeenschapsrecht door de toegang tot justitie en de verdediging van vrouwen die worden beschuldigd van kwakzalverij en hekserij aan te moedigen. Bovenstaande opmerkingen zijn afkomstig uit de studie “Les représentations sorcellaires et traitement judiciaire de l’infraction des Pratiques de Charlatanisme et de Sorcellerie en RCA”. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van Advocaten Zonder Grenzen in het kader van het project ” Contribuer au respect durable du droit au procès équitable et des droits inhérents à la personne humaine pour les femmes accusées de sorcellerie en RCA”, om de acties en toekomstige interventies van de organisatie op dit gebied verder te onderbouwen.

Strafbaarstelling van charlatanisme en hekserij: Een obstakel voor de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) wordt het beoefenen van kwakzalverij en hekserij (PCS) als een strafbaar feit beschouwd. De vervolging van verdachten van PCS leidt vaak tot ernstige mensenrechtenschendingen en treft systematisch vrouwen en kinderen. In de vrouwengevangenis van Bimbo zit de helft van de vrouwen gevangen wegens vermeende PCS-feiten. De repressie waaronder degenen die van PCS worden beschuldigd, te lijden hebben, kan een gevolg zijn van de formele rechtspraak, maar ook van de wraakzucht van de bevolking. Beschuldigden van PCS krijgen regelmatig te maken met vernederingen en lijfstraffen, soms met de dood tot gevolg.

Dit geweld is gebaseerd op structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing tegen vrouwen en bepaalde kwetsbare personen. Het geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen verhinderen.

Het doel van ASF is niet het bestrijden van de overtuigingen die geworteld zijn in de Centraal-Afrikaanse samenleving, maar wel het bestrijden van de “heksenjacht”. De actie van ASF in dit verband baseert zich dan ook hoofdzakelijk op drie prioriteiten.

(i) Met de steun van ASF organiseren maatschappelijke middenveldorganisaties bewustmakings- en informatiesessies over deze praktijken, over de neiging om zich vooral op bepaalde bevolkingsgroepen te richten en op de rampzalige gevolgen die ze kunnen hebben op het leven van deze mensen.

(ii) ASF werkt aan holistische bijstand voor mensen die beschuldigd worden van PCS. In samenwerking met het maatschappelijke middenveld, strafrechtelijke actoren, gemeenschapsleiders en NGO’s, waakt ASF erover om mensen die beschuldigd worden van PCS zo vroeg mogelijk op te sporen. Op die manier kunnen ze juridische bijstand genieten vanaf het moment dat ze in hechtenis worden genomen en tijdens hun eventuele voorlopige hechtenis. Het is ook van essentieel belang om deze mensen zo snel mogelijk bij te staan om de gevolgen van een dergelijke beschuldiging te beperken voor hun reputatie, en dus voor hun kansen om opnieuw in de gemeenschap te integreren of in hun eigen bestaan en dat van hun gezin te kunnen voorzien.

(iii) ASF heeft vastgesteld dat het juridische arsenaal van de Centraal-Afrikaanse Republiek ontoereikend is om dit maatschappelijke verschijnsel aan te pakken. Het strafbare feit is niet duidelijk gedefinieerd en momenteel kan er een heel breed scala aan bewijzen en aanwijzingen worden gebruikt om dit strafbare feit voor de rechter te bewijzen, ondanks het feit dat er niks in het strafwetboek is gedefinieerd. ASF onderzoekt hoe men een beter inzicht kan krijgen in de sociaal-culturele behandeling van PCS zodat er op termijn gepleit kan worden om dergelijke feiten aan te pakken met respect voor de mensenrechten.

Strijden voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen

poverty is not a crime

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

In Marokko, net als in andere landen, zet ASF zich in voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen. Deze delicten treffen vooral kwetsbare groepen, met name mensen in een precaire socio-economische situatie en mensen die worden gediscrimineerd op grond van hun gender, afkomst of seksuele geaardheid. De criminalisering van dit soort delicten draagt sterk bij tot de overbevolking in de gevangenissen in heel wat (vooral Afrikaanse) landen.

Binnen de context van de wereldwijde coronapandemie werd in 2021 in Marokko de pan-Afrikaanse campagne voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen gelanceerd. Deze campagne vond zijn oorsprong in de Engelstalige Afrikaanse landen. Tijdens de coronapandemie steeg het aantal arrestaties namelijk aanzienlijk waardoor het gevangeniswezen dat reeds onder druk stond, nog verder overbelast werd. ASF en haar partners, Adala en het OMP (Observatoire Marocain des Prisons), hebben hun krachten en expertise gebundeld om de dialoog tussen de verschillende actoren van het maatschappelijk middenveld te versterken met het oog op het definiëren van een gemeenschappelijke strategie voor advocacy en wetshervorming.

De partners organiseerden een workshop waar ervaringen uitgewisseld werden tussen Tunesische en Marokkaanse actoren zodat de prioriteiten en de strategie voor de campagne in beide landen bepaald kan worden. In Marokko is dit des te belangrijker omdat het land zich in 2013 ertoe heeft verbonden om het strafwetboek te hervormen door de invoering van het handvest “Charte pour la réforme du système judiciaire”. Het is dan ook van essentieel belang dat de actoren van het maatschappelijk middenveld dit moment aangrijpen om de overheden, met name het ministerie van Justitie en het parlement, aan te spreken op een herziening van het strafwetboek die rekening houdt met de ervaringen van degenen die worden berecht en met het discriminerende karakter van de criminalisering van armoede en kleine vergrijpen. Op die manier kan er effectief ingespeeld worden op het probleem van de overbevolking in de gevangenissen.