Auteur: severined
Getroffen gemeenschappen zijn het moe in de zaak Thomas Kwoyelo
Kampala, 16 mei 2019 – In Oeganda geeft ASF al jarenlang onafgebroken steun aan de gemeenschappen die slachtoffer zijn geworden van de misdaden waarvoor Kwoyelo door de International Crimes Division (ICD) berecht wordt. In april leidde ASF de gezamenlijke inspanningen samen met de Raad van Slachtoffers, de Griffie van de ICD en het International Center for Transitional Justice (ICTJ) om de gemeenschappen van de slachtoffers op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen in het proces, en intussen ook hun meningen te verzamelen en over te brengen aan de relevante instanties.
Tijdens de verschillende bijeenkomsten in de gemeenschappen in Obiangic, Abera, Lamgoi, Perecu en Pabbo betreurden veel deelnemers het gebrek aan informatie over de ontwikkelingen in de zaak. Terzelfdertijd toonde een substantieel aantal onder hen een afnemende interesse in de zaak. Een van de deelnemers verwoordde het als volgt:
“Deze bijeenkomst is niet belangrijk voor ons. Wij willen enkel de resultaten van het proces horen. Dit proces is nu al zo lang aan de gang. Het zou snel klaar moeten zijn zodat wij compensatie krijgen voor het leed dat we geleden hebben.”
Het lijkt erop dat deze houding voortkomt uit een gebrek aan directe betrokkenheid bij de zaak en uit de lange duur van het proces, dat in juli 2011 begon. De wettelijke waarborgen in de verschillende statuten die voorzien in de deelname van slachtoffers riskeren betekenisloos te worden als men niet aan deze zorgen tegemoetkomt.
Het feit dat de slachtoffers blijven lijden onder de nasleep van het conflict (wezen worden aan hun lot overgelaten, fysieke en mentale handicaps, etc.) maakt het risico alleen maar groter dat de waarde van juridische processen afneemt in hun ogen, omdat ze deze niet langer zien als mogelijke pistes om de situatie van de slachtoffers te verbeteren. Terwijl ze een belangrijke toevoeging kunnen zijn voor waarheidsvinding en inspanningen richting rechtvaardigheid, toch zijn tussentijdse maatregelen, projecten en interventies vanwege de overheid en niet-gouvernementele actoren ofwel onvoldoende ofwel ineffectief geweest om de meest basale noden van de slachtoffers te lenigen.
Terwijl de roep om verantwoording weerklinkt in veel gemeenschappen van de slachtoffers, worden hun bezorgdheden rond schadevergoedingen ook voortdurend opgebracht: wie zal een schadevergoeding ontvangen, wie zal deze betalen en welke vorm zal ze aannemen?
Naast wettelijke rechten kunnen strafrechtelijke processen enkel hun herstellende en genezende rol verwezenlijken als slachtoffers en hun gemeenschappen ze als betekenisvol ervaren. In dit geval kan dit gedaan worden door:
- te verzekeren dat er constante en betekenisvolle interactie is tussen de slachtoffers en hun juridische adviseurs, aangezien deze laatsten hun deelname aan het proces verzekeren;
- goed om te gaan met de verwachtingen van de slachtoffers met betrekking tot deelname aan het proces en te verzekeren dat slachtoffers begrijpen hoever hun eigen mogelijkheden reiken in het justitieproces voor de ICD: dit houdt ook in dat de ICD en de Oegandese regering bepaalde relevante aspecten van slachtofferdeelname verduidelijken, zoals hun recht op schadevergoeding;
- de mogelijkheden van slachtoffers bevorderen om hun recht op deelname uit te oefenen: voorgestelde inspanningen zijn onder andere het fysiek bijwonen van het proces door de slachtoffers door hun vertegenwoordigers om de voortgang van de rechtszaak te volgen;
- beter tussentijdse steun te geven aan slachtoffers: tijdens het proces is er nood aan betekenisvolle, effectieve en holistische tussentijdse inspanningen om slachtoffers te steunen daar waar het er het meeste toe doet voor hen. Hiervoor blijft ASF pleiten voor het aannemen van de ontwerptekst van de Transitional Justice Policy.
Wettelijke bepalingen met betrekking tot slachtofferdeelname en het overnemen van internationale strafrechtelijke principes in het nationale Oegandese rechtssysteem hebben ongekende mogelijkheden gecreëerd voor slachtoffers om hun recht te halen in Oeganda. Aangezien deze voor het eerst gebruikt worden in het Kwoyelo-proces, is het cruciaal dat de juiste precedenten gecreëerd worden zodat het recht van slachtoffers op procesdeelname gezien kan worden als een betekenisvol onderdeel van de inspanningen voor overgangsjustitie in het land.
Foto’s © ASF
Tunesië: de noodtoestand om de inperking van rechten en vrijheden te rechtvaardigen
Digging for power: vrouwenemancipatie in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie
Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Foto © ASF/Alexia Falisse
In de strijd tegen mensenhandel is coördinatie essentieel
Tunis, 28 februari 2019 – Als land van oorsprong, doorgang en bestemming voor slachtoffers van mensenhandel heeft Tunesië een sterk juridisch kader gecreëerd om dit fenomeen te bestrijden. Maar hoe kan een effectieve samenwerking tussen de betrokkenen gegarandeerd worden? Op 23 januari, nationale dag voor de afschaffing van de slavernij, hebben ASF en de Nationale instantie voor de strijd tegen mensenhandel een internationaal colloquium georganiseerd met betrekking tot dit vraagstuk.
“In de strijd tegen mensenhandel is het essentieel dat de verschillende actoren die betrokken zijn, samenwerken en hun inspanningen coördineren”, legt Zeineb Mrouki uit, projectcoördinatrice voor ASF in Tunesië (rechts op onderstaande foto). “De Nationale instantie voor de strijd tegen mensenhandel heeft de opdracht om een nationaal mechanisme voor doorverwijzing op te zetten, om zo de samenwerking tussen overheidsinstanties en het maatschappelijk middenveld te organiseren. Dit mechanisme moet instaan voor de identificatie van slachtoffers, hun doorverwijzing naar de bevoegde diensten, en hun begeleiding en bescherming.”
Ministeries, ordediensten en douanes, maatschappelijk werkers, arbeidsinspectie, kinderbescherming, maatschappelijk middenveld, enz. kwamen samen om hun ervaringen met doorverwijzing van slachtoffers te delen, en om gezamenlijk aanbevelingen op te stellen voor de oprichting van het toekomstige doorverwijzingsmechanisme.
De twee voornaamste vaststellingen tijdens de discussies: het is noodzakelijk om de betrokken actoren op te leiden met betrekking tot de Organieke wet n°2016-61 met betrekking tot de preventie van en de strijd tegen de mensenhandel; en alle actoren moeten hun praktijken aan deze wet aanpassen.
Buitenlandse personen in een illegale situatie hebben bijvoorbeeld recht op bescherming wanneer ze slachtoffer zijn van mensenhandel. Nochtans worden zij het vaakst het land uitgewezen door de politie, zonder van deze bescherming te hebben genoten omdat ze nooit als slachtoffer werden geïdentificeerd en erkend. De onderzoekstechnieken en technieken om naar de slachtoffers te luisteren zijn niet aangepast aan de bijzonderheden van mensenhandel.
Sinds de inwerkingtreding van de wet op mensenhandel werden 780 gevallen van mensenhandel geregistreerd. De slachtoffers dienen steeds vaker klacht in. Niettemin heeft tot op heden nog geen enkel vonnis de kwalificatie van mensenhandel bevestigd voor de gepleegde inbreuken, ofwel omdat de rechters de wet niet kennen, ofwel omdat ze minder hoge straffen verkiezen. De oproep aan het adres van rechters belast met zaken van mensenhandel is dus om de middelen te gebruiken die de wet hen ter beschikking stelt.
“Wij roepen ook de betrokken ministeries op, zoals het ministerie van gezondheidszorg of het ministerie voor de vrouw, om de wet toe te passen”, voegt Zeineb Mrouki toe. “Het gaat onder andere om de kosteloosheid van bepaalde zorgen en de terbeschikkingstelling van een slaapplaats voor de slachtoffers”, besluit ze.
Op 24 januari, de dag na het colloquium, werden bewustmakingssessies georganiseerd in het centrum van Tunis om het brede publiek te informeren met betrekking tot de realiteit van mensenhandel en de rechten van slachtoffers.
Het colloquium en de bewustmakingsdag werden georganiseerd door de Nationale instantie voor de strijd tegen mensenhandel en Advocaten Zonder Grenzen met deelname van de Raad van Europa, de Internationale Organisatie voor Migratie, het VN-Ontwikkelingsprogramma, de VN-Vluchtelingorganisatie en het United Nations Office on Drugs and Crime.
Foto’s © ASF
Loop de 20 km door Brussel met ASF
- De 20km door Brussel vindt plaats op zondag 19 mei 2019 om 10u
- De inschrijving bedraagt 35 euro (daarvoor krijg je een rugnummer, een t-shirt van ASF, een tussendoortje en een drankje tijdens de wedstrijd).
- Jij engageert je om minstens 100 euro in te zamelen bij je vrienden en kennissen. Het ingezamelde geld wordt besteed aan de ondersteuning van de parajuristen, essentiële justitieactoren in Tsjaad.
- Een wekelijkse trainingssessie en persoonlijk advies gedurende de 3 maanden vóór de wedstrijd, door onze collega en topatleet Pascal.
- Een persoonlijke ontvangst aan de start en bij de aankomst
- Een plaats dichtbij de start om je tassen achter te laten.
- Motiveer je collega’s om samen te lopen.
- Vanaf 10 lopers van hetzelfde kantoor of bedrijf schenken we jullie op maat gemaakte t-shirts met het logo van jullie kantoor (zwart-wit).
Ondersteun parajuristen in Tsjaad
- Via overschrijving op rekening BE89 6300 2274 9185 van Advocaten Zonder Grenzen
- Online via ons beveiligd platform