Malaka. De tragedie van 2 september: kroniek en oorzaken van eenvoorspelde tragedie

Op 2 september werden 129 gevangenen gedood in de gevangenis van Malaka, bij tragische gebeurtenissen die alle begrip te boven gaan. Te midden van de chaos die uitbrak werden 268 van de 298 vrouwen die er opgesloten zaten verkracht.

De tragedie was te voorzien en is helaas geen alleenstaand geval de Democratische Republiek Congo (DRC).

ASF en haar partners waarschuwen al geruime tijd voor de rampzalige situatie van het gevangeniswezen in het land.

In deze beleidsnota wijst ASF op het feit dat deze gebeurtenissen plaatsvinden tegen de achtergrond van massale schendingen van de mensenrechten van gedetineerden, misbruik van preventieve hechtenis en aanhoudende overbevolking van de gevangenissen

Het systematische en illegale gebruik van preventieve hechtenis en de daaruit voortvloeiende ongelijkheid in strafrechtelijke procedures zijn sleutelfactoren met betrekking tot de situatie in de gevangenissen in de DRC.

Sinds 2021 documenteert en analyseert ASF samen met haar partners die mensenrechtenschendingen van verdachten in voorlopige hechtenis en gedetineerden via een monitoringsysteem van de detentieomstandigheden. Deze
beleidsnota is gebaseerd op de interviews die werden afgenomen met 3.642 verdachten in voorlopige hechtenis tijdens deze monitoring, maar ook op bijna twintig jaar ervaring en werk rond detentie in de DRC.

Geen vooruitgang ondanks ernstige en herhaaldelijke schendingen van de fundamentele rechten van gedetineerden in de DRC

De DRC respecteert de internationale normen en de nationale wetgeving op het vlak van procedurele garanties niet, noch respecteert ze de waardigheid van gedetineerden. ASF en vele andere actoren in de strafketen hebben meermaals oplossingen en maatregelen voorgesteld, maar tot op heden heeft geen enkele Congolese overheid een structurele hervorming geboden.

Systematich en onrechtmatig gebruik van voorlopige hechtenis

De analyses van ASF en haar partners wijzen op het systematische en hardnekkige gebruik van voorlopige hechtenis.

Volgens schattingen van waarnemers vertegenwoordigt preventieve hechtenis 70 tot 80% van de gevangenispopulatie in de DCR, een fenomeen dat met de jaren zelfs nog lijkt te verergeren.

Uit de opgehaalde gegevens blijkt bovendien dat preventieve hechtenis systematisch wordt toegepast, zelfs voor minder ernstige misdrijven en soms voor misdrijven die zelfs niet onder het strafrecht vallen, zoals landloperij.

In 10% van de gevallen weten de verdachten niet eens waarom ze gearresteerd zijn.

In het geval van voorlopige hechtenis is het onwettig de wettelijk vastgelegde tijdslimieten te overschrijden. Zo’n detentie moet binnen vijf dagen worden geregulariseerd door een vrederechter. De gemiddelde duur van de voorlopige hechtenis van verdachten bedraagt 127 dagen. De analyses van ASF tonen aan dat het de norm is dat die wettelijke termijnen worden overschreden en dat er illegaliteit heerst op vlak van voorlopige hechtenis.

Het gebruik van voorlopige hechtenis is onderdeel van het proces van  “commercialisering van de vrijheid” van beschuldigden. Het is een wijdverspreide praktijk onder magistraten en gerechtelijke politieagenten om de vrijheid van mensen te gelde te maken door die te verbinden met illegale financiële transacties. Geld voor vrijheid. Voor de allerarmsten betekent dit een  gevangenisstraf voor elk misdrijf. De meer gefortuneerden worden vrijgelaten in ruil voor een geldbedrag. Rechters gebruiken hun wettelijke macht om privébelangen na te streven en zo zichzelf te verrijken. Met andere woorden, ze maken zich schuldig aan corruptie.

Aanbevelingen

  • Frequente en regelmatige (maandelijkse) gevangenisbezoeken om de rechtmatigheid van detenties te controleren en, indien nodig, gedetineerden die illegaal worden vastgehouden vrij te laten.
  • Disciplinaire sancties tegen de spelers in het strafrechtsysteem die de wet niet respecteren.
  • Erkenning van de impact van rechtsbijstand in gevangenissen en toewijzing van de reeds goedgekeurde subsidies (ad-hoclijn in de begroting van het Ministerie van Justitie) met het oog op rechtsbijstand in gevangenissen.
  • Toekenning van de technische en financiële middelen aan de nationale mensenrechtencommissie (CNDH) om haar taak van toezichthouder op de detentieomstandigheden in de DRC uit te voeren, in samenwerking met de betrokken maatschappelijke organisaties die expertise hebben op dit gebied.
  • Garanderen van de veiligheid en waardigheid van de meest kwetsbare personen in detentie, met name vrouwen en kinderen, overeenkomstig de Mandela Rules (Regel 11), door een ferm verbod op de opsluiting van deze personen in de paviljoenen voor mannen en/of volwassenen; deze mensen onderbrengen in gereserveerde zones, weg van en beschermd tegen de andere paviljoenen, waarbij de voorkeur uitgaat naar ad- hoclocaties die in overeenstemming zijn met de Congolese wetgeving.
  • Garanderen van de veiligheid van gevangenen door een einde te maken aan de praktijk van ‘hoofden tellen’ en het instellen van een controlesysteem waarbij bewakers verantwoording afleggen aan de autoriteiten.
  • Zorg dragen voor toegang tot voedsel, medische zorg, hygiëne en humane detentieomstandigheden voor iedere gevangene in de DRC.