Nationale dialoog over het waarborgen van procedurele en grondwettelijke rechten voor gedetineerden in voorlopige hechtenis in Oeganda: Stilstaan bij de uitdagingen en de kansen

  • Wanneer? Donderdag 26 Oktober 2023
  • Waar? Kampala
  • Het evenement wordt georganiseerd in samenwerking met de Uganda Human Rights Commission
  • Alleen op uitnodiging
  • Online uitzending van het evenement

Deze dialoog brengt actoren samen van de Oegandese politie, het Oegandese gevangeniswezen, de rechterlijke macht, het kantoor van de directeur voor openbare aanklachten, het parlement, de leden van het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, de ontwikkelingspartners, de pleitbezorgers van projecten en de paralegals.

Dit zal een uitstekende gelegenheid zijn om de uitdagingen aan te pakken die van invloed zijn op de handhaving van procedurele rechten in de uitvoering van het strafrecht in Oeganda en om hervormingen voor te stellen die de lacunes aanpakken.

Het evenement maakt deel uit van het project “Protecting procedural and constitutional rights through access to justice”, dat van 2020 tot 2023 werd uitgevoerd door ASF en haar partner LASPNET (Legal Aid Service Provider Network) in de districten Gulu, Masindi, Hoima, Lamwo, Kampala en Wakiso.

In Oeganda, zoals in heel wat landen, worden de rechten van gedetineerden in voorlopige hechtenis nog steeds geschonden. Sinds de start van het project hebben advocaten en paralegals meer dan 10.000 gedetineerden bereikt van wie de procedurele rechten werden geschonden in de projectdistricten, en aan meer dan 2.000 gedetineerden procedurele oplossingen geboden. Opmerkelijk bij deze schendingen is de detentie van verdachten gedurende meer dan 48 uur en een langere voorlopige hechtenis voor zowel grote, als kleine vergrijpen. Hierdoor wordt hun grondwettelijke recht op vrijlating tegen borgtocht geschonden, evenals hun recht op een eerlijk en snel proces. Twee studies uitgevoerd door ASF, het ‘Baseline report on the social economic profile of detainees’ en het ‘Knowledge, Attitude and Practices report’, stelden vast dat het langer in voorlopige hechtenis verblijven voor zowel grote, als kleine vergrijpen, te wijten is aan de slechte benadering van voorlopige hechtenis door overheidsactoren.

Het project wil bijdragen tot een betere toepassing van procedurele en grondwettelijke rechten bij de uitvoering van het strafrecht om de naleving van de mensenrechten en de rechtsstaat in Oeganda te versterken. Hierbij werd er gekozen voor een holistische benadering, die verder gaat dan het aanpakken van detentieproblemen in de rechtsbedeling in Oeganda en die toewerkt naar een grotere betrokkenheid van centrale instellingen bij beleidshervormingen in Oeganda.

Registreer om online te volgen

Oost-Afrika – Bescherming van de burgerlijke ruimte: via Procesvoering in het Algemeen Belang

In 2022 lanceerde het Oost-Afrikaanse kantoor van ASF een project dat drie landen in de regio bestrijkt: Burundi, Tanzania en Oeganda. Het doel van het project is bij te dragen tot de bevordering van de rechtsstaat door het begrijpen en gebruiken van regionale mensenrechteninstellingen, -mechanismen en -instrumenten door plaatselijke middenveldorganisaties.

In de praktijk richt het project zich op het bevorderen van het gebruik van procesvoering in het algemeen belang als een instrument om invloed uit te oefenen, om positieve hervormingen teweeg te brengen op het vlak van de burgerlijke ruimte en vrijheden. In haar interventielanden heeft ASF bestaande en aankomende gedingen geïdentificeerd die geleid worden door middenveldorganisaties. Via het project wordt financiële en technische steun verleend aan deze gedingen, samen met een strategische reflectie over hoe hun bereik kan worden vergroot door middel van pleitbezorging en externe engagementen. Een belangrijk aspect van het project, gezien de regionale aard ervan, is ook het ondersteunen van zaken die regionale mechanismen mobiliseren zoals het Oost-Afrikaanse Hof van Justitie of het Afrikaanse Hof voor Mensen- en Volkerenrechten (ACHPR).

Met de steun van de Pan African Lawyers’ Union, werkt ASF aan juridische voorstellen voor de ACHPR over het recht op vereniging, die een dozijn Afrikaanse staten bestrijken. Onze waarnemingen en juridische analyses brachten ons tot de overtuiging dat de praktijken en wetten die van toepassing zijn op NGO’s in heel wat Afrikaanse staten in strijd zijn met de vrijheid van vereniging. Deze voorstellen zijn gericht op het handhaven van fundamentele burgerlijke vrijheden en het opleggen van een positieve verplichting aan de staten om de geldende wetten te hervormen en een einde te maken aan praktijken die het recht op vereniging schenden. 

ASF biedt ook financiële en technische ondersteuning voor een grondwettelijke petitie die door middenveldorganisaties, waaronder Chapter Four, is ingediend bij het Oegandese Grondwettelijk Hof om de grondwettelijkheid aan te vechten van de wet op computermisbruik, die in oktober 2022 werd gestemd. Hoewel dit controversiële stuk wetgeving door de regering is geprezen als een noodzakelijke bescherming van de privacy in het digitale tijdperk, wordt het door veel lokale middenveldorganisaties gezien als een schending van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.

Het regionale kantoor van AdZG in Oost-Afrika

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

De laatste jaren koos ASF geleidelijk aan voor een meer doorgedreven regionale aanpak voor haar activiteiten in Oost-Afrika. In 2021 werd een regionaal kantoor opgericht dat momenteel drie medewerkers telt, naast de regionale directeur en de respectievelijke landendirecteur voor Oeganda en de programmacoördinatoren voor Kenia en Tanzania.

De verschillende landen in Oost-Afrika delen historische, economische, politieke, sociale en culturele banden en werken steeds nauwer met elkaar samen. Hierdoor kunnen thema’s die ASF aanbelangen, zoals het beheer van natuurlijke rijkdommen, detentie of veiligheid en vrijheid, over verschillende landen heen van toepassing zijn. De lessen die worden getrokken uit de uitvoering van programma’s in het ene land kunnen dus van groot belang zijn voor de uitwerking van onze acties in andere contexten.

Sinds de oprichting was een belangrijke rol van het regionale kantoor het strategisch verzamelen en herverdelen van kennis over alle programma’s heen. Hierdoor konden synergieën worden ontwikkeld, terwijl er ook ruimte bleef voor de contextualisering van elke interventie.

Daarnaast heeft de opzet van nieuwe rollen gewijd aan specifieke technische functies binnen het regionale team aan ASF de mogelijkheid geboden om de methodologische ondersteuning van de verschillende landenteams te verbeteren op het vlak van onderzoek, monitoring en evaluatie, strategische procesvoering en pleitbezorging.

Een belangrijke prioriteit voor het regionale kantoor is ook het identificeren van mogelijkheden voor verdere ontwikkeling op regionaal niveau, onder meer door het opstellen van projecten met verschillende landen en regionale projecten. In maart 2022 lanceerde ASF een tweejarig project, gefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – DGD, getiteld ‘Protecting Civic Space: a Public Interest Litigation Approach’. Het project bestrijkt drie landen in de regio en wil bijdragen tot de bevordering van de rechtsstaat in Oost-Afrika door het maatschappelijk middenveld te mobiliseren rond regionale instellingen, mechanismen en instrumenten actief op het vlak van mensenrechten.

In de toekomst wil het regionale kantoor ook de aanwezigheid van ASF op regionaal niveau in Oost-Afrika blijven versterken. Of het nu gaat om pleitbezorging, strategische geschillenbeslechting of andere engagementen met externe stakeholders, de inspanningen zullen in 2023 worden voortgezet om ervoor te zorgen dat het werk van ASF zichtbaar is en een impact heeft in de regio.

ExPEERience Talk #11 – De Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme : een wereldwijde noodsituatie, een internationale campagne

  • Wanneer? 5 Oktober – 12u (GMT+1, Tunis) ; 13u (GMT+2, Brussel)
  • Taal: Frans
  • Gratis online evenement – Registratie verplicht

Deze 11e ExPEERience Talk is gewijd aan de Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme (‘Campaign for the Decriminalisation of Poverty, Status and Activism’). Verschillende leden van de Campagne zullen de historiek, werking en eerste successen van de Campagne toelichten, evenals de uitdagingen en mogelijkheden bespreken die het netwerken van een brede waaier aan actoren met zich meebrengt om zulks een wereldwijd en systemisch probleem aan te pakken.

Overal ter wereld hebben wetten en politie- en strafrechtpraktijken de neiging om bevolkingsgroepen in kwetsbare of gemarginaliseerde situaties (armen, daklozen, LGBTQI+-personen, sekswerkers, migranten, etc.) onevenredig te controleren, te arresteren en op te sluiten. Kleine overtredingen zoals bedelen, openbare ordeverstoring, drugsgebruik, landloperij… worden tegen deze mensen gebruikt met als enige doel om datgene wat ze vertegenwoordigen in de maatschappij te criminaliseren in plaats van de overtredingen die ze hebben begaan. In veel landen is er ook een vernauwing van de civiele ruimte en het gebruik van het strafrecht om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Deze fenomenen zijn diep geworteld in de wetgevingen, instellingen en praktijken van staten over de hele wereld.

Tijdens deze ExPEERience Talk zullen sprekers van verschillende lid organisaties van de Campagne de zeer reële gevolgen van deze repressieve wetten en praktijken voor het maatschappelijk middenveld en het grote publiek illustreren. Ze zullen het ook hebben over de verschillende acties die in het kader van de campagne worden ondernomen: gezamenlijk onderzoek, rechtszaken en lobbyen bij nationale en internationale instellingen.

Tot nu toe wordt de Campagne gesteund door zo’n vijftig maatschappelijke organisaties uit verscheidene landen. Het objectief is om de voorwaarden te scheppen voor een wereldwijde verandering in strafrechtelijke en sociale wetgevingen, beleid en praktijken via de mobilisatie van  een transnationale en multisectoriële strategie.

Speakers

  • Khayem Chemli – Head of advocacy at ASF – Euromed region (moderator)
  • Soheila Comninos – Senior program manager at Open Society Foundations
  • Arnaud Dandoy – Research & Learning Manager at ASF – Euromed region
  • Asmaa Fakhoury – Country director ASF Morocco
  • Maria José Aldanas – Policy Officer at FEANTSA

Strijden tegen de overbevolking in gevangenissen en illegale detentie in de Democratische Republiek Congo

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

Volgens officiële cijfers afkomstig van de penitentiaire administratie zaten er in december 2022 in de 142 gevangenissen van de Democratische Republiek Congo (DRC) 44.536 personen opgesloten. De gedetineerden die in de DRC opgesloten zitten, zijn het slachtoffer van ernstige schendingen van hun fundamentele rechten, o.a. op het vlak van de procedurele garanties en het recht op waardige detentieomstandigheden die in overeenstemming zijn met de internationale normen. Ongeveer 70% van hen wacht op een proces. In 4 van de belangrijkste centrale gevangenissen van het land (Kinshasa, Goma, Matadi en Mbuji-Mayi) bedraagt de gemiddelde overbevolking 720%.

Misbruik van voorlopige hechtenis, traagheid en administratieve belemmeringen, het structureel slecht functioneren van de gerechtelijke, penitentiaire en veiligheidssystemen van het land, de afwezigheid van een rechtsbijstandssysteem dat toegang tot een advocaat garandeert, het gebrek aan gekwalificeerd personeel, een ontoereikend budget en een te beperkte toegang tot borgtocht zijn allemaal factoren die het alarmerend hoge niveau van overbevolking in detentiecentra verklaren.

Deze structurele disfuncties treffen kwetsbare bevolkingsgroepen onevenredig hard, vooral degenen in kwetsbare sociaaleconomische situaties.

Als reactie op deze vaststellingen versterkt ASF, in samenwerking met plaatselijke stakeholders, de toegang tot justitie voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in gevangenschap in de DRC. Zo werkte ASF in 2022 nauw samen met de balies en middenveldorganisaties die actief zijn in het gevangeniswezen. We kwamen tussen in 8 centrale gevangenissen in 6 provincies (Kinshasa, Ituri, Kongo Central, Kasaï, Oost-Kasaï en Noord-Kivu).

  • 1.820 gedetineerden werden geïdentificeerd, geïnterviewd en doorverwezen naar de juiste diensten tijdens controlebezoeken aan gevangenissen.
  • ASF en haar partners garandeerden de toegang tot eerstelijnsrechtsbijstand (via gratis juridisch advies aangeboden door de Bureaux de Consultation Gratuites des Barreaux) voor 3.511 gedetineerden.
  • 2.162 volwassen gedetineerden en kinderen in penitentiaire instellingen ontvingen gratis rechtsbijstand van een advocaat, en 19 personen in een situatie van ernstige kwetsbaarheid en/of psychisch-medisch-sociale kwetsbaarheid ontvingen psychosociale ondersteuning na hun vrijlating.
  • ASF heeft capaciteitsopbouw en technische ondersteuning geboden aan 92 Congolese advocaten en gevangeniswaarnemers.

De interventiemogelijkheden van ASF en haar partners blijven echter beperkt gezien de structurele aard en de omvang van het probleem van de overbevolking in de gevangenissen in de DRC. Gecoördineerde institutionele hervormingen zijn noodzakelijk, o.a. de noodzaak om doeltreffende en geloofwaardige controle- en verantwoordingsmechanismen in te voeren, alsook om complementaire multisectorale diensten aan te bieden aan de gedetineerden. ASF en haar partners sensibiliseren om buitengerechtelijke oplossingen voor conflicten en het gebruik van plaatselijke gerechtelijke mechanismen voor de behandeling van kleine of onschuldige inbreuken te promoten om de overbevolking in de gevangenissen in de DRC tegen te gaan.

Tot slot lobbyt ASF op provinciaal en nationaal niveau om tot meer structurele en duurzame veranderingen te komen ten gunste van de mensenrechten van gedetineerden in de DRC.

De campagne voor decriminalisering van armoede, activisme en status

De volgende ExPEERience Talk (webinar) georganiseerd door AdZG en haar Justice ExPEERience netwerk zal het thema van de campagne behandelen. Het vindt plaats op donderdag 5 oktober 2023 om 12u (Tunis) – 13u (Brussel). Inschrijven kan nu, deelname is gratis.

De Campagne voor de Decriminalisering van Armoede, Status en Activisme, gelanceerd in Afrika, Zuid-Azië, Noord-Amerika en het Caribische gebied, wordt gedragen door een coalitie van middenveldorganisaties die oproepen tot de herziening en intrekking van wetten die mensen treffen vanwege hun (sociale, politieke of economische) status of hun activisme.

In veel landen zijn de strafprocedure, het wetboek van strafrecht en de ordehandhaving nog steeds een afspiegeling van een koloniale erfenis. Strafbare feiten uit het koloniale tijdperk, zoals landloperij, bedelen of ordeverstoring, worden vaak gebruikt tegen de meest kwetsbaren (daklozen, mensen met een handicap, drugsgebruikers, LGBTIQ+, sekswerkers, migranten, etc.), met als enige doel het criminaliseren van wat zij vertegenwoordigen in de samenleving in plaats van de strafbare feiten die ze hebben gepleegd.

Tegelijkertijd wordt in verschillende van deze landen het strafrecht gebruikt om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Opruiingswetten die dateren uit de koloniale tijd en recentere wetten i.v.m. de openbare orde zijn bijvoorbeeld alomtegenwoordige instrumenten die door staten worden ingezet om protest de kop in te drukken en de vrijheid van meningsuiting te beperken. Staten gebruiken het veiligheidsapparaat, het rechtssysteem en detentie tegen individuen en groepen die geen gevaar vormen voor de veiligheid van burgers, maar eerder om de status quo en de privileges van een minderheid te handhaven.

Dit machtsmisbruik heeft een grote impact op de mensenrechten en uit zich in discriminatie, het gebruik van dodelijk geweld, foltering, willekeurige en buitensporige opsluiting, buitenproportionele straffen en onmenselijke detentieomstandigheden. Deze situatie wordt nog verergerd door een combinatie van verschillende vormen van onderdrukking op basis van geslacht, leeftijd, handicap, ras, etnische afkomst, nationaliteit en/of sociale klasse van mensen die al gemarginaliseerd zijn. De bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door deze criminalisering van status, armoede en activisme zijn ook de bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door fenomenen als overbevolking in de gevangenissen, voorlopige hechtenis, verlies van gezinsinkomen, verlies van werk, enz.

In 2021 behaalde de campagne, die advocaten, juristen, leden van de rechterlijke macht, activisten en deskundigen van meer dan 50 organisaties samenbrengt, een aantal belangrijke overwinningen, waaronder baanbrekende processen tegen verschillende wetten voor nationale rechtbanken in Afrika. Hiertoe behoren de goedkeuring van de beginselen over de decriminalisering van kleine vergrijpen door de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volken en de bepaling door het Pan-Afrikaanse Parlement in 2019 van richtlijnen voor een normatieve/modelwet inzake politiewerk.

De campagne is daarom een echte kans voor een wereldwijde verandering in strafrecht en sociale wetten, beleid en praktijken. Voor het eerst richt het maatschappelijk middenveld zich op de gemeenschappelijke disfuncties van het strafrechtsysteem en legt het onder andere verbanden tussen koloniale strafwetgeving en de criminalisering van armoede, in een wereldwijde context van krimpende burgerlijke ruimte.

Tot op vandaag werd de campagne georganiseerd door verschillende comités: een globaal comité, waarvan ASF lid is, en thematische en geografische subgroepen om een grotere representativiteit van de stakeholders en een grotere impact te garanderen.

Advocaten Zonder Grenzen is lid van de coördinerende comités van respectievelijk de subgroepen Francofonie en Noord-Afrika. Deze opbouw is bedoeld om de onderzoeksdoelstellingen, prioriteiten en doelstellingen van de campagne op het gebied van belangenbehartiging en bewustmaking verder te versterken.

Ter gelegenheid van de 18de edite van de Sommet de la Francophonie, gehouden in Djerba op 19 en 20 november 2022, organiseerden ASF en haar partners binnen de Tunesische coalitie gelijktijdig een evenement in Djerba voor de decriminalisering van kleine vergrijpen en armoede, waarbij eisen werden gesteld aan de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF), vervat in een openbaar document getiteld de “Déclaration de Djerba“. De ondertekenaars zijn van mening dat de OIF een centrale rol zou kunnen en moeten spelen in het bevorderen van de waarden van de mensenrechten, en het decriminaliseren van kleine vergrijpen zou moeten promoten. Deze kleine vergrijpen zijn niet alleen discriminerend van aard, maar zorgen ook voor meer overbevolking in de gevangenissen waardoor vervolgens de onmenselijke en vernederende detentieomstandigheden verergeren.

De Franstalige subgroep, waarvan ASF lid is, startte in maart 2023 met een reeks interne overlegvergaderingen. Deze zouden moeten leiden tot het opstellen van een charter dat de gemeenschappelijke visie en doelstellingen van de leden zal samenbrengen. Dit charter zal vervolgens als basis dienen voor een belangenbehartigingsstrategie bij invloedrijke actoren zoals de Europese Unie en haar lidstaten, de Afrikaanse Unie en haar lidstaten, de verschillende Europese instellingen die verantwoordelijk zijn voor het samenwerkingsbeleid en de instellingen en mechanismen van de Verenigde Naties.

De Euro-mediterrane hub

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

ASF besliste in 2018 om een regionale hub op te richten in de Euro-mediterrane regio, meer bepaald in Tunis. Hiermee streefden we ernaar om de middelen te bundelen en de acties in de regio te versterken en te harmoniseren. Het vernieuwende van de regionale afdeling is dat men oog heeft voor de historische, economische, politieke en culturele banden die bestaan tussen de twee kusten van de Middellandse Zee, en dat hiermee rekening wordt gehouden om op regionaal niveau een samenhangende en efficiënte actie op te zetten.

De Euromed hub bestaat uit vijf leden en de landendirecteurs voor Marokko en Tunesië. De hub verzamelt en analyseert gegevens uit de praktijk om besluitvormingsprocessen op nationaal en Europees niveau aan te sturen. De hub biedt strategische begeleiding aan de kantoren in de regio en identificeert mogelijkheden voor het ontwikkelen en consolideren van partnerschapsnetwerken op zowel nationaal als regionaal niveau. De hub biedt ook technische ondersteuning aan de landenkantoren op het vlak van financieel beheer en personeelszaken.

Drie bij uitstek transnationale en mondiale kwesties, die op hun eigen manier de betrekkingen tussen de twee kusten van de Middellandse Zee bepalen, werden geïdentificeerd als thematische prioriteiten voor de regio:

a)            Migratie: alle landen ten zuiden van de Middellandse Zee zijn herkomst- (Tunesië, Marokko) en doorreislanden (Algerije, Libië) van migranten. Aan Europese zijde neemt migratie een buitensporige plaats in het publieke debat in en het beleid van de Europese Unie en haar lidstaten schendt de grondrechten van migranten.

b)            Vrijheden en veiligheid: de strijd tegen terrorisme en gewelddadig extremisme kan leiden tot overheidsbeleid dat de vrijheden en de burgerlijke ruimte beperkt en de democratische transitie en de fundamentele vrijheden van mensen belemmert. Dit geldt zowel ten zuiden als ten noorden van de Middellandse Zee, waar een wildgroei aan uitzonderingen volgens het principe van de rechtsstaat om gezondheids- en veiligheidsredenen een bedreiging vormt voor de “geconsolideerde democratieën” van het Europese continent. 

c)            Bestrijding van de straffeloosheid van economische spelers: economische belangen houden een systeem van afhankelijkheid in stand van het zuiden ten opzichte van het noorden van het Middellandse Zeegebied. Het gedrag van Europese economische spelers in Afrika heeft een grote invloed op de toename van sociale ongelijkheid en op het milieu, en kan soms een bepalende factor zijn bij conflicten (op lokaal, nationaal en internationaal niveau).

Borgtocht in Oeganda: een recht of een voorrecht?

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

Borgtocht is in toenemende mate een controversieel onderwerp geworden, niet alleen in Oeganda maar ook wereldwijd. In de publieke en politieke arena vinden er volop juridische en maatschappelijke debatten plaats over de juiste afweging tussen openbare veiligheid en het recht op persoonlijke vrijheid. Deze debatten stonden in het middelpunt van de aandacht in Oeganda toen velen opriepen om een hervorming van het wetgevende kader dat de toegang tot borgtocht regelt en nu er in die zin inspanningen worden geleverd.

Wetgevers, leden van middenveldorganisaties, leden van de rechterlijke macht en andere actoren hebben veel verschillende en soms tegenstrijdige bezorgdheden geuit over de huidige manier van aanvragen en toekennen van borgtocht in Oeganda.

De president heeft openlijk geprotesteerd tegen sommige beslissingen van rechtbanken om moordverdachten op borgtocht vrij te laten, met het argument dat dit neerkomt op het provoceren van het publiek, en de toename van zware vergrijpen heeft ertoe geleid dat sommigen pleiten voor strengere voorwaarden bij het toekennen van borgtocht. Exorbitante boetes en onbetaalbare borgtochten in contanten die door rechtbanken worden opgelegd aan aanvragers van borgtocht, worden aangevoerd als discriminerend omdat alleen de rijken zich dit kunnen veroorloven. Verder heerst er bezorgdheid over de inconsistente uitoefening van de rechterlijke bevoegdheden bij het overwegen van borgtocht.

Een ander aspect betreft dan weer de kosten van de borgtocht voor de gemeenschap. Mensen in hechtenis nemen en houden komt met een prijskaartje, bovendien kunnen gedetineerden hun familie niet onderhouden en niet bijdragen tot de economie. De totale kosten voor het vasthouden van een gedetineerde in Oeganda bedragen voor de schatkist 22.966 UGX per gedetineerde per dag. In december 2022 telden de Oegandese gevangenissen 74.414 gedetineerden, waarvan 35.743 mensen in voorlopige hechtenis. Dit brengt de jaarlijkse kosten voor het onderhoud van gedetineerden op 1.708.991.924 UGX, waarvan 820.873.738, meer dan de helft dagelijks naar mensen in voorlopige hechtenis gaat.

In december 2021 publiceerde de opperrechter voorgestelde richtlijnen voor borgtocht. Deze richtlijnen waren bedoeld om de bestaande wettelijke bepalingen over borgtocht aan te vullen en te zorgen voor meer uniformiteit en samenhang bij de rechtbanken bij de beoordeling van aanvragen voor borgtocht. Een van de doelstellingen van de voorgestelde richtlijnen was het aanpakken van misbruiken bij het gebruik van voorlopige hechtenis en de daaruit voortvloeiende overbevolking in de gevangenissen.

In februari 2022 dienden ASF en haar partners een memorandum in bij het Judiciary Rules Committee waarin ze enkele van de belangrijkste problemen belichtten die de behandeling van gedetineerden in voorlopige hechtenis belemmeren en negatief beïnvloeden. Sommige belangrijke aanbevelingen werden niet in overweging genomen. Bijvoorbeeld de aanbeveling over de verplichte vrijlating op borgtocht van overtreders die al 60 of 180 dagen zonder proces in hechtenis zitten voor respectievelijk kleine en grote overtredingen.

De Constitutional (Bail Guidelines for Courts of judicature) (Practice) Directions, 2022 werden echter goedgekeurd en in voege gebracht door de opperrechter op 27 juli 2022. Sommige bepalingen van de richtlijnen hebben sindsdien de grondwettelijke bepaling over borgtocht gewijzigd, o‧a. bepalingen die voorzien in verplichte borgtocht voor zware vergrijpen. Voorheen hadden de hoofdmagistraten de bevoegdheid om verplichte borgtocht toe te kennen voor zware vergrijpen voordat de zaak werd doorverwezen naar het Hooggerechtshof. Met de inwerkingtreding van de richtlijnen voor borgtocht is de bevoegdheid om verplichte borgtocht toe te kennen voor zware vergrijpen nu beperkt tot het Hooggerechtshof. Dit heeft de toegang tot justitie verder belemmerd voor gedetineerden in voorhechtenis, vooral voor degenen die aangeklaagd zijn voor zware vergrijpen. De laatste tijd is de vrijlating bij zware vergrijpen op verplichte borgtocht nogal op de proef gesteld, omdat degenen die erin slagen het Hooggerechtshof om vrijlating op verplichte borgtocht te verzoeken, worden doorverwezen voor berechting voordat hun dossiers door het Hooggerechtshof worden opgevraagd. In gebieden waar geen Hooggerechtshof is, hebben gedetineerden de hoop verloren en nemen ze hun toevlucht tot een schuldbekentenis als alternatief. In sommige gevangenissen is de congestie verergerd door een toename van het aantal gedetineerden in voorlopige hechtenis.

In Oeganda voert ASF in samenwerking met het Legal Aid Service Providers Network (LASPNET) een driejarig project uit met als titel ‘Bescherming van procedurele en grondwettelijke rechten door toegang tot justitie, gefinancierd door de Oostenrijkse Ontwikkelingssamenwerking (ADC).

In het kader van dit project heeft ASF juridische assistenten en advocaten ingezet om schendingen van procedurele en grondwettelijke rechten op te volgen en rechtsbijstand te verlenen in acht districten in Oeganda. Sinds de start van het project werden meer dan 4.000 gevallen van schending van het recht op voorlopige hechtenis geregistreerd, waarvan 2.047 in gevangenissen. Meer dan twee derde van de gedetineerden in de gevangenissen zouden de verplichte borgtochtperiode overschreden hebben, wat een schending is van hun recht op borgtocht en een voortdurende schending van procedurele rechten. ASF voerde ook een basisstudie uit over het socio-economische profiel van de gedetineerden en de redenen voor hun opsluiting. Een van de belangrijkste bevindingen van de studie was dat 30% van de gedetineerden niet op de hoogte was van het recht om borgtocht aan te vragen en dus langer in voorlopige hechtenis had gezeten.

In een poging om de inspanningen ten voordele van de rechten van gedetineerden in voorlopige hechtenis voort te zetten, heeft ASF, in samenwerking met Ssekaana Associated Advocates and Consultants en een individuele indiener, Stephen Kalali, een verzoekschrift ingediend bij het Grondwettelijk Hof om enkele bepalingen van de Bail Guidelines aan te vechten. We hopen dat dit meer licht zal werpen op de anomalieën in de wet en de praktijken van de borgtocht.

De Centraal-Afrikaanse Republiek en de uitdagingen op het vlak van detentie

AdZG besteedt in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) al sinds 2015 vooral aandacht aan de detentieproblematiek. Samen met de balie, de advocaten en het middenveld sensibiliseert ASF de gedetineerden, volgt ze de detentieomstandigheden op, biedt ze juridische diensten aan gedetineerden aan en lobbyt ze om ervoor te zorgen dat de justitiële hervorming (sectoraal justitiebeleid) die in het land werd opgestart, volledig wordt uitgevoerd. ASF gaat hierbij de dialoog aan met het Ministerie van Justitie, de gevangenisadministratie, de politiediensten, magistraten en advocaten om de realiteit op het terrein op het vlak van detentie op tafel te leggen.

In maart 2022 voerde ASF een studie uit die de detentieproblematiek in de Centraal-Afrikaanse Republiek grondig bestudeert. Het rapport met de titel “Les pratiques de privation de liberté en République centrafricaine, reflets d’une justice de crise et d’une justice en crise”, opgesteld in samenwerking met het bureau Inanga en met financiële steun van de Europese Unie, wijst op praktijken die armoede criminaliseren en op een onrechtmatig gebruik van voorlopige hechtenis.

Hoewel het detentiepercentage in de Centraal-Afrikaanse Republiek relatief laag is, zien we dat het aantal gedetineerden de afgelopen jaren uiterst snel is gestegen, vooral door het toegenomen gebruik van voorlopige hechtenis. Meer dan 80% van de gedetineerden in Ngaragba, het belangrijkste arresthuis van het land, wacht op een proces. De gevangenis, die oorspronkelijk bedoeld was voor maximaal 400 mensen, telt momenteel meer dan 1400 gedetineerden. Velen van hen worden opgesloten op een manier die in strijd is met de Centraal-Afrikaanse en internationale normen. 

De Centraal-Afrikaanse Republiek had de voorbije jaren te kampen met verschillende politieke crisissen en veiligheidskwesties. Tegen deze achtergrond probeert de staat haar aanwezigheid en gezag opnieuw ingang te doen vinden, terwijl het rechtssysteem uitsluitend voor repressieve doeleinden lijkt te worden gebruikt, onder druk van de nationale overheden en internationale partners.

Volgens heel wat stakeholders rechtvaardigt deze crisissituatie ook een crisisjustitie. Veel van de mensen die in voorlopige hechtenis zitten, worden vervolgd voor inbreuken die rechtstreeks verband houden met de crisissituatie, zoals criminele samenzwering, inbreuken op de staatsveiligheid, rebellie en wapenbezit. Hun schuld wordt vaak verondersteld door de rechters die hen in hechtenis nemen en houden.

In een land dat streeft naar gerechtigheid en waar leiders de strijd tegen straffeloosheid als een prioriteit beschouwen, lijkt het gebruik van voorlopige hechtenis een praktijk te zijn die zelden in vraag wordt gesteld. Zoals een hooggeplaatste magistraat het bitter uitdrukte in de bovenvermelde studie, “het is beter om een onschuldige op te sluiten dan een crimineel vrijuit te laten gaan“. Als gevolg hiervan worden fundamentele rechtsbeginselen zoals het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijke verdediging vaak naar de achtergrond verschoven ten gunste van politieke overwegingen en de noodzaak om de vrede en sociale cohesie te herstellen.

In juni 2022 werd de studie voorgesteld aan verschillende stakeholders binnen justitie tijdens een workshop georganiseerd door het Ministerie van Justitie. Op dit evenement waren hooggeplaatste magistraten, voorzitters van rechtbanken, rechters en openbare aanklagers, onderzoeksrechters en advocaten aanwezig, evenals vertegenwoordigers van internationale instellingen zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Verenigde Staten, en internationale ngo’s. De discussies leidden tot een consensus over de ernst van de situatie en de bevindingen gerapporteerd door ASF en haar partners. De deelnemers werden het eens over een reeks aanbevelingen die dringend moeten worden uitgevoerd. Deze aanbevelingen gaan bijvoorbeeld over de noodzaak om vonnissen van rechtbanken sneller uit te spreken en om meer opleiding te voorzien voor parketmagistraten en onderzoeksrechters die belast zijn met de opvolging van de dossiers van gedetineerden.

Dankzij alle inspanningen om de detentieomstandigheden onder de aandacht te brengen evenals het kijken naar de ervaringen van plaatselijke stakeholders op het terrein is het detentieprobleem een prioriteit geworden voor het Centraal-Afrikaanse Ministerie van Justitie, In oktober 2022 werd de algemene inspectie van de gerechtelijke diensten versterkt. Deze is voortaan bevoegd en uitgerust om onmiddellijk actie te ondernemen bij detentiekwesties.

In 2023 zal ASF blijven samenwerken met de plaatselijke stakeholders, in het bijzonder met de gerechtelijke en gevangenisautoriteiten, alsook blijven lobbyen bij de overheden om ervoor te zorgen dat de aangegane verbintenissen leiden tot structurele hervormingen die duurzame oplossingen bieden voor het detentieprobleem in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Morocco – Corporate social and environmental responsibility

This article is part of ASF’s 2022 annual report.

In Morocco, ASF is committed to promoting the protection of human rights in the private sector, in order to contribute to the full achievement of the United Nations’ Sustainable Development Goal 8: Decent Work and Economic Growth.

In partnership with the Rabat Social Studies Institute (RSSI), ASF is working on the issue of corporate social and environmental responsibility (CSER). CSER aims to ensure economic development while protecting the human rights of populations affected by corporate activities. Approaching corporate responsibility from the perspective of human rights, as recognised by international law, provides a legally stable framework likely to prevent human rights violations that could be committed by economic actors.

Morocco has ratified several international conventions relating to respect for human rights and sustainable development. These include the UN Sustainable Development Goals, the UN Guiding Principles on Business and Human Rights, the guiding principles of the Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) and the core labour standards of the International Labour Organisation (ILO).

At national level, Morocco has adopted a series of programmes and strategies for sustainable development and energy transition. The country has drawn up codes of good practice for governance and a new development model that gives a central place to social and environmental considerations. But despite these encouraging initiatives, national and international CSER commitments have yet to be fully implemented.

As in its other countries of operation, ASF seeks to contribute, with its local partners, to promoting compliance with the social and environmental standards in force, whether their origin is the national legislative framework or international law. With this in mind, ASF is organising a series of conferences on “Business and human rights in Morocco” with the RSSI.

The events will bring together a wide range of stakeholders: institutional actors, companies, subsidiaries of multinationals, professional associations, trade unions, journalists, academics and members of civil society. All aspects of CSER will be addressed: the normative dimension, the ethical dimension, the environmental dimension, the social dimension and the participatory dimension, with a focus on the role of civil society and consumer protection.