Kigarama, Burundi, 10 juni 2013 – Dankzij de actie van Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) kunnen 17 kinderen die behoren tot de Batwa-minderheid eindelijk naar het secundair onderwijs. Ze hadden geen toegang tot de dorpsschool: niet alleen werd hun minderheid gediscrimineerd door de gemeenschap, maar ook lagen de schoolkosten te hoog. Door het recht op onderwijs te garanderen illustreert deze situatie hoe belangrijk het is de rechtstoegang voor de meest kwetsbare personen in Burundi in de praktijk om te zetten.
De Batwa maken minder dan 1% van de totale bevolking uit, naast de twee andere bevolkingsgroepen van het land, de Bahutu en Batutsi.
De Batwa-gemeenschap wordt traditioneel uitgesloten van grondeigendommen in een land met een overlevingseconomie en is dus bijzonder arm. Daarnaast ondergaan de Batwa massaal talrijke discriminaties, wat ernstige gevolgen met zich meebrengt voor de realisatie van hun rechten, waaronder de economische en sociale.
“Op een dag verklaarde de leraar voor heel mijn klas : “Het loont niet de moeite de kinderen van Batwa-dieven te onderrichten!”, getuigt Charles Ntakiyica, een jonge Mutwa* van de heuvel van Kigarama.
Veel jonge Batwa hebben de school verlaten wegens stigmatisering, honger of een gebrek aan financiële middelen. Slechts één op de vier Batwa-kinderen die jonger zijn dan 18 jaar gaat naar de basisschool, en slechts één procent van hen komt in het secundair onderwijs terecht. In 2008 waren er slechts 429 onder hen van in totaal 289000 studenten die secundaire studies konden volgen.
“Er zijn nochtans scholen en onderwijzers. Het probleem stelt zich op het gebied van toegankelijkheid en aanvaarding”, verklaart Jean Berchmans Ndayishimiye, de verantwoordelijke van het AdZG-bureau in Gitega op 60 km ten oosten van de Burundese hoofdstad Bujumbura. “We hebben dus de administratieve verantwoordelijken, namelijk de heuvelchefs, ontmoet om te begrijpen waarom het onderwijs ontoegankelijk was voor de Batwa-kinderen.”
Een heuvelchef heeft bevestigd dat de vereiste schoolkosten bij de inschrijving veel te hoog waren voor de Batwa-families. Zo eiste de school bijvoorbeeld 15 000 Burundese francs om lessenaars aan te kopen, wat neerkomt op 4% van het jaarlijks gemiddeld inkomen per inwoner. Deze financiële verplichting is op zich een hindernis om naar school te gaan. In Burundi kunnen de administratieve verantwoordelijken van de heuvels nochtans een armoedecertificaat toekennen aan eender welke kansarme persoon om de schoolkosten te financieren. Volgens Jean Berchmans Ndayishimiye is de afwezigheid van een wettelijke basis het grote minpunt van dit systeem en zo wordt het pad naar subjectiviteit en onrecht geëffend. De ontmoete heuvelchefs weigerden om de armoede van de Batwa-kinderen te erkennen.
De verantwoordelijke van het AdZG-kantoor heeft bij de gemeentelijke verantwoordelijken geëist om de armoede van de Batwa te erkennen en op een objectieve manier een armoedecertificaat toe te kennen aan iedereen die hiervoor in aanmerking komt. AdZG heeft ook aan leraren uitgelegd dat discriminatie onwettelijk was en dat hun behandeling van Batwa-leerlingen illegaal was.
Sindsdien hebben 17 Batwa een beroep kunnen doen op deze certificaten die hen van de schoolinschrijvingskosten vrijstellen. Dankzij dit optreden zullen deze kinderen waarschijnlijk meer kansen hebben om te ontsnappen aan de armoede en kunnen ze zich richten op een hoopvollere toekomst.
* De term Batwa wordt gebruikt als meervoud. In het enkelvoud gebruikt men de term Mutwa.
Lees de publicatie van AdZG over de sociale en economische rechten van de Batwa