Kinshasa, RD Congo, 22 februari 2016 – Ondanks de aanvragen van het Internationaal Strafhof (ISH) heeft het openbaar ministerie van het Hoog Militair Gerechtshof van Kinshasa gepleit voor de onmiddellijke voortzetting van de rechtszaak tegen de voormalige krijgsheer, Germain Katanga. Advocaten Zonder Grenzen (ASF) betreurt dit negatief signaal ten opzichte van het ISH.
Op vrijdag 19 februari 2016 heeft het Hoog Militair Gerechtshof van Kinshasa het openbaar ministerie gehoord om te bepalen of het proces tegen de voormalige krijgsheer Germain Katanga in de DR Congo kan worden voortgezet.
De heer Katanga, of ‘Simba’ (‘leeuw’ in het Swahili), is een voormalig commandant van de militie ‘Patriottistische Verzetstroepen van Ituri’ (‘Force de Résistance Patriotique en Ituri’, FRPI). In maart 2014 heeft het ISH hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar voor medeplichtigheid aan misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden waarvan de tweehonderd inwoners van het dorp Bogoro (in de provincie Ituri in het oosten van de DR Congo) in 2003 het slachtoffer zijn geworden. Op het moment van deze veroordeling had Katanga al meer dan zes jaar in voorlopige hechtenis gezeten. Bovendien werd naar aanleiding van een beslissing van het ISH zijn straf tot twee derde verminderd.
Sinds december 2015 is de heer Katanga in de DRC, om daar zijn straf uit te zitten. Het ISH had gevolg gegeven aan zijn wens om dichter bij zijn familie te zijn. G. Katanga had op 18 januari 2016 moeten vrijkomen.
De Congolese autoriteiten houden hem echter vast naar aanleiding van een beslissing van het krijgsauditoraat van Kinshasa om hem te vervolgen voor oorlogsmisdaden (ronselen en inzetten van kinderen jonger dan 15 jaar), misdaden tegen de mensheid (moorden) en deelname aan een revolutionaire beweging genaamd FNI/FRPI.
Deze situatie is een test voor het systeem dat werd ingevoerd met de oprichting van het ICC. “Opdat een persoon die is veroordeeld door het ISH, kan worden vervolgd door nationale autoriteiten voor andere misdaden, moeten die autoriteiten – in dit geval de Congolese autoriteiten – de voorafgaande toestemming van het ISH krijgen om deze vervolgingen in te stellen”, zegt Jean-Philippe Kot, expert internationaal recht bij ASF. “Dit vereiste is vastgelegd in de oprichtingsteksten van het ISH waarmee de DRC heeft ingestemd, maar ze is ook een voorwaarde die werd herhaald in het akkoord dat werd gesloten tussen Congo en het ISH om de uitvoering van de straf van de heer Katanga in dit land mogelijk te maken”.
Bij de opening van het proces op 3 februari had de verdediging van Katanga de onbevoegdheid van het Hoog Militair Gerechtshof gepleit omdat het geen voorafgaande toestemming van het ISH had gekregen om hem te vervolgen. Op 19 februari j.l. heeft het Militair Auditoraat dit argument verworpen en het Hoog Militair Gerechtshof gevraagd om het proces onverwijld te houden.
« Dit advies is zeer te betreuren. Toen Congo heeft aanvaard om dhr. Katanga op haar grondgebied op te nemen om al daar zijn straf te vervullen, heeft ze haar engagement herhaald om Katanga niet te vervolgen voor ernstige misdaden geleegd voor zijn overdracht zonder toestemming van her ISH”, legt Dominique Kamuandu, ASF coordinator Strijd tegen strafloosheid in Congo uit. Door het Hoog Militair Gerechtshof te verzoeken om het proces verder te houden zonder te wachten op deze toestemming stuurt het Militair Auditoraat een heel negatief signaal ten opzichte van het internationaal strafrecht systeem waartoe Congo is nochtans toegetreden”.
Het staat nog te bezien of het Hoog Militair Gerechtshof van Kinshasa het advies van de auditor zal volgen. Hopelijk zal het Hof rekening houden met de beslissingen van het ISH, dat de Congolese autoriteiten oproept de procedure niet voort te zetten in afwachting van zijn eventuele toestemming. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft de datum van haar uitspraak nog niet bekend gemaakt.
Ongeacht het vervolg van deze zaak heeft ASF besloten om dit zeer gevoelige en delicate proces te observeren met de hulp van een Congolese advocaat en een internationale advocaat.
ASF wil met name nagaan hoe de Congolese autoriteiten hun verplichtingen zullen nakomen, zowel ten opzichte van het ISH als op het vlak van de eerlijkheid van de procedure en de rechten van de verdediging.
G. Katanga wordt vervolgd samen met twee andere verdachten, Floribert Ndjabu Ngabu en Pierre Célestin Iribi Mbodina, twee voormalige leden van het Nationalistisch en Integrationistisch Front (Front des Nationalistes et Intégrationnistes, FNI) – gelieerd aan de FRPI – die hadden getuigd op zijn proces voor het ICC.
Voor meer informatie, klik hier