Brussel/Tunis, 18 augustus 2014 – Drieëntwintig jaar nadat ze beschuldigd werden van poging tot staatsgreep, kregen 244 militairen eind juli eerherstel ter gelegenheid van het feest van de Republiek. De plechtigheid vond plaats onder leiding van Moncef Marzouki, president van de Tunesische Republiek. Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) juicht dit officiële eerherstel toe. Het voedt de hoop dat in Tunesië de mechanismen voor het verwerken van het verleden en de overgangsjustitie aan het werk zijn.
In mei 1991, onder het regime van Ben Ali, barstte de zaak Barraket Essahel los. 244 militairen werden aangehouden en ten onrechte beschuldigd van poging tot staatsgreep. De meesten werden opgesloten, anderen gefolterd; allemaal werden ze afgezet en gedegradeerd. Onder hen bevonden zich Mohamed Ahmed en Moncef Zoghlami. Zij namen het initiatief om al die militairen samen te brengen in de vereniging INSAF (“Justice pour les anciens militaires”). Voor hen waren “de twintig voorbije jaren een permanente strijd om de waarheid aan het licht te brengen, erkenning te krijgen voor ons slachtofferstatuut en gerechtigheid te verkrijgen door het herstel van onze graad, de teruggave van onze militaire uniformen en het eerherstel voor onze families”.
Martin Causin, hoofd van de missie van AdZG in Tunesië, stelt dat “dit streven naar waarheid, erkenning en herstel door AdZG gedragen wordt voor alle slachtoffers van de ernstige mensenrechtenschendingen voor en tijdens de revolutie van 2011. Daarom hebben wij met de steun van de Zwitserse ontwikkelingshulp technische en financiële steun verleend aan de vereniging INSAF en zeven andere verenigingen in het kader van het project Ondersteuning van het Tunesisch maatschappelijk middenveld ter versterking van zijn actie ten gunste van de overgangsjustitie.
Moncef Zoghlami en Mohamed Ahmed, respectievelijk voorzitter en algemeen coördinator van INSAF en allebei bevorderd tot kolonel-majoor tijdens het recente eerherstel, zijn van mening dat “de steun van AdZG aan slachtofferverenigingen en slachtoffers bepalend is geweest in de strijd die al deze militairen hebben gevoerd en waardoor zij hun rechten hebben teruggekregen. Die steun moet worden verdergezet voor andere verenigingen en om ervoor te zorgen dat de wetteksten en de mechanismen van de overgangsjustitie correct worden toegepast”.
Deze eerste stap naar het herstel van het vertrouwen tussen het gerecht en de Tunesische bevolking toont andermaal aan dat de slachtoffers een centrale plaats moeten krijgen in de actie ten gunste van de overgangsjustitie en dat zij in dit proces gehoord moeten worden. “AdZG past dit principe toe in haar nieuwe project Voor een slachtoffergerichte overgangsjustitie, dat ook gefinancierd wordt door de Zwitserse ontwikkelingshulp. Dankzij dit project kunnen wij onze actie toespitsen op de slachtoffers door middel van informatie, bewustmaking en rechtsbijstand”, besluit Martin Causin.