Het proces tegen Thomas Kwoyelo: de openbaar aanklager rondt de voorstelling van de getuigen af

OegandaInternationale JustitieRechten van slachtoffersTransitionele Justitie

“Elk verder uitstel van dit proces is een smet op ons rechtssysteem” – ICD

Het proces tegen Thomas Kwoyelo werd op 17 april 2023 hervat en zal naar verwachting tot het einde van de maand duren. Het proces vindt plaats bij de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) die zetelt in het Hooggerechtshof in de stad Gulu, Noord-Oeganda.

Na de start van het proces op 24 september 2018 hoorde de rechtbank in maart 2019 de eerste getuigen van de openbaar aanklager en sindsdien vonden er af en toe zittingen plaats in Kampala en Gulu. De meest recente zitting werd gehouden in Gulu tussen 28 november en 15 december 2022, waar 14 getuigen à charge werden voorbereid en voorgesteld om bij te dragen tot de uiteenzetting van de zaak tegen Thomas Kwoyelo, waardoor het totale aantal getuigen à charge tot dusver 48 bedraagt.

In een gesprek met een lid van het team van het Openbaar Ministerie bevestigde men dat de zaak bijna 120 getuigen telt, maar dat deze niet allemaal zullen worden voorgesteld, om herhaling van bewijs en verlenging van het proces te vermijden.

“We kijken naar het beschikbare bewijsmateriaal en kiezen er het beste uit. Sommige getuigen worden ouder en verliezen hun geheugen, terwijl andere zijn overleden. We selecteren diegene wiens getuigenis het meest relevant zal zijn en het meest aan het debat zal bijdragen.

Raadsman Charles Kamuli – lid van het Openbaar Ministerie

Het maatschappelijk middenveld hoopt dat het Openbaar Ministerie de voorstelling van de getuigen in de komende twee weken kan afronden. Zo zal de verdediging dan later in het kwartaal, kunnen starten met de voorstelling van hun eigen getuigen in volgende zittingen, afhankelijk van de beschikbare middelen. Later zal er een zitting zijn voor de slachtoffers waarin de advocaten van de slachtoffers hun eigen getuigen zullen voorstellen.

Thomas Kwoyelo, in 2009 gevangengenomen door de Uganda People’s Defense Forces, is waarschijnlijk een van de langstzittende verdachten in de geschiedenis van het internationale strafrecht. Om ervoor te zorgen dat het proces zijn beloop krijgt, had de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) een planning opgesteld met zittingen om de drie maanden, maar in de praktijk ontbreekt het aan regelmaat. Het Hof verwacht het proces echter binnen anderhalf jaar af te ronden, mits de middelen zoals gepland elk kwartaal worden vrijgemaakt. “Deze vertraging is een smet op de rechterlijke macht als het gaat om justitie”, aldus het hoofd van de ICD, die ook plaatsvervangend rechter is in deze zaak. “De slachtoffers zijn zeer bezorgd, net als de verdachte, die niet wordt berecht zoals het hoort, omdat hij al sinds 2009 in de gevangenis zit. Nu de regering middelen heeft toegezegd, zijn we allemaal vastbesloten om de zaak vooruit te laten gaan”, aldus het hoofd van de ICD.

De verdediging deelt deze visie op de termijn waarbinnen het proces zou kunnen worden afgerond echter niet.

“Gezien het unieke karakter van de zaak hebben getuigen veel tijd nodig om hun verhaal te vertellen en hun verhaal te delen, je kunt niet zeggen hoe lang dat verhaal is, ze hebben tijd nodig. Het kost tijd om een getuige te vragen zich een pijnlijke beproeving van 20 jaar geleden te herinneren, wat vaak leidt tot een psychische inzinking tijdens het denkproces. In dergelijke situaties kan de rechtbank niet doorgaan en moet ze worden verdaagd om de getuige de tijd te geven om tot rust te komen en te kalmeren.

Mr Evans Ochieng, advocaat van de verdediging

Het proces verloopt zeer traag door het gebrek aan financiële middelen voor een proces waarbij zoveel partijen betrokken zijn. Het proces telt vier rechters, vier openbaar aanklagers, vier advocaten van de verdediging, twee advocaten van de slachtoffers en een enorm team van rechtbankmedewerkers, waaronder het IT-team dat de videoverbindingen tot stand brengt, de assessoren, het tolkenteam, de griffiers, de rapporteurs, het documentatieteam, het mediateam, enz.

“Het is moeilijk te voorspellen wanneer de zaak afgerond wordt, vooral in situaties als deze, waarbij er dit kwartaal middelen zijn, maar waarbij niemand zeker weet of dit ook het volgende kwartaal het geval zal zijn.”

Mr Evans Ochieng, advocaat van de verdediging

Volgens het principe van positieve complementariteit moeten nationale instellingen zoals de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) in Oeganda over de nodige capaciteit beschikken om internationale misdrijven effectief en efficiënt te onderzoeken en te vervolgen in het kader van het Statuut van Rome. ASF heeft de ICD dan ook ondersteund bij het uitbouwen en ontwikkelen van hun capaciteit. Zo verleende ASF technische ondersteuning bij de uitwerking van de regels rond procedures en bewijsvoering van de ICD en de richtlijnen voor het beheer van het register. ASF is ook betrokken geweest bij de capaciteitsopbouw bij het Hof, het ondersteunen van de advocaten van de slachtoffers en het versterken van de participatie van de slachtoffers in het algemeen. Om de duurzaamheid van deze inspanningen te verzekeren heeft ASF, samen met haar partner ICTJ, een studie ondernomen die heeft geleid tot de uitwerking van een gerechtelijk naslagwerk, dat een gezaghebbende bron is van praktijken en procedures voor de vervolging van internationale misdrijven. De steun van ASF heeft het Hooggerechtshof, een relatief jonge instelling, in vele opzichten geholpen om volgens de vereiste internationale normen te werken, waardoor haar vermogen om haar mandaat uit te voeren, alsook haar internationale geloofwaardigheid en erkenning werden versterkt.

De strategie van ASF inzake transitionele justitie plaatst de slachtoffers centraal bij de gerechtelijke processen en dit is de drijfveer van al onze interventies. In samenwerking met lokale organisaties zoals de Foundation for Justice and Development Initiative (FJDI), Gulu Women Economic Development and Globalization (GWED-G) en de slachtofferraden, voerden we bewustmakingsactiviteiten uit waarbij informatie over het proces wordt verspreid en waarbij we feedback van de bevolking verzamelen over de organisatie van het proces. Er worden ook radio-uitzendingen georganiseerd, waarin ambtenaren van het Hof en andere belanghebbenden belangrijke kwesties in verband met het proces bespreken en waarin leden van de slachtoffergemeenschappen kunnen inbellen en hun mening kunnen geven over de voortgang van het proces en de volgende stappen. Dit moet ervoor zorgen dat de slachtoffers desgewenst voldoende informatie over het proces krijgen, maar ook dat hun standpunten worden doorgegeven om de gerechtsfunctionarissen te informeren over wat zij denken en ervaren van het hele proces.

ASF is verheugd over de goedkeuring door de Oegandese regering van het Nationaal beleid voor Transitionele Justitie, een uitgebreid en essentieel kader dat ontworpen is om mensenrechtenschendingen uit het verleden aan te pakken om gerechtigheid, verantwoording en verzoening te bevorderen, wat essentiële pijlers zijn voor het bereiken van duurzame vrede. Er moet echter meer vaart worden gezet achter de uitvaardiging van wetgevende instrumenten om dit beleid operationeel te maken en ervoor te zorgen dat slachtoffers recht wordt gedaan.

Slachtoffers worden altijd geconfronteerd met levensbedreigende problemen die dringende en onmiddellijke aandacht vereisen. Sommige slachtoffers hebben bijvoorbeeld schotwonden opgelopen, die uitgebreide operaties en revalidatie vereisen. Andere slachtoffers van seksueel geweld hebben medische hulp nodig bij voortplantingsproblemen en andere blijvende gevolgen van het geweld, alsmede psychosociale hulp om hun trauma te verwerken.

Ook de maatschappelijke integratie en integratie in gezinnen van in gevangenschap geboren kinderen en de reïntegratie van hun moeders, die binnen de gemeenschappen worden gestigmatiseerd, vormt een probleem. Zozeer zelfs dat de slachtoffers en hun kinderen soms gedwongen worden om hun gemeenschappen te verlaten en zich in stedelijke centra en steden proberen te vestigen. Geconfronteerd met dit stigma en de moeilijke levensomstandigheden hebben sommige overlevenden zelfmoord gepleegd of kampen ze met zelfmoordgedachten.

Bij gebrek aan enige tussentijdse bijstand om de langetermijneffecten van het geweld en de mensenrechtenschendingen waaronder ze te lijden hadden, aan te pakken, vrezen de slachtoffers dat tegen de tijd dat er gerechtigheid komt, velen van hen al dood zullen zijn en dat gerechtigheid dus haar doel niet zal bereiken.

Deze Policy Brief werd geschreven door Jimmy Wamimbi van ASF Oeganda, met waardevolle hulp van Faridah Kyomuhangi, Simon Mallet, Irene Winnie Anying en Valérie Arnould.