Internationale misdaden, nationale rechtbanken

Internationale Justitie

Brussel, 17 juli 2014 – Slachtoffers van schendingen van de mensenrechten moeten ervaren dat gerechtigheid geschiedt – dat verhoogt hun vertrouwen in de rechtsstaat en bevordert hun deelname aan rechtszaken. Vandaag wordt in de hele wereld de Dag van het Internationale Strafrecht gevierd om het groeiende stelsel van het internationale strafrecht aan te moedigen. Sinds 1996 verleent Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) actief steun aan de vervolging van internationale misdaden voor nationale rechtbanken van de betrokken landen.

17 juli is de verjaardag van de goedkeuring van het Statuut van Rome in 1998, dat de basis legde voor de oprichting van het Internationaal Strafhof (ICC), de eerste permanente internationale rechtbank die personen vervolgt die verdacht worden van oorlogsmisdaden, genocide en misdaden tegen de menselijkheid.

De prestaties en verwezenlijkingen van het ICC worden met groeiend ongeloof gadegeslagen door sommige landen die het mee hebben ondertekend en die nu de middelen van het ICC laag houden of die bestaande regionale Afrikaanse rechtbanken de rechtsbevoegdheid verlenen om internationale misdaden voor de rechter te brengen en zo Afrikaanse staatshoofden of regeringsleiders in functie van vervolging te vrijwaren.

Ondanks die tendens is er in de internationale gemeenschap een reële en groeiende consensus om de zwaarste misdrijven te voorkomen en te bestraffen. De goedkeuring van het Statuut van Rome hield een duidelijke boodschap in: dat dergelijke misdaden niet op nationaal niveau worden onderzocht en vervolgd, zal niet langer worden getolereerd.

Het Statuut van Rome versterkt in feite de centrale rol van de nationale instellingen voor het strafrecht. Het herhaalt niet zomaar dat staten de algemene bevoegdheid hebben om dergelijke misdrijven te behandelen in strafzaken, maar bepaalt dat staten de plicht hebben om dat te doen.

Zo keert de vervolging van internationale misdrijven terug naar waar ze thuishoort: voor de nationale rechtbanken van de betrokken landen. Nationale procedures zijn van grotere betekenis voor slachtoffers die door toedoen van daders hebben geleden en dragen bij tot het herstel van hun waardigheid; ze zullen wellicht meer invloed hebben op het herstel van het vertrouwen in de nationale gerechtelijke instanties en de rechtsstaat en werkelijke veranderingen teweegbrengen in het leven van rechthebbenden.

Het recht heeft de kracht om de duizenden kinderen, vrouwen en mannen die het slachtoffer geweest zijn van afschuwelijke misdaden, een zekere mate van gemoedsrust en herstel te bezorgen. Dat kan nooit genoeg worden benadrukt. Slachtoffers hebben nood aan gerechtigheid, maar ze moeten ook ervaren dat gerechtigheid geschiedt om hun vertrouwen in de rechtsstaat te verhogen en deelname aan rechtszaken te bevorderen, zodat ze kunnen bijdragen aan een bredere cultuur waarin het humanitaire recht en mensenrechten beter vervlochten zijn met de maatschappij en daardoor beter worden nageleefd.

AdZG zal deze doelstelling blijven nastreven door de werkzaamheden tussen de plaatselijke bevolking en de rechtbanken te vergemakkelijken, en door uiteenlopende strategieën te ontwikkelen om het recht op toegang tot rechtspraak te realiseren voor de kwetsbaarste wereldbevolkingsgroepen.

Daar zetten wij speciaal onze schouders onder in het kader van een internationaal gerechtigheidsproject met de naam Crossroads. Dit project wordt gefinancierd door de Europese Unie en bestrijkt Burundi, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Guatemala, Nepal en Uganda.

Zaak Minova, Goma, RD Congo © ASF – J. Songa

https://www.facebook.com/justicematters.17july