In de jaren 1990 ontstonden het proces van overgangsjustitie (TJ : transitional justice) en dat van ontwapening, demobilisatie en re-integratie (DDR : disarmament, demobilization and reintegration). Sindsdien zijn er in veel post-conflictsituaties gelijktijdig beleidsmaatregelen, projecten en programma’s voor zowel TJ als DDR uitgevoerd. Meestal werden de overgangsjustitie enerzijds en ontwapening, demobilisatie en re-integratie anderzijds echter afzonderlijk ontwikkeld en uitgevoerd. Nochtans wordt algemeen erkend dat ze hetzelfde doel van duurzame vredesopbouw nastreven en dat hun acties elkaar kunnen aanvullen en versterken.
De Democratische Republiek Congo, waar al decennialang conflicten woeden die gekenmerkt worden door massale mensenrechtenschendingen en internationale misdaden, heeft een lange geschiedenis met processen van DDR en TJ in een poging om de gewapende conflicten op te lossen en de straffeloosheid ten opzichte van mensenrechtenschendingen te bestrijden. Maar tot nu toe zijn er weinig inspanningen gedaan om bruggen te slaan tussen de twee.
De Congolese autoriteiten en internationale actoren hebben er al vaak op gewezen dat straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen moet worden bestreden, of die nu worden gepleegd door staten of niet-statelijke daders. De vooruitgang op dit gebied is echter traag, inconsistent en wordt belemmerd door een gebrek aan echte politieke wil. De oorzaken van het geweld in de Democratische Republiek Congo zijn weliswaar divers en complex, maar het feit dat daders van mensenrechtenschendingen ongestraft hun gang kunnen gaan is een van de factoren die ertoe heeft bijgedragen. Het onvermogen om mensenrechtenschendingen te voorkomen, te erkennen en te herstellen verzwakt het vertrouwen van de burgers in de staat. Die situatie leidde tot cycli van oplaaiende wrok tussen gemeenschappen onderling en tussen de staat en niet-statelijke gewapende groepen. Daarbij wordt de indruk gewekt dat geweld een legitiem en effectief middel is om politieke voordelen te behalen.
In dit verslag wordt getracht concrete suggesties te doen over de manier waarop de processen van JT en DDR aan elkaar gekoppeld kunnen worden in de Democratische Republiek Congo. Er wordt onderzocht hoe beide processen elkaar kunnen aanvullen in een context van voortdurende instabiliteit waar de conflicten zich op verschillende niveaus afspelen. Daartoe worden de politieke, sociale, operationele en veiligheidsdynamieken bestudeerd die specifiek zijn voor de Democratische Republiek Congo en die bepalend zijn voor de relatie tussen DDR en TJ. Op basis van een analyse van de huidige DDR- en TJ-inspanningen, interviews met de belangrijkste nationale en internationale betrokkenen en focusgroepen met slachtoffers in Noord-Kivu en Ituri, wordt in het verslag onderzocht hoe verschillende aanpakken binnen de overgangsjustitie – met name de aanpak van mensenrechtenschendingen, herstelbetalingen, waarheidsvinding en lokale / informele justitiemechanismen – DDR kunnen ondersteunen en hoe de doelstellingen van overgangsjustitie in DDR-programma’s kunnen worden geïntegreerd.
Ook beschikbaar in het Engels