juni 21, 2016

TCAR / ICC: 18 jaar gevangenisstraf voor J.-P. Bemba

Centraal-Afrikaanse Republiek (de)Internationale JustitieInternationale Justitie

Den Haag, 21 juni 2016 – Het Internationaal Strafhof veroordeelt Jean-Pierre Bemba, de voormalige voorzitter van de Congolese Vrijheidsbeweging, tot 18 jaar gevangenisstraf voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die zijn troepen in 2002-2003 hebben begaan in de Centraal-Afrikaanse Republiek. ASF steunt de vervolging van andere daders van ernstige misdaden die zijn begaan in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), onder andere de effectieve oprichting van een Bijzonder Strafhof. Op 21 maart 2016 verklaarde het Internationaal Strafhof (ICC) de heer Jean-Pierre Bemba verantwoordelijk voor de door zijn strijdkrachten van de Congolese Vrijheidsbeweging (MLC) begane misdaden tegen de Centraal-Afrikaanse burgerbevolking van oktober 2002 tot maart 2003. Vandaag heeft het Strafhof J.-P. Bemba veroordeeld tot 18 jaar cel. Het Hof ging niet in op verzoeken van de aanklager en de slachtoffers om hem te veroordelen tot een gevangenisstraf van meer dan 25 jaar. Wel wees het Hof in zijn uitspraak op de wreedheid van de troepen van de MLC tegen de burgerbevolking. Verder benadrukte het Hof de bijzondere ernst van zijn verwijtbaar handelen. “Het Strafhof beschrijft hoe de troepen van de MLC gedurende een periode van ongeveer zes maanden op grote schaal hebben geplunderd, gemoord en verkracht, vaak in het bijzijn van de familieleden. De verkrachtingen waren bijzonder wreed: de troepen van de MLC verkrachtten meermaals meerdere leden van dezelfde familie. Zoals de Kamer concludeert, werden de verkrachtingen gebruikt als oorlogswapen”, verklaart Jean-Philippe Kot, expert van ASF op het gebied van internationale en overgangsjustitie. Volgens het Strafhof deed J.-P. Bemba meer dan alleen de daden van zijn troepen door de vingers zien: hij greep niet in omdat hij aanvallen tegen de burgerbevolking juist wilde aanmoedigen. Omgekeerd kon het Hof geen verzachtende omstandigheden vinden. Voorheen werden de Congolese krijgsheren T. Lubanga en G. Katanga veroordeeld tot een gevangenisstraf van respectievelijk 14 jaar voor het inlijven van kindsoldaten, en 12 jaar voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.  Bemba is de eerste persoon die door het Strafhof is veroordeeld voor ernstige misdaden die zijn gepleegd in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR). “Deze veroordeling maakt deel uit van de strijd tegen de straffeloosheid van daders van ernstige misdrijven in de CAR”, zegt Adrien Nifasha, directeur van ASF in de CAR. “Er moet ook werk worden gemaakt van de vervolging van andere daders van ernstige misdrijven. Daarom moet naast de nationale rechterlijke instanties ook het Centraal-Afrikaans Bijzonder Strafhof daadwerkelijkheid tot stand komen en zijn werkzaamheden aanvatten”, meent A. Nifasha. In Bangui (CAR) zet ASF projecten op om mensen in kwetsbare positie een betere toegang tot de rechtspraak te bieden. In nauwe samenwerking met andere organisaties volgt zij trouwens aandachtig de oprichting van het Centraal-Afrikaans Bijzonder Strafhof (SCC). Voor meer informatie over het optreden van ASF rond het Bijzonder Strafhof en de zaak tegen J.-P. Bemba verwijzen wij naar de volgende documenten op de website van ASF: “CAR: er zijn verdere inspanningen nodig om het Bijzonder Hof operationeel te maken”  (Frans en engels) “Aanbevelingen voor de oprichting van het Bijzonder Strafhof in de CAR” (Frans en engels) “Veroordeling van Jean-Pierre Bemba: in afwachting van de eerste onderzoeken van het Bijzonder Strafhof” (Nederlands, frans en engels)  
Foto: Jean-Pierre Bemba Gombo in de rechtszaal van het Internationaal Strafhof tijdens de uitspraak van zijn vonnis op 21 juni 2016 © ICC-CPI
Partager

Ook te lezen

Congolese civil society alarmed by the lifting of the moratorium on the death penalty

ExPEERience Talk #14 - Hoe kunnen we het recht op land en natuurlijke hulpbronnen van inheemse volkeren beschermen? Analyse van de koolstofindustrie in Kenia

De toegang tot rechtsmiddelen in de mijnbouwindustrie van Tanzania verbeteren