Tsjaad: justitie in alle staten (3/4)

TsjaadMensenrechtenverdedigersMensenrechtenverdedigersNewsNews

N’Djamena, 19 november 2018 – Aan de hand van gesprekken met vier persoonlijkheden die zich engageren voor de verdediging van de mensenrechten, brengt ASF u deze herfst een portret van justitie in Tsjaad. Pyrrhus Banadji Boguel is voorzitter van het Collectief van Verenigingen ter Verdediging van de Mensenrechten. Deze jurist, die al altijd gedreven is door de wil om zijn gemeenschap te dienen, verdedigt de mensenrechten om “een stem te geven aan de mensen die het recht niet hebben zich te laten horen”. Wat is het Collectief van Verenigingen ter Verdediging van de Mensenrechten (CADH)? Pyrrhus Banadji Boguel: Het CADH werd opgericht in 1998 om de synergieën te versterken tussen organisaties die de mensenrechten verdedigen* en hen te ondersteunen in hun rol: bijdragen aan de oprichting van een echte rechtstaat in Tsjaad en aan het respect van goed bestuur en mensenrechten. Gedurende 20 jaar heeft het Collectief zijn missie van bewustmaking en capaciteitsversterking van Tsjaadse burgers ten volle vervuld. Het heeft actief deelgenomen aan het politieke, economische en sociale leven van het land, bijvoorbeeld door de machthebbers te wijzen op hun verantwoordelijkheden om de mensenrechten te waarborgen en te beschermen, en door gevallen van schendingen van deze rechten aan te klagen. Het Collectief heeft objectieve en pertinente analyses gemaakt van de ontginning van natuurlijke hulpbronnen, de strijd tegen straffeloosheid, de rechtstoegang voor kwetsbare mensen, de strijd tegen willekeurige en onwettige arrestaties, de strijd tegen geweld op basis van gender, of de controle van de strafvervolging. Hoe ziet u uw rol als mensenrechtenverdediger? P.B.B.: Een mensenrechtenverdediger is iemand die dichtbij de mensen staat die overal veraf staan, en er zijn veel mensen in Tsjaad die overal veraf staan! Hij is de woordvoerder van iedereen die het recht niet heeft om zich te laten horen. Veel van onze medeburgers zijn slachtoffer van onrecht, bijvoorbeeld misbruik en oplichting door politieagenten, rijkswachters of administratieve en militaire autoriteiten. Zij weten niet meer van welk hout pijlen maken. Ze hebben geen toegang tot essentiële basisdiensten zoals gezondheid, onderwijs en voeding. Onze rol bestaat erin om de stem te laten horen van deze stemlozen, om te vechten tegen sociale onrechtvaardigheid, ongelijkheid, oplichting, en het rechtsmisbruik waar zij slachtoffer van zijn. Deze overtuiging motiveert mij al altijd. Met welke uitdagingen worden de mensenrechtenverdedigers geconfronteerd? P.B.B.: Meerdere! De verdedigers zijn vaak het voorwerp van verschillende soorten bedreigingen, misbruik en intimidatie. De overheden miskennen hun rol en garanderen hun geen veilige werkomgeving. Kan u het functioneren van justitie in Tsjaad beschrijven? P.B.B.: Ons gerechtelijk systeem kent nog steeds alle moeite van de wereld om tegemoet te komen aan het diepgewortelde streven van de bevolking naar rechtstoegang. Het systeem is ziek, aangetast door de herhaalde inmenging van administratieve en militaire autoriteiten in gerechtelijke zaken. Met als gevolg schendingen van de fundamentele rechten van burgers, het verdwijnen van belangrijke dossiers, de corruptie van magistraten en hulprechters, benoemingen die elementaire anciënniteitscriteria niet respecteren, gekrakeel tussen de magistratenvakbonden, enz. Daarbij komen nog andere problemen zoals de veroudering van de infrastructuur, de zwakke informatie van de burgers met betrekking tot het recht, de veel te hoge honoraria in vergelijking met de middelen van de bevolking, de gebrekkige uitvoering van gerechtelijke beslissingen, de traagheid… dit alles maakt de rechtstoegang complex en moeilijk voor de Tsjaadse burgers, die zich bijgevolg soms wenden tot op wraak gebaseerde eigenrichting. De oprichting, op termijn, van een gerechtelijk systeem dat aandacht heeft voor het respect van de individuele vrijheden en de fundamentele rechten van de burger moet een prioriteit zijn voor de politieke autoriteiten. Om haar blazoen weer op te poetsen en justitie haar adelbrieven terug te geven, moeten de aanbevelingen van de Staten-Generaal van justitie van 2003 uitgevoerd worden en moeten de inspanningen voortgezet worden die sindsdien geleverd worden. Een staat kan niet geconsolideerd worden zonder justitie.
* Het CADH groepeert momenteel zes organisaties: Action des chrétiens pour l’abolition de la torture (“Actie van christenen voor de afschaffing van foltering”, ACAT-Tchad), Association pour la promotion des libertés fondamentales au Tchad (“Vereniging voor de bevordering van fundamentele vrijheden in Tsjaad”, APLFT, waarvan Pyrrhus Banadji Boguel ook voorzitter is), Association tchadienne pour la promotion et la défense des droits de l’Homme (“Tsjaadse vereniging voor de bevordering en de verdediging van de mensenrechten”, ATPDH), Association tchadienne pour la non-violence (“Tsjaadse vereniging voor geweldloosheid”, ATNV), Ligue Tchadienne des Droits de l’Homme (“Tsjaadse Liga voor de Mensenrechten”, LTDH) en Tchad non-violence (“Tsjaad geweldloosheid”, TNV).
****
Interview door Victor Odent, landelijk directeur van ASF in Tsjaad.
Wat voorafging: – Gesprek met Mr. Doumra Manassé, advocaat in N’Djamena. – Gesprek met Mr.  Delphine Djiraibe, voorzitster van het Public Interest Law Centre.
Wat volgt: – Gesprek met Mr. Guerimbaye Midaye, erevoorzitter van de Tsjaadse Liga voor de Mensenrechten.
ASF is sinds 2012 aanwezig in Tsjaad en heeft er samen met justitieactoren op het terrein meerdere projecten, met de steun van de Europese Unie. Deze interviewreeks stelt een doorsnede voor van de verschillende partners van ASF in Tsjaad.
Foto: Mr. Pyrrhus Banadji Boguel