Brussel, 26 juni 2015 – Naar aanleiding van de Internationale Dag tegen foltering, herinnert ASF (Advocaten Zonder Grenzen) eraan dat ook duizenden mensen het slachtoffer zijn van onmenselijke en vernederende behandelingen. In vele landen in een post-conflict- of overgangsfase is dit in de eerste plaats het gevolg van de vreselijke detentieomstandigheden. ASF pleit voor minder opsluitingen.
Behalve bewuste martelpraktijken vormen ook onmenselijke en vernederende behandelingen ernstige schendingen van de mensenrechten. Zo getuigen gedetineerden van over de hele wereld die bevraagd worden over de omstandigheden van hun opsluiting, volgens de speciale Rapporteur van de Verenigde Naties inzake foltering niet in de eerste plaats over folterpraktijken die zij ondergingen tijdens hun voorlopige hechtenis of gevangenisstraf; zij klagen allereerst het tekort aan water en voedsel en het gebrek aan medische verzorging, zelfs voor ernstig zieken, aan. De gedetineerden wijzen ook op het geweld, de vernederingen, de discriminatie en de uitbuiting waarvan zij vaak het slachtoffer zijn.
“De overbevolking van de gevangenissen en de vaak dramatische detentieomstandigheden in heel wat landen zijn inderdaad onmenselijke en vernederende behandelingen”, bevestigt Bruno Langhendries, expert rechtsbijstand van ASF.
De vaststellingen van ASF en zijn partners in gevangenissen in landen als Burundi, de DR Congo, Oeganda of Tunesië, laten daar geen twijfel over bestaan. “De rampzalige detentieomstandigheden in de gevangenissen waar wij actief zijn, zijn niet het loutere gevolg van een bewuste strategie van de overheid ten aanzien van gedetineerden, maar ze hebben wel hetzelfde resultaat: de gedetineerden ondergaan dagelijks onmenselijke en vernederende behandelingen”, getuigt Bruno Langhendries.
Zo verklaarde in verschillende gevangenissen in de DR Congo bijna één gedetineerde op twee aan ASF het slachtoffer te zijn geweest van agressie of lijfstraffen vanwege bewakers of medegevangenen. Bovenop die aantastingen van de fysieke integriteit komen onmenselijke detentieomstandigheden. In de overbevolkte cellen (in sommige gevangenissen loopt de overbevolking op tot 400%) is geen water voorhanden; gedetineerden moeten vaak overleven met minder dan een liter water per dag. Sommigen moeten op de grond slapen en hebben één deken voor vijf mensen. Als zo’n situatie lang aansleept, ervaren gedetineerden die evenzeer als een marteling.
Het gebrek aan middelen en materiaal om de gevangenisinfrastructuur in de DR Congo of andere landen te renoveren, verklaart niet alles. In de landen waar ASF actief is, verblijven 6 tot 8 op de 10 gedetineerden in de gevangenis in afwachting van een vonnis. De voorlopige hechtenis voor een klein vergrijp, zoals landloperij of een eenvoudige diefstal, kan er enkele maanden tot meerdere jaren duren. “De behandeling die gedetineerden ondergaan is niet onvermijdelijk. Ze is het gevolg van het overmatige gebruik van opsluiting als onmiddellijk repressiemiddel tegen mensen voor wie het vermoeden van onschuld geldt”, besluit de expert van ASF.
Daarom strijdt ASF al bijna tien jaar tegen onmenselijke en vernederende behandelingen bij detentie, en voert het acties om het gebruik van opsluiting te verminderen en het extreem hoge aandeel van mensen in voorlopige hechtenis in de totale gevangenisbevolking blijvend terug te dringen.
Concreet versterken de partners van ASF – en in het bijzonder de advocatenverenigingen – met de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, de rechtspositie van gedetineerden door hen op hun rechten te wijzen. Ze organiseren ook een systematische vertegenwoordiging van gedetineerden door binnenlandse advocaten om te eisen dat een rechter zich uitspreekt over de wettelijkheid van de opsluiting. Het effect daarvan wordt stilaan merkbaar. Zo is het aantal mensen in voorlopige hechtenis in Burundi de voorbije vijf jaar met bijna 15% gedaald.
Tot slot ontwikkelt ASF pleidooien en stimuleert het ontmoetingen tussen stakeholders uit het rechtssysteem om te zoeken naar duurzame oplossingen om misbruik terug te dringen en op die manier ook de situatie in de gevangenissen te verbeteren.