Veroordeling van Jean-Pierre Bemba: in afwachting van de eerste onderzoeken van het bijzonder strafhof

Centraal-Afrikaanse Republiek (de)Internationale JustitieTransitionele Justitie

Den Haag/Bangui, 21 maart 2016 – Het Internationaal Strafhof heeft Jean-Pierre Bemba schuldig bevonden aan misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden die zijn begaan door zijn troepen in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR). Voor ASF is deze beslissing jegens de voormalige Congolese politicus en militieleider slechts de eerste stap in de strijd tegen de straffeloosheid en de behandeling van misdaden uit het verleden in de CAR. Het Centraal-Afrikaanse Bijzonder Strafhof moet snel processen voor ernstige misdaden instellen en de weg vrijmaken voor verzoening en een duurzame vrede in het land.   

Afgelopen maandag heeft het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag de heer Jean-Pierre Bemba schuldig bevonden aan de misdaden die zijn begaan door zijn troepen van de Mouvement de Libération du Congo (MLC) tegen de burgerbevolking van de Centraal-Afrikaanse Republiek tussen oktober 2002 en maart 2003. Op dat moment was de heer Bemba een bondgenoot van het Centraal-Afrikaanse leger van president Patassé in de strijd tegen de rebellenbeweging van F. Bozizé.

Volgens het ICC wist de heer Bemba dat zijn troepen misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden begingen door talrijke burgers te vermoorden, te verkrachten en te beroven tijdens militaire operaties. Het Strafhof merkt op dat hij, hoewel hij het hoofd van de militie was en gezag had over de troepen van de MLC, niets heeft gedaan om deze misdaden te voorkomen of om de daders te bestraffen. Daarom is hij schuldig bevonden.

Dit langverwachte oordeel is zeker een belangrijke stap vooruit voor de slachtoffers van de wreedheden die toen zijn begaan, omdat nu de waarheid aan het licht is gebracht. Sinds dit hoofdstuk in de geschiedenis van Centraal-Afrika zijn er echter nog andere wreedheden begaan in het land, die nog moeten worden behandeld door het gerecht. Het land kende in 2012-2013 immers een ongeziene golf van geweld. Daarbij lieten duizenden mensen het leven en werden volledige bevolkingsgroepen gedwongen om te vluchten.

In 2015 heeft de Centraal-Afrikaanse overgangsregering een Bijzonder Strafhof opgericht om ernstige misdaden die sinds 2003 in het land zijn begaan, te berechten. De oprichting van dit Strafhof is waarschijnlijk cruciaal voor het proces van justitie en verzoening in de CAR. “De onderzoeken die worden gevoerd door het ICC, zullen immers niet volstaan om alle misdaden uit het verleden in de CAR te behandelen. Als niet wordt geïnvesteerd in de nationale justitie, is er een reëel gevaar dat er een spiraal van geweld ontstaat of dat straffeloosheid de norm wordt. Maar hoewel het Bijzonder Strafhof al op papier bestaat, moet het snel een feit worden”, meent Adrien Nifasha, missiehoofd van ASF in de CAR.

“De nieuwe Centraal-Afrikaanse regering moet een prioriteit blijven maken van de strijd tegen de straffeloosheid van daders van internationale misdaden. Om dit engagement concreet te maken moeten snel personele, logistieke en financiële middelen worden ingezet. De steun van de internationale gemeenschap is daarbij cruciaal”, pleit Adrien Nifasha.

In samenwerking met andere internationale ngo’s, waaronder Human Rights Watch en de Internationale Federatie voor de Mensenrechten, en Centraal-Afrikaanse ngo’s riep ASF eind 2015 donorlanden op om onverwijld de oprichting van het Bijzonder Strafhof te steunen (i).

ASF realiseert in de CAR, met de steun van de Europese Unie, projecten voor de verbetering van de rechtstoegang van mensen in kwetsbare situaties.

Raadpleeg de volgende documenten op de website van ASF voor meer informatie over de gezamenlijke actie van ASF en andere ngo’s met betrekking tot het Bijzonder Strafhof (versies in het Frans en Engels):

CAR: er moeten blijvende inspanningen worden geleverd om het Bijzonder Strafhof operationeel te maken

Aanbevelingen voor de realisatie van het Bijzonder Strafhof in de CAR

Coverfoto © ICC-CPI