Tunis, 28 februari 2019 – Als land van oorsprong, doorgang en bestemming voor slachtoffers van mensenhandel heeft Tunesië een sterk juridisch kader gecreëerd om dit fenomeen te bestrijden. Maar hoe kan een effectieve samenwerking tussen de betrokkenen gegarandeerd worden? Op 23 januari, nationale dag voor de afschaffing van de slavernij, hebben ASF en de Nationale instantie voor de strijd tegen mensenhandel een internationaal colloquium georganiseerd met betrekking tot dit vraagstuk.
“In de strijd tegen mensenhandel is het essentieel dat de verschillende actoren die betrokken zijn, samenwerken en hun inspanningen coördineren”, legt Zeineb Mrouki uit, projectcoördinatrice voor ASF in Tunesië (rechts op onderstaande foto). “De Nationale instantie voor de strijd tegen mensenhandel heeft de opdracht om een nationaal mechanisme voor doorverwijzing op te zetten, om zo de samenwerking tussen overheidsinstanties en het maatschappelijk middenveld te organiseren. Dit mechanisme moet instaan voor de identificatie van slachtoffers, hun doorverwijzing naar de bevoegde diensten, en hun begeleiding en bescherming.”
Ministeries, ordediensten en douanes, maatschappelijk werkers, arbeidsinspectie, kinderbescherming, maatschappelijk middenveld, enz. kwamen samen om hun ervaringen met doorverwijzing van slachtoffers te delen, en om gezamenlijk aanbevelingen op te stellen voor de oprichting van het toekomstige doorverwijzingsmechanisme.
De twee voornaamste vaststellingen tijdens de discussies: het is noodzakelijk om de betrokken actoren op te leiden met betrekking tot de Organieke wet n°2016-61 met betrekking tot de preventie van en de strijd tegen de mensenhandel; en alle actoren moeten hun praktijken aan deze wet aanpassen.
Buitenlandse personen in een illegale situatie hebben bijvoorbeeld recht op bescherming wanneer ze slachtoffer zijn van mensenhandel. Nochtans worden zij het vaakst het land uitgewezen door de politie, zonder van deze bescherming te hebben genoten omdat ze nooit als slachtoffer werden geïdentificeerd en erkend. De onderzoekstechnieken en technieken om naar de slachtoffers te luisteren zijn niet aangepast aan de bijzonderheden van mensenhandel.
Sinds de inwerkingtreding van de wet op mensenhandel werden 780 gevallen van mensenhandel geregistreerd. De slachtoffers dienen steeds vaker klacht in. Niettemin heeft tot op heden nog geen enkel vonnis de kwalificatie van mensenhandel bevestigd voor de gepleegde inbreuken, ofwel omdat de rechters de wet niet kennen, ofwel omdat ze minder hoge straffen verkiezen. De oproep aan het adres van rechters belast met zaken van mensenhandel is dus om de middelen te gebruiken die de wet hen ter beschikking stelt.
“Wij roepen ook de betrokken ministeries op, zoals het ministerie van gezondheidszorg of het ministerie voor de vrouw, om de wet toe te passen”, voegt Zeineb Mrouki toe. “Het gaat onder andere om de kosteloosheid van bepaalde zorgen en de terbeschikkingstelling van een slaapplaats voor de slachtoffers”, besluit ze.
Op 24 januari, de dag na het colloquium, werden bewustmakingssessies georganiseerd in het centrum van Tunis om het brede publiek te informeren met betrekking tot de realiteit van mensenhandel en de rechten van slachtoffers.