Binnen de muren – Mohamed Ramsis Ayari “De overbevolking in de gevangenis is het echte probleem”

TunesiëDetentieNews

Mohamed Ramsis Ayari – Association des Juristes de Sfax Project “Naar een vernieuwing van het penitentiaire en strafrechtelijke systeem in Tunesië

In het kader van het project “Alternative”, gefinancierd door de Europese Unie en uitgevoerd door ASF en ATL MST SIDA, streeft de Association des Juristes de Sfax naar de modernisering van het penitentiaire en strafrechtelijke systeem in Tunesië. Door middel van verschillende pleitbezorgings- en bewustmakingsactiviteiten met magistraten en gevangenispersoneel in Sfax werkt de vereniging vanuit het algemene streven om de overbevolking in de gevangenissen in Tunesië te verminderen, door met name alternatieven voor gevangenisstraffen uit te werken.

Kan u zichzelf en het werk van de Association des Juristes de Sfax even voorstellen?

Ik ben Mohamed Ramsis Ayari, advocaat bij het Hof van Cassatie, universitair docent Mensenrechten en Burgerlijke vrijheden aan de Universiteit van Sfax, plaatselijk coördinator van de verkiezingen sinds 2011 en lid van de onafhankelijke hogere verkiezingsautoriteit van Sfax sinds 2014. Ik ben ook lid van de Association des Juristes de Sfax sinds 2003, secretaris-generaal van de vereniging sinds 2015 en coördinator van het project “Naar een vernieuwing van het penitentiaire en strafrechtelijke systeem in Tunesië”.

De Association des Juristes de Sfax is een vereniging die in 1988 opgericht werd en ervaring heeft in alle rechtsdomeinen, met inbegrip van de Mensenrechten en de Burgerlijke vrijheden. De leden zijn advocaten, rechters, hoogleraren en onderzoekers. Ons werk is erop gericht om bij de wetgever te pleiten voor een herziening van de wetteksten, gezien de tekortkomingen van het huidige systeem. Onze pleitbezorging strekt zich dan ook uit tot alle spelers binnen het strafrechtelijke stelsel.

Waaruit bestaat het project precies? Welke diagnose lag aan de oorsprong van het project?

De diagnose luidt als volgt : het Tunesische strafrecht is repressief en niet re-integrerend. Het wordt gekenmerkt door omslachtige procedures, ongelijke toegang voor verdachten tot een eerlijk proces binnen een redelijke termijn, een embryonaal probatiesysteem en zeer weinig gebruik van alternatieven voor een gevangenisstraf. Het gevolg van al deze disfuncties is een systematische overbevolking in de gevangenissen. Deze stand van zaken is de reden waarom het project dat wij in het kader van het project “Alternative” uitvoeren, vooral bedoeld is om de overbevolking in de gevangenissen tegen te gaan en bij te dragen tot de oprichting van een probatiebureau in Sfax, dat sinds maart 2021 bestaat.

Het project, dat in april 2019 van start ging, heeft tot doel het penitentiaire en strafrechtelijke systeem te moderniseren, met name wat alternatieve straffen betreft. We willen er bij de wetgever op aandringen om deze straffen te bekrachtigen. Sommige daarvan bestaan natuurlijk al (elektronisch toezicht via enkelband, werkstraf, enz.), maar het geheel dat we ingang willen laten vinden bestaat in totaal uit 18 maatregelen. Het doel is tweeledig: zowel de wettelijke bekrachtiging van deze straffen (bij wet of decreet) als de praktische toepassing ervan.

Welke activiteiten voerde u tot dusver uit?

Het project bestond uit verschillende soorten activiteiten. In de eerste plaats pleitbezorgingssessies voor strafrechters om hen aan te moedigen alternatieve straffen uit te spreken die reeds in de wet verankerd zijn – met andere woorden, om gebruik te maken van wat reeds bestaat. Wij werkten ook, samen met juridische deskundigen, aan aanbevelingen voor de herziening van het Strafwetboek en het Strafvorderingswetboek. Het was niet de bedoeling het gedane werk nog eens te doen [twee herzieningscommissies hebben reeds voorstellen gedaan voor de hervorming van de twee wetboeken, N.v.d.r.], maar wel om specifieke aanbevelingen te formuleren over de algemene doelstelling om het aantal gedetineerden te verminderen. Met andere woorden, door het gebruik van voorlopige hechtenis [62% van de gedetineerden in Tunesië in 2020, N.v.d.r.] terug te dringen en alternatieven voor gevangenisstraffen uit te werken. Het resultaat van de werkzaamheden van het comité zal voorgelegd worden aan de afgevaardigden van het Tunesische parlement, de Assemblée des Représentants du Peuple.

Naast deze pleitbezorging organiseerden we bewustmakingssessies/opleidingen voor ongeveer zestig leidinggevenden en penitentiair beambten in de gevangenis van Sfax. Achteraf waren ze allemaal heel tevreden over de inhoud van deze sessies, maar aanvankelijk was het moeilijk om het proces op gang te brengen. Het gevangenispersoneel heeft echt geprobeerd om ons vanaf het begin duidelijk te maken dat de situatie niet zwart-wit was. Overbevolking in gevangenissen is een probleem voor iedereen, en heeft gevolgen voor de arbeidsomstandigheden van het personeel, alsook voor de rechten van het personeel en de gedetineerden. Deze toelichtingen stelden ons ook in staat om de dingen anders te zien, de sessies aan te passen aan de noodzaak om rekening te houden met de moeilijkheden van alle partijen (gedetineerden en personeel). Uit deze gedachtewisselingen met hen zijn veel ideeën voortgekomen, en ons vermogen om te luisteren naar hun problemen en de realiteit van hun werk (zeer veel stress) heeft uiteindelijk geleid tot een grote opkomst van leidinggevenden en penitentiair beambten voor onze opleidingssessies.

Ten slotte verleenden we ook juridische bijstand aan verschillende gedetineerden in voorlopige hechtenis om hen rechtsbijstand te verlenen die ze anders niet zouden kunnen krijgen. Ook deze actie was een groot succes, aangezien 70% van de beklaagden die we bijstonden, vrijgelaten werd. We merkten trouwens op dat het profiel van de beklaagden bijzonder homogeen is: de overgrote meerderheid bestaat uit jongeren tussen 20 en 30 jaar oud uit zeer kwetsbare sociaal-economische situaties.

Welke acties staan er nog op het programma voor het laatste jaar van het project?

We plannen om specifieke opleidingen te verzorgen voor de probatiebeambten in Sfax, 7 mensen in totaal, die pas zes maanden geleden in dienst getreden zijn. We gaan ook een praktische gids over werkstraffen opstellen, om overheidsbedrijven en andere plaatselijke instanties meer bewust te maken van probatie. De meeste instanties die hiervoor in aanmerking komen, weigeren namelijk vaak mensen met een werkstraf uit wantrouwen. We moeten dus zorgen voor meer bewustmaking, maar, volgens mij, moeten deze instanties ook bij verordening verplicht worden om hen op te vangen.

De belangrijkste uitdaging bestaat inderdaad uit het verspreiden van de probatiecultuur in het algemeen. De mentaliteit is nog steeds repressief en dat geldt ook voor het strafbeleid. Omdat zowel de strafrechtelijke actoren als de publieke opinie terughoudend zijn, gaan we ook bewustmakingsspotjes ontwikkelen over werkstraffen en probatie, die via de media en sociale media verspreid zullen worden. Dit is een goede manier om de mentaliteit te beïnvloeden.

Tenslotte gaan wij juridische informatiesessies houden voor de gedetineerden in Sfax, om hen op de hoogte te brengen van hun rechten en hen in staat te stellen de juiste beslissingen te nemen. Om zo concreet mogelijk te zijn, zullen we deze sessies onderverdelen tussen gedetineerden die reeds berecht zijn en beklaagden, want hun juridische behoeften verschillen aanzienlijk.

Hoe reageerden de mensen die deelnamen?

Een zeer goede signaal was het feit dat het Ministerie van Justitie zelf onze pleitbezorgingssessies naar de strafrechters toe steunde. Zo moesten alle procureurs, voorzitters van rechtbanken en strafrechters in Sfax aanwezig zijn. Deze goede contacten zorgden er ook voor dat de opening van het probatiebureau gemakkelijker verliep, aangezien het Ministerie van Justitie zich er in 2020 toe verbonden had om dit binnenkort te openen. Dankzij onze bewustmakingsactiviteiten vond bovendien de eerste veroordeling met gebruik van de elektronische enkelband in Tunesië in juni 2021 plaats in Sfax.

Wat het Comité Général de Prisons et de la Rééducation betreft, heeft de partnerschapsovereenkomst die we met hen hebben kunnen sluiten, ons vleugels gegeven en onze contacten met de gevangenisadministratie, ook in Sfax, verlopen momenteel zeer goed. Het succes van de bewustmakings- en opleidingssessies heeft ook bijgedragen tot de kwaliteit van deze contacten. Ons vermogen om rekening te houden met de behoeften van de penitentiaire beambten en leidinggevenden, zoals ik al eerder zei, heeft aangetoond dat we ons inzetten voor een verbetering van de omstandigheden in de gevangenis – zowel voor de gedetineerden als voor het gevangenispersoneel.

Wat neemt u mee uit de AJS?

De belangrijkste toegevoegde waarde blijft de verrijking van onze deskundigheid, ik denk met name opnieuw aan het werk met de penitentiair beambten en leidinggevenden. Het project heeft de vereniging ook in staat gesteld haar partnerschappen uit te breiden en een vertrouwensrelatie met de strafrechters en de administratie op te bouwen.

Hoewel jullie werkzaamheden niet onmiddellijk tijdens de detentie van toepassing zijn, wat denkt u van de huidige situatie in de gevangenis van Sfax (gevangenisbevolking, detentieomstandigheden, arbeidsomstandigheden van het personeel, enz.)?

Alles heeft te maken met de overbevolking in de gevangenis. Dat is eigenlijk het echte probleem, want alles wordt hierdoor beïnvloed: de arbeidsomstandigheden, de detentieomstandigheden, … Hoe kunnen we spreken over rechten, over mensenrechten, als gedetineerden met drie in een bed slapen? Hoe kunnen we eisen dat ook maar enige mensenrechtennorm nageleefd wordt? Er bestaat een reëel oorzakelijk verband tussen de overbevolking en de slechte arbeids- en detentieomstandigheden. Beambten moeten soms toezicht houden op dertig gedetineerden, wat enorm is. Op een dag zei een beambte me: “Vandaag, komen er tachtig gedetineerden in één keer bij.” De gevangenis telt gemiddeld ongeveer duizend gedetineerden, maar soms kan dit aantal oplopen tot 1500, 1600 gedetineerden. Meer dan de helft van hen zitten in voorlopige hechtenis en worden dus zonder proces van hun vrijheid beroofd. Wat bovendien interessant was in de contacten met de leidinggevenden en de beambten was het verschil voor hen in het werken met beklaagden en met veroordeelden. De laatsten hebben een duidelijk idee van hun toekomst. Ze kennen de datum waarop ze vrijkomen, of ze zijn, in het slechtste geval, bezig om hun vonnis aan te vechten. Maar in zekere zin zijn zij serener dan de beklaagden, die zeer geagiteerd zijn door de onzekerheid van hun situatie.

Aan welke verandering(en) zou u met de actie willen bijdragen? Welke hervormingen zijn volgens u noodzakelijk op strafrechtelijk en penitentiair vlak ? Specifiek op het gebied van probatie?

Vorig jaar, tijdens de eerste fase van Covid-19, zijn wij er een tijdlang in geslaagd, met name door pleitbezorging met de andere leden van Alternative, om de bevolking in de gevangenis van Sfax terug te brengen tot een normale bezettingsgraad, namelijk 1000 gedetineerden. Maar deze daling was slechts tijdelijk, want tegen de tweede helft van 2020 waren we weer terug bij de “normale” cijfers, d.w.z. een bezetting van 130 tot 160%. Voor ons zou een van de gewenste veranderingen dus zijn dat deze overbevolking voorgoed verdwijnt. En de ervaring van 2020 heeft ons geleerd dat dit mogelijk was.

Wij willen er ook in slagen een probatiecultuur ingang te doen vinden, zowel bij het grote publiek als bij alle spelers in het strafrechtelijke stelsel.

Wat de noodzakelijke hervormingen betreft, denk ik dat de prioriteit nu ligt bij het aandringen op een wet die de probatie regelt en de werking ervan verduidelijkt. Dit betekent zowel uit organisatorisch oogpunt – het probatiebureau moet onder het gezag van het Ministerie van Justitie staan en voorgezeten worden door een rechter belast met de tenuitvoerlegging van straffen – als uit budgettair, logistiek en functioneel oogpunt.

Verder is het ook van essentieel belang dat het Strafwetboek en het Strafvorderingswetboek in hun geheel gewijzigd worden, specifiek de bepalingen die zorgen voor de overbevolking in de gevangenissen – met name de netelige kwestie van de voorlopige hechtenis.

Wat is de rol van organisaties uit het maatschappelijke middenveld in de gevangenissen en welke rol spelen ze bij de hervorming van het strafrecht? Hoe denkt u dat deze dynamiek tussen het maatschappelijke middenveld en de gevangenis duurzaam ingebed kan worden?

Volgens mij is hun rol veelzijdig: cultuur brengen in de gevangenis, psychologische hulp, juridische hulp, … Buiten de muren van de gevangenis bestaat onze rol er ook in om voortdurend te pleiten om de spelers in het strafrechtelijke stelsel en de politieke besluitvormers ertoe aan te zetten het Tunesische strafbeleid te vereenvoudigen, te verduidelijken en te humaniseren in de richting van meer heropvoeding en minder repressie.

De belangrijkste actie om de aanwezigheid van het maatschappelijke middenveld in het straf- en gevangenisdebat duurzaam in te bedden, alsook concreet op het terrein, is te trachten partnerschapsovereenkomsten te sluiten, met name met de gevangenisdirecties en het CGPR. Vanaf daar wordt alles gemakkelijker. Bij AJS zijn wij trouwens van plan om de inhoud van de opleidingen over te laten aan de gevangenis van Sfax, zodat ze verder kunnen gaan met het nieuwe personeel dat aankomt en zodat onze actie, ook zonder ons, kan verdergaan.

Het L’Alternative project wordt gefinancierd door de Europese Unie