Indonesië: 5 jaar strijden voor toegang tot rechtspraak

In 2017 startte ASF haar activiteiten in Indonesië op, samen met twee lokale partners. Samen streefden we ernaar om de toegang te verbeteren tot zowel formele als informele rechtsmechanismen voor gemarginaliseerde en groepen in kwetsbare situaties door middel van een verbeterde dienstverlening voor de gemeenschap. Zo hebben we specifiek aandacht besteed aan de opleiding en ondersteuning van parajuristen, zodat ze de plaatselijke bevolking kunnen bijstaan in hun behoeften op het gebied van rechtspraak.

In landen met zeer weinig advocaten per hoofd van de bevolking, zorgen parajuristen die niet over een rechtendiploma beschikken, maar wel over een grondige basiskennis van het recht en het nodige inzicht in het rechtssysteem, voor juridische ondersteuning en advies voor de bevolking. ASF heeft in verschillende van haar landen waar ze actief is met parajuristen gewerkt, omdat ze een fundamentele rol kunnen spelen bij het ondersteunen van de plaatselijke bevolking om toegang te krijgen tot rechtspraak.

Bij de start van het project werd een perceptiestudie uitgevoerd over parajuristen en de rol die ze kunnen spelen bij het verbeteren van de toegang tot rechtspraak. De bevindingen werden gebruikt om opleidingsmodules voor te bereiden. Deze modules werden vervolgens door verschillende plaatselijke organisaties gebruikt om de vaardigheden van deze parajuristen te versterken. Ze bestrijken een groot aantal onderwerpen, met een variabele thematische en geografische dekking, waardoor ze flexibel en nuttig zijn voor een groot aantal organisaties. Onze partners hebben ondervonden dat ze een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van de opzet van de plaatselijke verordening inzake rechtsbijstand in Bali in 2019.

In het kader van het project werden drie digitale platformen gelanceerd om organisaties uit het maatschappelijke middenveld te ondersteunen.

Verder werd er een case management systeem opgezet dat nu door verschillende organisaties gebruikt wordt om de zaken waaraan ze werken in een databank te beheren. Dit systeem werd ontwikkeld in open source, zodat elke rechtsbijstandsorganisatie dit vrij kan gebruiken. 

Het Paralegal Information System werd opgezet om de parajuristen te helpen bij het aanvragen en ontvangen van juridische ondersteuning van advocaten om hen te helpen bij de zaken waaraan ze werken.

Tot slot werd er nog een toepassing gecreëerd, E-resource genaamd, om rechtsbijstandsverleners toegang te geven tot boeken en andere bronnen.

Ter ondersteuning van de pleitbezorging werd een praktijkgemeenschap opgericht met meerdere stakeholders die zich met rechtsbijstand bezighouden. Dit gaf de leden de gelegenheid om te debatteren over toekomstige noodzakelijke wetgevende hervormingen.

Tijdens die 5 jaar in Indonesië konden we, samen met onze partners, belangrijke conclusies trekken met betrekking tot de toegang tot rechtspraak in de regio. Ten eerste valt niet te ontkennen dat parajuristen een essentiële rol spelen bij het bijstaan van de plaatselijke bevolking in hun rechtsbijstandsbehoeften. Hun status moet dan ook verder erkend worden door de lokale en nationale overheden. Ten tweede is de opzet van flexibele opleidingsmodules met de mogelijkheid om het materiaal te kiezen gemakkelijker te ontplooien en verdient dit de voorkeur ten opzichte van een vast leerplan. Ten slotte is het gebruik van digitale platformen ter versterking van de organisaties in het maatschappelijke middenveld weliswaar veelbelovend gebleken, maar de uitvoering ervan bleek zeer duur en tijdrovend te zijn. Dit moet eigenlijk op maat gemaakt worden voor elke organisatie, wat maanden van besprekingen kan vergen. Om het voortbestaan te kunnen garanderen moeten er bovendien voldoende middelen gevonden worden voor het onderhoud en de ondersteuning door een IT-medewerker.

Jaarverslag 2021

Bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen door het verbeteren van de rechtstoegang

Partners: Indonesian Legal Resource Center (ILRC) & Lembaga Bantuan Hukum Jakarta (LBH Jakarta)

Het project van ASF wil de lokale Indonesische dienstenaanbieders versterken zodat zij kwaliteitsvolle, klantgeoriënteerde holistische diensten kunnen verstrekken aan mensen op zoek naar gerechtigheid.

  • Gebieden waar het project wordt uitgevoerd: Jakarta, Yogyakarta en Bali.
  • Budget: EUR 861,825.
  • Financiering: Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
  • Duur: 5 jaar (2017-2021).

 Activiteiten:

  • Beter begrijpen van de juridische noden van de dienstenaanbieders en hun gemeenschappen.
  • Opleiden van paralegals en aanbieders van rechtsbijstand.
  • Publicatie van handleidingen en handboeken.
  • Faciliteren van online leren en van het gebruik van digitale platformen
  • Impactevaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van de uitbreiding van het toepassingsgebied van aanbieders van rechtsbijstand zodat paralegals en andere ontwikkelingsactoren daar ook onder vallen.
  • Advocacy voor beleidsontwikkeling op basis van de perspectieven en noden van de gebruikers.

Jaarverslag 2020

Indonesië: Een kakofonie aan juridische maatregelen als respons op de Covid-19 pandemie ten koste van de mensenrechten

Indonesië werd sterk getroffen door Covid-19. Volgens officiële gegevens staat Indonesië op de tweede plaats binnen Zuidoost-Azië met de meeste positieve gevallen en op de vijfde plaats wat betreft het sterftecijfer.[1] 20.5% van de gevallen met Covid-19 bevond zich in de hoofdstad Jakarta. Deze blogpost richt zich voornamelijk op de wettelijk reactie die werd aangenomen in de eerste fase van de pandemie, die tot ongeveer midden juni loopt. Verschillende regio’s versoepelden vanaf toen de “grootschalige sociale beperkingen” die waren aangenomen in de strijd tegen het virus.

Een hybride – en verwarrend – institutioneel antwoord op de Covid-19 crisis

Nadat de Indonesische overheid eerst de aanwezigheid van het virus binnen de archipel had ontkend, riep zij uiteindelijk toch de Noodtoestand uit op grond van de Noodwet van 1959, die er eerder voor bestemd is te reageren op staatsgrepen en andere dergelijke gebeurtenissen die een bedreiging vormen voor de overheidsinstellingen. Het maatschappelijk middenveld en de politieke oppositie uitten hierop kritiek waarna de regering uiteindelijk voor een meer genuanceerde aanpak koos en de president een gezondheidscrisis afkondigde op grond van de Wet betreffende Gezondheidsquarantaine nr. 6/18.[2] Ondertussen verklaarde het Nationaal Agentschap voor Rampenbestrijding (Bahasa – BNBP) Covid-19 vanaf januari 2020 tot natuurramp en nam het een aantal vroegtijdige maatregelen om de crisis in te dijken.[3] Doorgaans betreft het mandaat van het BNBP, op grond van de Disaster Management Law 24/2007, bedreigingen zoals tsunami’s, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.

Hoewel volgens de voormalige wetgeving de verantwoordelijkheid voor het bestrijden van een pandemie ligt bij de centrale overheid, namelijk de president en de minister van Gezondheid, heeft president Jokowi een hybride juridische aanpak gekozen door enerzijds de maatregelen van de Quarantainewet toe te passen en anderzijds de BNBP aan te stellen als coördinator van de nationale werkgroep.[4]

Dit vormt niet enkel een juridische maar ook een praktische uitdaging aangezien de institutionele coördinatie bijzonder ingewikkeld is in Indonesië door het groot aantal betrokken entiteiten op zowel centraal als regionaal niveau. In de context van Covid-19 heeft elk ministerie op centraal niveau zijn beleidsprerogatieven behouden wat regelmatig heeft geleid tot de aanname van tegenstrijdige regelgeving. Zo heeft bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid ‘social distancing’- maatregelen opgelegd in het bedrijfsleven, die in strijd zijn met de regelgeving die werd aangenomen door het ministerie van Industrie.[5]

Het gebrek aan centrale coördinatie en het feit dat de centrale directie geen duidelijke richtlijnen had verschaft voor de uitvoering van de maatregelen die zij had afgekondigd, veroorzaakte een versnipperde aanpak op regionaal niveau.[6] Als gevolg daarvan stelde elke regio een andere termijn vast voor het versoepelen van de noodmaatregelen, op basis van hun eigen intuïtieve criteria en bij gebrek aan geharmoniseerde criteria inzake pandemieën. De kakofonie kon ook op centraal niveau worden waargenomen. Zo werd eind mei afgekondigd dat de economische activiteiten opnieuw hervat zouden worden, terwijl het aantal besmettingen op dat moment nog steeds toenam.[7] In dit kader is vastgesteld dat de overheid zich niet heeft gehouden aan de richtlijnen van de WHO, aangezien ze het sterftecijfer niet had opgenomen in de verschillende statistieken waarop zij haar besluit had genomen.[8]

Een door het beleid veroorzaakte vicieuze cirkel van kwetsbaarheid

Ook de keuze van het beleid gebeurde niet neutraal. De Wet betreffende Gezondheidsquarantaine voorziet in een reeks van 4 verschillende handelingen om een epidemie aan te pakken: thuisquarantaine, ziekenhuisquarantaine, lockdown en grootschalige sociale beperkingen (LSSR). De eerste drie handelingen zijn vrij nauw gedefinieerd in het licht van beperkingen van het vrije verkeer. Hun uitvoering moet gepaard gaan met maatregelen die bedoeld zijn om tegemoet te komen aan de basisbehoeften van de getroffen personen, met inbegrip van hun huisdieren en vee. De autoriteiten hebben op hun beurt het mandaat om sancties op te leggen aan degenen die de maatregelen niet respecteren.

Toch heeft de overheid echter beslist om grootschalige sociale beperkingen op de leggen, zoals de tijdelijke sluiting van scholen en een aantal openbare plaatsen en social distancing, in de plaats van een van de eerste drie opties. In de praktijk zorgden deze grootschalige sociale beperkingen voor een de facto lockdown en werd het reizen van de ene provincie naar de andere verboden en bestraft met een resem aan sancties – variërend van een waarschuwing of een verzegeling tot fysieke bestraffing en strafrechtelijke sancties – hoewel die niet worden voorzien in de Wet betreffende Gezondheidsquarantaine.[9] Dit doet de vraag rijzen naar de rechtsgrondslag voor dergelijke sancties, die voornamelijk op lokaal niveau werden toegepast. Zo heeft de gouverneur van Jakarta bijvoorbeeld een verordening uitgevaardigd die het niet-dragen van een mondmasker bij het schoonmaken van openbare voorzieningen sanctioneert.[10] Dit is een sanctie die volledig vreemd is aan het strafrecht en bijgevolg duidelijk in strijd is met het legaliteitsprincipe, zoals beschreven in artikel 1 van het Indonesische strafwetboek. Over het algemeen is het hele sanctieregime, ongeacht of het nu gaat om strafrechtelijk sancties of andere, waarschijnlijk in strijd met het principe van rechtszekerheid, verankerd in artikel 28D van de Indonesische grondwet . De politie heeft dus haar eigen regels aangenomen, door middel van interne kennisgeving[11] en een telegram[12] om het probleem aan te pakken, wat heeft geleid tot de verzwakking van de centrale overheid in het midden van de crisis.

Bovendien is het opleggen van sociale beperkingen, volgens de Quarantainewet, een maatregel die niet gepaard moet gaan met maatregelen die tegemoetkomen aan de basisbehoeften van de getroffen personen. Nochtans is, volgens artikel 28 c(1) van de grondwet, de vervulling van de basisbehoeften van de Indonesische bevolking een voorwaarde om hun recht op individuele ontwikkeling te kunnen realiseren. In een land met een grote zwarte markt en informele economische activiteiten, kan een strikte lockdown, zonder enige vorm van economische compensatie of sociale steun, niet anders uitdraaien dan in een diepe sociale crisis voor miljoenen Indonesiërs en de schending van hun mensenrechten.

Zowel tijdens de invoering van de grootschalige sociale beperkingen als daarna heeft de Indonesische overheid de kleine bedrijven en de kwetsbare bevolkingsgroepen verwaarloosd. Sociale zekerheid is beperkt in Indonesië en het post-covid-19-herstelplan richt zich voornamelijk op de particuliere economische actoren om de economische verliezen op te vangen.[13] Deze harde maatregelen hebben ertoe geleid dat sommigen, om te overleven, de maatregelen moesten schenden. De sanctie die zij hiervoor kregen zorgde voor het ontstaan van een vicieuze cirkel van kwetsbaarheid.

Auteurs : Yunita en Elisa Novic

De auteurs wensen LBH Jakarta and Laporcovid te bedanken voor hun bijdrage

[1] Voor het laatst geraadpleegd op 10 augustus 2020.

[2] Presidentieel besluit nr. 11 van 2020 over de bepaling van de ziekte van het Coronavirus 2019 (Covid-19).

[3] Zie o.a. BNPB-besluit nr. 9A van 2020 betreffende de vaststelling van de status van bepaalde noodsituaties van de ziekte-epidemie als gevolg van COVID-19 (28 januari 2020); BNPB-besluit nr. 13A van 2020 betreffende de verlenging van de status van bepaalde noodsituaties als gevolg van uitbraken van het coronavirus in Indonesië (29 februari 2020).

[4] Presidentieel decreet nr. 7 van 2020 betreffende de versnelling van de behandeling van het coronavirus 2019 (Covid-19), geleid door een stuurgroep van de taskforce (13 maart 2020), gewijzigd bij presidentieel decreet nr. 9 van 2020 (20 maart 2020).

[5] Verordening nr. 9 van het ministerie van Volksgezondheid van 2020 die de LSSR in het kader van Covid-19 begeleidt (3 april 2020). Circulaire nr. 4 van het ministerie van Industrie van 2020 met betrekking tot de operationele uitvoering van COVID -19-gezondheidsnoodtoestand in fabrieken (7 april 2020), gewijzigd bij circulaire nr. 7 van 2020 (9 april 2020).

[6] Ridzki Putra Ramadhan, Indonesië en COVID-19: Regeringskwesties Verordening inzake beperking van de sociale interactie (2020).

[7]   Zie Besluit nr. HK.01.07/MENKES/328/2020 van het Ministerie van Volksgezondheid (20 mei 2020), gevolgd door diverse lokale voorschriften. Op 20 mei 2020 waren er in totaal 19.189 gevallen, met 693 nieuwe gevallen ten opzichte van de dag ervoor.

[8] Volgens Laporcovid.org bedroeg het sterftecijfer van Jakarta 1505 personen, terwijl de officiële gegevens slechts 361 personen zouden tellen (9 mei 2020). Zie Covid-19 situatie op de reven belangrijkste Indonesische eilanden.

[9] De regering van Jakarta heeft ook Verordening nr. 47 van 2020 vastgesteld betreffende het vereiste van een vergunning om Jakarta binnen te komen. Een dergelijke maatregel mag echter alleen worden uitgevoerd in het kader van een lockdown beleid (dat het verkeer binnen de provincie beperkt).

[10] Verordening nr. 41 van de gouverneur van Jakarta van 2020 betreffende sancties tegen de uitvoering van de LSSR in Covid-19 in Jakarta.

[11] Indonesische politiemededeling nr.: 2/III/2020 betreffende de naleving van het COVID-19-beleid (19 maart 2020).

[12] Telegram van de Indonesische politie met betrekking tot LSSR nr. ST/1098/IV/HUK.7.1/2020 dat mensen kan criminaliseren tegen het gezag (4 april 2020), Telegram van de Indonesische politie met betrekking tot cyber nr. ST/1100/IV/HUK.7.1/2020 dat sancties geeft voor het bestrijden van bedrog en smaad aan de president / regering (4 april 2020).

[13] Verordening in plaats van wet (Bahasa acroniem Perppu) nr. 1 van 2020. Bovendien wordt in de verordening in plaats van de wet ook vermeld dat de overheid niet kan worden aangeklaagd voor gedragingen te goeder trouw die in de verordening worden genoemd.

Mensenrechten zijn goed voor je gezondheid: loop de 20 km van Brussel met ASF

Op 27 mei 2018 staat ASF aan de start van de 20 km van Brussel. Wil je een sportieve uitdaging combineren met solidariteit met de mensen in Indonesië die op zoek zijn naar rechtvaardigheid? Kom bij ons team! Het principe: Wij leggen je voor, tijdens en na de wedstrijd in de watten:
  • Een wekelijkse trainingssessie en persoonlijk advies gedurende de 14 weken vóór de wedstrijd. Dit wordt tijdens de middagpauze georganiseerd in het Jubelpark door onze collega Pascal, die op hoog niveau sport. Er zijn ook trainingen in het weekend voor de wandelaars, begeleid door Karin.
  • Een rugnummer, een t-shirt van ASF, een drankje en een tussendoortje tijdens de wedstrijd.
  • Tips om je te laten sponsoren door je vrienden en kennissen.
  • Een plek dichtbij de start om je om te kleden en te douchen.
  • Een barbecue in onze tuin, na de wedstrijd, waar jouw vrienden en kennissen bij kunnen zijn.
Schrijf je zo snel mogelijk in via deze link (de inschrijvingen worden op 22 maart gesloten) en verspreid het woord! Van zodra je inschrijving verzonden is, ontvang je een e-mail met alle praktische info. Wij hopen een mooi team te kunnen samenstellen en 4.000 euro in te zamelen. Wij beantwoorden met plezier al jouw vragen. Je kan ons contacteren per e-mail (20km@asf.be) of per telefoon (+32 (0)2 223 36 54). Het team van ASF >> Onze 20 km Facebook pagina
Coverfoto © ASF/S. Degée