Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.
In samenwerking met het Leuvens Instituut voor Criminologie publiceerde ASF een reeks artikelen die stilstaan bij de uitdagingen en vragen als gevolg van de recente opkomst van processen om de historische onrechtvaardigheden van slavernij en kolonialisme aan te pakken, in het bijzonder in het kielzog van de Black Lives Matter-beweging.
De eerste initiatieven, die meestal nog in de kinderschoenen staan, ontstaan in voormalige koloniserende landen. Dit is vooral het geval bij vestigingskolonialisme, waarschijnlijk omdat de blijvende negatieve effecten van kolonialisme en historisch onrecht in deze landen vandaag nog steeds sterk zichtbaar en voelbaar aanwezig zijn.
Meer recentelijk hebben we ook een intensivering gezien van politieke debatten over gerechtigheid en herstel om koloniale schade en onrecht aan te pakken in landen die betrokken waren bij uitbuitings- en handelskolonialisme. In België, Frankrijk en Nederland werden verschillende onderzoekscommissies opgericht om de impact van het kolonialisme te bestuderen en maatregelen voor te stellen om hier een antwoord op te bieden – wat vaak heeft geleid tot verhitte discussies over herstelbetalingen en excuses.
Deze ontwikkelingen hebben, zowel in academische, als in beleidskringen, geleid tot denkoefeningen over de mogelijke rol die transitionele justitie kan spelen bij het bieden van gerechtigheid en genoegdoening voor het historische en hedendaagse onrecht dat voortvloeit uit het koloniale verleden. Traditioneel verwijst transitionele justitie naar een reeks maatregelen en initiatieven die worden genomen in landen die een gewapend conflict of een repressief regime hebben gekend om een antwoord te bieden op mensenrechtenschendingen en onrechtvaardigheden uit het verleden. De inzet van transitionele justitie als antwoord op koloniaal onrecht houdt dus in dat de traditionele grenzen van transitionele justitie worden verruimd, dat tevens de toepassing ervan in westerse landen wordt overwogen en dat de opvattingen over “onrecht” en “verantwoordelijkheden” die ze tracht aan te pakken, worden verruimd. Het vereist ook een kritische denkoefening over de verankering van transitionele justitie in postkoloniale normatieve en politieke kaders. Zonder deze denkoefening kan transitionele justitie zich schuldig maken aan het bestendigen van de structurele onrechtvaardigheden en machtsverschillen die het wil bestrijden.
In de bijdragen aan deze speciale reeks zijn enkele van de uitdagingen en vragen onderzocht die al deze initiatieven en denkoefeningen oproepen. Ze stellen met name de geschiktheid van transitionele justitie ter discussie als kader voor het omgaan met het koloniale verleden en het soort historisch herstelmodel dat transitionele justitie kan bieden. Op basis van de ervaringen van verschillende landen zetten de artikelen vraagtekens bij de doeltreffendheid van gevestigde transitionele mechanismen – waarheidscommissies, herstelbetalingen, processen, herdenkingen, garanties van niet-herhaling – bij het streven naar gerechtigheid en genoegdoening voor historisch en langdurig onrecht, alsook bij het verwerken van intergenerationele trauma’s die van het kolonialisme zijn geërfd. Wat uit deze beschouwingen naar voren komt, is dat transitionele justitie weliswaar nuttig kan zijn voor historisch herstel, maar dat ze te kampen heeft met politieke beperkingen (zoals ook vaak het geval is voor transitionele justitie in meer paradigmatische contexten) en dat de normatieve en ideologische kaders moeten worden herzien.
In juni 2022 is Valérie Arnould, juridisch en beleidsadviseur transitionele justitie bij ASF, tussengekomen voor de Bijzondere Parlementaire Commissie over het Belgische koloniale verleden. ASF heeft haar ervaring op het vlak van transitionele justitie kunnen delen en aanbevelingen gedaan, met name over het akkoord i.v.m. de herstelbetalingen voor de bevolking van de landen die vroeger door België gekoloniseerd werden en hun diaspora.
Het 2022 jaarverslag van AdZG
Transitional Justice & Historical Redress