
Advocaten Zonder Grenzen (ASF) en het Instituut voor Sociale Studies Rabat (RSSI) presenteren een grondige studie over de verantwoordelijkheid van ondernemingen met betrekking tot de mensenrechten in Marokko, met een focus op de praktijken van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) in de landbouw- en voedingssector. Deze analyse onthult het complexe spanningsveld tussen macht en verantwoordelijkheid dat impact heeft op de bescherming van mensenrechten in het professionele milieu.
Uiteenlopende praktijken en onvoldoende regelgeving
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt een grote verscheidenheid aan bedrijfspraktijken met betrekking tot mensenrechten, wat de beoordeling ervan bijzonder complex maakt. Waar sommige bedrijven hun verplichtingen volledig nakomen, negeren andere ze, en enkele gaan zelfs nog verder dan de wettelijke vereisten.
Desalniettemin vormen het gebrek aan naleving, schijnbare naleving of selectieve naleving van de wet grote uitdagingen voor arbeidsinspecteurs. Een uitdrukking die tijdens het onderzoek werd gebruikt, illustreert perfect deze realiteit: “De baas is de wet”.
Intrinsieke schendingen van sociale rechten
Uit de studie blijken terugkerende schendingen van fundamentele sociale rechten:
- Oneerlijke verloning: Onregelmatige betalingen en ontoereikende lonen
- Gezondheid en veiligheid: Gevaarlijke werkomstandigheden en onvoldoende bescherming.
- Schending van de vakbondsvrijheid: Discriminatie en tegenwerken van vakbondsactiviteiten
Vooral vrouwelijke werknemers worden door deze discriminatie getroffen. Zij werken vaak in de informele sector of via uitzendbureaus en onderaannemers; het onzeker karakter daarvan maakt de situatie nog precairder.
Bovendien blijft de bescherming van lokale gemeenschappen en het milieu een marginale prioriteit voor bedrijven, wat wijst op de beperkte benadering van sociale en milieuverantwoordelijkheid.
Structurele belemmeringen voor de bescherming van mensenrechten
Ook al werden er wat ad-hoc initiatieven van bepaalde leiders opgetekend om de mensenrechten te bevorderen, deze blijven onvoldoende om schendingen effectief te voorkomen en te bestraffen. Verschillende structurele factoren verklaren deze situatie:
- Gebrek aan bindende verplichtingen: Mensenrechtenverbintenissen zijn vaak gebaseerd op vrijwillige initiatieven.
- Cliëntelisme (of vriendjeskapitalisme): hechte banden tussen economische en politieke elites belemmeren de uitvoering van hervormingen.
- Ontoereikende arbeidsinspecties: gebrek aan middelen en gekwalificeerd personeel.
- Ontoereikende ‘checks and balances’: door de versnippering van de vakbeweging en de afhankelijkheid van het maatschappelijk middenveld van publieke en internationale hulp worden de mechanismen om druk uit te oefenen op bedrijven verzwakt.
Naar een sterkere verantwoordingsplicht voor bedrijven
Een grotere verantwoordelijkheid van ondernemingen met betrekking tot de mensenrechten vereist een resoluut engagement van de staat, bedrijven en vakbonden. Het is daarbij noodzakelijk om:
- Wetten en internationale verbintenissen strenger toe te passen;
- Samenwerking tussen de staat, vakbonden en bedrijven aan te moedigen om zo structurele hervormingen te ontwikkelen;
- Corruptie en cliëntelisme te bestrijden.
Respect voor de mensenrechten kan niet worden overgelaten aan vrijwillige initiatieven. Om de bescherming van werknemers en de betrokken gemeenschappen te garanderen is het essentieel dat bindende maatregelen worden aangenomen en echte checks and balances worden ingesteld.