Voorstellingen van hekserij en de gerechtelijke behandelingan van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Pénalisation des Pratiques de charlatanisme et sorcellerie en République centrafricaine

Hekserij is alomtegenwoordig

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is hekserij alomtegenwoordig: het domineert en bepaalt het dagelijkse leven van de bevolking, vooral op het platteland. Hekserij maakt integraal deel uit van de Centraal-Afrikaanse gebruiken en biedt een verklarend kader voor onverwachte gebeurtenissen of tegenslagen in het leven, zoals overlijdens, ziektes, ongevallen, tegenslag op het werk of op school, enz. De opeenvolgende crisissen die het land sinds 2013 hebben geteisterd, hebben er trouwens voor gezorgd dat hekserij vaker als verklaring gegeven wordt, net als de steeds sterkere betrokkenheid van religieuze instanties in de “strijd” tegen de hekserij (een “strijd” die vooral steunt op gewelddadige uitdrijvingen).

In het Centraal-Afrikaanse strafwetboek worden in artikelen 149 en 150 “kwakzalverij of hekserij die de openbare orde kan verstoren of schade kan toebrengen aan personen of goederen” veroordeeld, met name praktijken die “ernstige letsels of blijvende invaliditeit” of “de dood” veroorzaken. Beschuldigingen van hekserij, gebaseerd op deze twee vage en onnauwkeurige artikelen, zijn legio en leiden vaak tot een uitbarsting van geweld door een woedende menigte tegenover de beschuldigde: uitsluitingen, lynchpartijen of zelfs, in het ergste geval, executies. De beschuldigingen worden gebruikt om mensen te verwijderen die ongewenst zijn geworden in de gemeenschap en treffen onevenredig veel kwetsbare en geïsoleerde personen, vooral oudere vrouwen.

De gerechtelijke behandeling van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij

De juridische vaagheid rond de inbreuken wordt door de meeste actoren in het Centraal-Afrikaanse rechtsstelsel erkend en is een voedingsbodem voor willekeurige beslissingen. Bij de behandeling van rechtszaken rond kwakzalverij en hekserij zijn rechters geneigd te vertrouwen op hun eigen overtuigingen en geloof. Gezien de moeilijkheid om materieel bewijs voor hekserij te leveren, beschouwen de meeste gerechtelijke actoren de bekentenis van de beschuldigde als het “summum der bewijzen”, ongeacht de motieven van de beschuldigde voor het afleggen van de bekentenis, die vaak wordt afgelegd om de samenleving te sussen en/of om zichzelf te beschermen. Bovendien wegen de maatschappelijke druk van de gemeenschap en de zogenaamde bescherming van de openbare orde, die als hoger beginsel wordt ingeroepen, zwaar op de besluitvorming van rechters en vertekenen ze zelfs de rechtspraak om de meerderheid van de bevolking tevreden te stellen.

Justitie kan trouwens geen bescherming en reïntegratie garanderen van degenen die van hekserij worden beschuldigd. Door iemand voor kwakzalverij en hekserij te vervolgen, bevestigt de rechtbank de realiteit van de hekserij en blijft de veroordeelde kwetsbaar voor verdere veroordelingen en zelfs voor verder geweld (zelfs na vrijlating uit de gevangenis). Justitie heeft ook tot gevolg dat de alomtegenwoordigheid van het risico van hekserij wordt geformaliseerd, wat bijdraagt tot de levendigheid van dit soort discours. In geval van vrijspraak kan de bevolking, die de rechterlijke macht meestal wantrouwt, proberen het recht in eigen hand te nemen, indirect aangemoedigd door de kennelijke passiviteit van de gerechtelijke instellingen bij de aanpak van het geweld tegen beschuldigden.

Actie van ASF en haar partners

Sinds 2021, treden ASF en haar partners (Centre pour la promotion des droits de l’enfant (CPDE), Organisation des Jeunes leaders du développement (OJLD), Maison de l’enfant et de la femme pygmée (MEFP) en Défis et Objectifs Centrafrique (DOC)), dankzij de steun van de Europese Unie, op in het hart van het staats- en gemeenschapsrecht door de toegang tot justitie en de verdediging van vrouwen die worden beschuldigd van kwakzalverij en hekserij aan te moedigen. Bovenstaande opmerkingen zijn afkomstig uit de studie “Les représentations sorcellaires et traitement judiciaire de l’infraction des Pratiques de Charlatanisme et de Sorcellerie en RCA”. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van Advocaten Zonder Grenzen in het kader van het project ” Contribuer au respect durable du droit au procès équitable et des droits inhérents à la personne humaine pour les femmes accusées de sorcellerie en RCA”, om de acties en toekomstige interventies van de organisatie op dit gebied verder te onderbouwen.

Strafbaarstelling van charlatanisme en hekserij: Een obstakel voor de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) wordt het beoefenen van kwakzalverij en hekserij (PCS) als een strafbaar feit beschouwd. De vervolging van verdachten van PCS leidt vaak tot ernstige mensenrechtenschendingen en treft systematisch vrouwen en kinderen. In de vrouwengevangenis van Bimbo zit de helft van de vrouwen gevangen wegens vermeende PCS-feiten. De repressie waaronder degenen die van PCS worden beschuldigd, te lijden hebben, kan een gevolg zijn van de formele rechtspraak, maar ook van de wraakzucht van de bevolking. Beschuldigden van PCS krijgen regelmatig te maken met vernederingen en lijfstraffen, soms met de dood tot gevolg.

Dit geweld is gebaseerd op structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing tegen vrouwen en bepaalde kwetsbare personen. Het geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen verhinderen.

Het doel van ASF is niet het bestrijden van de overtuigingen die geworteld zijn in de Centraal-Afrikaanse samenleving, maar wel het bestrijden van de “heksenjacht”. De actie van ASF in dit verband baseert zich dan ook hoofdzakelijk op drie prioriteiten.

(i) Met de steun van ASF organiseren maatschappelijke middenveldorganisaties bewustmakings- en informatiesessies over deze praktijken, over de neiging om zich vooral op bepaalde bevolkingsgroepen te richten en op de rampzalige gevolgen die ze kunnen hebben op het leven van deze mensen.

(ii) ASF werkt aan holistische bijstand voor mensen die beschuldigd worden van PCS. In samenwerking met het maatschappelijke middenveld, strafrechtelijke actoren, gemeenschapsleiders en NGO’s, waakt ASF erover om mensen die beschuldigd worden van PCS zo vroeg mogelijk op te sporen. Op die manier kunnen ze juridische bijstand genieten vanaf het moment dat ze in hechtenis worden genomen en tijdens hun eventuele voorlopige hechtenis. Het is ook van essentieel belang om deze mensen zo snel mogelijk bij te staan om de gevolgen van een dergelijke beschuldiging te beperken voor hun reputatie, en dus voor hun kansen om opnieuw in de gemeenschap te integreren of in hun eigen bestaan en dat van hun gezin te kunnen voorzien.

(iii) ASF heeft vastgesteld dat het juridische arsenaal van de Centraal-Afrikaanse Republiek ontoereikend is om dit maatschappelijke verschijnsel aan te pakken. Het strafbare feit is niet duidelijk gedefinieerd en momenteel kan er een heel breed scala aan bewijzen en aanwijzingen worden gebruikt om dit strafbare feit voor de rechter te bewijzen, ondanks het feit dat er niks in het strafwetboek is gedefinieerd. ASF onderzoekt hoe men een beter inzicht kan krijgen in de sociaal-culturele behandeling van PCS zodat er op termijn gepleit kan worden om dergelijke feiten aan te pakken met respect voor de mensenrechten.

Indonesië: 5 jaar strijden voor toegang tot rechtspraak

In 2017 startte ASF haar activiteiten in Indonesië op, samen met twee lokale partners. Samen streefden we ernaar om de toegang te verbeteren tot zowel formele als informele rechtsmechanismen voor gemarginaliseerde en groepen in kwetsbare situaties door middel van een verbeterde dienstverlening voor de gemeenschap. Zo hebben we specifiek aandacht besteed aan de opleiding en ondersteuning van parajuristen, zodat ze de plaatselijke bevolking kunnen bijstaan in hun behoeften op het gebied van rechtspraak.

In landen met zeer weinig advocaten per hoofd van de bevolking, zorgen parajuristen die niet over een rechtendiploma beschikken, maar wel over een grondige basiskennis van het recht en het nodige inzicht in het rechtssysteem, voor juridische ondersteuning en advies voor de bevolking. ASF heeft in verschillende van haar landen waar ze actief is met parajuristen gewerkt, omdat ze een fundamentele rol kunnen spelen bij het ondersteunen van de plaatselijke bevolking om toegang te krijgen tot rechtspraak.

Bij de start van het project werd een perceptiestudie uitgevoerd over parajuristen en de rol die ze kunnen spelen bij het verbeteren van de toegang tot rechtspraak. De bevindingen werden gebruikt om opleidingsmodules voor te bereiden. Deze modules werden vervolgens door verschillende plaatselijke organisaties gebruikt om de vaardigheden van deze parajuristen te versterken. Ze bestrijken een groot aantal onderwerpen, met een variabele thematische en geografische dekking, waardoor ze flexibel en nuttig zijn voor een groot aantal organisaties. Onze partners hebben ondervonden dat ze een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van de opzet van de plaatselijke verordening inzake rechtsbijstand in Bali in 2019.

In het kader van het project werden drie digitale platformen gelanceerd om organisaties uit het maatschappelijke middenveld te ondersteunen.

Verder werd er een case management systeem opgezet dat nu door verschillende organisaties gebruikt wordt om de zaken waaraan ze werken in een databank te beheren. Dit systeem werd ontwikkeld in open source, zodat elke rechtsbijstandsorganisatie dit vrij kan gebruiken. 

Het Paralegal Information System werd opgezet om de parajuristen te helpen bij het aanvragen en ontvangen van juridische ondersteuning van advocaten om hen te helpen bij de zaken waaraan ze werken.

Tot slot werd er nog een toepassing gecreëerd, E-resource genaamd, om rechtsbijstandsverleners toegang te geven tot boeken en andere bronnen.

Ter ondersteuning van de pleitbezorging werd een praktijkgemeenschap opgericht met meerdere stakeholders die zich met rechtsbijstand bezighouden. Dit gaf de leden de gelegenheid om te debatteren over toekomstige noodzakelijke wetgevende hervormingen.

Tijdens die 5 jaar in Indonesië konden we, samen met onze partners, belangrijke conclusies trekken met betrekking tot de toegang tot rechtspraak in de regio. Ten eerste valt niet te ontkennen dat parajuristen een essentiële rol spelen bij het bijstaan van de plaatselijke bevolking in hun rechtsbijstandsbehoeften. Hun status moet dan ook verder erkend worden door de lokale en nationale overheden. Ten tweede is de opzet van flexibele opleidingsmodules met de mogelijkheid om het materiaal te kiezen gemakkelijker te ontplooien en verdient dit de voorkeur ten opzichte van een vast leerplan. Ten slotte is het gebruik van digitale platformen ter versterking van de organisaties in het maatschappelijke middenveld weliswaar veelbelovend gebleken, maar de uitvoering ervan bleek zeer duur en tijdrovend te zijn. Dit moet eigenlijk op maat gemaakt worden voor elke organisatie, wat maanden van besprekingen kan vergen. Om het voortbestaan te kunnen garanderen moeten er bovendien voldoende middelen gevonden worden voor het onderhoud en de ondersteuning door een IT-medewerker.

Internationale Vrouwendag: Gender en hekserij in de Centraal-Afrikaanse Republiek, bestrijding van vrouwen- en kinderdiscriminatie

In de Centraal-Afrikaanse Republiek worden vrouwen en kinderen systematisch het slachtoffer van vervolging van mensen beschuldigd van hekserij en kwakzalverij (PCS), wat vaak leidt tot ernstige schendingen van de mensenrechten. Deze stand van zaken moet onderzocht worden vanuit het oogpunt van gendergeweld.

In verschillende internationale rapporten over schendingen van de mensenrechten wordt uitdrukkelijk gewezen op het feit dat de Centraal-Afrikaanse Republiek haar plicht om burgers te beschermen niet nakomt, met name meisjes en vrouwen beschuldigd van hekserij/kwakzalverij die het slachtoffer zijn van ernstig geweld, zelfs tot de dood erop volgt, door gewapende groepen of groepen van mensen.

In dit verband leert de ervaring dat dergelijk geweld geworteld is in structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing ten opzichte van vrouwen en bepaalde categorieën kwetsbare personen. Dit soort geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen in de weg staan.

Acties

Samen met haar Centraal-Afrikaanse partners en dankzij een gezamenlijke financiering van de Europese Unie en het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken, zet ASF zich in om het respect voor de procedurele waarborgen en de toegang tot de rechtspleging voor vrouwen en minderjarigen (in het bijzonder diegenen die beschuldigd worden van hekserij/kwakzalverij (PCS)) te bevorderen, door duurzame acties te ondernemen om de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen weg te werken.

We zetten in op drie domeinen om dit doel te bereiken.

  1. Legal empowerment, waarbij mensen als volwaardige stakeholders bij de verwezenlijking van hun rechten beschouwd worden en verschillende mechanismen geïntegreerd worden
  2. Wettelijke vertegenwoordiging en rechtsmiddelen, gebaseerd op de wet en met eerbiediging van de rechten van vrouwen en kinderen
  3. Institutionele stakeholders ertoe bewegen hervormingen en praktijken goed te keuren die stroken met de rechten van de vrouw, met name op het gebied van hekserij/kwakzalverij (PCS). Dit domein vult de vorige perfect aan want op deze manier wordt er invloed uitgeoefend en gepleit op basis van de realiteit ter plaatse.

De actie draagt bij tot het zichtbaar maken van de specifieke behoeften van slachtoffers van gendergeweld en potentieel getroffen groepen en tot het versterken van de stem van de betrokkenen op centraal niveau om de goedkeuring en uitvoering aan te moedigen van hervormingen die genderongelijkheden en schendingen van mensenrechten van personen die vervolgd worden voor hekserij/kwakzalverij, duurzaam aanpakken.

Rechtsklinieken ter ondersteuning van de toegang tot de rechtspraak in tijden van pandemie

Over de hele wereld heeft de pandemie mensen verder weggeduwd van de rechtspraak. In Marokko doet ASF sinds enkele jaren een beroep op rechtsklinieken, opgezet aan de universiteiten, om de toegang te bevorderen, in het bijzonder voor mensen in kwetsbare situaties. Onder toezicht van docenten en juristen verlenen de studenten juridische diensten aan de bevolking.

Tijdens de pandemie hebben deze organisaties ASF en de partners in staat gesteld om het contact met de justitiabelen te behouden, en in het bijzonder met één van de belangrijkste doelgroepen: de vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld. Een van de averechtse effecten van de lockdown die opgelegd werd om de verspreiding van het virus tegen te gaan, was de daaruit voortvloeiende toename van het aantal meldingen van huiselijk geweld. De onmogelijkheid om zich te verplaatsen en de sluiting van bepaalde overheidsdiensten hebben de slachtoffers van huiselijk geweld de gebruikelijke zorgstelsels ontnomen.

In reactie daarop is de rechtskliniek doorgegaan met het verstrekken van juridisch advies en begeleiding via telefonische consulten en Whatsapp. Door rekening te houden met de gebruikspatronen van de gebruikers, kon ASF contact houden met de vrouwelijke slachtoffers om hen ook tijdens de lockdown te begeleiden.

De pandemie vormde ook een uitdaging voor de organisatie van de rechtsklinieken. De verplaatsingen naar de gevangenissen en vluchthuizen waren beperkt, evenals de toegang tot de gebouwen van de rechtskliniek. Om deze situatie op te vangen, boden vier vrouwelijke advocaten via verschillende digitale platformen (Zoom en Whatsapp) aan om de oproepen van de justitiabelen te ontvangen en in te gaan op hun behoefte aan juridisch advies en begeleiding.

De coaching- en capaciteitsopbouwsessies online voor studenten waren een groot succes. Ondanks enkele initiële aanpassingsmoeilijkheden konden de studenten, ondersteund door advocaten, klachten in ontvangst nemen en slachtoffers doorverwijzen.

De rechtsklinieken organiseerden ook fictieve processen via Zoom, om studenten voor te bereiden op de digitalisering van de strafrechtsketen (en met name op processen op afstand). Dankzij deze activiteit kon ASF anticiperen op de toekomstige uitdagingen van de transformatie.

Promoten van de rechtstoegang via gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma’s

In Oeganda wordt de rechtstoegang beperkt door de financiële middelen van de plaatselijke bevolking, maar ook door de afstand tot de rechtbanken. De meeste rechtshandhavingsdiensten bevinden zich in de steden en de centrale regio: slechts 18,2% van de plattelandsbevolking heeft binnen een straal van 5 km toegang tot een politierechtbank (in vergelijking met 56% in de steden). Deze afstand creëert een fysieke barrière die ertoe kan leiden dat slachtoffers of rechtzoekenden afstand doen van hun rechten.

Vrouwen worden bovendien met extra uitdagingen geconfronteerd omdat genderdiscriminatie en patriarchale normen hen er vaak van weerhouden hun geschillen voor de staatsrechtbanken te beslechten. Het wordt namelijk als ongepast beschouwd voor vrouwen om in het openbaar over familiezaken te praten.

Om al deze redenen maken veel mensen gebruik van het informele rechtssysteem om conflicten op te lossen. En bemiddelaars binnen de gemeenschap spelen hierbij een grote rol om de plaatselijke bevolking bij te staan in hun eisen om gerechtigheid, vooral bij vrouwen die nog steeds te maken hebben met structurele moeilijkheden op basis van hun geslacht en die moeite hebben om een veilige omgeving te vinden om hun grieven te uiten.

Via de bemiddelingsprojecten DGD en LEWUTI heeft ASF in 2020 bemiddeling verleend aan 633 personen in de regio’s Karamoja, Albertine en Acholi. De bemiddelingen uitgevoerd door de door ASF opgeleide bemiddelaars werden positief onthaald. In het kader van het LEWUTI-project bijvoorbeeld, toonden 94% van de gebruikers zich tevreden over de diensten.

De opzet van het project is een belangrijke factor geweest voor het succes ervan. Het gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma van ASF, gefinancierd door ENABEL en DGD, biedt een basis voor een consistente en op mensenrechten gebaseerde benadering van bemiddeling. Het stelt de vertrouwenspersonen binnen de gemeenschap beter in staat om te handelen door hun vaardigheden op het vlak van geschillenbeslechting aan te scherpen. De bemiddelaars werken binnen hun eigen gemeenschap en bieden gratis bemiddeling aan de gemeenschap aan.

Bovendien hebben ze elk een coach en een mentor om hen voortdurend te begeleiden op het vlak van rechtspraak en doorverwijzingsdiensten waarvan ze gebruik kunnen maken. De ondersteunende mentoring en coaching hebben de kwaliteit van de bemiddelingen en de doorverwijzingen door de bemiddelaars verbeterd. Bovendien konden ze zo het vertrouwen winnen binnen de gemeenschap en bij de lokale leiders en ouderen die voortdurend zaken doorverwijzen naar de door ASF opgeleide bemiddelaars.

De diensten van de gemeenschapsbemiddelaars kwamen zeer goed van pas op het hoogtepunt van de Covid-19-pandemie, vooral vanwege de beperkingen die het gevolg waren van de crisis. De bemiddelaars vormden een kritieke eerstelijns juridische ondersteuning tijdens de wereldwijde pandemie, want die zorgde ook voor meer ongelijkheid bij de rechtstoegang, en dan vooral op het platteland.

Indonesië – Geïntegreerde dienstverlening en een veilige omgeving bieden voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld tijdens de pandemie

Wereldwijd is de toename van geweld tegen vrouwen een betreurenswaardig gevolg van de COVID-19-pandemie geweest. Indonesië vormde daarop geen uitzondering. Op basis van de gegevens die onze lokale partners verzameld hebben, zien we dat het aantal ingediende klachten in Jakarta tussen 2019 en 2020 met 50% gestegen is. Deze cijfers herinneren ons er nog maar eens aan dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog steeds sterk verankerd is in de Indonesische samenleving.

Doordat de formulering van het COVID-19-beleid geen rekening hield met genderdiscriminatie, zijn deze ongelijkheden nog scherper geworden. De beschikbaarheid en toegankelijkheid van de sociale diensten voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld blijven veel te schaars. Fysieke en mentale hulpverlening, voldoende budgetten, toegang tot informatie en een veilige omgeving, mogelijkheid om klacht in te dienen, … zoveel verschillende domeinen waaraan gewerkt moet worden om de slachtoffers verder te helpen.

Gezien de vele domeinen die voor verbetering vatbaar zijn, heeft ASF besloten om hun actie te focussen op pleitbezorging om de overheden aan te moedigen om multidisciplinaire dienstverlening aan te bieden ter ondersteuning van vrouwen die met deze problemen geconfronteerd worden. In 2020 hield ASF verschillende onlinevergaderingen met rechtspractici en formuleerde men aanbevelingen voor de lokale overheden, als uitloper van het pleidooi voor de oprichting van een geïntegreerd strafrechtelijk systeem in Indonesië.

De laatste pleidooien van ASF en hun partners hebben er reeds toe geleid dat de gouverneur van Jakarta maatregelen heeft genomen om gevallen van huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen te voorkomen en aan te pakken. Zo zijn er in het openbaar vervoer mogelijkheden gecreëerd waar vrouwen hun klacht kunnen indienen en werd er een onlinetoepassing en hotline opgezet om het indienen van klachten te vergemakkelijken. De lokale overheid heeft ook toegezegd om slachtoffers een veilige huisvesting en juridische, sociale en gezondheidsfaciliteiten te bieden. Verder erkent het nieuwe beleid dat de staat verantwoordelijk is voor de bewustmaking inzake gendergelijkheid.

Deze nieuwe aanpak en de erkenning van de behoefte aan implementatie van multidisciplinaire dienstverlening om de toegang tot rechtspraak voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld te verbeteren, zouden in Indonesië een belangrijk precedent kunnen vormen voor andere rechtzoekenden. Dit is een heel belangrijke stap vooruit in de aanpak van de toegang tot rechtspraak in de regio en ASF hoopt dat hierop verder gebouwd kan worden om de mensenrechten in het land verder uit te bouwen.

Portret van partners 3/4 : Annie Masengo

Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen. Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder) Vandaag is het Annie Masengo die het woord neemt om het met ons te hebben over de strijd die ze voert met de Congolese Liga tegen Corruptie (LICOCO). Ze heeft het over wat haar heeft gemotiveerd om zich in te zetten voor de strijd tegen corruptie, een endemisch fenomeen in de sector van natuurlijke hulpbronnen, en over hoe belangrijk het is dat alle leden van de gemeenschappen, zonder onderscheid naar gender, hun stem kunnen laten horen. Spreken over het recht van vrouwen om de geesten te doen veranderen
  • Kan u ons vertellen over uw achtergrond en uw engagement, en over hoe en waarom u hier vandaag bent?
Ik ben sinds 2000 advocate, dat is mijn hoofdberoep. In 2006 ben ik begonnen met mijn werk in het verenigingsleven, en meer bepaald in de ngo Nieuwe dynamiek voor jonge vrouwen. Het doel van deze ngo is het verdedigen van de rechten van vrouwen en meisjes, het bestrijden van seksueel geweld en het bestrijden van de straffeloosheid rond dit geweld. Ik ben lang bij deze organisatie gebleven, maar er was nog een ander thema dat mij na aan het hart lag: de strijd tegen corruptie, vooral gezien het niveau van corruptie dat ons land heeft bereikt. De wens om het beter te doen, om te pleiten voor verandering heeft me ertoe aangezet om me op beide gebieden te engageren en daarom heb ik besloten om me bij LICOCO aan te sluiten. Ik wil de corruptie bestrijden, zonder de genderkwestie te vergeten, want die twee zijn ook nauw met elkaar verbonden. In deze structuur hou ik mij bezig met de CAJAC, de Centra voor Gerechtelijke Bijstand en Burgeracties. Het is in deze centra dat we de verschillende klachten ontvangen van mensen die hun zaken voor de rechter hebben gebracht maar die niet hebben gewonnen vanwege vertragingen in de behandeling van hun dossiers, corruptie, enzovoorts. De wil om anderen te helpen is wat mij elke dag opnieuw drijft. Ik hou ervan dat mensen comfortabel kunnen leven. Maar jammer genoeg leven wij in een samenleving waar de dingen niet functioneren zoals we dat zouden willen. Dat is waarom ik de rangen vervoeg van de onderdrukten, van diegenen die verstoken zijn van hun rechten, van justitie, van alles. Ik wil schouder aan schouder met hen vechten.
  • Zonet vermeldde u het feit dat alles met elkaar verband houdt: corruptie, vrouwen, het recht… Denkt u ook dat er een verband bestaat met natuurlijke hulpbronnen? Kan u ons daar wat meer over vertellen?
Natuurlijk is het allemaal verbonden! Het bestrijden van corruptie in het beheer van natuurlijke hulpbronnen is juist een manier om de gemeenschap te helpen om te profiteren van iets wat van rechtswege van hen is. In deze sector zijn er te veel actoren die de rechten van de lokale gemeenschappen met voeten treden, die hun land overnemen zonder zelfs maar contact met hen op te nemen, of die rechtstreeks te maken hebben met degenen die het land besturen zonder rekening te houden met de aanwezigheid van deze gemeenschappen. En als deze gemeenschappen klagen, vindt er een soort van armworstelen plaats en gaat men onmiddellijk over tot corruptie, het uitoefenen van invloed, om te voorkomen dat de gemeenschappen hun rechten opeisen. Al te vaak stuiten deze gemeenschappen op hindernissen en weten ze niet meer van welk hout pijlen maken. Daarom moeten we met hen vechten. Deze strijd maakt ook ontwikkeling mogelijk. Want we kunnen het niet over ontwikkeling hebben zolang er sprake is van grootschalige corruptie. In de grondwet zelf wordt erkend dat de rijkdom van dit land moet worden gedeeld met en tussen gemeenschappen. Maar in werkelijkheid moet je vaststellen dat deze gemeenschappen nergens van profiteren. Je merkt dat als bedrijven eenmaal ergens wil gaan ontginnen omdat er ertslagen, mineralen, etc. zijn gevonden, zij direct naar de autoriteiten gaan. Ze gaan naar hen toe, ze geven geschenken, ze tekenen contracten, soms zonder rekening te houden met het feit dat er mensen in de buurt wonen waarover het gaat! Ze houden geen rekening met de gevolgen die het kan hebben voor de gezondheid van mensen, ze praten niet over vervuiling… Ze praten niet over dat alles. En het is nog erger! Tegelijkertijd, als ze in harmonie met de gemeenschappen willen zijn, laten ze hen contracten ondertekenen die niet worden gerespecteerd, doen ze toezeggingen die niet worden nagekomen, beweren ze dat ze mensen zullen vergoeden en royalty’s aan de gemeenschappen zullen betalen, maar dat zullen ze niet doen. Soms wordt een groep van zogenaamde vertegenwoordigers van deze gemeenschappen als instrument gebruikt, krijgen ze een kleine hoeveelheid geld, en dan profiteert de hele bevolking die achterblijft nergens van, en degenen die deze families lijken te vertegenwoordigen krijgen meer dan de anderen. Ze gaan zelfs zover dat ze voorkomen dat deze mensen hun rechten kennen. Zodra de gemeenschappen het gevoel hebben dat hun rechten met voeten worden getreden, zullen deze bedrijven, als ze naar de rechtbank gaan, ook naar de rechtbank gaan, in beroep gaan, de magistraten benaderen, hen omkopen, en de kleine mensen blijven achter zonder kracht, zonder iets. En in dat soort situaties zullen de machthebbers proberen de claims de kop in te drukken en dit gaat onopgemerkt voorbij, omdat deze gemeenschappen niet weten waar ze naartoe moeten om gerechtigheid te krijgen. Daarom zijn we geïnteresseerd in deze strijd, omdat deze gemeenschappen het recht hebben om te profiteren van alles waar ze recht op hebben. Het genderaspect is zeer, zeer belangrijk, omdat je verschillende categorieën mensen in de gemeenschap hebt, met verschillende realiteiten en verschillende behoeften. Mensen zijn altijd al gewend geweest aan het idee dat als we het over “gemeenschap” hebben, het alleen maar mannen zijn. Het bestaan van de vrouwen wordt terzijde geschoven, ook al maken ze integraal deel uit van deze gemeenschap en zijn ze zelfs met veel meer! Maar wanneer mannen rond een tafel zitten om te beslissen over de ontwikkeling van het dorp, of over de evolutie van hun gemeenschap, of wanneer ze worden benaderd voor onderhandelingen met betrekking tot de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, dan benoemen ze vertegenwoordigers onder elkaar, ontmoeten ze elkaar daar, en beslissen ze onder elkaar. Maar het zijn er niet veel, het zijn alleen mannen, en ze gaan beslissingen nemen over zaken die hen vaak niet aangaan, die minder invloed op hen hebben dan op vrouwen. Ik denk bijvoorbeeld aan alle beslissingen die mannen op het land nemen, terwijl we allemaal weten dat het vrouwen zijn die op het land en op de boerderij werken om hun gezin te onderhouden. Ze weten niet wat vrouwen willen, ze sluiten hen gewoon uit. En bovendien spreken ze alsof ze voor iedereen spreken. En als ze dat doen, is dit spreken een groot probleem omdat de behoeften van vrouwen niet gekend, niet erkend en niet geuit zullen worden. Het is noodzakelijk dat mensen het idee dat vrouwen zwakke wezens zijn, dat ze als objecten behandeld kunnen worden, uit hun hoofd halen. Er moet rekening mee worden gehouden dat vrouwen en mannen hetzelfde potentieel hebben, even intelligent zijn en dat vrouwen kunnen en moeten bijdragen aan de ontwikkeling van hun hele gemeenschap. In alles wat we doen, op de plekken waar besluiten genomen worden, in de keuzes die we namens de gemeenschap maken, moeten vrouwen aanwezig zijn, omdat zij het meest in staat zijn om hun eigen behoeften te uiten. Onze wetten zijn hier duidelijk over, gebruiken en gewoonten die een categorie mensen vernederen moeten worden verboden. Want als er wetten zijn, waarom blijven vrouwen dan in deze staat? Waarom helpen mannen vrouwen niet om op te staan? Waarom willen ze dat niet? Waarom begrijpen ze niet dat mannen en vrouwen moeten samenwerken om werkelijk duurzame ontwikkeling te realiseren? We willen dat vrouwen en mannen zich ontwikkelen en hand in hand vechten, en als mannen dat begrijpen, zullen ze zien dat hun strijd veel succesvoller zal zijn, zowel op het gebied van de natuurlijke hulpbronnen als elders in onze samenleving.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader. Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet

In het volgende artikel zullen burgers het woord nemen die lid zijn van de observatienetwerken die versterkt werden in het kader van dit project, om hun dagelijkse strijd voor goed bestuur en transparantie in de sector van natuurlijke hulpbronnen met ons te delen.

Portret van partners 1/4 : Marceline Nzati

Lees de portret van Ghislain (2/4) >>>

Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen. Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder) Vandaag heeft Marceline Nzati het woord. Zij is een zuster die aan het hoofd staat van de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma (CDJP). Aan het einde van een workshop die op 22 november 2019 plaatsvond in Boma in de provincie Kongo-Centraal in DRC ontmoeten we haar om haar enkele vragen te stellen. Ze heeft het over haarzelf, over hoe belangrijk het is dat de lokale bevolking de controle over het beheer van de natuurlijke hulpbronnen terugkrijgt en over de rol die vrouwen kunnen spelen om zich deze onderwerpen weer eigen te maken. Marceline: verdedigen van de menselijke waardigheid dankzij kennis van het recht
  • Wat is uw persoonlijke achtergrond? Hoe bent u bij CDJP terechtgekomen?
Ik ging naar de basisschool en de middelbare school in Congo, daarna was ik een paar jaar leraar voordat ik in Kinshasa ging studeren. In de hoofdstad heb ik de catechese gevolgd, omdat ik zeer geïnteresseerd was in religieus, christelijk, jeugd- en volwassenenonderwijs. De leiders boden me vervolgens aan om me naar Lourdes te sturen, naar een vormingscentrum voor zusters. Na drie jaar studeerde ik af aan de Katholieke Universiteit van Lille, Frankrijk, en in 1990 keerde ik terug naar Congo. Zodra ik terugkwam, had ik de leiding over de schoolcatechese, werkte ik in een pastoraal centrum en vormde ik pastorale animatoren in de parochies. Toen kwam er een nieuwe bisschop. Eerst was ik de secretaris van het bisdom, en toen de CDJP werd opgericht, werd mij voorgesteld er deel van uit te maken. En ik werk er nu al meer dan 20 jaar!
  • Kan u de CDJP aan ons voorstellen?
De CDJP is een orgaan van de kerk dat zich inzet voor mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Ons doel is het bereiken van harmonieuze relaties in de samenleving tussen mensen, maar ook tussen mensen en de rest van de wereld en het milieu. We doen vooral bewustwording en geven opleidingen over mensenrechten, vrouwenrechten en de rechten van kwetsbare groepen. We willen dat de mensen hun rechten kennen. Weet je, rechten zijn onvervreemdbare voorrechten van individuen, ze maken deel uit van de menselijke waardigheid. Zodra een mens geboren is, is hij of zij een rechtssubject, heeft hij of zij rechten en plichten, en dus moet hij of zij dat weten, want we kunnen onze waardigheid slechts verdedigen als we onze rechten kennen. En dat is belangrijk voor mannen, maar ook voor vrouwen, want er zijn hier in het Kongo-Centraal nog steeds meer vrouwen dan mannen die niets over hun rechten weten. De sociale leer van de kerk spreekt veel over de waardigheid van de persoon, rechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Dit zijn allemaal thema’s die ons bezighouden en daarom reizen we samen met andere maatschappelijke organisaties door de parochies om mensen bewust te maken van hun rechten. We behandelen ook nieuwe thema’s, zoals de strijd tegen geweld tegen vrouwen en de beginselen van goed bestuur. De CDJP maakt ook deel uit van het Observatorium van Natuurlijke Hulpbronnen (ORN). Het ORN ondersteunt de Bisschoppelijke Commissie voor Natuurlijke Hulpbronnen. Vandaag de dag zijn natuurlijke hulpbronnen een reëel probleem, omdat het leven van mensen op het spel staat. Natuurlijke hulpbronnen moeten door de Mens worden beheerd met het doel zichzelf en zijn familie te ontwikkelen, maar ook in het belang van de toekomstige generaties. Wij zijn van mening dat het essentieel is om mensen uit te leggen dat toegang tot natuurlijke hulpbronnen een recht is, dat gemeenschappen deze hulpbronnen kunnen exploiteren en kunnen profiteren van de vruchten van deze hulpbronnen. En dit is niet alleen een kwestie die de mensen in de dorpen aangaat, maar ook de politieke gemeenschap en de bedrijven. Zij die het land besturen moeten ons aan een goed beleid helpen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, maar dat doen ze niet. We verwachten dat ze mensen helpen om hun rechten te kennen, om samen te werken, om actief deel te nemen aan processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en om te profiteren van wat natuurlijke hulpbronnen opleveren. En dan zijn er nog de bedrijven. Ze komen van buitenaf, ze hebben de machines die nodig zijn voor ontginning, dus we moeten deze bedrijven kennen, met ze in contact komen, een partnerschap met ze hebben. Want niet alleen zij moeten profiteren van deze middelen, maar ook de inheemse bevolking. De hulpbronnen zijn er voor iedereen; u, die er bent, kunt ervan profiteren! Maar als we onze hulpbronnen met u delen, met de bedrijven, hebben we het recht om te weten hoe ze worden geëxploiteerd en om deel te nemen aan het beheersproces.
  • En waarom vindt u het relevant om met ASF samen te werken?
Wij zijn het maatschappelijk middenveld, wij zijn samen met de bevolking, het is belangrijk voor ons om ons te verenigen, om onze krachten te bundelen om onze rechten te verdedigen, maar ook de rechten van de Congolese burgers en gemeenschappen. Dat is waarom we met ASF samenwerken. Wat ons bevalt aan ASF is ook dat het mensen zijn die hier leven, ze begrijpen de werkelijkheid, ze zien de ongelijke verdeling, en wanneer ze komen zijn we dus tevreden en zijn we er zeker van dat we partners hebben die ons komen helpen om onze rechten te verdedigen. Samenwerken op dit domein, om de bevolking te helpen begrijpen dat ze rijkdommen bezitten en dat ze het recht hebben om ervan te profiteren, iets wat velen niet weten, is zeer belangrijk voor ons. Wij hebben de rijkdommen, nu moeten ze ons ook ten goede komen en aan onze ontwikkeling bijdragen.
  • Nadat we Marceline bedankt hebben, vragen we haar nog of een andere onderwerp belangrijk is voor haar, of ze het met ons nog over iets anders wil hebben, waarop ze meteen antwoordt:
Het is belangrijk om het over vrouwen te hebben. We proberen over vrouwen te praten, maar soms hebben we de argumenten niet.Dus als we juristen en advocaten zien die praten over het beheer van natuurlijke hulpbronnen en vrouwen op basis van juridische grondslagen, dan helpt dat ons enorm. Ik ben bijvoorbeeld geen advocaat, en dat maakt dat er veel parameters zijn die ik niet begrijp, dus het is belangrijk om erover te praten. Weet je, we zeggen hier vaak dat reflectie de moeder van de wetenschap is, dus we moeten erover praten om te onthouden en te leren, en het vervolgens door te geven.
  • Een ander lid van de CDJP, Elie, knikt en neemt het woord:
We moeten in het bijzonder aandacht hebben voor vrouwen tijdens onze bewustwordingsacties. Ook al komen ze wel, we moeten ervoor zorgen dat ze in groten getale komen en vooral dat ze actief meedoen. Op een dag kwamen we voor een bewustmakingsactie en we realiseerden ons dat het aanvangsuur dichterbij kwam maar dat er niet veel mensen waren. We vroegen de leiders om naar hun huizen te gaan en mensen te laten komen. Toen ze aankwamen, waren er veel stoelen en de mannen gingen op de stoelen zitten. De vrouwen gingen naast hen op de vloer zitten, en dat is de cultuur… Hier staat de vrouw haar plaats af aan de man, haar plaats is ver weg, op de vloer, op een afstand. Ze komen wel, maar ze zeggen niets en komen niet dichterbij, zelfs niet als er nog stoelen over zijn!
  • Marceline gaat verder:
Als we over gender praten in DRC, moeten we het hebben over de vrouw maar ook over de man, de twee moeten bewustgemaakt worden. Op bepaalde momenten is het belangrijk om bewustmaking te doen die gericht is op vrouwen, op jongeren… maar opdat er een evenwicht is in de gemeenschap, is de doelstelling op termijn dat vrouwen en mannen samen bewustgemaakt worden.
  • De dialoog gaat verder en Elie vult aan:
Ja! We hebben dus vrouwen nodig zoals Meester Annie (zie volgende portret), die een voorbeeld zijn, die het woord nemen, hen tonen wat mogelijk is. Het is een “energieboost” om andere vrouwen aan te moedigen om hetzelfde te doen.
  • Het is Marceline die dit interview afrondt door alle onderwerpen met elkaar te verbinden:
Praten over gender en praten over bestuur, dat is een recht. Het feit alleen dat je bestaat geeft je deze rechten, en vooral dan het recht op deelname. Alles is verbonden, weet u… omdat duurzame ontwikkeling niet kan bestaan zonder gemeenschappen, en gemeenschappen niet zonder vrouwen, zonder dat zij actief deelnemen en hun rechten gerealiseerd worden. Het is ook zeer belangrijk om het te hebben over duurzame ontwikkeling, want vandaag de dag lijdt de Congolese bevolking zodanig dat het enige wat voor haar van tel is, het nu is: “Ik heb honger, ik moet nu eten.” En wanneer men dan iets te eten heeft gevonden, wacht men op morgen en herbegint men. Maar dat is dus geen duurzame ontwikkeling! Duurzame ontwikkeling, dat is vandaag, morgen, overmorgen, voor ons, voor mannen, voor vrouwen, voor kinderen, voor de toekomstige generaties, en dat, het moet gezegd worden, terwijl wij van dag tot dag proberen om de boodschap over te brengen.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader. Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet

In het volgende artikel zal Ghislain

het met ons hebben over zijn werk met

de Congolese Liga tegen Corruptie

Lees de portret van Ghislain (2/4) >>>

Digging for power: vrouwenemancipatie in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie

Kampala, 8 maart 2019 – Terwijl we vandaag internationale vrouwendag vieren, publiceert ASF haar analyse van de vorderingen en gebreken met betrekking tot het realiseren van vrouwenrechten in de context van de Oegandese winningsindustrie. Ontwikkelingen in de olie- en mijnbouwindustrie in Oeganda staan bol van beloftes over economische en sociale vooruitgang. Echter, vanwege de vele economische belangen is respect voor de mensenrechten van lokale gemeenschappen nog verre van een feit. Zoals in andere vergelijkbare contexten, zijn de schendingen van vrouwenrechten talrijk en neemt genderongelijkheid toe. Zo krijgen mannen vaker een groter aandeel in de opbrengsten in de vorm van een baan en een inkomen, terwijl vrouwen vaker te maken krijgen met de negatieve gevolgen – sociale disrupties, milieudegradatie – die hun inkomstenbronnen en fysieke integriteit aantasten. In een recent onderzoek dat dé hotspots omvat voor de winningsindustrie in de Bunyoro- en Karamojaregio’s (olie en mijnbouw), onderzocht Advocaten Zonder Grenzen (ASF) hoe vrouwen met economische transformatie en de impact daarvan kunnen omgaan. Het rapport toont aan hoe – in een omgeving die gekarakteriseerd worden door patriarchale dynamieken, zwakke handhaving van de wet en grote machtsongelijkheden – vrouwen er wel in slagen om initiatieven te nemen om hun directe noden van economische aard te beantwoorden, maar slechts een beperkte capaciteit hebben om te reageren op andere vormen van onrechtvaardigheid, zoals geweld tegen vrouwen of schendingen van hun recht op toegang tot land, op gezondheid en op een schone omgeving. Verschillende factoren hebben een invloed op hoe vrouwen zich kunnen aanpassen aan veranderingen die hen door de mijnbouw worden opgedrongen. Spaargroepen bijvoorbeeld maken actie mogelijk omdat ze een basis vormen voor collectieve initiatieven van vrouwen in publieke ruimtes die anders door mannen gedomineerd worden. Maar aan de andere kant tonen onze resultaten ook aan dat de macht van vrouwen om actie te ondernemen of onrecht te herstellen in het licht van ontwikkelingen in de winningsindustrie beperkt is wanneer ze moeten steunen op externe mogelijkheden. Gezien de geschiedenis van gebrekkige instellingen en wetshandhaving in Oeganda is deze conclusie weinig verrassend. Onze data tonen echter dat de komst van machtige bedrijven die door de regeringselite ondersteund worden de ondersteunende structuren zoals lokale overheden, gemeenschapsleiders en actoren inzake geschillenbeslechting verder verzwakt hebben. In de steeds asymmetrischere context die het gevolg is van industriële ontwikkelingen zijn lokale structuren slecht uitgerust om benadeelde vrouwen en gemeenschappen goed te kunnen ondersteunen. Bedrijven en nationale overheidsinstanties van hun kant bieden geen geschikte oplossingen om de negatieve gevolgen van hun activiteiten om te buigen. In de plaats daarvan gebruikten ze soms zelfs bestaande institutionele zwaktes in hun eigen belang. Uiteindelijk bestaan er erg weinig mogelijkheden voor vrouwen en gemeenschappen om hun rechten op te eisen en te doen gelden in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie. Om iets aan deze tekortkomingen te doen, pleit ASF voor een multidimensionaal programma van legal empowerment dat actoren in het hele justitiespectrum bereikt. Aan de vraagzijde moeten vrouwen en gemeenschappen die benadeeld worden door industriële ontwikkelingen uitgerust worden om niet alleen onrechtvaardigheden waarmee ze te maken krijgen te herstellen, maar ook om een actieve rol op te nemen in de socio-economische ontwikkelingen en om de elites ter verantwoordingen te roepen. Aan de aanbodzijde moeten efficiënte justitiemechanismes beschikbaar gemaakt. Activiteiten gaan daarbij van het versterken van de capaciteiten van justitieactoren op gemeenschapsniveau tot het aannemen en invoeren van wetten op basis waarvan machtige actoren in de winningsindustrie ter verantwoording geroepen kunnen worden. >> Download het ASF-rapport Digging for power: Women empowerment and justice amidst extractive industry developments in the Albertine and Karamoja, Uganda >> Bekijk de video
Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Foto © ASF/Alexia Falisse