ExPEERience Talk #11 – De Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme : een wereldwijde noodsituatie, een internationale campagne

  • Wanneer? 5 Oktober – 12u (GMT+1, Tunis) ; 13u (GMT+2, Brussel)
  • Taal: Frans
  • Gratis online evenement – Registratie verplicht

Deze 11e ExPEERience Talk is gewijd aan de Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme (‘Campaign for the Decriminalisation of Poverty, Status and Activism’). Verschillende leden van de Campagne zullen de historiek, werking en eerste successen van de Campagne toelichten, evenals de uitdagingen en mogelijkheden bespreken die het netwerken van een brede waaier aan actoren met zich meebrengt om zulks een wereldwijd en systemisch probleem aan te pakken.

Overal ter wereld hebben wetten en politie- en strafrechtpraktijken de neiging om bevolkingsgroepen in kwetsbare of gemarginaliseerde situaties (armen, daklozen, LGBTQI+-personen, sekswerkers, migranten, etc.) onevenredig te controleren, te arresteren en op te sluiten. Kleine overtredingen zoals bedelen, openbare ordeverstoring, drugsgebruik, landloperij… worden tegen deze mensen gebruikt met als enige doel om datgene wat ze vertegenwoordigen in de maatschappij te criminaliseren in plaats van de overtredingen die ze hebben begaan. In veel landen is er ook een vernauwing van de civiele ruimte en het gebruik van het strafrecht om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Deze fenomenen zijn diep geworteld in de wetgevingen, instellingen en praktijken van staten over de hele wereld.

Tijdens deze ExPEERience Talk zullen sprekers van verschillende lid organisaties van de Campagne de zeer reële gevolgen van deze repressieve wetten en praktijken voor het maatschappelijk middenveld en het grote publiek illustreren. Ze zullen het ook hebben over de verschillende acties die in het kader van de campagne worden ondernomen: gezamenlijk onderzoek, rechtszaken en lobbyen bij nationale en internationale instellingen.

Tot nu toe wordt de Campagne gesteund door zo’n vijftig maatschappelijke organisaties uit verscheidene landen. Het objectief is om de voorwaarden te scheppen voor een wereldwijde verandering in strafrechtelijke en sociale wetgevingen, beleid en praktijken via de mobilisatie van  een transnationale en multisectoriële strategie.

Speakers

  • Khayem Chemli – Head of advocacy at ASF – Euromed region (moderator)
  • Soheila Comninos – Senior program manager at Open Society Foundations
  • Arnaud Dandoy – Research & Learning Manager at ASF – Euromed region
  • Asmaa Fakhoury – Country director ASF Morocco
  • Maria José Aldanas – Policy Officer at FEANTSA

Het jaarverslag van AdZG is beschikbaar

Het team van Advocaten Zonder Grenzen is verheugd u haar laatste jaarverslag voor te stellen.

We hebben een lange weg afgelegd sinds AdZG in 1992 werd opgericht door een groep Belgische advocaten. In die 30 jaar tijd hebben honderden mensen bijgedragen om de vereniging te maken tot wat ze vandaag is: een militante organisatie, actief in een tiental landen, die stijdt tegen onrecht, ijvert voor een rechtsstaat gebaseerd op mensenrechten en voor een betere toegang tot het gerecht, dit alles in nauwe samenwerking met talrijke nationale en internationale actoren.

Deze ervaring, de lokale verankering van onze acties en de sterke banden die we hebben gesmeed met mensenrechtenverdedigers uit alle hoeken van de wereld, geven ons de kracht om impactvolle acties te blijven opzetten ten dienste van bevolkingsgroepen in kwetsbare situaties (vrouwen, kinderen, de LGBTQI+-gemeenschap, etnische minderheden, mensen in detentie, mensen in migratiesituaties, enz.)

Maar de uitdagingen zijn talrijk. Overal ter wereld worden middenveldorganisaties en mensenrechtenverdedigers geconfronteerd met zorgwekkende ontwikkelingen en trends: de opkomst van autoritaire regimes, de inkrimping van de burgerlijke ruimte, het groeiende wantrouwen van het publiek in instellingen, toegenomen sociale spanningen, enzovoort.

Mensenrechtenverdedigers werken in een context die hen steeds vijandiger gezind is. De begrippen mensenrechten en rechtsstaat zelf worden in twijfel getrokken. Activisten, advocaten en journalisten die opkomen voor de fundamentele rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen worden steeds vaker systematisch het doelwit van onliberaal repressief beleid.

Elke bladzijde van dit rapport getuigt van de kracht van de vlam die degenen drijft die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in het hart van onze samenlevingen, met gevaar en risico voor hun eigen vrijheid. Dit verslag is een eerbetoon aan ieder van hen.

ExPEERience Talk #10 – Verantwoord ondernemen en mensenrechten: het geval van de textielsector in Tunesië

Op de 10de ExPEERience Talk zullen Nadia Ben Halim (consultant) en Zeineb Mrouki (programmacoördinator AdZG Tunesië) een studie presenteren over de verantwoordelijkheid van bedrijven met betrekking tot de mensenrechten in de textielsector in het gouvernement Monastir in Tunesië.

De textielindustrie is momenteel goed voor 3.000 miljard dollar en is één van de belangrijkste economische sectoren ter wereld. In Tunesië is de kledingproductie goed voor een kwart van de industriële productie van het land in termen van bruto binnenlands product, waardoor het een centrale sector van de Tunesische economie is. Mensenrechtenorganisaties en officiële rapporten wijzen echter al jaren op systematische schendingen van de rechten van de werknemers (onwaardige arbeidsomstandigheden, informeel en illegaal werk, enz.). Onder de bedrijven die zich schuldig maken aan flagrante schendingen van de rechten van werknemers zijn veel onderaannemers van multinationals. Deze komen systematisch hun verplichtingen niet na en passen de zorgplicht niet toe in de hele toeleveringsketen, zoals de internationale normen voorschrijven.

De studie, die is uitgevoerd op basis van documentair onderzoek, veldonderzoek en met name overleg met vrouwelijke werknemers in de textielsector in het gouvernement Monastir, brengt systematische schendingen van de rechten van werknemers aan het licht, waaronder het ontbreken van sociale zekerheid, oneerlijke ontslagen, het niet verantwoorden van overuren en discriminatie die specifiek tegen vrouwen is gericht. Er worden aanbevelingen gedaan om de straffeloosheid van bedrijven ten aanzien van de door hen begane wetsovertredingen te bestrijden.

Deze studie maakt deel uit van het project PREVENT – Pour une Responsabilité et une Vigilance des Entreprises, uitgevoerd in samenwerking met Avocats Sans Frontières (ASF), Le Forum Tunisien des Droits Économiques et Sociaux (FTDES) en I Watch. Dit project heeft met name geleid tot de oprichting van een mechanisme voor toegang tot informatie en juridische bijstand voor degenen die het meest blootstaan aan schendingen door industriële ondernemingen, met name in de textielsector.

De studie wordt eind juni gepubliceerd op de website van AdZG. U kunt de beleidsnota nu al lezen op de website van AdZG: “Les travailleueur‧euse‧s du textile tunisien en quête de dignité et de justice face à des pratiques abusives et discriminatoires”.

Policy Brief : Les travailleueur.euse.s du textile tunisien en quête de dignité et de justice face à des pratiques abusives et discriminatoires

Voorstellingen van hekserij en de gerechtelijke behandelingan van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Pénalisation des Pratiques de charlatanisme et sorcellerie en République centrafricaine

Hekserij is alomtegenwoordig

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is hekserij alomtegenwoordig: het domineert en bepaalt het dagelijkse leven van de bevolking, vooral op het platteland. Hekserij maakt integraal deel uit van de Centraal-Afrikaanse gebruiken en biedt een verklarend kader voor onverwachte gebeurtenissen of tegenslagen in het leven, zoals overlijdens, ziektes, ongevallen, tegenslag op het werk of op school, enz. De opeenvolgende crisissen die het land sinds 2013 hebben geteisterd, hebben er trouwens voor gezorgd dat hekserij vaker als verklaring gegeven wordt, net als de steeds sterkere betrokkenheid van religieuze instanties in de “strijd” tegen de hekserij (een “strijd” die vooral steunt op gewelddadige uitdrijvingen).

In het Centraal-Afrikaanse strafwetboek worden in artikelen 149 en 150 “kwakzalverij of hekserij die de openbare orde kan verstoren of schade kan toebrengen aan personen of goederen” veroordeeld, met name praktijken die “ernstige letsels of blijvende invaliditeit” of “de dood” veroorzaken. Beschuldigingen van hekserij, gebaseerd op deze twee vage en onnauwkeurige artikelen, zijn legio en leiden vaak tot een uitbarsting van geweld door een woedende menigte tegenover de beschuldigde: uitsluitingen, lynchpartijen of zelfs, in het ergste geval, executies. De beschuldigingen worden gebruikt om mensen te verwijderen die ongewenst zijn geworden in de gemeenschap en treffen onevenredig veel kwetsbare en geïsoleerde personen, vooral oudere vrouwen.

De gerechtelijke behandeling van de inbreuken op kwakzalverij en hekserij

De juridische vaagheid rond de inbreuken wordt door de meeste actoren in het Centraal-Afrikaanse rechtsstelsel erkend en is een voedingsbodem voor willekeurige beslissingen. Bij de behandeling van rechtszaken rond kwakzalverij en hekserij zijn rechters geneigd te vertrouwen op hun eigen overtuigingen en geloof. Gezien de moeilijkheid om materieel bewijs voor hekserij te leveren, beschouwen de meeste gerechtelijke actoren de bekentenis van de beschuldigde als het “summum der bewijzen”, ongeacht de motieven van de beschuldigde voor het afleggen van de bekentenis, die vaak wordt afgelegd om de samenleving te sussen en/of om zichzelf te beschermen. Bovendien wegen de maatschappelijke druk van de gemeenschap en de zogenaamde bescherming van de openbare orde, die als hoger beginsel wordt ingeroepen, zwaar op de besluitvorming van rechters en vertekenen ze zelfs de rechtspraak om de meerderheid van de bevolking tevreden te stellen.

Justitie kan trouwens geen bescherming en reïntegratie garanderen van degenen die van hekserij worden beschuldigd. Door iemand voor kwakzalverij en hekserij te vervolgen, bevestigt de rechtbank de realiteit van de hekserij en blijft de veroordeelde kwetsbaar voor verdere veroordelingen en zelfs voor verder geweld (zelfs na vrijlating uit de gevangenis). Justitie heeft ook tot gevolg dat de alomtegenwoordigheid van het risico van hekserij wordt geformaliseerd, wat bijdraagt tot de levendigheid van dit soort discours. In geval van vrijspraak kan de bevolking, die de rechterlijke macht meestal wantrouwt, proberen het recht in eigen hand te nemen, indirect aangemoedigd door de kennelijke passiviteit van de gerechtelijke instellingen bij de aanpak van het geweld tegen beschuldigden.

Actie van ASF en haar partners

Sinds 2021, treden ASF en haar partners (Centre pour la promotion des droits de l’enfant (CPDE), Organisation des Jeunes leaders du développement (OJLD), Maison de l’enfant et de la femme pygmée (MEFP) en Défis et Objectifs Centrafrique (DOC)), dankzij de steun van de Europese Unie, op in het hart van het staats- en gemeenschapsrecht door de toegang tot justitie en de verdediging van vrouwen die worden beschuldigd van kwakzalverij en hekserij aan te moedigen. Bovenstaande opmerkingen zijn afkomstig uit de studie “Les représentations sorcellaires et traitement judiciaire de l’infraction des Pratiques de Charlatanisme et de Sorcellerie en RCA”. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van Advocaten Zonder Grenzen in het kader van het project ” Contribuer au respect durable du droit au procès équitable et des droits inhérents à la personne humaine pour les femmes accusées de sorcellerie en RCA”, om de acties en toekomstige interventies van de organisatie op dit gebied verder te onderbouwen.

Strafbaarstelling van charlatanisme en hekserij: Een obstakel voor de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen in de Centraal-Afrikaanse Republiek

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

In de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) wordt het beoefenen van kwakzalverij en hekserij (PCS) als een strafbaar feit beschouwd. De vervolging van verdachten van PCS leidt vaak tot ernstige mensenrechtenschendingen en treft systematisch vrouwen en kinderen. In de vrouwengevangenis van Bimbo zit de helft van de vrouwen gevangen wegens vermeende PCS-feiten. De repressie waaronder degenen die van PCS worden beschuldigd, te lijden hebben, kan een gevolg zijn van de formele rechtspraak, maar ook van de wraakzucht van de bevolking. Beschuldigden van PCS krijgen regelmatig te maken met vernederingen en lijfstraffen, soms met de dood tot gevolg.

Dit geweld is gebaseerd op structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing tegen vrouwen en bepaalde kwetsbare personen. Het geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen verhinderen.

Het doel van ASF is niet het bestrijden van de overtuigingen die geworteld zijn in de Centraal-Afrikaanse samenleving, maar wel het bestrijden van de “heksenjacht”. De actie van ASF in dit verband baseert zich dan ook hoofdzakelijk op drie prioriteiten.

(i) Met de steun van ASF organiseren maatschappelijke middenveldorganisaties bewustmakings- en informatiesessies over deze praktijken, over de neiging om zich vooral op bepaalde bevolkingsgroepen te richten en op de rampzalige gevolgen die ze kunnen hebben op het leven van deze mensen.

(ii) ASF werkt aan holistische bijstand voor mensen die beschuldigd worden van PCS. In samenwerking met het maatschappelijke middenveld, strafrechtelijke actoren, gemeenschapsleiders en NGO’s, waakt ASF erover om mensen die beschuldigd worden van PCS zo vroeg mogelijk op te sporen. Op die manier kunnen ze juridische bijstand genieten vanaf het moment dat ze in hechtenis worden genomen en tijdens hun eventuele voorlopige hechtenis. Het is ook van essentieel belang om deze mensen zo snel mogelijk bij te staan om de gevolgen van een dergelijke beschuldiging te beperken voor hun reputatie, en dus voor hun kansen om opnieuw in de gemeenschap te integreren of in hun eigen bestaan en dat van hun gezin te kunnen voorzien.

(iii) ASF heeft vastgesteld dat het juridische arsenaal van de Centraal-Afrikaanse Republiek ontoereikend is om dit maatschappelijke verschijnsel aan te pakken. Het strafbare feit is niet duidelijk gedefinieerd en momenteel kan er een heel breed scala aan bewijzen en aanwijzingen worden gebruikt om dit strafbare feit voor de rechter te bewijzen, ondanks het feit dat er niks in het strafwetboek is gedefinieerd. ASF onderzoekt hoe men een beter inzicht kan krijgen in de sociaal-culturele behandeling van PCS zodat er op termijn gepleit kan worden om dergelijke feiten aan te pakken met respect voor de mensenrechten.

Indonesië: 5 jaar strijden voor toegang tot rechtspraak

In 2017 startte ASF haar activiteiten in Indonesië op, samen met twee lokale partners. Samen streefden we ernaar om de toegang te verbeteren tot zowel formele als informele rechtsmechanismen voor gemarginaliseerde en groepen in kwetsbare situaties door middel van een verbeterde dienstverlening voor de gemeenschap. Zo hebben we specifiek aandacht besteed aan de opleiding en ondersteuning van parajuristen, zodat ze de plaatselijke bevolking kunnen bijstaan in hun behoeften op het gebied van rechtspraak.

In landen met zeer weinig advocaten per hoofd van de bevolking, zorgen parajuristen die niet over een rechtendiploma beschikken, maar wel over een grondige basiskennis van het recht en het nodige inzicht in het rechtssysteem, voor juridische ondersteuning en advies voor de bevolking. ASF heeft in verschillende van haar landen waar ze actief is met parajuristen gewerkt, omdat ze een fundamentele rol kunnen spelen bij het ondersteunen van de plaatselijke bevolking om toegang te krijgen tot rechtspraak.

Bij de start van het project werd een perceptiestudie uitgevoerd over parajuristen en de rol die ze kunnen spelen bij het verbeteren van de toegang tot rechtspraak. De bevindingen werden gebruikt om opleidingsmodules voor te bereiden. Deze modules werden vervolgens door verschillende plaatselijke organisaties gebruikt om de vaardigheden van deze parajuristen te versterken. Ze bestrijken een groot aantal onderwerpen, met een variabele thematische en geografische dekking, waardoor ze flexibel en nuttig zijn voor een groot aantal organisaties. Onze partners hebben ondervonden dat ze een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van de opzet van de plaatselijke verordening inzake rechtsbijstand in Bali in 2019.

In het kader van het project werden drie digitale platformen gelanceerd om organisaties uit het maatschappelijke middenveld te ondersteunen.

Verder werd er een case management systeem opgezet dat nu door verschillende organisaties gebruikt wordt om de zaken waaraan ze werken in een databank te beheren. Dit systeem werd ontwikkeld in open source, zodat elke rechtsbijstandsorganisatie dit vrij kan gebruiken. 

Het Paralegal Information System werd opgezet om de parajuristen te helpen bij het aanvragen en ontvangen van juridische ondersteuning van advocaten om hen te helpen bij de zaken waaraan ze werken.

Tot slot werd er nog een toepassing gecreëerd, E-resource genaamd, om rechtsbijstandsverleners toegang te geven tot boeken en andere bronnen.

Ter ondersteuning van de pleitbezorging werd een praktijkgemeenschap opgericht met meerdere stakeholders die zich met rechtsbijstand bezighouden. Dit gaf de leden de gelegenheid om te debatteren over toekomstige noodzakelijke wetgevende hervormingen.

Tijdens die 5 jaar in Indonesië konden we, samen met onze partners, belangrijke conclusies trekken met betrekking tot de toegang tot rechtspraak in de regio. Ten eerste valt niet te ontkennen dat parajuristen een essentiële rol spelen bij het bijstaan van de plaatselijke bevolking in hun rechtsbijstandsbehoeften. Hun status moet dan ook verder erkend worden door de lokale en nationale overheden. Ten tweede is de opzet van flexibele opleidingsmodules met de mogelijkheid om het materiaal te kiezen gemakkelijker te ontplooien en verdient dit de voorkeur ten opzichte van een vast leerplan. Ten slotte is het gebruik van digitale platformen ter versterking van de organisaties in het maatschappelijke middenveld weliswaar veelbelovend gebleken, maar de uitvoering ervan bleek zeer duur en tijdrovend te zijn. Dit moet eigenlijk op maat gemaakt worden voor elke organisatie, wat maanden van besprekingen kan vergen. Om het voortbestaan te kunnen garanderen moeten er bovendien voldoende middelen gevonden worden voor het onderhoud en de ondersteuning door een IT-medewerker.

Internationale Vrouwendag: Gender en hekserij in de Centraal-Afrikaanse Republiek, bestrijding van vrouwen- en kinderdiscriminatie

In de Centraal-Afrikaanse Republiek worden vrouwen en kinderen systematisch het slachtoffer van vervolging van mensen beschuldigd van hekserij en kwakzalverij (PCS), wat vaak leidt tot ernstige schendingen van de mensenrechten. Deze stand van zaken moet onderzocht worden vanuit het oogpunt van gendergeweld.

In verschillende internationale rapporten over schendingen van de mensenrechten wordt uitdrukkelijk gewezen op het feit dat de Centraal-Afrikaanse Republiek haar plicht om burgers te beschermen niet nakomt, met name meisjes en vrouwen beschuldigd van hekserij/kwakzalverij die het slachtoffer zijn van ernstig geweld, zelfs tot de dood erop volgt, door gewapende groepen of groepen van mensen.

In dit verband leert de ervaring dat dergelijk geweld geworteld is in structurele ongelijkheden en patronen van patriarchale overheersing ten opzichte van vrouwen en bepaalde categorieën kwetsbare personen. Dit soort geweld is dus een gevolg van sociale en culturele normen die de verwezenlijking van de rechten van vrouwen en minderjarigen in de weg staan.

Acties

Samen met haar Centraal-Afrikaanse partners en dankzij een gezamenlijke financiering van de Europese Unie en het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken, zet ASF zich in om het respect voor de procedurele waarborgen en de toegang tot de rechtspleging voor vrouwen en minderjarigen (in het bijzonder diegenen die beschuldigd worden van hekserij/kwakzalverij (PCS)) te bevorderen, door duurzame acties te ondernemen om de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen weg te werken.

We zetten in op drie domeinen om dit doel te bereiken.

  1. Legal empowerment, waarbij mensen als volwaardige stakeholders bij de verwezenlijking van hun rechten beschouwd worden en verschillende mechanismen geïntegreerd worden
  2. Wettelijke vertegenwoordiging en rechtsmiddelen, gebaseerd op de wet en met eerbiediging van de rechten van vrouwen en kinderen
  3. Institutionele stakeholders ertoe bewegen hervormingen en praktijken goed te keuren die stroken met de rechten van de vrouw, met name op het gebied van hekserij/kwakzalverij (PCS). Dit domein vult de vorige perfect aan want op deze manier wordt er invloed uitgeoefend en gepleit op basis van de realiteit ter plaatse.

De actie draagt bij tot het zichtbaar maken van de specifieke behoeften van slachtoffers van gendergeweld en potentieel getroffen groepen en tot het versterken van de stem van de betrokkenen op centraal niveau om de goedkeuring en uitvoering aan te moedigen van hervormingen die genderongelijkheden en schendingen van mensenrechten van personen die vervolgd worden voor hekserij/kwakzalverij, duurzaam aanpakken.

Rechtsklinieken ter ondersteuning van de toegang tot de rechtspraak in tijden van pandemie

Over de hele wereld heeft de pandemie mensen verder weggeduwd van de rechtspraak. In Marokko doet ASF sinds enkele jaren een beroep op rechtsklinieken, opgezet aan de universiteiten, om de toegang te bevorderen, in het bijzonder voor mensen in kwetsbare situaties. Onder toezicht van docenten en juristen verlenen de studenten juridische diensten aan de bevolking.

Tijdens de pandemie hebben deze organisaties ASF en de partners in staat gesteld om het contact met de justitiabelen te behouden, en in het bijzonder met één van de belangrijkste doelgroepen: de vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld. Een van de averechtse effecten van de lockdown die opgelegd werd om de verspreiding van het virus tegen te gaan, was de daaruit voortvloeiende toename van het aantal meldingen van huiselijk geweld. De onmogelijkheid om zich te verplaatsen en de sluiting van bepaalde overheidsdiensten hebben de slachtoffers van huiselijk geweld de gebruikelijke zorgstelsels ontnomen.

In reactie daarop is de rechtskliniek doorgegaan met het verstrekken van juridisch advies en begeleiding via telefonische consulten en Whatsapp. Door rekening te houden met de gebruikspatronen van de gebruikers, kon ASF contact houden met de vrouwelijke slachtoffers om hen ook tijdens de lockdown te begeleiden.

De pandemie vormde ook een uitdaging voor de organisatie van de rechtsklinieken. De verplaatsingen naar de gevangenissen en vluchthuizen waren beperkt, evenals de toegang tot de gebouwen van de rechtskliniek. Om deze situatie op te vangen, boden vier vrouwelijke advocaten via verschillende digitale platformen (Zoom en Whatsapp) aan om de oproepen van de justitiabelen te ontvangen en in te gaan op hun behoefte aan juridisch advies en begeleiding.

De coaching- en capaciteitsopbouwsessies online voor studenten waren een groot succes. Ondanks enkele initiële aanpassingsmoeilijkheden konden de studenten, ondersteund door advocaten, klachten in ontvangst nemen en slachtoffers doorverwijzen.

De rechtsklinieken organiseerden ook fictieve processen via Zoom, om studenten voor te bereiden op de digitalisering van de strafrechtsketen (en met name op processen op afstand). Dankzij deze activiteit kon ASF anticiperen op de toekomstige uitdagingen van de transformatie.

Promoten van de rechtstoegang via gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma’s

In Oeganda wordt de rechtstoegang beperkt door de financiële middelen van de plaatselijke bevolking, maar ook door de afstand tot de rechtbanken. De meeste rechtshandhavingsdiensten bevinden zich in de steden en de centrale regio: slechts 18,2% van de plattelandsbevolking heeft binnen een straal van 5 km toegang tot een politierechtbank (in vergelijking met 56% in de steden). Deze afstand creëert een fysieke barrière die ertoe kan leiden dat slachtoffers of rechtzoekenden afstand doen van hun rechten.

Vrouwen worden bovendien met extra uitdagingen geconfronteerd omdat genderdiscriminatie en patriarchale normen hen er vaak van weerhouden hun geschillen voor de staatsrechtbanken te beslechten. Het wordt namelijk als ongepast beschouwd voor vrouwen om in het openbaar over familiezaken te praten.

Om al deze redenen maken veel mensen gebruik van het informele rechtssysteem om conflicten op te lossen. En bemiddelaars binnen de gemeenschap spelen hierbij een grote rol om de plaatselijke bevolking bij te staan in hun eisen om gerechtigheid, vooral bij vrouwen die nog steeds te maken hebben met structurele moeilijkheden op basis van hun geslacht en die moeite hebben om een veilige omgeving te vinden om hun grieven te uiten.

Via de bemiddelingsprojecten DGD en LEWUTI heeft ASF in 2020 bemiddeling verleend aan 633 personen in de regio’s Karamoja, Albertine en Acholi. De bemiddelingen uitgevoerd door de door ASF opgeleide bemiddelaars werden positief onthaald. In het kader van het LEWUTI-project bijvoorbeeld, toonden 94% van de gebruikers zich tevreden over de diensten.

De opzet van het project is een belangrijke factor geweest voor het succes ervan. Het gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma van ASF, gefinancierd door ENABEL en DGD, biedt een basis voor een consistente en op mensenrechten gebaseerde benadering van bemiddeling. Het stelt de vertrouwenspersonen binnen de gemeenschap beter in staat om te handelen door hun vaardigheden op het vlak van geschillenbeslechting aan te scherpen. De bemiddelaars werken binnen hun eigen gemeenschap en bieden gratis bemiddeling aan de gemeenschap aan.

Bovendien hebben ze elk een coach en een mentor om hen voortdurend te begeleiden op het vlak van rechtspraak en doorverwijzingsdiensten waarvan ze gebruik kunnen maken. De ondersteunende mentoring en coaching hebben de kwaliteit van de bemiddelingen en de doorverwijzingen door de bemiddelaars verbeterd. Bovendien konden ze zo het vertrouwen winnen binnen de gemeenschap en bij de lokale leiders en ouderen die voortdurend zaken doorverwijzen naar de door ASF opgeleide bemiddelaars.

De diensten van de gemeenschapsbemiddelaars kwamen zeer goed van pas op het hoogtepunt van de Covid-19-pandemie, vooral vanwege de beperkingen die het gevolg waren van de crisis. De bemiddelaars vormden een kritieke eerstelijns juridische ondersteuning tijdens de wereldwijde pandemie, want die zorgde ook voor meer ongelijkheid bij de rechtstoegang, en dan vooral op het platteland.

Indonesië – Geïntegreerde dienstverlening en een veilige omgeving bieden voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld tijdens de pandemie

Wereldwijd is de toename van geweld tegen vrouwen een betreurenswaardig gevolg van de COVID-19-pandemie geweest. Indonesië vormde daarop geen uitzondering. Op basis van de gegevens die onze lokale partners verzameld hebben, zien we dat het aantal ingediende klachten in Jakarta tussen 2019 en 2020 met 50% gestegen is. Deze cijfers herinneren ons er nog maar eens aan dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog steeds sterk verankerd is in de Indonesische samenleving.

Doordat de formulering van het COVID-19-beleid geen rekening hield met genderdiscriminatie, zijn deze ongelijkheden nog scherper geworden. De beschikbaarheid en toegankelijkheid van de sociale diensten voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld blijven veel te schaars. Fysieke en mentale hulpverlening, voldoende budgetten, toegang tot informatie en een veilige omgeving, mogelijkheid om klacht in te dienen, … zoveel verschillende domeinen waaraan gewerkt moet worden om de slachtoffers verder te helpen.

Gezien de vele domeinen die voor verbetering vatbaar zijn, heeft ASF besloten om hun actie te focussen op pleitbezorging om de overheden aan te moedigen om multidisciplinaire dienstverlening aan te bieden ter ondersteuning van vrouwen die met deze problemen geconfronteerd worden. In 2020 hield ASF verschillende onlinevergaderingen met rechtspractici en formuleerde men aanbevelingen voor de lokale overheden, als uitloper van het pleidooi voor de oprichting van een geïntegreerd strafrechtelijk systeem in Indonesië.

De laatste pleidooien van ASF en hun partners hebben er reeds toe geleid dat de gouverneur van Jakarta maatregelen heeft genomen om gevallen van huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen te voorkomen en aan te pakken. Zo zijn er in het openbaar vervoer mogelijkheden gecreëerd waar vrouwen hun klacht kunnen indienen en werd er een onlinetoepassing en hotline opgezet om het indienen van klachten te vergemakkelijken. De lokale overheid heeft ook toegezegd om slachtoffers een veilige huisvesting en juridische, sociale en gezondheidsfaciliteiten te bieden. Verder erkent het nieuwe beleid dat de staat verantwoordelijk is voor de bewustmaking inzake gendergelijkheid.

Deze nieuwe aanpak en de erkenning van de behoefte aan implementatie van multidisciplinaire dienstverlening om de toegang tot rechtspraak voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld te verbeteren, zouden in Indonesië een belangrijk precedent kunnen vormen voor andere rechtzoekenden. Dit is een heel belangrijke stap vooruit in de aanpak van de toegang tot rechtspraak in de regio en ASF hoopt dat hierop verder gebouwd kan worden om de mensenrechten in het land verder uit te bouwen.