Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen.
Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder)
Vandaag is het Annie Masengo die het woord neemt om het met ons te hebben over de strijd die ze voert met de Congolese Liga tegen Corruptie (LICOCO). Ze heeft het over wat haar heeft gemotiveerd om zich in te zetten voor de strijd tegen corruptie, een endemisch fenomeen in de sector van natuurlijke hulpbronnen, en over hoe belangrijk het is dat alle leden van de gemeenschappen, zonder onderscheid naar gender, hun stem kunnen laten horen.
Spreken over het recht van vrouwen om de geesten te doen veranderen
Kan u ons vertellen over uw achtergrond en uw engagement, en over hoe en waarom u hier vandaag bent?
Ik ben sinds 2000 advocate, dat is mijn hoofdberoep. In 2006 ben ik begonnen met mijn werk in het verenigingsleven, en meer bepaald in de ngo Nieuwe dynamiek voor jonge vrouwen. Het doel van deze ngo is het verdedigen van de rechten van vrouwen en meisjes, het bestrijden van seksueel geweld en het bestrijden van de straffeloosheid rond dit geweld. Ik ben lang bij deze organisatie gebleven, maar er was nog een ander thema dat mij na aan het hart lag: de strijd tegen corruptie, vooral gezien het niveau van corruptie dat ons land heeft bereikt.
De wens om het beter te doen, om te pleiten voor verandering heeft me ertoe aangezet om me op beide gebieden te engageren en daarom heb ik besloten om me bij LICOCO aan te sluiten. Ik wil de corruptie bestrijden, zonder de genderkwestie te vergeten, want die twee zijn ook nauw met elkaar verbonden. In deze structuur hou ik mij bezig met de CAJAC, de Centra voor Gerechtelijke Bijstand en Burgeracties. Het is in deze centra dat we de verschillende klachten ontvangen van mensen die hun zaken voor de rechter hebben gebracht maar die niet hebben gewonnen vanwege vertragingen in de behandeling van hun dossiers, corruptie, enzovoorts.
De wil om anderen te helpen is wat mij elke dag opnieuw drijft. Ik hou ervan dat mensen comfortabel kunnen leven. Maar jammer genoeg leven wij in een samenleving waar de dingen niet functioneren zoals we dat zouden willen. Dat is waarom ik de rangen vervoeg van de onderdrukten, van diegenen die verstoken zijn van hun rechten, van justitie, van alles. Ik wil schouder aan schouder met hen vechten.
Zonet vermeldde u het feit dat alles met elkaar verband houdt: corruptie, vrouwen, het recht… Denkt u ook dat er een verband bestaat met natuurlijke hulpbronnen? Kan u ons daar wat meer over vertellen?
Natuurlijk is het allemaal verbonden! Het bestrijden van corruptie in het beheer van natuurlijke hulpbronnen is juist een manier om de gemeenschap te helpen om te profiteren van iets wat van rechtswege van hen is. In deze sector zijn er te veel actoren die de rechten van de lokale gemeenschappen met voeten treden, die hun land overnemen zonder zelfs maar contact met hen op te nemen, of die rechtstreeks te maken hebben met degenen die het land besturen zonder rekening te houden met de aanwezigheid van deze gemeenschappen. En als deze gemeenschappen klagen, vindt er een soort van armworstelen plaats en gaat men onmiddellijk over tot corruptie, het uitoefenen van invloed, om te voorkomen dat de gemeenschappen hun rechten opeisen. Al te vaak stuiten deze gemeenschappen op hindernissen en weten ze niet meer van welk hout pijlen maken. Daarom moeten we met hen vechten.
Deze strijd maakt ook ontwikkeling mogelijk. Want we kunnen het niet over ontwikkeling hebben zolang er sprake is van grootschalige corruptie. In de grondwet zelf wordt erkend dat de rijkdom van dit land moet worden gedeeld met en tussen gemeenschappen. Maar in werkelijkheid moet je vaststellen dat deze gemeenschappen nergens van profiteren. Je merkt dat als bedrijven eenmaal ergens wil gaan ontginnen omdat er ertslagen, mineralen, etc. zijn gevonden, zij direct naar de autoriteiten gaan. Ze gaan naar hen toe, ze geven geschenken, ze tekenen contracten, soms zonder rekening te houden met het feit dat er mensen in de buurt wonen waarover het gaat! Ze houden geen rekening met de gevolgen die het kan hebben voor de gezondheid van mensen, ze praten niet over vervuiling… Ze praten niet over dat alles. En het is nog erger! Tegelijkertijd, als ze in harmonie met de gemeenschappen willen zijn, laten ze hen contracten ondertekenen die niet worden gerespecteerd, doen ze toezeggingen die niet worden nagekomen, beweren ze dat ze mensen zullen vergoeden en royalty’s aan de gemeenschappen zullen betalen, maar dat zullen ze niet doen. Soms wordt een groep van zogenaamde vertegenwoordigers van deze gemeenschappen als instrument gebruikt, krijgen ze een kleine hoeveelheid geld, en dan profiteert de hele bevolking die achterblijft nergens van, en degenen die deze families lijken te vertegenwoordigen krijgen meer dan de anderen. Ze gaan zelfs zover dat ze voorkomen dat deze mensen hun rechten kennen. Zodra de gemeenschappen het gevoel hebben dat hun rechten met voeten worden getreden, zullen deze bedrijven, als ze naar de rechtbank gaan, ook naar de rechtbank gaan, in beroep gaan, de magistraten benaderen, hen omkopen, en de kleine mensen blijven achter zonder kracht, zonder iets. En in dat soort situaties zullen de machthebbers proberen de claims de kop in te drukken en dit gaat onopgemerkt voorbij, omdat deze gemeenschappen niet weten waar ze naartoe moeten om gerechtigheid te krijgen. Daarom zijn we geïnteresseerd in deze strijd, omdat deze gemeenschappen het recht hebben om te profiteren van alles waar ze recht op hebben.
Het genderaspect is zeer, zeer belangrijk, omdat je verschillende categorieën mensen in de gemeenschap hebt, met verschillende realiteiten en verschillende behoeften. Mensen zijn altijd al gewend geweest aan het idee dat als we het over “gemeenschap” hebben, het alleen maar mannen zijn. Het bestaan van de vrouwen wordt terzijde geschoven, ook al maken ze integraal deel uit van deze gemeenschap en zijn ze zelfs met veel meer! Maar wanneer mannen rond een tafel zitten om te beslissen over de ontwikkeling van het dorp, of over de evolutie van hun gemeenschap, of wanneer ze worden benaderd voor onderhandelingen met betrekking tot de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, dan benoemen ze vertegenwoordigers onder elkaar, ontmoeten ze elkaar daar, en beslissen ze onder elkaar. Maar het zijn er niet veel, het zijn alleen mannen, en ze gaan beslissingen nemen over zaken die hen vaak niet aangaan, die minder invloed op hen hebben dan op vrouwen. Ik denk bijvoorbeeld aan alle beslissingen die mannen op het land nemen, terwijl we allemaal weten dat het vrouwen zijn die op het land en op de boerderij werken om hun gezin te onderhouden. Ze weten niet wat vrouwen willen, ze sluiten hen gewoon uit. En bovendien spreken ze alsof ze voor iedereen spreken. En als ze dat doen, is dit spreken een groot probleem omdat de behoeften van vrouwen niet gekend, niet erkend en niet geuit zullen worden.
Het is noodzakelijk dat mensen het idee dat vrouwen zwakke wezens zijn, dat ze als objecten behandeld kunnen worden, uit hun hoofd halen. Er moet rekening mee worden gehouden dat vrouwen en mannen hetzelfde potentieel hebben, even intelligent zijn en dat vrouwen kunnen en moeten bijdragen aan de ontwikkeling van hun hele gemeenschap. In alles wat we doen, op de plekken waar besluiten genomen worden, in de keuzes die we namens de gemeenschap maken, moeten vrouwen aanwezig zijn, omdat zij het meest in staat zijn om hun eigen behoeften te uiten. Onze wetten zijn hier duidelijk over, gebruiken en gewoonten die een categorie mensen vernederen moeten worden verboden. Want als er wetten zijn, waarom blijven vrouwen dan in deze staat? Waarom helpen mannen vrouwen niet om op te staan? Waarom willen ze dat niet? Waarom begrijpen ze niet dat mannen en vrouwen moeten samenwerken om werkelijk duurzame ontwikkeling te realiseren? We willen dat vrouwen en mannen zich ontwikkelen en hand in hand vechten, en als mannen dat begrijpen, zullen ze zien dat hun strijd veel succesvoller zal zijn, zowel op het gebied van de natuurlijke hulpbronnen als elders in onze samenleving.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader.
Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet
In het volgende artikel zullen burgers het woord nemen die lid zijn van de observatienetwerken die versterkt werden in het kader van dit project, om hun dagelijkse strijd voor goed bestuur en transparantie in de sector van natuurlijke hulpbronnen met ons te delen.
Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen.
Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder)
Vandaag heeft Marceline Nzati het woord. Zij is een zuster die aan het hoofd staat van de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma (CDJP). Aan het einde van een workshop die op 22 november 2019 plaatsvond in Boma in de provincie Kongo-Centraal in DRC ontmoeten we haar om haar enkele vragen te stellen. Ze heeft het over haarzelf, over hoe belangrijk het is dat de lokale bevolking de controle over het beheer van de natuurlijke hulpbronnen terugkrijgt en over de rol die vrouwen kunnen spelen om zich deze onderwerpen weer eigen te maken.
Marceline:verdedigen van de menselijke waardigheid dankzij kennis van het recht
Wat is uw persoonlijke achtergrond? Hoe bent u bij CDJP terechtgekomen?
Ik ging naar de basisschool en de middelbare school in Congo, daarna was ik een paar jaar leraar voordat ik in Kinshasa ging studeren. In de hoofdstad heb ik de catechese gevolgd, omdat ik zeer geïnteresseerd was in religieus, christelijk, jeugd- en volwassenenonderwijs. De leiders boden me vervolgens aan om me naar Lourdes te sturen, naar een vormingscentrum voor zusters. Na drie jaar studeerde ik af aan de Katholieke Universiteit van Lille, Frankrijk, en in 1990 keerde ik terug naar Congo.
Zodra ik terugkwam, had ik de leiding over de schoolcatechese, werkte ik in een pastoraal centrum en vormde ik pastorale animatoren in de parochies. Toen kwam er een nieuwe bisschop. Eerst was ik de secretaris van het bisdom, en toen de CDJP werd opgericht, werd mij voorgesteld er deel van uit te maken. En ik werk er nu al meer dan 20 jaar!
Kan u de CDJP aan ons voorstellen?
De CDJP is een orgaan van de kerk dat zich inzet voor mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Ons doel is het bereiken van harmonieuze relaties in de samenleving tussen mensen, maar ook tussen mensen en de rest van de wereld en het milieu. We doen vooral bewustwording en geven opleidingen over mensenrechten, vrouwenrechten en de rechten van kwetsbare groepen. We willen dat de mensen hun rechten kennen.
Weet je, rechten zijn onvervreemdbare voorrechten van individuen, ze maken deel uit van de menselijke waardigheid. Zodra een mens geboren is, is hij of zij een rechtssubject, heeft hij of zij rechten en plichten, en dus moet hij of zij dat weten, want we kunnen onze waardigheid slechts verdedigen als we onze rechten kennen. En dat is belangrijk voor mannen, maar ook voor vrouwen, want er zijn hier in het Kongo-Centraal nog steeds meer vrouwen dan mannen die niets over hun rechten weten.
De sociale leer van de kerk spreekt veel over de waardigheid van de persoon, rechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Dit zijn allemaal thema’s die ons bezighouden en daarom reizen we samen met andere maatschappelijke organisaties door de parochies om mensen bewust te maken van hun rechten. We behandelen ook nieuwe thema’s, zoals de strijd tegen geweld tegen vrouwen en de beginselen van goed bestuur.
De CDJP maakt ook deel uit van het Observatorium van Natuurlijke Hulpbronnen (ORN). Het ORN ondersteunt de Bisschoppelijke Commissie voor Natuurlijke Hulpbronnen. Vandaag de dag zijn natuurlijke hulpbronnen een reëel probleem, omdat het leven van mensen op het spel staat.
Natuurlijke hulpbronnen moeten door de Mens worden beheerd met het doel zichzelf en zijn familie te ontwikkelen, maar ook in het belang van de toekomstige generaties. Wij zijn van mening dat het essentieel is om mensen uit te leggen dat toegang tot natuurlijke hulpbronnen een recht is, dat gemeenschappen deze hulpbronnen kunnen exploiteren en kunnen profiteren van de vruchten van deze hulpbronnen. En dit is niet alleen een kwestie die de mensen in de dorpen aangaat, maar ook de politieke gemeenschap en de bedrijven.
Zij die het land besturen moeten ons aan een goed beleid helpen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, maar dat doen ze niet. We verwachten dat ze mensen helpen om hun rechten te kennen, om samen te werken, om actief deel te nemen aan processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en om te profiteren van wat natuurlijke hulpbronnen opleveren.
En dan zijn er nog de bedrijven. Ze komen van buitenaf, ze hebben de machines die nodig zijn voor ontginning, dus we moeten deze bedrijven kennen, met ze in contact komen, een partnerschap met ze hebben. Want niet alleen zij moeten profiteren van deze middelen, maar ook de inheemse bevolking. De hulpbronnen zijn er voor iedereen; u, die er bent, kunt ervan profiteren! Maar als we onze hulpbronnen met u delen, met de bedrijven, hebben we het recht om te weten hoe ze worden geëxploiteerd en om deel te nemen aan het beheersproces.
En waarom vindt u het relevant om met ASF samen te werken?
Wij zijn het maatschappelijk middenveld, wij zijn samen met de bevolking, het is belangrijk voor ons om ons te verenigen, om onze krachten te bundelen om onze rechten te verdedigen, maar ook de rechten van de Congolese burgers en gemeenschappen. Dat is waarom we met ASF samenwerken.
Wat ons bevalt aan ASF is ook dat het mensen zijn die hier leven, ze begrijpen de werkelijkheid, ze zien de ongelijke verdeling, en wanneer ze komen zijn we dus tevreden en zijn we er zeker van dat we partners hebben die ons komen helpen om onze rechten te verdedigen. Samenwerken op dit domein, om de bevolking te helpen begrijpen dat ze rijkdommen bezitten en dat ze het recht hebben om ervan te profiteren, iets wat velen niet weten, is zeer belangrijk voor ons. Wij hebben de rijkdommen, nu moeten ze ons ook ten goede komen en aan onze ontwikkeling bijdragen.
Nadat we Marceline bedankt hebben, vragen we haar nog of een andere onderwerp belangrijk is voor haar, of ze het met ons nog over iets anders wil hebben, waarop ze meteen antwoordt:
Het is belangrijk om het over vrouwen te hebben. We proberen over vrouwen te praten, maar soms hebben we de argumenten niet.Dus als we juristen en advocaten zien die praten over het beheer van natuurlijke hulpbronnen en vrouwen op basis van juridische grondslagen, dan helpt dat ons enorm. Ik ben bijvoorbeeld geen advocaat, en dat maakt dat er veel parameters zijn die ik niet begrijp, dus het is belangrijk om erover te praten. Weet je, we zeggen hier vaak dat reflectie de moeder van de wetenschap is, dus we moeten erover praten om te onthouden en te leren, en het vervolgens door te geven.
Een ander lid van de CDJP, Elie, knikt en neemt het woord:
We moeten in het bijzonder aandacht hebben voor vrouwen tijdens onze bewustwordingsacties. Ook al komen ze wel, we moeten ervoor zorgen dat ze in groten getale komen en vooral dat ze actief meedoen. Op een dag kwamen we voor een bewustmakingsactie en we realiseerden ons dat het aanvangsuur dichterbij kwam maar dat er niet veel mensen waren. We vroegen de leiders om naar hun huizen te gaan en mensen te laten komen. Toen ze aankwamen, waren er veel stoelen en de mannen gingen op de stoelen zitten. De vrouwen gingen naast hen op de vloer zitten, en dat is de cultuur… Hier staat de vrouw haar plaats af aan de man, haar plaats is ver weg, op de vloer, op een afstand. Ze komen wel, maar ze zeggen niets en komen niet dichterbij, zelfs niet als er nog stoelen over zijn!
Marceline gaat verder:
Als we over gender praten in DRC, moeten we het hebben over de vrouw maar ook over de man, de twee moeten bewustgemaakt worden. Op bepaalde momenten is het belangrijk om bewustmaking te doen die gericht is op vrouwen, op jongeren… maar opdat er een evenwicht is in de gemeenschap, is de doelstelling op termijn dat vrouwen en mannen samen bewustgemaakt worden.
De dialoog gaat verder en Elie vult aan:
Ja! We hebben dus vrouwen nodig zoals Meester Annie (zie volgende portret), die een voorbeeld zijn, die het woord nemen, hen tonen wat mogelijk is. Het is een “energieboost” om andere vrouwen aan te moedigen om hetzelfde te doen.
Het is Marceline die dit interview afrondt door alle onderwerpen met elkaar te verbinden:
Praten over gender en praten over bestuur, dat is een recht. Het feit alleen dat je bestaat geeft je deze rechten, en vooral dan het recht op deelname. Alles is verbonden, weet u… omdat duurzame ontwikkeling niet kan bestaan zonder gemeenschappen, en gemeenschappen niet zonder vrouwen, zonder dat zij actief deelnemen en hun rechten gerealiseerd worden.
Het is ook zeer belangrijk om het te hebben over duurzame ontwikkeling, want vandaag de dag lijdt de Congolese bevolking zodanig dat het enige wat voor haar van tel is, het nu is: “Ik heb honger, ik moet nu eten.” En wanneer men dan iets te eten heeft gevonden, wacht men op morgen en herbegint men. Maar dat is dus geen duurzame ontwikkeling! Duurzame ontwikkeling, dat is vandaag, morgen, overmorgen, voor ons, voor mannen, voor vrouwen, voor kinderen, voor de toekomstige generaties, en dat, het moet gezegd worden, terwijl wij van dag tot dag proberen om de boodschap over te brengen.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader.
Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Kampala, 8 maart 2019 – Terwijl we vandaag internationale vrouwendag vieren, publiceert ASF haar analyse van de vorderingen en gebreken met betrekking tot het realiseren van vrouwenrechten in de context van de Oegandese winningsindustrie.
Ontwikkelingen in de olie- en mijnbouwindustrie in Oeganda staan bol van beloftes over economische en sociale vooruitgang. Echter, vanwege de vele economische belangen is respect voor de mensenrechten van lokale gemeenschappen nog verre van een feit. Zoals in andere vergelijkbare contexten, zijn de schendingen van vrouwenrechten talrijk en neemt genderongelijkheid toe. Zo krijgen mannen vaker een groter aandeel in de opbrengsten in de vorm van een baan en een inkomen, terwijl vrouwen vaker te maken krijgen met de negatieve gevolgen – sociale disrupties, milieudegradatie – die hun inkomstenbronnen en fysieke integriteit aantasten.
In een recent onderzoek dat dé hotspots omvat voor de winningsindustrie in de Bunyoro- en Karamojaregio’s (olie en mijnbouw), onderzocht Advocaten Zonder Grenzen (ASF) hoe vrouwen met economische transformatie en de impact daarvan kunnen omgaan. Het rapport toont aan hoe – in een omgeving die gekarakteriseerd worden door patriarchale dynamieken, zwakke handhaving van de wet en grote machtsongelijkheden – vrouwen er wel in slagen om initiatieven te nemen om hun directe noden van economische aard te beantwoorden, maar slechts een beperkte capaciteit hebben om te reageren op andere vormen van onrechtvaardigheid, zoals geweld tegen vrouwen of schendingen van hun recht op toegang tot land, op gezondheid en op een schone omgeving.
Verschillende factoren hebben een invloed op hoe vrouwen zich kunnen aanpassen aan veranderingen die hen door de mijnbouw worden opgedrongen. Spaargroepen bijvoorbeeld maken actie mogelijk omdat ze een basis vormen voor collectieve initiatieven van vrouwen in publieke ruimtes die anders door mannen gedomineerd worden. Maar aan de andere kant tonen onze resultaten ook aan dat de macht van vrouwen om actie te ondernemen of onrecht te herstellen in het licht van ontwikkelingen in de winningsindustrie beperkt is wanneer ze moeten steunen op externe mogelijkheden.
Gezien de geschiedenis van gebrekkige instellingen en wetshandhaving in Oeganda is deze conclusie weinig verrassend. Onze data tonen echter dat de komst van machtige bedrijven die door de regeringselite ondersteund worden de ondersteunende structuren zoals lokale overheden, gemeenschapsleiders en actoren inzake geschillenbeslechting verder verzwakt hebben. In de steeds asymmetrischere context die het gevolg is van industriële ontwikkelingen zijn lokale structuren slecht uitgerust om benadeelde vrouwen en gemeenschappen goed te kunnen ondersteunen. Bedrijven en nationale overheidsinstanties van hun kant bieden geen geschikte oplossingen om de negatieve gevolgen van hun activiteiten om te buigen. In de plaats daarvan gebruikten ze soms zelfs bestaande institutionele zwaktes in hun eigen belang. Uiteindelijk bestaan er erg weinig mogelijkheden voor vrouwen en gemeenschappen om hun rechten op te eisen en te doen gelden in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie.
Om iets aan deze tekortkomingen te doen, pleit ASF voor een multidimensionaal programma van legal empowerment dat actoren in het hele justitiespectrum bereikt. Aan de vraagzijde moeten vrouwen en gemeenschappen die benadeeld worden door industriële ontwikkelingen uitgerust worden om niet alleen onrechtvaardigheden waarmee ze te maken krijgen te herstellen, maar ook om een actieve rol op te nemen in de socio-economische ontwikkelingen en om de elites ter verantwoordingen te roepen. Aan de aanbodzijde moeten efficiënte justitiemechanismes beschikbaar gemaakt. Activiteiten gaan daarbij van het versterken van de capaciteiten van justitieactoren op gemeenschapsniveau tot het aannemen en invoeren van wetten op basis waarvan machtige actoren in de winningsindustrie ter verantwoording geroepen kunnen worden.
>> Download het ASF-rapport Digging for power: Women empowerment and justice amidst extractive industry developments in the Albertine and Karamoja, Uganda
>> Bekijk de video
Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Begin mei heeft de Europese Unie officieel haar steun verlengd aan de activiteiten van Advocaten Zonder Grenzen (ASF) in Tsjaad, zodat de organisatie haar werk ten voordele van de mensenrechten kan voortzetten. Meteen is dit de gelegenheid om de balans op te maken van de tot nog toe bereikte resultaten en van de komende uitdagingen.
Sinds enkele jaren kent Tsjaad sterke sociale spanningen als gevolg van een grote economische crisis en het slecht beheer van de inkomsten van de Staat. Ook op het vlak van respect voor de mensenrechten gaat de toestand achteruit : de overheid heeft de ruimte om de publieke vrijheden en rechten uit te oefenen beperkt. De bevolking ondervindt nog steeds heel wat moeilijkheden om toegang te krijgen tot justitie.
ASF is sinds 2012 aanwezig in het land, achtereenvolgens met de steun van de Europese Unie, het federaal departement van Buitenlandse Zaken van Zwitserland en de Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit. De organisatie heeft zich eerst toegelegd op de verbetering van de maatschappelijke en gerechtelijke verdediging van de minderjarigen. Meer recentelijk heeft ze organisaties uit het maatschappelijk middenveld begeleid, die zich inzetten voor de toegang tot justitie, zoals het Public Interest Law Centre (PILC).
“Voor mij is de toegang tot justitie van fundamenteel belang voor een harmonieuse socio-economische ontwikkeling. Het is ook een doeltreffende manier om te strijden tegen de straffeloosheid” legt Delphine Djiraibe, Voorzitster van het PILC, uit. “In Afrika, en meerbepaald in Tsjaad, vormt straffeloosheid de grootste belemmering voor een effectieve uitoefening van de rechtsspraak en ontwikkeling.” Met de financiële en technische steun van ASF moedigt het PILC de gelijkheid tussen vrouwen en mannen aan en strijdt ze tegen het geweld op grond van geslacht.
“De initiatieven van ASF en haar partners in Tsjaad richten zich, enerzijds, tot gemarginaliseerde en kwetsbare personen, zoals vrouwen en kinderen of gedetineerden en, anderzijds, juristen, parajuristen, leiders van bevolkingsgroepen, vertegenwoordigers van de lokale autoriteiten en leden van organisaties uit het maatschappelijk middenveld” legt Gilles Durdu, uittredend directeur van ASF in Tsjaad, uit. “Zowel de activiteiten ten voordele van de bevolking, zoals rechtssensibilisering of de organisatie van gratis juridische raadplegingen, als deze ten voordele van het maatschappelijk middenveld, zoals de vorming rond conflictbeheer op het niveau van de gemeenschap, zijn zeer succesvol geweest en hebben vaak onze verwachtingen overtroffen“.
ASF heeft eveneens met succes het werk van het maatschappelijk middenveld rond de praktijk van parajuristen vergemakkelijkt, wat heeft geleid tot de goedkeuring van een gemeenschappelijk statuut voor de parajuristen dat werd medeondertekend door 7 organisaties. Dit statuut betekent een reële vooruitgang op het vlak van de harmonisering van de praktijk door van parajuristen in het land en om alle rechthebbenden dezelfde waarborgen inzake de kwaliteit van dienstverlening te bieden.
In 2016 werden eveneens twee ambitieuse studies gerealiseerd. De eerste, toegespitst op de inzet en de gevolgen van de hechtenis voor de gevangenen en voor de Tsjaadse maatschappij, heeft het mogelijk gemaakt een dialoog op te starten tussen de actoren die betrokken zijn bij de problematiek, met inbegrip van de nationale autoriteiten. De tweede publicatie bestudeert het beheer van conflicten omtrent natuurlijke rijkdommen door lokale gemeenschappen en formuleert een hele reeks aanbevelingen voor een beter beheer van de natuurlijke rijkdommen en van de conflicten die ermee verband houden.
Vanaf de zomer 2017 start ASF een nieuw 2-jaren project met de steun van de Europese Unie, in partnerschap met de Tsjaadse Liga voor de Mensenrechten. Onder de titel “Ondersteuning van de burgerlijke initiatieven ter bevordering en verdediging van de mensenrechten in Tsjaad” zal ASF dankzij dit project haar steun verlenen aan de verenigingen die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten.
Kinshasa, 13 maart 2017 – Het is bijna dag op dag vijftien jaar geleden dat ASF haar eerste kantoor opende in Kinshasa en begon te ijveren voor de rechtsstaat in de Democratische Republiek Congo. De organisatie is er vandaag nog altijd actief en zet zich in om de bevolking een degelijke rechtstoegang te garanderen. Sinds die begindagen is er heel wat vooruitgang geboekt! We hebben veel mensen ontmoet, gesprekken gevoerd, energie gebruikt, moeilijkheden overwonnen en projecten waargemaakt.
Ter gelegenheid van deze vijftiende verjaardag in Congo willen we alle mensen en organisaties met wie we samenwerken bedanken: balies, advocaten, het maatschappelijk middenveld, technische en financiële partners, burgers … en uiteraard onze eigen teams.
Er is veel vooruitgang geboekt, maar er liggen nog veel uitdagingen voor ons: de behoefte aan justitie is sterker dan ooit aanwezig in de Congolese samenleving. We hopen nog lang ons steentje te kunnen bijdragen.
Tijd voor een terugblik op de laatste 15 jaar:
2002-2004
ASF vestigt zich in DR Congo. 95% van de bevolking heeft geen notie van geschreven recht en formele justitie.
Organisatie van een intensief opleidingsprogramma voor magistraten in verschillende provincies en vertaling in de vier officiële inheemse talen van de overgangsgrondwet.
Samenwerkingsverband met de bibliotheek en de rechtsfaculteit van Kinshasa.
2004-2005
Opening van een eerste wetswinkel in de Kasa Vubu-wijk in Kinshasa in samenwerking met de Association des Femmes Avocates du Congo. Elke maand komen hier 250 mensen langs om duidelijk juridisch advies te krijgen. Dat advies is voor iedereen toegankelijk. Er worden ook bewustmakings- en informatiecampagnes opgezet op markten, aan kerken enz.
Organisatie van de eerste mobiele zittingen: de rechtbanken verplaatsen zich om de rechtspraak naar de meest afgelegen gebieden te brengen.
2006-2010
ASF organiseert een regionaal project ter bestrijding van foltering.
Opvoering van de inspanningen om de cyclus van straffeloosheid van internationale misdaden te doorbreken. ASF biedt onder meer rechtsbijstand aan verdachten en slachtoffers in het kader van de procesvoering rond internationale misdaden in DR Congo en aan slachtoffers voor het Internationaal Strafhof in Den Haag.
2008-2012
ASF bindt de strijd aan tegen de straffeloosheid van daders van seksuele misdaden, die in het land op massale schaal worden begaan. Er worden verschillende acties ondernomen om de daders veroordeeld te krijgen: begeleiding van plaatselijke ngo’s, capaciteitsopbouw van advocaten, bewustmaking, juridisch advies en rechtsbijstand aan slachtoffers, studies en publicaties…
2011-2014
ASF treedt op in symbooldossiers waarbij mensenrechtenactivisten worden bedreigd, zoals de zaak Floribert Chebeya of het bedrijf Siforco in Yalisika. ASF spant zich in om de door de betrokkenen als onrechtvaardig ervaren situatie te veranderen en wil door middel van het recht ook de voorwaarden scheppen om de problemen duurzaam aan te pakken.
ASF helpt zeven gemeenschappen in Lisala in de Evenaarsprovincie om hun rechten beter te verdedigen tegenover de bosbouwbedrijven.
2012-2016
Met het project Uhaki Safi probeert ASF om rechtszoekenden en gerecht dichter bij elkaar te brengen door in te werken op zowel de vraag naar justitie vanuit de bevolking als op het rechtsaanbod.
ASF ondersteunt mensenrechtenactivisten en andere spelers uit het maatschappelijk middenveld die deelnemen aan het democratisch debat om hun actieterrein uit te breiden en hun deelname aan het publieke debat tijdens het verkiezingsproces te versterken.
2017-2021
ASF blijft zich inzetten voor de bevordering van de rechtstoegang in DR Congo door de deelname van de bevolking aan de preventie en de oplossing van conflicten te bevorderen en door de mechanismen voor de vredesopbouw te versterken.
Lusaka – Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Advocaten Zonder Grenzen wil daarom graag een project in de kijker zetten dat sinds een jaar loopt in Zambia in samenwerking met de organisatie Young Women’s Christian Association (YWCA). De twee organisaties willen ervoor zorgen dat vrouwen een hoofdrol krijgen in hun eigen emancipatie. De eerste resultaten zijn alvast erg positief.
Zambianen die hun rechten willen laten gelden, ondervinden heel wat hindernissen. Vrouwen hebben het meest te lijden onder die situatie en onder de culturele vooroordelen over hun maatschappelijke positie.
Dankzij het project van ASF en YWCA kunnen ze deelnemen aan informatie- en bewustmakingssessies en krijgen ze specifieke ondersteuning van advocaten of raadslieden bij gendergerelateerd geweld. Die initiatieven zorgen ervoor dat ze zich bewust worden van hun rechten en kunnen reageren op misbruik. Daarnaast worden er activiteiten rond capaciteitsopbouw georganiseerd bij alle betrokken spelers. ASF is van mening dat er pas verandering kan komen wanneer alle lagen van de maatschappij erbij betrokken worden: niet alleen vrouwen en juridische spelers dus, maar ook mannen, de traditionele chefs, de politiediensten voor gendergerelateerd geweld, de openbare instellingen enzovoort.
“Mijn ontmoeting met de begunstigden van het project betekende een grote aanmoediging”, zegt Cathy Lecrenier, Directeur van ASF in Zambia. Ze is net terug van een bezoek aan de noordelijke provincie van het land. “De betrokken gemeenschappen getuigden over de positieve impact van het project op de bewustmaking rond vrouwenrechten en op de rechtstoegang.”
Deze positieve indruk is ook zichtbaar in de cijfers: na een jaar werden meer dan 1.500 mensen gesensibiliseerd en kregen meer dan 700 mensen rechtsbijstand. “Een van de sleutels van ons succes is de opstart van de mobile clinics. Zo kunnen we de gemeenschappen rechtstreeks benaderen op het terrein, bijvoorbeeld in scholen en op markten, en kunnen we hen onmiddellijk rechtsbijstand bieden”, vertelt Cathy Lecrenier.
Een cruciale stap in het project is de mogelijkheid voor vrouwen om een actieve rol te spelen binnen hun eigen gemeenschap. Bijvoorbeeld door ambassadrice voor gendergelijkheid te worden bij ontmoetingen met de lokale leiders, openbare presentaties over gendergeweld of debatten waarbij hen wordt gevraagd hun ervaringen te delen.
Helen hoort bij de vrouwengroep ‘Butemwa’ (vreugde). Zij en de andere leden breiden tijdens hun ontmoetingen hun kennis over hun rechten uit. Daarbij verwerven ze ook vaardigheden rond het beheer van gemeenschapsbanken of kleine ondernemingen.
“Ik wil die groep zien groeien, zien hoe we als vrouw vooruit kunnen gaan en hoe we onze kennis en vaardigheden verder kunnen ontwikkelen om zelfstandiger te worden. Zo kunnen we andere vrouwen in onze gemeenschap helpen. Volgens mij is dat ons sterkste wapen in de strijd tegen gendergeweld”, legt Helen uit.
Met dit project in het achterhoofd wenst ASF u een prettige 8 maart. Wij blijven alvast vechten voor gendergelijkheid als basis voor een meer rechtvaardige samenleving.
Het project duurt twee jaar en vindt plaats in twee provincies. Het wordt gesteund door de Europese Unie.
Brussel/Lusaka – Ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag stelt Advocaten Zonder Grenzen (ASF) zijn nieuwe project in Zambia voor. Net als in veel andere landen is de positie van de vrouw in Zambia bijzonder kwetsbaar. In samenwerking met de Zambiaanse organisatie Young Women’s Christian Association (YWCA) stelt ASF zich tot doel vrouwen te helpen hun rechten op te eisen en uit te oefenen en de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen.
Zambianen die hun rechten willen laten gelden, ondervinden heel wat hindernissen: velen weten niet welke rechten ze hebben, rechtbanken en gerechtshoven zijn meestal ver weg en informatie en rechtshulp zoeken is te duur. Het juridische systeem is zowel gebaseerd op het geschreven recht als op het gewoonterecht. Soms concurreren die met elkaar, waardoor de wettelijke normen niet altijd even samenhangend zijn, met wijdverbreide corruptie als gevolg.
Vrouwen en andere kwetsbare groepen hebben het meest te lijden onder die situatie en onder de culturele vooroordelen over hun maatschappelijke positie. Het gewoonterecht is op sommige punten strijdig met het gendergelijkheidsprincipe. De juridische spelers zijn vaak zelf niet goed op de hoogte van vrouwenrechten. Vrouwen zijn dikwijls het mikpunt van juridische en sociale discriminatie en gender gerelateerd geweld, ondanks de wetswijziging om daders strenger te straffen.
“In samenwerking met de organisatie YWCA, die al bijna zestig jaar in het land actief is, willen wij vrouwen de mogelijkheid geven om hun leven meer in eigen handen te nemen en hun rechten te versterken. Dat zal niet alleen een positieve weerslag hebben op hun sociaal-economische omstandigheden, maar ook op die van hun gezinnen en gemeenschappen”, zegt Chantal van Cutsem, strategische coördinatrice bij ASF.
Beide organisaties zullen verschillende acties ondernemen: er zal informatie worden gegeven aan vrouwen over hun rechten en over mensenrechten in het algemeen, advocaten en juridische adviseurs zullen overlevenden van gender gerelateerd geweld bijstaan, en de betrokken spelers zullen opleidingen krijgen en hun capaciteit zal worden uitgebouwd. Die acties zullen dan gegevens opleveren voor een pleidooi ten gunste van enerzijds de opname in het nationale recht van de internationale wetten voor de bescherming van vrouwenrechten en anderzijds de invoering van nationale rechtshulpmechanismen.
“Ons project is niet alleen bedoeld voor vrouwen“, verduidelijkt Godfrey Mupanga, ASF-Missiehoofd in Zambia. “Integendeel, het is bijzonder belangrijk om ook de mannen, de traditionele chefs, de politiediensten voor gendergerelateerd geweld, de openbare instellingen enz. te betrekken. Door de mentaliteit en de praktijk op alle niveaus te veranderen, kunnen we dingen in beweging krijgen.”
Het project duurt twee jaar en vindt plaats in twee provincies in het noorden van het land. Het wordt gesteund door de Europese Unie.
Tijdens de avondvoorstelling “Justitie & Straffeloosheid”, op donderdag 30 april 2015 in Brussel, zal het publiek kennis kunnen maken met de film “The man who mends women”. Deze documentaire beschrijft de voortdurende strijd van dokter Mukwege tegen het sexueel geweld waarvan duizenden vrouwen het slachtoffer zijn in het oosten van de Democratische Republiek Congo. Jean-Philippe Kot, deskundige in internationaal recht van ASF, licht ons toe over deze ernstige schendingen van de mensenrechten.
Hoe valt het te verklaren dat er zoveel gevallen van sexueel geweld zijn in oost Congo?
Jean-Philippe Kot: Over het algemeen hebben “oorlogspraktijken” een sterke impact op de samenleving en kunnen ze leiden tot een verlies van elke maatschappelijke norm. Er is een correlatie met de gewapende conflicten, maar het is ingewikkelder dan dat omdat de oorzaken van sexueel geweld meervoudig zijn. Tijdens gewapende conflicten wordt sexueel geweld gebruikt als oorlogswapen. In andere gevallen wordt sexueel geweld gepleegd als een vorm van schadeloosstelling in natura of ook als middel om sociale en familiale structuren te vernietigen. De gevallen van “huishoudelijk” sexueel geweld nemen toe. Andere gevallen van sexueel geweld gepleegd buiten conflicten kunnen worden verklaard door verschijnselen van sexuele overvallen, fetisjisme of geloof. Zo denken daders bijvoorbeeld dat de verkrachting van een kind hen rijkdom, genezing of geluk brengt.
Waarom is de toegang tot justitie zo moeilijk voor de slachtoffers van sexueel geweld?
J-P K : Vooreerst is het zo dat de slachtoffers vaak hun rechten niet kennen. Tevens zijn er redenen van veiligheid en afstand tussen de slachtoffers en justitie die meespelen. Bovendien worden de slachtoffers van sexueel geweld soms afgeremd in hun intentie om klacht in te dienen omdat ze vrezen door hun gemeenschap te worden uitgestoten. Het aanvoeren van bewijzen vormt tevens een groot probleem omdat het ontbreken van middelen daartoe vaak flagrant is. Zo beletten bijvoorbeeld het tekort aan geneesheren en aan materieel dat medische protocollen worden opgesteld die het bewijs van sexueel geweld kunnen leveren. Er wordt trouwens zelden onderzoek verricht onmiddellijk na de feiten en de getuigenissen worden soms “in massa” ingezameld. Dit kan soms leiden tot toestanden waarbij niet steeds rekening wordt gehouden met de reële behoeften van de slachtoffers, wat problematisch kan blijken te zijn voor het vervolg van de procedures.
Sommigen pleiten voor de oprichting van speciale internationale en nationale rechtbanken om de van sexueel geweld beschuldigde personen te berechten. Een goed of slecht idee?
J-P K : Dit kan bijdragen tot het regelen van een deel van de problemen op voorwaarde dat deze speciale rechtbanken een functie vervullen die de andere rechtbanken niet vervullen en dat bevoegdheidsconflicten vermeden worden. Deze speciale rechtbanken zijn trouwens vaak tijdelijk van aard. Maar het is vooral belangrijk te zorgen voor de duurzaamheid van het juridisch systeem in Congo. De gerechtshoven en rechtbanken bestaan; hun versterking moet worden voortgezet. Onze ploegen verrichten een werk van lange adem op het terrein. En ondanks alle uitdagingen stellen wij elke dag de moed vast van de verschillende betrokken partijen – slachtoffers, plaatselijke organisaties, advocaten of magistraten – die deelnemen aan de strijd tegen de straffeloosheid en voor de erkenning van de slachtoffers.
ASF is aanwezig in de Democratische Republiek Congo sinds 2002 en voert een reeks projecten uit ter verbetering van de toegang tot het gerecht voor de slachtoffers van internationale misdaden en andere mensenrechtenschendingen.
Inlichtingen voor avondvoorstelling “Justitie & Straffeloosheid”: donderdag 30/04, 20u, Brussel, Vendôme bioscoop, betaling alleen contant. Film in het Frans, Engels en Swahili. Ondertiteld in het Frans en het Nederlands.
Nepal, 23 april 2014 – Als een man in Nepal zijn vrouw en gezin verlaat, komt de vrouw meestal in een hopeloze situatie terecht. Alle rechten die in de wet zijn vastgelegd worden structureel aan vrouwen ontzegd, met name eigendomsrechten, erfrechten en alimentatierechten. Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) speelt in samenwerking met lokale balies een cruciale rol om vrouwen bewust te maken van de wettelijke mogelijkheden om hun rechten op te eisen, maar ook om hen te begeleiden in juridische procedures.
In de Nepalese samenleving wordt van een vrouw die gaat trouwen verwacht dat zij afstand doet van haar eigen familie en de familie van haar man aanvaardt. Ze wordt sterk afhankelijk van haar nieuwe familie, die haar enige bron van bestaansmiddelen, sociale zekerheid en sociale status wordt.
Malati Rajbanshi Lama (zie foto) woont in een afgelegen dorp, zo’n 100 km van de hoofdstad Kathmandu. “Nadat mijn man me had verlaten, heb ik nooit financiële steun van hem gekregen voor mezelf of mijn kinderen. Mijn schoonouders weigeren het huwelijk te erkennen en hebben mij de toegang tot mijn huis verboden”, vertelt ze. “Mijn kinderen gingen naar school, maar nu kunnen ze dat niet meer, want onderwijs is erg duur”.
Met de hulp van een plaatselijk balie, gesteund door AdZG, werd Malati zich bewust van haar rechten en de mogelijkheid van juridische procedures. In de dichtstbijzijnde rechtshulpkliniek ontving ze juridische begeleiding en werd ze aangemoedigd om in de plaatselijke rechtbank een rechtszaak aan te spannen.
Malati woont nu in een blijf-van-mijn-lijfhuis met haar drie kinderen en ontvangt een dagvergoeding waarmee ze net genoeg heeft om haar gezin te onderhouden. Ze heeft een rechtszaak aangespannen voor scheiding van eigendommen, alimentatie en erkenning van de huwelijksband, wat in Nepal belangrijk is voor registratie en voor de burgerrechten van Malati en haar kinderen. Ze is nu in afwachting van de rechterlijke beslissing, die haar leefomstandigheden zal verbeteren: “We verwachten een beslissing van de rechtbank in de komende vijf maanden. Het duurt lang, maar mijn advocaten zijn positief”.
De activiteiten van AdZG om mensen bewust te maken van hun rechten, zoals mobiele klinieken, dorpsontwikkelingsgemeenschappen en bewustmakingsprogramma’s op de radio, zijn erop gericht informatie te bieden over de wet en juridische diensten aan mensen in kwetsbare situaties, zoals Malati.
Andere doelstellingen van AdZG zijn het vergroten van de vraag naar juridische diensten die worden geboden door de balies in arrondissementen, en lokale kantoren en advocaten beter in staat stellen kwetsbare en gemarginaliseerde mensen hulp te bieden.
Via rechtsbewustzijnsprogramma’s zoals radioprogramma’s, schoolprogramma’s en mobiele klinieken zijn meer dan een miljoen mensen bereikt in vijf arrondissementen in Nepal. 1.277 mensen hebben rechtstreeks gebruik gemaakt van juridisch advies, rechtsbijstand en waar nodig vertegenwoordiging in de rechtbank.
AdZG werkt nauw samen met de Nepalese advocatenorganisatie en met twee andere organisaties (*). Het project wordt gefinancierd door de Belgische Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.
(*) PPR (Forum for Protection of People’s Right) en LACC (Legal Aid & Consultancy Center)