Promoten van de rechtstoegang via gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma’s

In Oeganda wordt de rechtstoegang beperkt door de financiële middelen van de plaatselijke bevolking, maar ook door de afstand tot de rechtbanken. De meeste rechtshandhavingsdiensten bevinden zich in de steden en de centrale regio: slechts 18,2% van de plattelandsbevolking heeft binnen een straal van 5 km toegang tot een politierechtbank (in vergelijking met 56% in de steden). Deze afstand creëert een fysieke barrière die ertoe kan leiden dat slachtoffers of rechtzoekenden afstand doen van hun rechten.

Vrouwen worden bovendien met extra uitdagingen geconfronteerd omdat genderdiscriminatie en patriarchale normen hen er vaak van weerhouden hun geschillen voor de staatsrechtbanken te beslechten. Het wordt namelijk als ongepast beschouwd voor vrouwen om in het openbaar over familiezaken te praten.

Om al deze redenen maken veel mensen gebruik van het informele rechtssysteem om conflicten op te lossen. En bemiddelaars binnen de gemeenschap spelen hierbij een grote rol om de plaatselijke bevolking bij te staan in hun eisen om gerechtigheid, vooral bij vrouwen die nog steeds te maken hebben met structurele moeilijkheden op basis van hun geslacht en die moeite hebben om een veilige omgeving te vinden om hun grieven te uiten.

Via de bemiddelingsprojecten DGD en LEWUTI heeft ASF in 2020 bemiddeling verleend aan 633 personen in de regio’s Karamoja, Albertine en Acholi. De bemiddelingen uitgevoerd door de door ASF opgeleide bemiddelaars werden positief onthaald. In het kader van het LEWUTI-project bijvoorbeeld, toonden 94% van de gebruikers zich tevreden over de diensten.

De opzet van het project is een belangrijke factor geweest voor het succes ervan. Het gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma van ASF, gefinancierd door ENABEL en DGD, biedt een basis voor een consistente en op mensenrechten gebaseerde benadering van bemiddeling. Het stelt de vertrouwenspersonen binnen de gemeenschap beter in staat om te handelen door hun vaardigheden op het vlak van geschillenbeslechting aan te scherpen. De bemiddelaars werken binnen hun eigen gemeenschap en bieden gratis bemiddeling aan de gemeenschap aan.

Bovendien hebben ze elk een coach en een mentor om hen voortdurend te begeleiden op het vlak van rechtspraak en doorverwijzingsdiensten waarvan ze gebruik kunnen maken. De ondersteunende mentoring en coaching hebben de kwaliteit van de bemiddelingen en de doorverwijzingen door de bemiddelaars verbeterd. Bovendien konden ze zo het vertrouwen winnen binnen de gemeenschap en bij de lokale leiders en ouderen die voortdurend zaken doorverwijzen naar de door ASF opgeleide bemiddelaars.

De diensten van de gemeenschapsbemiddelaars kwamen zeer goed van pas op het hoogtepunt van de Covid-19-pandemie, vooral vanwege de beperkingen die het gevolg waren van de crisis. De bemiddelaars vormden een kritieke eerstelijns juridische ondersteuning tijdens de wereldwijde pandemie, want die zorgde ook voor meer ongelijkheid bij de rechtstoegang, en dan vooral op het platteland.

PRESS RELEASE – NGOS CALL OUT TO PERENCO: END THE OPACITY TO PUT A STOP TO THE IMPUNITY OF THE MULTINATIONAL

In a letter made public today, Sherpa, Friends of the Earth France and Avocats sans Frontières call the oil company Perenco S.A out. Our associations denounce the opacity of Perenco group’s organization and operation, as well as the absence of any information on the way the French company takes into account the social and environmental consequences of its activities abroad. While its activities are regularly criticized for their negative impacts on the environment and human rights, the multinational seems to be favoring this opacity, which would allow it to continue operating with impunity.

Perenco group is a family-owned company specializing in the extraction of oil wells at the end of their life. Although little known to the public, numerous reports denounce serious environmental and human rights abuses in the various countries where the group’s companies operate. [1] Violations have been repeatedly reported in various countries such as the Democratic Republic of Congo, Tunisia, Guatemala or Ecuador. This could point to a systemic and generalized way of operating as well as an utter absence of effective social and environmental policy. [2]

The group is organized in a myriad of shell companies, most of which are registered in tax havens such as the Virgin Islands, Bermuda and the Bahamas, [3] where access to information is completely blocked. [4] Due to the lack of transparency, it is extremely difficult to find information about the group’s organization and operation, in particular with respect to the links between the French company Perenco S.A. and the companies operating abroad.

While Perenco S.A., which is headquartered in France, denies any control over the other group’s companies when questioned about the damages resulting from its activity abroad, the group does not hesitate to claim French nationality in other circumstances. [5]

The lack of transparency makes it almost impossible to access information that would allow legal action to be taken against companies responsible for environmental damages or human rights violations that may result from their economic activities abroad. According to our information, it is indeed Perenco S.A., through its corporate policy, that controls activities carried out abroad. As such, this policy would constitute the event giving rise to the potential damages. Faced with this difficulty, our organizations have tried in vain to obtain information: Sherpa and Friends of the Earth France through a legal proceeding in the case relating to the Democratic Republic of Congo, Avocats Sans Frontières through an extra-judicial proceeding (mediation) in the case involving Tunisia. [6]

The publication by Perenco France of its first statement on extra-financial performance confirmed that the company has made the choice of opacity. [7] Although the current legislation can be criticized for its lack of ambition, such a report constitutes one of the rare opportunities [8] to learn more about the way such a multinational operates, as well as the nature of its activities and more importantly the way it handles social and environmental risks. [9] However, Perenco France’s report is so incomplete that it does not even fulfill legal provisions. As an example:

  • while the exploitation of hydrocarbons is at the heart of its activities and most of its employees are working abroad, Perenco’s report makes absolutely no mention of the risks associated with oil operations (all located abroad);
  • the only mention of the word oil is ironically located in the section “Fostering employee well-being” within the category “Sailing: preparation courses and participation in the Oil Cup”;
  • the report only mentions environmental risks that are related to the management of waste from the Parisian premises of the company’s headquarters: paper, cardboard, cups, etc.!

In this context, we urge Perenco S.A. to comply with its reporting obligations in terms of extra-financial performance. We also call on Perenco S.A. to put an end to the opacity of its operations, especially by communicating some key information on the group’s structure and organization, as well as the links between Perenco France and the group’s companies abroad.

Update, 31 August 2021 – In a letter dated August 4, 2021 and sent by its lawyers, Perenco S.A. responded to our letter by claiming that it was in compliance with the legislation.

In addition, the company refused to disclose the documents we requested in relation to the group’s organisation and operation. Once again, it argues that it has no links with the companies operating abroad and that it has no hydrocarbon exploitation activities. Perenco has also declined to address the many damages identified in our letter. We deplore that Perenco S.A.’s has repeatedly chosen to remain opaque about its activities and structure.

[1] RDC : Congolese Senate report by the Commission of Inquiry on pollution caused by oil exploitation in Muanda in Bas-Congo province, published in October 2013; Le Monde, Perenco, boîte noire pétrolière et toxique en RDC, October 9, 2019 ; Observatoire des Multinationales, Perenco en RDC : quand le pétrole rend les pauvres encore plus pauvres, January 23, 2014 ; Muanda : la société civile veut voir clair sur le nouveau contrat d’exploitation du pétrole par Perenco, February 22, 2018 ; Radio Okapi, Le Sénat accuse Perenco de polluer l’eau, l’air et le sol de Moanda au Bas-Congo, November 26, 2011; Radio Okapi, Kongo-Central: PERENCO et SOCIR accusés de sous-traiter leurs employés permanents, March 2, 2017. Gabon : Medias 241, POLLUTION : LANCEMENT D’UN AUDIT OPÉRATIONNEL DES INSTALLATIONS DE PERENCO, January 22, 2021 ; RFI, Pollution pétrolière au Gabon: des actions en justice contre la société française Perenco, January 23, 2021 ; Peru/Amazonia: Observatoire des Multinationales, Perenco, Mauret et Prom : des firmes pétrolières francaises à l’assaut de l’Amazonie, December 20, 2013 ;  CCFD-Terre solidaire, Le Baril ou la vie ? Impacts des activités des entreprises pétrolières françaises Perenco et Maurel & Prom en Amazonie péruvienne : quelles responsabilités des entreprises et des états?, September 7, 2015. Guatemala: Observatoire des Multinationales, Perenco au Guatemala : exploiter le pétrole coûte que coûte ?, December 13, 2010 ; Le Monde, L’entreprise pétrolière franco-britannique Perenco en conflit avec des populations du Guatemala, October 14, 2012. Equador : Business and Human Rights Resource Center, Ecuador: Protesters call for oil company Perenco to “leave & pay for environmental damages”, July 4, 2006. Colombia :  Centro de medios independientes, Derrame de Petróleo en Petén, July 2, 2015. Venezuela: Reuters, Exclusive: France’s Perenco, Russia’s Gazprombank named in Venezuela graft case – source, November 1, 2018; US Department of Justice, Former Executive Director at Venezuelan State-Owned Oil Company, Petroleos de Venezuela, S.A., Pleads Guilty to Role in Billion-Dollar Money Laundering Conspiracy, October 31, 2018. Trinidad e Tobago: Trinidad & Tobago Guardian, Perenco workers beg authorities to step in, December 22, 2020. Camerun: Médiapart, À PERENCO CAMEROUN: NATIONAUX ABONNÉS AUX DÉCLASSEMENTS, HARCÈLEMENTS, LICENCIEMENTS, July 27, 2016. Tunisia: in 2018, a procedure was started before the French National Contact Point of the OECD in relation to the group’s operations in Tunisia.

[2]  Guiding Principles on Business and Human Rights (A/HRC/17/31, 2011); OECD Guidelines for Multinational Enterprises (rev. 2011).

[3] For more information, see here.

[4] 39 Perenco Group companies appear in the International Consortium of Investigative Journalists’ Bahamas Leaks database, whose files uncovered the existence of shell companies and trusts created in the Bahamas; ICIJ Offshore Leaks Database, Results for Perenco. For more on the Bahamas Papers, see ICIJ, Former EU Official Among Politicians Named in New Leak of Offshore Files from The Bahamas, September 20, 2016.

[5] Reuters, Ecuador to pay $374 million to French oil company Perenco to settle dispute, June 2, 2021.

[6]  See Le Monde, Perenco, boîte noire pétrolière et toxique en RDC, October 9, 2019; Press release of Sherpa and Friends of Earth France, L’opacité continue: la justice refuse de donner accès aux informations détenues par la pétrolière française Perenco, September 17, 2020; Press release of Avocats Sans Frontières, Saisine du PCN français pour établir la transparence sur les activités du Groupe Perenco en Tunisie, September 10, 2019. Avocats Sans Frontières and its Tunisian partner, I Watch, have since withdrawn from the procedure before the French National Contact Point of the OECD.

[7] Statement on extra-financial performance, Perenco S.A., 2020.

[8] Perenco France is not subject to the law on the duty of vigilance (because the number of employees declared is lower than the thresholds provided for by the law), and therefore does not provide further information on this basis.

[9] Article L. 225-102-1 of the French Code of Commerce. This obligation has been enshrined in French law since the law on New Economic Regulations of 2001 and was progressively reinforced in 2010 (Grenelle II law) and 2017 (Order and implementing decree on the publication of non-financial information by certain large companies and certain groups of companies).

Press release

Sherpa, Laura Bourgeois, laura.bourgeois@asso-sherpa.org

Amis de la Terre France, Léa Kulinowski, lea.kulinowski@amisdelaterre.org

Avocats Sans Frontières, Simon Mallet, smallet@asf.be; Elisa Novic, enovic@asf.be

Communiqué de presse : Appel à la sécurité sanitaire et aux droits des travailleuses et travailleurs des industries à forte intensité de main d’œuvre face à la pandémie COVID-19

Version arabe disponible ici – النسخة العربية متوفرة هنا Au vu des circonstances exceptionnelles qui touchent l’ensemble de la planète, dues à la menace grave et imminente que représente la « pandémie COVID19 » pour la santé et la vie humaines, et sur la base des diverses mesures de prévention prônées par l’Organisation Mondiale de la Santé (OMS) et adoptées par de nombreux pays pour en endiguer la propagation (procédures visant à réduire les contacts humains, mesures de mise en quarantaine ou de confinement, etc),.. Le Forum Tunisien pour les Droits Economiques et Sociaux (FTDES) et Avocats Sans Frontières (ASF) expriment leurs profondes préoccupations quant au maintien de l’activité dans les industries à forte intensité de main-d’œuvre, notamment le secteur du textile. Les conditions-mêmes du processus de production rendent les travailleuses et travailleurs du secteur particulièrement vulnérables au risque de contamination. Tout en saluant la décision de certains fabricants d’interrompre leurs activités pendant quinze jours, les organisations signataires notent à regret la poursuite du travail dans de trop nombreuses usines textiles, dans le mépris le plus total des mesures de prévention susmentionnées. Ceci contribue à accroître les sentiments d’anxiété et de détresse des travailleuses et travailleurs, dont la situation économique est déjà extrêmement précaire. Ces personnes ne peuvent se permettre de s’auto-isoler par crainte de perdre leur travail, ainsi leur principale ressource de survie. Par conséquent, les organisations signataires en appellent au devoir de vigilance et de responsabilité des parties prenantes, notamment les industriels du secteur, pour faire face à cette pandémie dans le respect la protection de la santé des travailleuses et travailleurs. C’est dans cet esprit que les organisations signataires invitent : Tous les propriétaires d’usines à :
  • Consulter les décideurs institutionnels en vue de décider la suspension immédiate des activités de production et l’octroi de congés exceptionnels aux salariées ;
  • Prendre toutes les mesures nécessaires pour assurer le paiement des salaires des travailleuses et travailleurs sans délai, et leur fournir un accompagnement approprié en cas de contamination.
Toutes les entreprises multinationales donneuses d’ordre du secteur textile à :
  • Différer la réception de leurs commandes en provenance des pays producteurs
  • Prendre en compte les circonstances exceptionnelles que traversent la Tunisie et le monde entier en suspendant toutes les mesures de pénalité normalement prévues en cas de retard dans les délais de livraison.
Les industriels impliqués dans la production des matériaux nécessaires à la lutte contre la pandémie à :
  • Prendre toutes les mesures nécessaires pour prévenir les risques de contamination dans le strict respect des normes sanitaires imposées par les autorités (stérilisation, mesures de distanciation sociale appliquées au travail et dans les transports, etc.).
Dans cette période difficile, nous comptons sur la prise en compte des craintes légitimes des travailleuses et travailleurs du secteur textile pour leur santé et les risques de contaminations. Nous en appelons à la responsabilité collective pour faire face, en solidarité, à cette pandémie et ses graves répercussions. Contacts presse ASF Tunisie  Zeineb Mrouki : zmrouki@asf.be Forum Tunisien pour les Droits Economiques et Sociaux  Romdhane ben Amor : romdhane@ftdes.net  

Portret van partners 3/4 : De Netwerken van Observatoren

Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen.

Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder)

Dankzij dit project kon ASF bijdragen aan de oprichting en/of de heropstart van netwerken van observatoren. Deze zijn onafhankelijk van ASF en worden zelfstandig gemanaged door hun leden. ASF en deze netwerken werken samen om de daadkracht van de bevolking te vergroten, die getroffen is door de activiteiten van winningsbedrijven.

De netwerken zijn samengesteld uit vrouwelijke en mannelijke vertegenwoordigers van dorpen en gemeenschappen. Deze vertegenwoordigers werden aangewezen door hun gemeenschappen vanwege hun engagement en bereidwilligheid. De netwerken hebben als doel om de betrokkenheid van de lokale bevolking bij het beheer van natuurlijke hulpbronnen te verzekeren, en om te verzekeren dat de activiteiten en/of processen transparant zijn en de mensenrechten respecteren. Om dit te bereiken, volgen, verzamelen en documenteren de leden van het netwerk voortdurend mogelijke gevallen van corruptie en schendingen die door private en/of publieke actoren begaan zijn bij de ontginning van natuurlijke hulpbronnen in hun dorpen. Op basis van de verzamelde en geverifieerde gegevens, zetten de leden van de netwerken een proces op van dialoog en consultatie met lokale overheden, vertegenwoordigers van de betrokken bevolkingsgroep en verantwoordelijken. Hiermee willen ze een participatief bestuursmodel voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen bevorderen.

Vandaag ontmoeten we de leden van de netwerken in de Muanda-regio. We hebben hen allemaal dezelfde vraag gesteld: Kan u zich in enkele woorden voorstellen en ons uitleggen waarom u deel uitmaakt van een netwerk van observatoren?

Jeanne*: Ik zet mij in voor de meisjes en moeders van mijn dorp.

Ik woon in het dorp Muanda. Ik run er een bedrijf en werk samen met “maréeuses”, vrouwen die met de getijden leven en die gevangen vis bewerken. In mijn coöperatieve stel ik 3 mannen en 28 vrouwen te werk. Wij maken verse vis, gezouten vis, gerookte vis… Het is zwaar om een vrouw te zijn en aan het hoofd van een bedrijf te staan. Je moet je manier van werken veranderen, en je steeds aanpassen. In de visverwerkingssector hebben we talrijke problemen. We hebben niet echt verkooppunten, soms werken we en is het onmogelijk om te verkopen, en aangezien we geen middelen hebben om te conserveren, wel ja… het is lastig. Maar het is zeer belangrijk dat vrouwen sterk worden en bedrijven runnen.

Vandaag de dag in Congo houdt men geen rekening met vrouwen. Terwijl wij, alle vrouwen, ons overal mee zouden moeten bemoeien, in de dorpen, de samenleving, vergaderingen. Dat is belangrijk. En dat is waarom ik aanvaard heb om observatrice te worden binnen mijn netwerk toen de traditionele chefs mij dat voorstelden. Ik heb ervoor gekozen om de belangen te verdedigen van mijn gemeenschap, en vooral die van alle meisjes en alle moeders.

François*: Ik zet mij in voor de vissers.

Vroeger was de visserij het meest toegankelijke beroep. Onze gemeenschappen leven voornamelijk van de landbouw en de visvangst, ook vandaag. Wij beoefenen ambachtelijke visvangst, in kleine bootjes, met vislijnen en netten. Maar de visvangst wordt steeds moeilijker en moeilijker… Soms beschadigen de boten van bedrijven onze netten terwijl ze varen, en zelfs als we proberen om de incidenten aan te kaarten, zijn de vertragingen eindeloos. Gedurende deze periode kunnen de mensen niet vissen, vanwege de kosten voor het herstellen van hun materiaal. Bovendien volgt het geld een zeer complexe route, zelfs wanneer we financiële schadevergoeding ontvangen. Elke route heeft zo zijn vertakkingen, en zeker wanneer het over geld gaat, dus op verschillende plekken tussen het vertrek en de aankomst kan het geld een afslag nemen.

Een ander probleem dat we hier hebben gaat over de veiligheidszones. De bedrijven die natuurlijke hulpbronnen uit de zee ontginnen hebben zones afgebakend waar wij niet langer het recht hebben om er binnen te gaan of te vissen. Alleen waren er vissoorten waarop wij in deze zones visten, en aangezien we er geen toegang meer toe hebben, moeten we verder de oceaan op. De risico’s en kosten daarvan zijn hoger, omdat er sterkere golven zijn en omdat we voor stevigere boten moeten betalen. Op andere momenten vinden we dode vissen in onze netten en ruikt het water niet goed. En ik zou het ook kunnen hebben over de vreemde boten die grote hoeveelheden vis komen vangen en die zo het visbestand uitputten… En dus heb ik aanvaard om mijn dorp te vertegenwoordigen in het netwerk, aangezien ik lid ben van de visserscoöperatieve. Zo kan ik de mensen in het dorp, en vooral de vissers, helpen om van hun activiteiten te blijven leven.

Dominique*: Ik zet mij in voor onze toekomst, voor onze aarde.

Ik ben getuige geweest van allerlei zaken, en dat is waarom ik meteen heb aanvaard om deel uit te maken van het netwerk van mijn dorp toen men mij aanwees. Ik geef u een voorbeeld. Vroeger waren de affakkel-schoorstenen – een systeem om de gassen te verbranden die worden uitgestoten tijdens de ontginning van aardolie – grote pijpleidingen die de lucht in gingen en de hele tijd brandden. Vandaag de dag staan die schoorstenen op grondniveau of zitten ze zelfs onder de grond, wanneer ze geïnstalleerd zijn in daarvoor gegraven putten. Het probleem is dat deze putten zich vullen met water wanneer het regent, en dat het water het brandende gas dooft. Dat gas lost dan op in het water, en wanneer het water uit het gat loopt, gaat dit hele mengsel overlopen in onze rivieren en akkers. Je moet dus heel erg aandachtig zijn om snel een ondergelopen schoorsteen te signaleren, of anders kan er grote schade berokkend worden aan de natuur.

Soms lekt er ook olie in de rivieren en de akkers… en ook daar moet je erg aandachtig zijn. Ten eerste moet je voorkomen dat er een lek is, en verder is de procedure om schadevergoeding te bekomen voor de geleden schade zeer complex. En als je niet oplet, verlies je onderweg veel geld. Doordat ik lid ben van een netwerk kunne de mensen in het dorp mij oproepen wanneer ze problemen of vragen hebben. Ik kan hen dan begeleiden omdat ik de regels en procedures goed ken. We houden in de gaten wat er gebeurt rondom ons, om onze akkers, onze rivieren, onze natuur en onze toekomst veilig te stellen. Voor onszelf, en opdat onze kinderen ook de vruchten kunnen plukken van onze vruchtbare akkers en onze waterlopen vol vissen.

Vroeger verdedigde ik mijn gemeenschap zonder dat ik veel kennis bezat. Dankzij Advocaten Zonder Grenzen en de aangeboden opleidingen praten we het niet alleen over “natuurlijke hulpbronnen”, maar gaan we dieper in op het onderwerp. Ik was slechts een beetje vertrouwd met het onderwerp van olieproducten, maar vandaag voel ik er mij in thuis, begrijp ik mijn rechten, en begrijp ik ook de uitdagingen waar de bossen, rivieren en akkers voor staan… Ik voel mij steeds beter in staat om de mensen van mijn dorp te vertegenwoordigen en ondersteunen, en dat doet mij plezier. Voor mij, voor hen, en voor onze aarde.

*Aangezien de observatoren anoniem wenste te blijven, is zijn/haar naam aangepast.

De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader.

Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.

Foto’s en interview : Camille Burlet

Portret van partners 3/4 : Annie Masengo

Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen. Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder) Vandaag is het Annie Masengo die het woord neemt om het met ons te hebben over de strijd die ze voert met de Congolese Liga tegen Corruptie (LICOCO). Ze heeft het over wat haar heeft gemotiveerd om zich in te zetten voor de strijd tegen corruptie, een endemisch fenomeen in de sector van natuurlijke hulpbronnen, en over hoe belangrijk het is dat alle leden van de gemeenschappen, zonder onderscheid naar gender, hun stem kunnen laten horen. Spreken over het recht van vrouwen om de geesten te doen veranderen
  • Kan u ons vertellen over uw achtergrond en uw engagement, en over hoe en waarom u hier vandaag bent?
Ik ben sinds 2000 advocate, dat is mijn hoofdberoep. In 2006 ben ik begonnen met mijn werk in het verenigingsleven, en meer bepaald in de ngo Nieuwe dynamiek voor jonge vrouwen. Het doel van deze ngo is het verdedigen van de rechten van vrouwen en meisjes, het bestrijden van seksueel geweld en het bestrijden van de straffeloosheid rond dit geweld. Ik ben lang bij deze organisatie gebleven, maar er was nog een ander thema dat mij na aan het hart lag: de strijd tegen corruptie, vooral gezien het niveau van corruptie dat ons land heeft bereikt. De wens om het beter te doen, om te pleiten voor verandering heeft me ertoe aangezet om me op beide gebieden te engageren en daarom heb ik besloten om me bij LICOCO aan te sluiten. Ik wil de corruptie bestrijden, zonder de genderkwestie te vergeten, want die twee zijn ook nauw met elkaar verbonden. In deze structuur hou ik mij bezig met de CAJAC, de Centra voor Gerechtelijke Bijstand en Burgeracties. Het is in deze centra dat we de verschillende klachten ontvangen van mensen die hun zaken voor de rechter hebben gebracht maar die niet hebben gewonnen vanwege vertragingen in de behandeling van hun dossiers, corruptie, enzovoorts. De wil om anderen te helpen is wat mij elke dag opnieuw drijft. Ik hou ervan dat mensen comfortabel kunnen leven. Maar jammer genoeg leven wij in een samenleving waar de dingen niet functioneren zoals we dat zouden willen. Dat is waarom ik de rangen vervoeg van de onderdrukten, van diegenen die verstoken zijn van hun rechten, van justitie, van alles. Ik wil schouder aan schouder met hen vechten.
  • Zonet vermeldde u het feit dat alles met elkaar verband houdt: corruptie, vrouwen, het recht… Denkt u ook dat er een verband bestaat met natuurlijke hulpbronnen? Kan u ons daar wat meer over vertellen?
Natuurlijk is het allemaal verbonden! Het bestrijden van corruptie in het beheer van natuurlijke hulpbronnen is juist een manier om de gemeenschap te helpen om te profiteren van iets wat van rechtswege van hen is. In deze sector zijn er te veel actoren die de rechten van de lokale gemeenschappen met voeten treden, die hun land overnemen zonder zelfs maar contact met hen op te nemen, of die rechtstreeks te maken hebben met degenen die het land besturen zonder rekening te houden met de aanwezigheid van deze gemeenschappen. En als deze gemeenschappen klagen, vindt er een soort van armworstelen plaats en gaat men onmiddellijk over tot corruptie, het uitoefenen van invloed, om te voorkomen dat de gemeenschappen hun rechten opeisen. Al te vaak stuiten deze gemeenschappen op hindernissen en weten ze niet meer van welk hout pijlen maken. Daarom moeten we met hen vechten. Deze strijd maakt ook ontwikkeling mogelijk. Want we kunnen het niet over ontwikkeling hebben zolang er sprake is van grootschalige corruptie. In de grondwet zelf wordt erkend dat de rijkdom van dit land moet worden gedeeld met en tussen gemeenschappen. Maar in werkelijkheid moet je vaststellen dat deze gemeenschappen nergens van profiteren. Je merkt dat als bedrijven eenmaal ergens wil gaan ontginnen omdat er ertslagen, mineralen, etc. zijn gevonden, zij direct naar de autoriteiten gaan. Ze gaan naar hen toe, ze geven geschenken, ze tekenen contracten, soms zonder rekening te houden met het feit dat er mensen in de buurt wonen waarover het gaat! Ze houden geen rekening met de gevolgen die het kan hebben voor de gezondheid van mensen, ze praten niet over vervuiling… Ze praten niet over dat alles. En het is nog erger! Tegelijkertijd, als ze in harmonie met de gemeenschappen willen zijn, laten ze hen contracten ondertekenen die niet worden gerespecteerd, doen ze toezeggingen die niet worden nagekomen, beweren ze dat ze mensen zullen vergoeden en royalty’s aan de gemeenschappen zullen betalen, maar dat zullen ze niet doen. Soms wordt een groep van zogenaamde vertegenwoordigers van deze gemeenschappen als instrument gebruikt, krijgen ze een kleine hoeveelheid geld, en dan profiteert de hele bevolking die achterblijft nergens van, en degenen die deze families lijken te vertegenwoordigen krijgen meer dan de anderen. Ze gaan zelfs zover dat ze voorkomen dat deze mensen hun rechten kennen. Zodra de gemeenschappen het gevoel hebben dat hun rechten met voeten worden getreden, zullen deze bedrijven, als ze naar de rechtbank gaan, ook naar de rechtbank gaan, in beroep gaan, de magistraten benaderen, hen omkopen, en de kleine mensen blijven achter zonder kracht, zonder iets. En in dat soort situaties zullen de machthebbers proberen de claims de kop in te drukken en dit gaat onopgemerkt voorbij, omdat deze gemeenschappen niet weten waar ze naartoe moeten om gerechtigheid te krijgen. Daarom zijn we geïnteresseerd in deze strijd, omdat deze gemeenschappen het recht hebben om te profiteren van alles waar ze recht op hebben. Het genderaspect is zeer, zeer belangrijk, omdat je verschillende categorieën mensen in de gemeenschap hebt, met verschillende realiteiten en verschillende behoeften. Mensen zijn altijd al gewend geweest aan het idee dat als we het over “gemeenschap” hebben, het alleen maar mannen zijn. Het bestaan van de vrouwen wordt terzijde geschoven, ook al maken ze integraal deel uit van deze gemeenschap en zijn ze zelfs met veel meer! Maar wanneer mannen rond een tafel zitten om te beslissen over de ontwikkeling van het dorp, of over de evolutie van hun gemeenschap, of wanneer ze worden benaderd voor onderhandelingen met betrekking tot de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, dan benoemen ze vertegenwoordigers onder elkaar, ontmoeten ze elkaar daar, en beslissen ze onder elkaar. Maar het zijn er niet veel, het zijn alleen mannen, en ze gaan beslissingen nemen over zaken die hen vaak niet aangaan, die minder invloed op hen hebben dan op vrouwen. Ik denk bijvoorbeeld aan alle beslissingen die mannen op het land nemen, terwijl we allemaal weten dat het vrouwen zijn die op het land en op de boerderij werken om hun gezin te onderhouden. Ze weten niet wat vrouwen willen, ze sluiten hen gewoon uit. En bovendien spreken ze alsof ze voor iedereen spreken. En als ze dat doen, is dit spreken een groot probleem omdat de behoeften van vrouwen niet gekend, niet erkend en niet geuit zullen worden. Het is noodzakelijk dat mensen het idee dat vrouwen zwakke wezens zijn, dat ze als objecten behandeld kunnen worden, uit hun hoofd halen. Er moet rekening mee worden gehouden dat vrouwen en mannen hetzelfde potentieel hebben, even intelligent zijn en dat vrouwen kunnen en moeten bijdragen aan de ontwikkeling van hun hele gemeenschap. In alles wat we doen, op de plekken waar besluiten genomen worden, in de keuzes die we namens de gemeenschap maken, moeten vrouwen aanwezig zijn, omdat zij het meest in staat zijn om hun eigen behoeften te uiten. Onze wetten zijn hier duidelijk over, gebruiken en gewoonten die een categorie mensen vernederen moeten worden verboden. Want als er wetten zijn, waarom blijven vrouwen dan in deze staat? Waarom helpen mannen vrouwen niet om op te staan? Waarom willen ze dat niet? Waarom begrijpen ze niet dat mannen en vrouwen moeten samenwerken om werkelijk duurzame ontwikkeling te realiseren? We willen dat vrouwen en mannen zich ontwikkelen en hand in hand vechten, en als mannen dat begrijpen, zullen ze zien dat hun strijd veel succesvoller zal zijn, zowel op het gebied van de natuurlijke hulpbronnen als elders in onze samenleving.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader. Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet

In het volgende artikel zullen burgers het woord nemen die lid zijn van de observatienetwerken die versterkt werden in het kader van dit project, om hun dagelijkse strijd voor goed bestuur en transparantie in de sector van natuurlijke hulpbronnen met ons te delen.

Portret van partners 2/4 : Ghislain Lukambo

<<< Lees de portret van Marceline (1/4) Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen. Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder) Vandaag is het Ghislain Lukambo die het woord neemt om het met ons te hebben over de strijd die hij voert met de Congolese Liga tegen Corruptie (LICOCO). Hij heeft het over wat hem heeft gemotiveerd om zich in te zetten voor de strijd tegen corruptie, een endemisch fenomeen in de sector van natuurlijke hulpbronnen, en over hoe belangrijk het is dat alle leden van de gemeenschappen, zonder onderscheid naar gender, hun stem kunnen laten horen. Ghislain: het veranderen van een Congolees justitiesysteem dat te veel verankerd is in corruptie
  • Kan u uw persoonlijk achtergrond schetsen?
Ik ben begonnen als advocaat en was actief aan de balie van Kongo-Centraal. Ik zag in dat ons justitiesysteem verankerd is in bepaalde negatieve praktijken die diegenen benadelen die misschien wel gelijk hebben maar slechts beperkte middelen hebben, ten voordele van diegenen die ongelijk hebben maar wel macht hebben. Deze strijd is voor mij in de eerste plaats persoonlijk. Maar aangezien alléén strijden niet efficiënt is, heb ik besloten om mij bij de Congolese Liga tegen Corruptie (LICOCO) te voegen. Ik ben momenteel Coördinator van de Centra voor Gerechtelijke Bijstand en Burgeracties (CAJAC). Het zijn deze centra waarbinnen mensen hun klachten kunnen komen indienen, zoals Annie jullie zal kunnen uitleggen (zie hieronder).
  • Waarom hebt u ervoor gekozen om bij LICOCO te gaan werken?
LICOCO is een ngo die zich als voornaamste doel stelt om een gezondere samenleving te hebben waarin onethisch gedrag uit den boze is en het onderspit delft ten voordele van maatschappelijk welzijn dat iedereen vooruithelpt. Wij zetten ons actief in voor een Rechtstaat die het mogelijk maakt dat iedereen zijn of haar mening uit hoe hij of zij dat wil. Wij vinden dat iedereen die in een geschil gelijk heeft voor de hoven en rechtbanken moet kunnen verschijnen, zodat het recht kan geschieden. Vandaag de dag is dat niet het geval. We zitten met een justitiesysteem dat met twee maten en twee gewichten functioneert, en waarvan de balans overhelt naar de economisch sterkste partij. Terwijl wij van LICOCO net alle gemarginaliseerde gemeenschappen willen helpen.
  • U werkt dus samen met ASF op het gebied van het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Waarom vindt u dit een belangrijk onderwerp?
Wij willen alle gemarginaliseerde gemeenschappen helpen en in deze sector zijn dat er heel veel. Deze gemeenschappen verdienen een gezonder justitiesysteem! Er zijn veel onethische praktijken in Kongo-Centraal, en ze zijn lastig te bestrijden waardoor je met een slakkengang vooruit moet gaan. Maar zelfs met een slakkengang ga je vooruit. Het probleem waar we tegenop kijken is dat de Congolese bevolking blijft geloven dat deze onethische praktijken een levensstijl zijn, terwijl dat verkeerd is. Goed bestuur en de Rechtstaat zijn de basis voor een samenleving die de gegoede klasse niet onderhoudt en een gemarginaliseerde klasse negeert, die zichzelf verarmt en lijdt. En nochtans, u weet het even goed als ik, is het in de richting van dit soort samenleving dat wij evolueren. Laten we het voorbeeld nemen van de kustplaats Muanda. Dat is een stad aan de Atlantische oceaan die beschikt over veel natuurlijke hulpbronnen, waaronder aardolie. In heel veel gevallen zijn olierijke steden meer ontwikkeld dan andere, omdat de bedrijven die in het gebied actief zijn een positieve invloed hebben op het dagelijks leven van de inwoners. Maar ga eens kijken in Muanda en u zal zien dat de gemeenschappen, hoewel ze aardolie in de grond hebben zitten, bijna niks hebben. Slechts enkele dorpen hebben straatverlichting, terwijl er dagelijks ruwe olie in de gebieden wordt opgepompt. In Muanda, net als elders, moeten we het ook over vrouwen hebben. Vrouwen vormen de basis van vele zaken. Als ze hun rechten niet kennen, zullen we geen echte gezonde samenleving hebben. Want elke maatschappij die uitsluitend op mannen is gebaseerd, is een dode maatschappij. Als we er niet in slagen vrouwen te betrekken bij het beheer van het dagelijks leven, van natuurlijke hulpbronnen en van alle andere zaken, dan hebben we niets goeds gedaan. We moeten dus onze inspanningen verdubbelen en vooruit blijven gaan, zelfs in een slakkengangetje! [lacht] Ik ben er absoluut van overtuigd dat de impact die gegenereerd wordt door de winning van natuurlijke hulpbronnen vandaag de dag slechts voordeel oplevert voor een fractie van de bevolking en niet aan alle burgers. Wij hebben ervoor gekozen om te werken met ASF omdat wij dezelfde strijd voeren: al die gemeenschappen ondersteunen zodat ze hun eigen rechten begrijpen, kennen en uiteindelijk ook doen gelden. Dat zal tijd vergen maar samen kunnen we het.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader. Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet

Portret van partners 1/4 : Marceline Nzati

Lees de portret van Ghislain (2/4) >>>

Advocaten Zonder Grenzen, dat sinds 2002 aanwezig is in de Democratische Republiek Congo, zou geen activiteiten kunnen uitvoeren zonder haar partners. En dat is de reden waarom we hen vandaag het woord geven. Deze mannen en vrouwen hebben het met ons over hun dagelijkse leven, hun realiteit en hun overtuigingen. Met deze portrettenreeks willen wij u dan ook voorstellen aan de mensen die de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma, de Congolese Liga tegen Corruptie en de Netwerken van Observatoren belichamen. Zij werken allemaal in de provincie Kongo-Centraal en meer bepaald in de kustregio Muanda in het kader van het project “De belangen van de lokale bevolking een centrale plaats geven in het beheer van natuurlijke hulpbronnen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming”. (Lees meer hieronder) Vandaag heeft Marceline Nzati het woord. Zij is een zuster die aan het hoofd staat van de Diocesane Commissie Justitie & Vrede van Boma (CDJP). Aan het einde van een workshop die op 22 november 2019 plaatsvond in Boma in de provincie Kongo-Centraal in DRC ontmoeten we haar om haar enkele vragen te stellen. Ze heeft het over haarzelf, over hoe belangrijk het is dat de lokale bevolking de controle over het beheer van de natuurlijke hulpbronnen terugkrijgt en over de rol die vrouwen kunnen spelen om zich deze onderwerpen weer eigen te maken. Marceline: verdedigen van de menselijke waardigheid dankzij kennis van het recht
  • Wat is uw persoonlijke achtergrond? Hoe bent u bij CDJP terechtgekomen?
Ik ging naar de basisschool en de middelbare school in Congo, daarna was ik een paar jaar leraar voordat ik in Kinshasa ging studeren. In de hoofdstad heb ik de catechese gevolgd, omdat ik zeer geïnteresseerd was in religieus, christelijk, jeugd- en volwassenenonderwijs. De leiders boden me vervolgens aan om me naar Lourdes te sturen, naar een vormingscentrum voor zusters. Na drie jaar studeerde ik af aan de Katholieke Universiteit van Lille, Frankrijk, en in 1990 keerde ik terug naar Congo. Zodra ik terugkwam, had ik de leiding over de schoolcatechese, werkte ik in een pastoraal centrum en vormde ik pastorale animatoren in de parochies. Toen kwam er een nieuwe bisschop. Eerst was ik de secretaris van het bisdom, en toen de CDJP werd opgericht, werd mij voorgesteld er deel van uit te maken. En ik werk er nu al meer dan 20 jaar!
  • Kan u de CDJP aan ons voorstellen?
De CDJP is een orgaan van de kerk dat zich inzet voor mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Ons doel is het bereiken van harmonieuze relaties in de samenleving tussen mensen, maar ook tussen mensen en de rest van de wereld en het milieu. We doen vooral bewustwording en geven opleidingen over mensenrechten, vrouwenrechten en de rechten van kwetsbare groepen. We willen dat de mensen hun rechten kennen. Weet je, rechten zijn onvervreemdbare voorrechten van individuen, ze maken deel uit van de menselijke waardigheid. Zodra een mens geboren is, is hij of zij een rechtssubject, heeft hij of zij rechten en plichten, en dus moet hij of zij dat weten, want we kunnen onze waardigheid slechts verdedigen als we onze rechten kennen. En dat is belangrijk voor mannen, maar ook voor vrouwen, want er zijn hier in het Kongo-Centraal nog steeds meer vrouwen dan mannen die niets over hun rechten weten. De sociale leer van de kerk spreekt veel over de waardigheid van de persoon, rechten, sociale rechtvaardigheid en vrede. Dit zijn allemaal thema’s die ons bezighouden en daarom reizen we samen met andere maatschappelijke organisaties door de parochies om mensen bewust te maken van hun rechten. We behandelen ook nieuwe thema’s, zoals de strijd tegen geweld tegen vrouwen en de beginselen van goed bestuur. De CDJP maakt ook deel uit van het Observatorium van Natuurlijke Hulpbronnen (ORN). Het ORN ondersteunt de Bisschoppelijke Commissie voor Natuurlijke Hulpbronnen. Vandaag de dag zijn natuurlijke hulpbronnen een reëel probleem, omdat het leven van mensen op het spel staat. Natuurlijke hulpbronnen moeten door de Mens worden beheerd met het doel zichzelf en zijn familie te ontwikkelen, maar ook in het belang van de toekomstige generaties. Wij zijn van mening dat het essentieel is om mensen uit te leggen dat toegang tot natuurlijke hulpbronnen een recht is, dat gemeenschappen deze hulpbronnen kunnen exploiteren en kunnen profiteren van de vruchten van deze hulpbronnen. En dit is niet alleen een kwestie die de mensen in de dorpen aangaat, maar ook de politieke gemeenschap en de bedrijven. Zij die het land besturen moeten ons aan een goed beleid helpen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, maar dat doen ze niet. We verwachten dat ze mensen helpen om hun rechten te kennen, om samen te werken, om actief deel te nemen aan processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en om te profiteren van wat natuurlijke hulpbronnen opleveren. En dan zijn er nog de bedrijven. Ze komen van buitenaf, ze hebben de machines die nodig zijn voor ontginning, dus we moeten deze bedrijven kennen, met ze in contact komen, een partnerschap met ze hebben. Want niet alleen zij moeten profiteren van deze middelen, maar ook de inheemse bevolking. De hulpbronnen zijn er voor iedereen; u, die er bent, kunt ervan profiteren! Maar als we onze hulpbronnen met u delen, met de bedrijven, hebben we het recht om te weten hoe ze worden geëxploiteerd en om deel te nemen aan het beheersproces.
  • En waarom vindt u het relevant om met ASF samen te werken?
Wij zijn het maatschappelijk middenveld, wij zijn samen met de bevolking, het is belangrijk voor ons om ons te verenigen, om onze krachten te bundelen om onze rechten te verdedigen, maar ook de rechten van de Congolese burgers en gemeenschappen. Dat is waarom we met ASF samenwerken. Wat ons bevalt aan ASF is ook dat het mensen zijn die hier leven, ze begrijpen de werkelijkheid, ze zien de ongelijke verdeling, en wanneer ze komen zijn we dus tevreden en zijn we er zeker van dat we partners hebben die ons komen helpen om onze rechten te verdedigen. Samenwerken op dit domein, om de bevolking te helpen begrijpen dat ze rijkdommen bezitten en dat ze het recht hebben om ervan te profiteren, iets wat velen niet weten, is zeer belangrijk voor ons. Wij hebben de rijkdommen, nu moeten ze ons ook ten goede komen en aan onze ontwikkeling bijdragen.
  • Nadat we Marceline bedankt hebben, vragen we haar nog of een andere onderwerp belangrijk is voor haar, of ze het met ons nog over iets anders wil hebben, waarop ze meteen antwoordt:
Het is belangrijk om het over vrouwen te hebben. We proberen over vrouwen te praten, maar soms hebben we de argumenten niet.Dus als we juristen en advocaten zien die praten over het beheer van natuurlijke hulpbronnen en vrouwen op basis van juridische grondslagen, dan helpt dat ons enorm. Ik ben bijvoorbeeld geen advocaat, en dat maakt dat er veel parameters zijn die ik niet begrijp, dus het is belangrijk om erover te praten. Weet je, we zeggen hier vaak dat reflectie de moeder van de wetenschap is, dus we moeten erover praten om te onthouden en te leren, en het vervolgens door te geven.
  • Een ander lid van de CDJP, Elie, knikt en neemt het woord:
We moeten in het bijzonder aandacht hebben voor vrouwen tijdens onze bewustwordingsacties. Ook al komen ze wel, we moeten ervoor zorgen dat ze in groten getale komen en vooral dat ze actief meedoen. Op een dag kwamen we voor een bewustmakingsactie en we realiseerden ons dat het aanvangsuur dichterbij kwam maar dat er niet veel mensen waren. We vroegen de leiders om naar hun huizen te gaan en mensen te laten komen. Toen ze aankwamen, waren er veel stoelen en de mannen gingen op de stoelen zitten. De vrouwen gingen naast hen op de vloer zitten, en dat is de cultuur… Hier staat de vrouw haar plaats af aan de man, haar plaats is ver weg, op de vloer, op een afstand. Ze komen wel, maar ze zeggen niets en komen niet dichterbij, zelfs niet als er nog stoelen over zijn!
  • Marceline gaat verder:
Als we over gender praten in DRC, moeten we het hebben over de vrouw maar ook over de man, de twee moeten bewustgemaakt worden. Op bepaalde momenten is het belangrijk om bewustmaking te doen die gericht is op vrouwen, op jongeren… maar opdat er een evenwicht is in de gemeenschap, is de doelstelling op termijn dat vrouwen en mannen samen bewustgemaakt worden.
  • De dialoog gaat verder en Elie vult aan:
Ja! We hebben dus vrouwen nodig zoals Meester Annie (zie volgende portret), die een voorbeeld zijn, die het woord nemen, hen tonen wat mogelijk is. Het is een “energieboost” om andere vrouwen aan te moedigen om hetzelfde te doen.
  • Het is Marceline die dit interview afrondt door alle onderwerpen met elkaar te verbinden:
Praten over gender en praten over bestuur, dat is een recht. Het feit alleen dat je bestaat geeft je deze rechten, en vooral dan het recht op deelname. Alles is verbonden, weet u… omdat duurzame ontwikkeling niet kan bestaan zonder gemeenschappen, en gemeenschappen niet zonder vrouwen, zonder dat zij actief deelnemen en hun rechten gerealiseerd worden. Het is ook zeer belangrijk om het te hebben over duurzame ontwikkeling, want vandaag de dag lijdt de Congolese bevolking zodanig dat het enige wat voor haar van tel is, het nu is: “Ik heb honger, ik moet nu eten.” En wanneer men dan iets te eten heeft gevonden, wacht men op morgen en herbegint men. Maar dat is dus geen duurzame ontwikkeling! Duurzame ontwikkeling, dat is vandaag, morgen, overmorgen, voor ons, voor mannen, voor vrouwen, voor kinderen, voor de toekomstige generaties, en dat, het moet gezegd worden, terwijl wij van dag tot dag proberen om de boodschap over te brengen.
De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een transparant beheer van de natuurlijke hulpbronnen met respect van de mensenrechten. Meer in het bijzonder beoogt het project om de betrokkenheid en deelname van de betrokken burgers te ondersteunen, met als doel (i) de transparantie te verzekeren van de processen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de strijd tegen corruptiepraktijken en (ii) de bescherming en de verwezenlijking van hun rechten binnen dit kader. Door het vermogen uit te breiden van de lokale bevolking om actie te ondernemen, zodat zij een volwaardige rol kan spelen in de processen voor het beheer van de natuurlijke hulpbronnen en door deze bevolking te steunen om de bescherming van haar rechten te verzekeren, draagt het project bij tot het ontstaan van essentiële voorwaarden voor een inclusieve, duurzame ontwikkeling die de mensenrechten eerbiedigt.
Foto’s en interview : Camille Burlet

In het volgende artikel zal Ghislain

het met ons hebben over zijn werk met

de Congolese Liga tegen Corruptie

Lees de portret van Ghislain (2/4) >>>

Persbericht : Procedure voor het Franse NCP om transparantie over de activiteiten van de Perenco Groep in Kebili te verkrijgen

ASF en I Watch bundelen hun krachten om de principes van respect en bescherming van mensenrechten in de context van economische activiteiten te bevorderen. In dit kader hebben we op 26 juli 2018 aan het Franse Nationaal Contactpunt (NCP) van de OESO de vraag gesteld om het specifiek dossier van de activiteiten van de Perenco Groep in het gouvernement Kebili in Tunesië te onderzoeken en hun naleving van de OESO-Richtlijnen door multinationale ondernemingen na te gaan.  Deze richtlijnen zijn aanbevelingen voor ondernemingen voor een verantwoord gedrag inzake o.a. arbeid, mensenrechten, ketenverantwoordelijkheid, milieu, consumentenbescherming, concurrentie, de strijd tegen corruptie en belastingheffing. Zowel Frankrijk als Tunesië hebben deze principes onderschreven. De OESO-richtlijnen bepalen dat elk land een Nationaal Contactpunt (NCP) moet oprichten dat toezicht houdt op de naleving van die richtlijnen. NCP vervullen ook een buitengerechtelijke geschillenbeslechtingsfunctie om klachten of “specifieke dossiers” te behandelen die ingediend mogen worden door elke geïnteresseerde persoon om het gedrag van een onderneming aan te kaarten. Het specifiek dossier dat door ASF en I Watch is ingediend beoogt in eerste instantie transparantie te verkrijgen over de winningsactiviteiten van koolwaterstoffen in El Faouar en Douz, in de regio Kebili, die onderworpen zijn aan concessiecontracten tussen de Tunesische staat en de Perenco Groep. Deze sites zijn regelmatig het toneel van sociale bewegingen door de lokale bevolking, bezorgd over de impact die deze activiteiten hebben of kunnen hebben op de gezondheid en het milieu. Nadat we tevergeefs in contact probeerden te komen met de Tunesische dochteronderneming van de Perenco Groep om informatie te verkrijgen over haar activiteiten en een dialoogproces op gang te brengen, wendden ASF en I Watch zich tot het Franse NCP met de vraag een gesprekskader op te zetten op de leemte aan informatie over de aard van de activiteiten die op deze sites worden uitgevoerd, de risico’s die deze kunnen inhouden voor de mensenrechten en het milieu en de maatregelen die het bedrijf neemt om deze te voorkomen en verzachten, op te vullen. ASF en I Watch betreuren dat er al meer dan een jaar is verstreken sinds de indiening van dit specifiek dossier, te wijten aan de initiële weigering van de onderneming om de territoriale jurisdictie van het Franse NCP te erkennen. We verwelkomen echter de ommekeer van de positie van de onderneming die werd aangekondigd in de verklaring die op 6 december 2019 door het Franse NCP is gepubliceerd en zo de initiële evaluatie afsluit. We stellen desondanks vast dat het NCP onevenredige aandacht schenkt aan de verschillende juridische montages die geleid hebben tot het oprichten van een Tunesisch filiaal als onderneming van Caymaneilands’ recht, ondanks de werkelijkheid van de link tussen de in Frankrijk gevestigde onderneming en haar Tunesische dochteronderneming, en de geest van de Richtlijnen. We hopen, onder auspiciën van het Franse NCP, met de Perenco Groep een open discussie aan te gaan over zijn zorgvuldigheidsstelsel in Tunesië, zijn fiscale verplichtingen jegens de Tunesische staat en de noodzaak om de lokale bevolking rond hun activiteitensites te betrekken bij de beslissingen die hun rechten en hun omgeving beïnvloeden. Perscontact – Internationaal : Simon Mallet, smallet@asf.be Perscontact – Tunisïe : Zeineb Mrouki (ASF Tunisïe), zmrouki@asf.be ; Manel Ben Achour (I WATCH), manel@iwatch-organisation.org   Perscontact – Internationaal : Simon Mallet, smallet@asf.be Perscontact – Tunisïe : Zeineb Mrouki (ASF Tunisïe), zmrouki@asf.be ; Manel Ben Achour (I WATCH), manel@iwatch-organisation.org

Digging for power: vrouwenemancipatie in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie

Kampala, 8 maart 2019 – Terwijl we vandaag internationale vrouwendag vieren, publiceert ASF haar analyse van de vorderingen en gebreken met betrekking tot het realiseren van vrouwenrechten in de context van de Oegandese winningsindustrie. Ontwikkelingen in de olie- en mijnbouwindustrie in Oeganda staan bol van beloftes over economische en sociale vooruitgang. Echter, vanwege de vele economische belangen is respect voor de mensenrechten van lokale gemeenschappen nog verre van een feit. Zoals in andere vergelijkbare contexten, zijn de schendingen van vrouwenrechten talrijk en neemt genderongelijkheid toe. Zo krijgen mannen vaker een groter aandeel in de opbrengsten in de vorm van een baan en een inkomen, terwijl vrouwen vaker te maken krijgen met de negatieve gevolgen – sociale disrupties, milieudegradatie – die hun inkomstenbronnen en fysieke integriteit aantasten. In een recent onderzoek dat dé hotspots omvat voor de winningsindustrie in de Bunyoro- en Karamojaregio’s (olie en mijnbouw), onderzocht Advocaten Zonder Grenzen (ASF) hoe vrouwen met economische transformatie en de impact daarvan kunnen omgaan. Het rapport toont aan hoe – in een omgeving die gekarakteriseerd worden door patriarchale dynamieken, zwakke handhaving van de wet en grote machtsongelijkheden – vrouwen er wel in slagen om initiatieven te nemen om hun directe noden van economische aard te beantwoorden, maar slechts een beperkte capaciteit hebben om te reageren op andere vormen van onrechtvaardigheid, zoals geweld tegen vrouwen of schendingen van hun recht op toegang tot land, op gezondheid en op een schone omgeving. Verschillende factoren hebben een invloed op hoe vrouwen zich kunnen aanpassen aan veranderingen die hen door de mijnbouw worden opgedrongen. Spaargroepen bijvoorbeeld maken actie mogelijk omdat ze een basis vormen voor collectieve initiatieven van vrouwen in publieke ruimtes die anders door mannen gedomineerd worden. Maar aan de andere kant tonen onze resultaten ook aan dat de macht van vrouwen om actie te ondernemen of onrecht te herstellen in het licht van ontwikkelingen in de winningsindustrie beperkt is wanneer ze moeten steunen op externe mogelijkheden. Gezien de geschiedenis van gebrekkige instellingen en wetshandhaving in Oeganda is deze conclusie weinig verrassend. Onze data tonen echter dat de komst van machtige bedrijven die door de regeringselite ondersteund worden de ondersteunende structuren zoals lokale overheden, gemeenschapsleiders en actoren inzake geschillenbeslechting verder verzwakt hebben. In de steeds asymmetrischere context die het gevolg is van industriële ontwikkelingen zijn lokale structuren slecht uitgerust om benadeelde vrouwen en gemeenschappen goed te kunnen ondersteunen. Bedrijven en nationale overheidsinstanties van hun kant bieden geen geschikte oplossingen om de negatieve gevolgen van hun activiteiten om te buigen. In de plaats daarvan gebruikten ze soms zelfs bestaande institutionele zwaktes in hun eigen belang. Uiteindelijk bestaan er erg weinig mogelijkheden voor vrouwen en gemeenschappen om hun rechten op te eisen en te doen gelden in tijden van ontwikkelingen in de winningsindustrie. Om iets aan deze tekortkomingen te doen, pleit ASF voor een multidimensionaal programma van legal empowerment dat actoren in het hele justitiespectrum bereikt. Aan de vraagzijde moeten vrouwen en gemeenschappen die benadeeld worden door industriële ontwikkelingen uitgerust worden om niet alleen onrechtvaardigheden waarmee ze te maken krijgen te herstellen, maar ook om een actieve rol op te nemen in de socio-economische ontwikkelingen en om de elites ter verantwoordingen te roepen. Aan de aanbodzijde moeten efficiënte justitiemechanismes beschikbaar gemaakt. Activiteiten gaan daarbij van het versterken van de capaciteiten van justitieactoren op gemeenschapsniveau tot het aannemen en invoeren van wetten op basis waarvan machtige actoren in de winningsindustrie ter verantwoording geroepen kunnen worden. >> Download het ASF-rapport Digging for power: Women empowerment and justice amidst extractive industry developments in the Albertine and Karamoja, Uganda >> Bekijk de video
Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Foto © ASF/Alexia Falisse

Tussen wantrouwen en hoop: de kijk van jongeren op lokaal bestuur in Tunesië

Tunesië, 22 mei 2018 – Al bijna drie jaar ondersteunen ASF en IWatch de betrokkenheid bij en de constructieve deelname van de Tunesische burgers aan het lokale bestuur met betrekking tot het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Nu hebben we een onderzoek uitgevoerd naar de perceptie van jongeren in de extractieve regio’s Tatouine en Médenine. Een analyse van de resultaten ontsluiert het wantrouwen van de jongeren ten aanzien van de politieke instellingen aan de vooravond van de lokale verkiezingen van 6 mei ll. De wind van verzet die in 2011 door Tunesië ging, waait er nog steeds. Zeker in de zuidelijke regio’s van het land die ten prooi zijn aan talrijke sociale, economische en milieugerelateerde uitdagingen. Ondanks hun groot potentieel aan natuurlijke hulpbronnen kennen deze regio’s een hoge werkloosheids- en vervuilingsgraad en een verontrustende verwoestijning. Jongeren, de eerste slachtoffers hiervan, staan aan de wieg van talrijke sociale bewegingen die meer transparantie en verantwoording eisen van publieke en private ondernemingen. Zij delen hun visie, hoop en verwachtingen via een enquête die werd afgenomen op het terrein. De enquête verwezenlijkt twee doelstellingen. Ten eerste: jonge burgers in Tataouine en Médenine aan het woord laten over lokale democratie en duurzaam beheer van hulpbronnen. Ten tweede: aan lokale verkozenen laten zien hoeveel vertrouwen jongeren hebben in lokale en nationale instellingen. Tussen november en december 2017 werden 650 personen tussen 18 en 35 jaar oud geïnterviewd in twee gouvernementen. Een rode draad verbindt de meerderheid van de antwoorden: een sterk wantrouwen van de ondervraagden ten aanzien van de overheidsinstellingen en politieke partijen. Enkel het lokale niveau vormt hierop een uitzondering, want het heeft een relatief positief vertrouwensniveau. Ook al hebben jongeren een sterk regionaal en nationaal gevoel, toch zijn ze niet bijster optimistisch over de toekomst van hun land. De meerderheid heeft geen enkele hoop dat hun levensomstandigheden zullen verbeteren in de komende jaren. Ondanks een lage opkomst bij de lokale verkiezingen (45%), zijn ze zich bewust van het belang van de participatieve democratie. Maar de bedenkelijke transparantie van de verkiezingen en het gebrek aan informatie vanwege een zwak openbaar debat en in de media, remt hun engagement in het sociale en politieke leven. Natuurlijke hulpbronnen blijven sterk miskend, hoewel ze de voornaamste sector zijn voor de economische ontwikkeling. 69% van de jongeren oordeelt negatief over het huidige beheer van hulpbronnen en denkt dat de regering tekortkomt in haar plicht om controle en toezicht uit te oefenen op extractieve activiteiten. Ondanks dit algemeen wantrouwen vestigt een grote meerderheid van de ondervraagde jongeren nog hoop op collectieve actie en burgerschap. 58% van hen heeft aangegeven bereid te zijn om zich persoonlijk in te zetten voor de strijd voor transparantie in de energiesector. ASF en IWatch roepen op om participatief-democratische mechanismes en mechanismes voor een open bestuur op te zetten, zodat iedereens kennis en engagement versterkt kan worden. Het komt toe aan de Tunesische overheid om haar controle van het beheer van extractieve activiteiten te versterken, en aan middenveldorganisaties, vakbonden en politieke partijen om nog meer aanwezig en benaderbaar te zijn in de zuidelijke regio’s, om zo aan jongeren structuren en kaders te bieden waarbinnen ze aan het politieke en maatschappelijke leven deel kunnen nemen.
Het onderzoek werd officieel voorgesteld op 27 april in Tunis © ASF
>> Download het onderzoek De lokale verkiezingen in de extractieve regio’s: de kijk van de jeugd op het lokale bestuur (PDF in het Frans)
Coverfoto: de enquête werd in persoon afgenomen, op basis van een papieren vragenlijst © ASF