Het regionale kantoor van AdZG in Oost-Afrika

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

De laatste jaren koos ASF geleidelijk aan voor een meer doorgedreven regionale aanpak voor haar activiteiten in Oost-Afrika. In 2021 werd een regionaal kantoor opgericht dat momenteel drie medewerkers telt, naast de regionale directeur en de respectievelijke landendirecteur voor Oeganda en de programmacoördinatoren voor Kenia en Tanzania.

De verschillende landen in Oost-Afrika delen historische, economische, politieke, sociale en culturele banden en werken steeds nauwer met elkaar samen. Hierdoor kunnen thema’s die ASF aanbelangen, zoals het beheer van natuurlijke rijkdommen, detentie of veiligheid en vrijheid, over verschillende landen heen van toepassing zijn. De lessen die worden getrokken uit de uitvoering van programma’s in het ene land kunnen dus van groot belang zijn voor de uitwerking van onze acties in andere contexten.

Sinds de oprichting was een belangrijke rol van het regionale kantoor het strategisch verzamelen en herverdelen van kennis over alle programma’s heen. Hierdoor konden synergieën worden ontwikkeld, terwijl er ook ruimte bleef voor de contextualisering van elke interventie.

Daarnaast heeft de opzet van nieuwe rollen gewijd aan specifieke technische functies binnen het regionale team aan ASF de mogelijkheid geboden om de methodologische ondersteuning van de verschillende landenteams te verbeteren op het vlak van onderzoek, monitoring en evaluatie, strategische procesvoering en pleitbezorging.

Een belangrijke prioriteit voor het regionale kantoor is ook het identificeren van mogelijkheden voor verdere ontwikkeling op regionaal niveau, onder meer door het opstellen van projecten met verschillende landen en regionale projecten. In maart 2022 lanceerde ASF een tweejarig project, gefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – DGD, getiteld ‘Protecting Civic Space: a Public Interest Litigation Approach’. Het project bestrijkt drie landen in de regio en wil bijdragen tot de bevordering van de rechtsstaat in Oost-Afrika door het maatschappelijk middenveld te mobiliseren rond regionale instellingen, mechanismen en instrumenten actief op het vlak van mensenrechten.

In de toekomst wil het regionale kantoor ook de aanwezigheid van ASF op regionaal niveau in Oost-Afrika blijven versterken. Of het nu gaat om pleitbezorging, strategische geschillenbeslechting of andere engagementen met externe stakeholders, de inspanningen zullen in 2023 worden voortgezet om ervoor te zorgen dat het werk van ASF zichtbaar is en een impact heeft in de regio.

Morocco – Corporate social and environmental responsibility

This article is part of ASF’s 2022 annual report.

In Morocco, ASF is committed to promoting the protection of human rights in the private sector, in order to contribute to the full achievement of the United Nations’ Sustainable Development Goal 8: Decent Work and Economic Growth.

In partnership with the Rabat Social Studies Institute (RSSI), ASF is working on the issue of corporate social and environmental responsibility (CSER). CSER aims to ensure economic development while protecting the human rights of populations affected by corporate activities. Approaching corporate responsibility from the perspective of human rights, as recognised by international law, provides a legally stable framework likely to prevent human rights violations that could be committed by economic actors.

Morocco has ratified several international conventions relating to respect for human rights and sustainable development. These include the UN Sustainable Development Goals, the UN Guiding Principles on Business and Human Rights, the guiding principles of the Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) and the core labour standards of the International Labour Organisation (ILO).

At national level, Morocco has adopted a series of programmes and strategies for sustainable development and energy transition. The country has drawn up codes of good practice for governance and a new development model that gives a central place to social and environmental considerations. But despite these encouraging initiatives, national and international CSER commitments have yet to be fully implemented.

As in its other countries of operation, ASF seeks to contribute, with its local partners, to promoting compliance with the social and environmental standards in force, whether their origin is the national legislative framework or international law. With this in mind, ASF is organising a series of conferences on “Business and human rights in Morocco” with the RSSI.

The events will bring together a wide range of stakeholders: institutional actors, companies, subsidiaries of multinationals, professional associations, trade unions, journalists, academics and members of civil society. All aspects of CSER will be addressed: the normative dimension, the ethical dimension, the environmental dimension, the social dimension and the participatory dimension, with a focus on the role of civil society and consumer protection.

Het jaarverslag van AdZG is beschikbaar

Het team van Advocaten Zonder Grenzen is verheugd u haar laatste jaarverslag voor te stellen.

We hebben een lange weg afgelegd sinds AdZG in 1992 werd opgericht door een groep Belgische advocaten. In die 30 jaar tijd hebben honderden mensen bijgedragen om de vereniging te maken tot wat ze vandaag is: een militante organisatie, actief in een tiental landen, die stijdt tegen onrecht, ijvert voor een rechtsstaat gebaseerd op mensenrechten en voor een betere toegang tot het gerecht, dit alles in nauwe samenwerking met talrijke nationale en internationale actoren.

Deze ervaring, de lokale verankering van onze acties en de sterke banden die we hebben gesmeed met mensenrechtenverdedigers uit alle hoeken van de wereld, geven ons de kracht om impactvolle acties te blijven opzetten ten dienste van bevolkingsgroepen in kwetsbare situaties (vrouwen, kinderen, de LGBTQI+-gemeenschap, etnische minderheden, mensen in detentie, mensen in migratiesituaties, enz.)

Maar de uitdagingen zijn talrijk. Overal ter wereld worden middenveldorganisaties en mensenrechtenverdedigers geconfronteerd met zorgwekkende ontwikkelingen en trends: de opkomst van autoritaire regimes, de inkrimping van de burgerlijke ruimte, het groeiende wantrouwen van het publiek in instellingen, toegenomen sociale spanningen, enzovoort.

Mensenrechtenverdedigers werken in een context die hen steeds vijandiger gezind is. De begrippen mensenrechten en rechtsstaat zelf worden in twijfel getrokken. Activisten, advocaten en journalisten die opkomen voor de fundamentele rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen worden steeds vaker systematisch het doelwit van onliberaal repressief beleid.

Elke bladzijde van dit rapport getuigt van de kracht van de vlam die degenen drijft die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in het hart van onze samenlevingen, met gevaar en risico voor hun eigen vrijheid. Dit verslag is een eerbetoon aan ieder van hen.

ExPEERience Talk #10 – Verantwoord ondernemen en mensenrechten: het geval van de textielsector in Tunesië

Op de 10de ExPEERience Talk zullen Nadia Ben Halim (consultant) en Zeineb Mrouki (programmacoördinator AdZG Tunesië) een studie presenteren over de verantwoordelijkheid van bedrijven met betrekking tot de mensenrechten in de textielsector in het gouvernement Monastir in Tunesië.

De textielindustrie is momenteel goed voor 3.000 miljard dollar en is één van de belangrijkste economische sectoren ter wereld. In Tunesië is de kledingproductie goed voor een kwart van de industriële productie van het land in termen van bruto binnenlands product, waardoor het een centrale sector van de Tunesische economie is. Mensenrechtenorganisaties en officiële rapporten wijzen echter al jaren op systematische schendingen van de rechten van de werknemers (onwaardige arbeidsomstandigheden, informeel en illegaal werk, enz.). Onder de bedrijven die zich schuldig maken aan flagrante schendingen van de rechten van werknemers zijn veel onderaannemers van multinationals. Deze komen systematisch hun verplichtingen niet na en passen de zorgplicht niet toe in de hele toeleveringsketen, zoals de internationale normen voorschrijven.

De studie, die is uitgevoerd op basis van documentair onderzoek, veldonderzoek en met name overleg met vrouwelijke werknemers in de textielsector in het gouvernement Monastir, brengt systematische schendingen van de rechten van werknemers aan het licht, waaronder het ontbreken van sociale zekerheid, oneerlijke ontslagen, het niet verantwoorden van overuren en discriminatie die specifiek tegen vrouwen is gericht. Er worden aanbevelingen gedaan om de straffeloosheid van bedrijven ten aanzien van de door hen begane wetsovertredingen te bestrijden.

Deze studie maakt deel uit van het project PREVENT – Pour une Responsabilité et une Vigilance des Entreprises, uitgevoerd in samenwerking met Avocats Sans Frontières (ASF), Le Forum Tunisien des Droits Économiques et Sociaux (FTDES) en I Watch. Dit project heeft met name geleid tot de oprichting van een mechanisme voor toegang tot informatie en juridische bijstand voor degenen die het meest blootstaan aan schendingen door industriële ondernemingen, met name in de textielsector.

De studie wordt eind juni gepubliceerd op de website van AdZG. U kunt de beleidsnota nu al lezen op de website van AdZG: “Les travailleueur‧euse‧s du textile tunisien en quête de dignité et de justice face à des pratiques abusives et discriminatoires”.

Policy Brief : Les travailleueur.euse.s du textile tunisien en quête de dignité et de justice face à des pratiques abusives et discriminatoires

De impact van de activiteiten van Perenco op de maatschappij en het milieu

Perenco is al enkele weken brandend actueel. Twee onderzoeksmedia, Disclose en Investigation Europe, hebben onlangs vernietigende rapporten gepubliceerd over de activiteiten van het Franse bedrijf in de Democratische Republiek Congo[1]. Verder hebben de NGO’s Sherpa en Friends of the Earth juridische stappen ondernomen tegen het bedrijf omdat bij hun olie- en gaswinning in het buitenland niet wordt voldaan aan hun due diligence-verplichting[2].

Slecht aansturen van het beheer van natuurlijke rijkdommen, belangenconflicten, vervuiling als gevolg van hun activiteiten, geen inspraak van de betrokken gemeenschappen bij de besluitvorming over het beheer van hun land, enz. De beschuldigingen stapelen zich op. Advocaten Zonder Grenzen heeft op het terrein ook talrijke schendingen vastgesteld van de fundamentele rechten van gemeenschappen die het slachtoffer zijn van het slechte beheer van de natuurlijke hulpbronnen als gevolg van de activiteiten van het bedrijf, met name in de regio Muanda in de Democratische Republiek Congo.

Talrijke studies en rapporten (RENAD, CEPECO, CCFD-Terre Solidaire, en zelfs een rapport van de Congolese Senaat) brengen verwoestende praktijken aan het licht, zowel voor het milieu als voor de gezondheid van de plaatselijke gemeenschappen [3]. Bij de vastgestelde schendingen zien we inbreuken op het recht op een gezond milieu, het recht op gezondheid, het recht op werk en het recht op waardigheid.  

In de regio Muanda heeft het bedrijf een machtsverhouding opgebouwd die systematisch in het nadeel is van de plaatselijke gemeenschappen. Het bedrijf komt hun verplichtingen zoals bepaald in de Congolese wetgeving niet na en leeft de internationale beginselen op dit vlak niet na.

Het bedrijf maakt zich schuldig aan ernstig verzuim wanneer het gaat over overleg plegen met en een dialoog tot stand brengen met de bevolkingsgroepen die door hun activiteiten worden getroffen. Perenco weigert te reageren op brieven en verzoeken om vergaderingen.

Reeds verschillende keren, waaronder een rondetafelgesprek in Kinshasa in juli 2022 over het beheer van natuurlijke hulpbronnen, weigerde het bedrijf een dialoog aan te gaan met lokale, institutionele en maatschappelijke stakeholders.

Volgens de Congolese wetgeving is Perenco echter verplicht verschillende belanghebbenden, waaronder de betrokken gemeenschappen, te raadplegen.

In dit verband is ASF dan ook verheugd over de zaak die Sherpa en Friends of the Earth voor de Franse rechtbank hebben aangespannen. Hierbij wil men Perenco verantwoordelijk stellen voor de maatschappelijke en milieugerelateerde impact van hun activiteiten in het buitenland, overeenkomstig de nieuwe wetgeving inzake due diligence in Frankrijk.  

Bedrijven mogen niet langer straffeloos blijven en ASF wil nogmaals benadrukken hoe belangrijk het is om de getroffen gemeenschappen centraal te stellen bij elk initiatief dat hen aanbelangt, zodat ze hun rechten kunnen opeisen en realiseren.

ASF wil alle belanghebbenden herinneren aan hun verplichtingen en verantwoordelijkheden, in het bijzonder om te zorgen voor een beheer dat gebaseerd is op fundamentele rechten.

In dit verband doet ASF de volgende aanbevelingen:

– Het ministerieel besluit tot regeling van de werking van het mechanisme voor het beheer van fondsen voor gemeenschapsontwikkeling (cecetem)[4] effectief maken;

– Het ministerieel besluit voor de uitvoering van de follow-up van de aanbevelingen van de tripartiete rondetafel (gemeenschappen, bedrijf en overheid) effectief maken[5] ;

– De mechanismen voor het verzamelen en behandelen van klachten versterken, onder meer door ze transparant en voor iedereen toegankelijk te maken;

– De technische diensten van de staat versterken om de transparantie in de volledige waardeketen van de olie- en gasindustrie te waarborgen en alle vormen van straffeloosheid voor economische stakeholders hard aan te pakken.  

Context over de betrokkenheid van ASF in dit dossier

De oliemultinational ligt al jaren onder vuur vanwege het ondoorzichtige en controversiële beheer van hun activiteiten in verschillende landen.

ASF heeft, samen met Sherpa en Friends of the Earth, tevergeefs getracht om van het bedrijf transparantie te bekomen over hun activiteiten in het buitenland[6].  

In 2018 had ASF de zaak voorgelegd aan het Franse nationale contactpunt (NCP) van de OESO om ervoor te zorgen dat het bedrijf hun transparantieverplichting met betrekking tot hun onderzoeks- en winningsactiviteiten van koolwaterstoffen nakomt. In maart 2021 besloten ASF en IWatch zich uiteindelijk terug te trekken uit de procedure, waarbij ze de structurele disfuncties van dit instrument benadrukten[7].

In januari 2022 publiceerde het Franse NCP hun definitieve verklaring waarin men stelde dat Perenco verschillende aanbevelingen van de OESO-richtsnoeren betreffende hun activiteiten in Tunesië, in de regio Kebili, niet naleefde.

Het NCP deed een reeks aanbevelingen naar het bedrijf toe:

  • Perenco moet voldoen aan de verplichting tot due diligence met betrekking tot hun onderzoeks- en winningsactiviteiten;
  • Perenco moet de maatschappelijke en milieugerelateerde risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van hun operationele dochterondernemingen verder voorkomen en beperken;
  • Perenco moet passende corrigerende of herstelmaatregelen nemen in geval van negatieve gevolgen voor het milieu, de werknemers en de mensenrechten, onder meer door op transparante wijze informatie over hun activiteiten te delen[8].

[1] Perenco: onthullingen over de verwoestingen van de oliemaatschappij in de DRC, https://disclose.ngo/fr/article/perenco-revelations-sur-les-ravages-du-groupe-petrolier-en-rdc, 9.11.2022; Perenco-dossiers: de giftige geheimen van een oliegigant, https://www.investigate-europe.eu/fr/2022/perenco-files-petrole/, november 2022.

[2] https://www.asso-sherpa.org/prejudice-ecologique-rdc-perenco-assignee-en-justice.

[3] Renad, Alarmkreten van lokale gemeenschappen: de impact van Perenco Rep op de leefomgeving van de gemeenschappen in Muanda in de DRC, https://congominespdfstorage.blob.core.windows.net/congominespdfstorage/CRIS%20D%E2%80%99ALARME%20DES%20COMMUNAUTES%20LOCALES%20(2).pdf;

CEPECO, Verslag over de oliewinning in Muanda, Bas-Congo, https://vdocuments.mx/rapport-sur-lexploitation-petroliere-a-moanda-bas-congo.html?page=1;

CCFD, Olie in Muanda: gerechtigheid in de uitverkoop, https://ccfd-terresolidaire.org/wp-content/uploads/2014/07/petrole_muanda_201113.pdf ;

Onderzoekscommissie naar de vervuiling door de oliewinning in Muanda in de provincie Bas-Congo: https://www.amisdelaterre.org/wp-content/uploads/2022/08/201310-rapport-senat-rdc-commission-enquete-senatoriale-pollution-perenco.pdf.

[4] https://congomines.org/system/attachments/assets/000/000/792/original/Gouvernement-Sud-Kivu-D%C3%A9c-2013-Arr%C3%AAt%C3%A9-Fonds-d%C3%A9veloppement-communautaire.pdf?1440409786.

[5] https://pro.leganews.cd/ressources-naturelles/gaz-hydrocarbures/arrete-ministeriel-n008-dbn-cab-min-hyd-2022-du-02-juin-2022-modifiant-larrete-ministeriel-n-007-dbn-cab-min-hyd-2022-du-11-mai-2022-portant-creation-organisation-et-fonctionnement-du/

[6] https://asf.be/publication/press-release-ngos-call-out-to-perenco-end-the-opacity-to-put-a-stop-to-the-impunity-of-the-multinational/

[7] https://asf.be/publication/press-release-withdrawal-from-the-proceedings-before-the-french-ncp/

[8] https://www.tresor.economie.gouv.fr/Institutionnel/Niveau3/Pages/3c98c1c4-0d82-4fd2-9f7e-94b924152f2c/files/abb8db3e-2ff1-4986-b84c-ed4afeb2666c .


Centraal plaatsen van de belangen van de plaatselijke bevolking bij het beheer van de natuurlijke rijkdommen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming.

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières

ASF is sinds 2018 actief in de Democratische Republiek Congo (DRC) rond het beheer van natuurlijke rijkdommen.

Onze activiteiten focussen zich hierbij voornamelijk op 3 regio’s, in de provincies Ituri en Haut-Uele werken we rond de mijnbouwsector, en in de provincie Kongo central rond de sector van de koolwaterstofwinning.

De acties van ASF en onze partners in deze drie provincies zijn gebaseerd op de strijd tegen corruptie en mensenrechtenschendingen veroorzaakt door de activiteiten van de ontginningsindustrie. Deze actie krijgt voornamelijk vorm door middel van drie soorten activiteiten.

 (i) ASF en onze partners zetten bewustmakings- en informatiecampagnes op voor de naburige gemeenschappen over hun procedurele en materiële rechten, alsook over de milieu-uitdagingen als gevolg van de ontginning van natuurlijke rijkdommen.

(ii) De leden van de getroffen gemeenschappen worden aangemoedigd deel te nemen aan het beheer van de natuurlijke rijkdommen in hun gebied en hun vertegenwoordigers aan te spreken zodat de beginselen van transparantie en verantwoordingsplicht worden nageleefd.

(iii) ASF en onze partners versterken de bescherming van de rechten van naburige gemeenschappen door het voorkomen en oplossen van conflicten in verband met de ontginning van natuurlijke rijkdommen.

Recente ontwikkelingen in de wetgeving ondersteunen dit. In 2015 werd er een wet op de algemene regeling voor koolwaterstoffen aangenomen. Dit verplicht oliemaatschappijen om rekening te houden met de rechten en het welzijn van plaatselijke gemeenschappen en een duurzaam milieubeheer in acht te nemen. In 2018 werd een wet aangenomen om de rechten van plaatselijke gemeenschappen die door de mijnbouwsector worden getroffen, te versterken. Ze beoogt regelgevingsmechanismen in te voeren om de negatieve gevolgen van mijnbouwprojecten voor de mensenrechten te verminderen en ervoor te zorgen dat de plaatselijke bevolking kan genieten van de economische voordelen van de mijnbouw door de financiering van verschillende ontwikkelingsprojecten voor de plaatselijke gemeenschap.

Er bestaat in de DRC dus een stevige wettelijke basis voor een beter transparant beheer van de natuurlijke rijkdommen dat de mensenrechten en het milieu eerbiedigt, maar deze wetten hebben nog niet de verwachte resultaten opgeleverd.

Daarom doet ASF ook aan pleitbezorging bij plaatselijke en nationale beleidsmakers. In 2021 werden verschillende pleitbezorgingsacties uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de compensatie voor de milieuschade die het gevolg is van de ontginningsactiviteiten, daadwerkelijk aan de plaatselijke gemeenschappen wordt betaald.

Centraal plaatsen van de belangen van de plaatselijke bevolking bij het beheer van de natuurlijke rijkdommen: transparantie, verantwoordingsplicht en rechtsbescherming

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

ASF is sinds 2018 actief in de Democratische Republiek Congo (DRC) rond het beheer van natuurlijke rijkdommen.

Onze activiteiten focussen zich hierbij voornamelijk op 3 regio’s, in de provincies Ituri en Haut-Uele werken we rond de mijnbouwsector, en in de provincie Kongo central rond de sector van de koolwaterstofwinning.

De acties van ASF en onze partners in deze drie provincies zijn gebaseerd op de strijd tegen corruptie en mensenrechtenschendingen veroorzaakt door de activiteiten van de ontginningsindustrie. Deze actie krijgt voornamelijk vorm door middel van drie soorten activiteiten.

 (i) ASF en onze partners zetten bewustmakings- en informatiecampagnes op voor de naburige gemeenschappen over hun procedurele en materiële rechten, alsook over de milieu-uitdagingen als gevolg van de ontginning van natuurlijke rijkdommen.

(ii) De leden van de getroffen gemeenschappen worden aangemoedigd deel te nemen aan het beheer van de natuurlijke rijkdommen in hun gebied en hun vertegenwoordigers aan te spreken zodat de beginselen van transparantie en verantwoordingsplicht worden nageleefd.

(iii) ASF en onze partners versterken de bescherming van de rechten van naburige gemeenschappen door het voorkomen en oplossen van conflicten in verband met de ontginning van natuurlijke rijkdommen.

Recente ontwikkelingen in de wetgeving ondersteunen dit. In 2015 werd er een wet op de algemene regeling voor koolwaterstoffen aangenomen. Dit verplicht oliemaatschappijen om rekening te houden met de rechten en het welzijn van plaatselijke gemeenschappen en een duurzaam milieubeheer in acht te nemen. In 2018 werd een wet aangenomen om de rechten van plaatselijke gemeenschappen die door de mijnbouwsector worden getroffen, te versterken. Ze beoogt regelgevingsmechanismen in te voeren om de negatieve gevolgen van mijnbouwprojecten voor de mensenrechten te verminderen en ervoor te zorgen dat de plaatselijke bevolking kan genieten van de economische voordelen van de mijnbouw door de financiering van verschillende ontwikkelingsprojecten voor de plaatselijke gemeenschap.

Er bestaat in de DRC dus een stevige wettelijke basis voor een beter transparant beheer van de natuurlijke rijkdommen dat de mensenrechten en het milieu eerbiedigt, maar deze wetten hebben nog niet de verwachte resultaten opgeleverd.

Daarom doet ASF ook aan pleitbezorging bij plaatselijke en nationale beleidsmakers. In 2021 werden verschillende pleitbezorgingsacties uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de compensatie voor de milieuschade die het gevolg is van de ontginningsactiviteiten, daadwerkelijk aan de plaatselijke gemeenschappen wordt betaald.

EU-wetgeving inzake passende zorgvuldigheid: de Europese Commissie onthult haar voorstel, maar er glippen zaken door de mazen van het net

Op woensdag 23 februari heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn die bedrijven verplicht tot een passende zorgvuldigheid met betrekking tot schendingen van de mensenrechten en het milieu. Deze langverwachte tekst, waarvan we de aanvankelijke ambitie toejuichen, bevat echter heel wat hiaten die de reikwijdte ervan kunnen beperken.

Het doel van de in de richtlijn vastgelegde zorgvuldigheidsplicht is bedrijven te verplichten maatregelen te nemen om schendingen van de mensenrechten en het milieu door hun dochterondernemingen, leveranciers of directe en indirecte onderaannemers in het kader van hun activiteiten in de Europese Unie of daarbuiten te voorkomen. In geval van wangedrag kunnen bedrijven aansprakelijk gesteld worden en kan van hen verlangd worden dat zij de betrokkenen schadeloos stellen.

De richtlijn zal het met name mogelijk maken dat schuldige bedrijven burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. De reikwijdte van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregeling is echter beperkt. Indien de zakenpartner van een bedrijf zich er contractueel toe heeft verbonden de door het bedrijf opgelegde gedragscode na te leven, kan deze laatste niet meer burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. De richtlijn houdt ook geen rekening met de vele obstakels die de toegang van slachtoffers tot dergelijke rechtsmiddelen beperken: hoge proceskosten, onevenredige bewijslast, gebrek aan toegang tot informatie, beperkte rechtsbevoegdheid en beperkte verjaringstermijnen.

We betreuren ook dat het voorstel geen duidelijke en bevredigende definitie geeft van het begrip directe en indirecte handelsbetrekkingen tussen bedrijven. Dit gebrek aan transparantie kan ook een belemmering vormen voor slachtoffers om daadwerkelijk hun recht te laten gelden.

Tenslotte zou de richtlijn niet op alle bedrijven van toepassing zijn. Het is bedoeld voor bedrijven met meer dan 500 werknemers en een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro, en voor bedrijven met meer dan 250 werknemers en een netto-omzet van meer dan 40 miljoen euro, maar waarvan het merendeel van de activiteiten in een risicosector plaatsvindt (zoals de textielindustrie, de mijnbouw of de landbouw). Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) vallen dus niet onder de zorgvuldigheidsvereiste.

Meer in het algemeen benadrukt ASF de noodzaak om alle betrokken – en potentieel getroffen – groepen erbij te betrekken, in het bijzonder diegenen die zich in kwetsbare en structureel achtergestelde situaties bevinden, maar ook verdedigers van het milieu en de mensenrechten. Momenteel is de raadplegingsverplichting en de voorwaarde voor deelname van deze groepen onbevredigend geformuleerd.

De richtlijn zal nu besproken worden en eventueel gewijzigd worden door het Europees Parlement en de regeringen van de EU-lidstaten. We willen hen aanmoedigen rekening te houden met de verschillende hiaten in dit eerste voorstel zodat de nodige wijzigingen aangebracht kunnen worden om de ambitie van deze tekst te verwezenlijken.

Promoten van de rechtstoegang via gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma’s

In Oeganda wordt de rechtstoegang beperkt door de financiële middelen van de plaatselijke bevolking, maar ook door de afstand tot de rechtbanken. De meeste rechtshandhavingsdiensten bevinden zich in de steden en de centrale regio: slechts 18,2% van de plattelandsbevolking heeft binnen een straal van 5 km toegang tot een politierechtbank (in vergelijking met 56% in de steden). Deze afstand creëert een fysieke barrière die ertoe kan leiden dat slachtoffers of rechtzoekenden afstand doen van hun rechten.

Vrouwen worden bovendien met extra uitdagingen geconfronteerd omdat genderdiscriminatie en patriarchale normen hen er vaak van weerhouden hun geschillen voor de staatsrechtbanken te beslechten. Het wordt namelijk als ongepast beschouwd voor vrouwen om in het openbaar over familiezaken te praten.

Om al deze redenen maken veel mensen gebruik van het informele rechtssysteem om conflicten op te lossen. En bemiddelaars binnen de gemeenschap spelen hierbij een grote rol om de plaatselijke bevolking bij te staan in hun eisen om gerechtigheid, vooral bij vrouwen die nog steeds te maken hebben met structurele moeilijkheden op basis van hun geslacht en die moeite hebben om een veilige omgeving te vinden om hun grieven te uiten.

Via de bemiddelingsprojecten DGD en LEWUTI heeft ASF in 2020 bemiddeling verleend aan 633 personen in de regio’s Karamoja, Albertine en Acholi. De bemiddelingen uitgevoerd door de door ASF opgeleide bemiddelaars werden positief onthaald. In het kader van het LEWUTI-project bijvoorbeeld, toonden 94% van de gebruikers zich tevreden over de diensten.

De opzet van het project is een belangrijke factor geweest voor het succes ervan. Het gemeenschapsgerichte bemiddelingsprogramma van ASF, gefinancierd door ENABEL en DGD, biedt een basis voor een consistente en op mensenrechten gebaseerde benadering van bemiddeling. Het stelt de vertrouwenspersonen binnen de gemeenschap beter in staat om te handelen door hun vaardigheden op het vlak van geschillenbeslechting aan te scherpen. De bemiddelaars werken binnen hun eigen gemeenschap en bieden gratis bemiddeling aan de gemeenschap aan.

Bovendien hebben ze elk een coach en een mentor om hen voortdurend te begeleiden op het vlak van rechtspraak en doorverwijzingsdiensten waarvan ze gebruik kunnen maken. De ondersteunende mentoring en coaching hebben de kwaliteit van de bemiddelingen en de doorverwijzingen door de bemiddelaars verbeterd. Bovendien konden ze zo het vertrouwen winnen binnen de gemeenschap en bij de lokale leiders en ouderen die voortdurend zaken doorverwijzen naar de door ASF opgeleide bemiddelaars.

De diensten van de gemeenschapsbemiddelaars kwamen zeer goed van pas op het hoogtepunt van de Covid-19-pandemie, vooral vanwege de beperkingen die het gevolg waren van de crisis. De bemiddelaars vormden een kritieke eerstelijns juridische ondersteuning tijdens de wereldwijde pandemie, want die zorgde ook voor meer ongelijkheid bij de rechtstoegang, en dan vooral op het platteland.

PRESS RELEASE – NGOS CALL OUT TO PERENCO: END THE OPACITY TO PUT A STOP TO THE IMPUNITY OF THE MULTINATIONAL

In a letter made public today, Sherpa, Friends of the Earth France and Avocats sans Frontières call the oil company Perenco S.A out. Our associations denounce the opacity of Perenco group’s organization and operation, as well as the absence of any information on the way the French company takes into account the social and environmental consequences of its activities abroad. While its activities are regularly criticized for their negative impacts on the environment and human rights, the multinational seems to be favoring this opacity, which would allow it to continue operating with impunity.

Perenco group is a family-owned company specializing in the extraction of oil wells at the end of their life. Although little known to the public, numerous reports denounce serious environmental and human rights abuses in the various countries where the group’s companies operate. [1] Violations have been repeatedly reported in various countries such as the Democratic Republic of Congo, Tunisia, Guatemala or Ecuador. This could point to a systemic and generalized way of operating as well as an utter absence of effective social and environmental policy. [2]

The group is organized in a myriad of shell companies, most of which are registered in tax havens such as the Virgin Islands, Bermuda and the Bahamas, [3] where access to information is completely blocked. [4] Due to the lack of transparency, it is extremely difficult to find information about the group’s organization and operation, in particular with respect to the links between the French company Perenco S.A. and the companies operating abroad.

While Perenco S.A., which is headquartered in France, denies any control over the other group’s companies when questioned about the damages resulting from its activity abroad, the group does not hesitate to claim French nationality in other circumstances. [5]

The lack of transparency makes it almost impossible to access information that would allow legal action to be taken against companies responsible for environmental damages or human rights violations that may result from their economic activities abroad. According to our information, it is indeed Perenco S.A., through its corporate policy, that controls activities carried out abroad. As such, this policy would constitute the event giving rise to the potential damages. Faced with this difficulty, our organizations have tried in vain to obtain information: Sherpa and Friends of the Earth France through a legal proceeding in the case relating to the Democratic Republic of Congo, Avocats Sans Frontières through an extra-judicial proceeding (mediation) in the case involving Tunisia. [6]

The publication by Perenco France of its first statement on extra-financial performance confirmed that the company has made the choice of opacity. [7] Although the current legislation can be criticized for its lack of ambition, such a report constitutes one of the rare opportunities [8] to learn more about the way such a multinational operates, as well as the nature of its activities and more importantly the way it handles social and environmental risks. [9] However, Perenco France’s report is so incomplete that it does not even fulfill legal provisions. As an example:

  • while the exploitation of hydrocarbons is at the heart of its activities and most of its employees are working abroad, Perenco’s report makes absolutely no mention of the risks associated with oil operations (all located abroad);
  • the only mention of the word oil is ironically located in the section “Fostering employee well-being” within the category “Sailing: preparation courses and participation in the Oil Cup”;
  • the report only mentions environmental risks that are related to the management of waste from the Parisian premises of the company’s headquarters: paper, cardboard, cups, etc.!

In this context, we urge Perenco S.A. to comply with its reporting obligations in terms of extra-financial performance. We also call on Perenco S.A. to put an end to the opacity of its operations, especially by communicating some key information on the group’s structure and organization, as well as the links between Perenco France and the group’s companies abroad.

Update, 31 August 2021 – In a letter dated August 4, 2021 and sent by its lawyers, Perenco S.A. responded to our letter by claiming that it was in compliance with the legislation.

In addition, the company refused to disclose the documents we requested in relation to the group’s organisation and operation. Once again, it argues that it has no links with the companies operating abroad and that it has no hydrocarbon exploitation activities. Perenco has also declined to address the many damages identified in our letter. We deplore that Perenco S.A.’s has repeatedly chosen to remain opaque about its activities and structure.

[1] RDC : Congolese Senate report by the Commission of Inquiry on pollution caused by oil exploitation in Muanda in Bas-Congo province, published in October 2013; Le Monde, Perenco, boîte noire pétrolière et toxique en RDC, October 9, 2019 ; Observatoire des Multinationales, Perenco en RDC : quand le pétrole rend les pauvres encore plus pauvres, January 23, 2014 ; Muanda : la société civile veut voir clair sur le nouveau contrat d’exploitation du pétrole par Perenco, February 22, 2018 ; Radio Okapi, Le Sénat accuse Perenco de polluer l’eau, l’air et le sol de Moanda au Bas-Congo, November 26, 2011; Radio Okapi, Kongo-Central: PERENCO et SOCIR accusés de sous-traiter leurs employés permanents, March 2, 2017. Gabon : Medias 241, POLLUTION : LANCEMENT D’UN AUDIT OPÉRATIONNEL DES INSTALLATIONS DE PERENCO, January 22, 2021 ; RFI, Pollution pétrolière au Gabon: des actions en justice contre la société française Perenco, January 23, 2021 ; Peru/Amazonia: Observatoire des Multinationales, Perenco, Mauret et Prom : des firmes pétrolières francaises à l’assaut de l’Amazonie, December 20, 2013 ;  CCFD-Terre solidaire, Le Baril ou la vie ? Impacts des activités des entreprises pétrolières françaises Perenco et Maurel & Prom en Amazonie péruvienne : quelles responsabilités des entreprises et des états?, September 7, 2015. Guatemala: Observatoire des Multinationales, Perenco au Guatemala : exploiter le pétrole coûte que coûte ?, December 13, 2010 ; Le Monde, L’entreprise pétrolière franco-britannique Perenco en conflit avec des populations du Guatemala, October 14, 2012. Equador : Business and Human Rights Resource Center, Ecuador: Protesters call for oil company Perenco to “leave & pay for environmental damages”, July 4, 2006. Colombia :  Centro de medios independientes, Derrame de Petróleo en Petén, July 2, 2015. Venezuela: Reuters, Exclusive: France’s Perenco, Russia’s Gazprombank named in Venezuela graft case – source, November 1, 2018; US Department of Justice, Former Executive Director at Venezuelan State-Owned Oil Company, Petroleos de Venezuela, S.A., Pleads Guilty to Role in Billion-Dollar Money Laundering Conspiracy, October 31, 2018. Trinidad e Tobago: Trinidad & Tobago Guardian, Perenco workers beg authorities to step in, December 22, 2020. Camerun: Médiapart, À PERENCO CAMEROUN: NATIONAUX ABONNÉS AUX DÉCLASSEMENTS, HARCÈLEMENTS, LICENCIEMENTS, July 27, 2016. Tunisia: in 2018, a procedure was started before the French National Contact Point of the OECD in relation to the group’s operations in Tunisia.

[2]  Guiding Principles on Business and Human Rights (A/HRC/17/31, 2011); OECD Guidelines for Multinational Enterprises (rev. 2011).

[3] For more information, see here.

[4] 39 Perenco Group companies appear in the International Consortium of Investigative Journalists’ Bahamas Leaks database, whose files uncovered the existence of shell companies and trusts created in the Bahamas; ICIJ Offshore Leaks Database, Results for Perenco. For more on the Bahamas Papers, see ICIJ, Former EU Official Among Politicians Named in New Leak of Offshore Files from The Bahamas, September 20, 2016.

[5] Reuters, Ecuador to pay $374 million to French oil company Perenco to settle dispute, June 2, 2021.

[6]  See Le Monde, Perenco, boîte noire pétrolière et toxique en RDC, October 9, 2019; Press release of Sherpa and Friends of Earth France, L’opacité continue: la justice refuse de donner accès aux informations détenues par la pétrolière française Perenco, September 17, 2020; Press release of Avocats Sans Frontières, Saisine du PCN français pour établir la transparence sur les activités du Groupe Perenco en Tunisie, September 10, 2019. Avocats Sans Frontières and its Tunisian partner, I Watch, have since withdrawn from the procedure before the French National Contact Point of the OECD.

[7] Statement on extra-financial performance, Perenco S.A., 2020.

[8] Perenco France is not subject to the law on the duty of vigilance (because the number of employees declared is lower than the thresholds provided for by the law), and therefore does not provide further information on this basis.

[9] Article L. 225-102-1 of the French Code of Commerce. This obligation has been enshrined in French law since the law on New Economic Regulations of 2001 and was progressively reinforced in 2010 (Grenelle II law) and 2017 (Order and implementing decree on the publication of non-financial information by certain large companies and certain groups of companies).

Press release

Sherpa, Laura Bourgeois, laura.bourgeois@asso-sherpa.org

Amis de la Terre France, Léa Kulinowski, lea.kulinowski@amisdelaterre.org

Avocats Sans Frontières, Simon Mallet, smallet@asf.be; Elisa Novic, enovic@asf.be