Nee tegen de invoering van “kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag” in het Belgisch strafwetboek

Crédit photo : Justine Dofal
Foto: Justine Dofal

De tekst moet  gezien worden in het licht van een groeiende tendens, in Europa en elders, om sociale bewegingen te criminaliseren, het recht om te demonstreren in te perken en de vrijheid van meningsuiting te beperken.

Het betreffende artikel van het Strafwetboek over “kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag” zou gebruikt kunnen worden om sociale bewegingen aan te vallen en de brede definitie ervan laat veel ruimte voor willekeur en interpretatie door magistraten.

Een dergelijke situatie zou een schending betekenen van de beginselen van rechtzekerheid, wettigheid, gelijkheid voor de wet en vrijheid van meningsuiting, fundamentele principes in iedere democratische samenleving.

Burgerlijke ongehoorzaamheid: een fundamenteel democratisch instrument

Burgerlijke ongehoorzaamheid is het intentioneel en publiekelijk overtreden van de wet op geweldloze wijze, om een wet of overheidsbeleid die de grondrechten van mensen schenden aan de kaak te stellen en op te roepen tot de hervorming ervan.

Burgerlijke ongehoorzaamheid stelt de rechtsstaat niet ter discussie, maar richt zich op specifieke wetgevingen of beleidsbepalingen. Het doel ervan is om bepaalde onderwerpen centraal te stellen in het publieke debat en op die manier het democratisch karakter van een staat te versterken.

Dat is niet alleen compatibel met de democratie, het is zelfs essentieel voor het goed functioneren ervan, in het bijzonder wanneer alle juridsiche en politieke middelen zijn uitgeput. In combinatie met andere vormen van legale acties kan burgerlijke ongehoorzaamheid helpen om de strijd te winnen in het voordeel van rechten en rechtvaardigheid.

Ter verdediging van de verdedigers: advocaten en het repressieapparaat

Gerechtelijke vervolging, intimidatie, vrijheidsberoving en soms zelfs directe schending van de fysieke integriteit. Overal ter wereld worden advocaten die zich inzetten voor de mensenrechten, de civil society of kwetsbare bevolkingsgroepen geconfronteerd met bedreigingen en agressie, enkel en alleen omdat ze hun beroep uitoefenen.

Tot die trieste vaststelling komen wij en onze partners overal waar we actief zijn. Onze teams melden herhaaldelijk en in toenemende mate aanvallen op advocaten en, meer in het algemeen, verdedigers van de mensenrechten, in een wereldwijde context waarin de rechtsstaat wordt uitgehold, de burgerlijke vrijheden worden ingeperkt en de uitvoerende macht de wetgevende en gerechtelijke macht overvleugelt.

De gevaren voor advocaten bij aftakeling van de rechtsstaat

In de contexten waarin AdZG werkt, krijgen advocaten te maken met meerdere bedreigingen:

  • Enerzijds pesterijen, dreigementen en intimidatie of, in zeldzamere gevallen, directe schending van de fysieke integriteit door vertegenwoordigers van de autoriteiten of actoren die beweren deel uit te maken van de civiele maatschappij maar vaak zeer dicht bij de macht staan.
  • Anderzijds worden advocaten het slachtoffer van gerechtelijke vervolging en vrijheidsberoving:
    • Bij hun professionele activiteiten. Er wordt een beroep gedaan op vrijheidsbeperkende wetgeving of de immuniteit die advocaten horen te genieten wordt opgeheven. Smaad, laster of vergoelijking van terrorisme zijn de argumenten die het vaakst worden ingeroepen om vervolging te verantwoorden.
    • In hun privéleven. Advocaten worden vervolgd voor feiten die niets te maken hebben met hun beroep.

Deze repressieve tactieken worden ingezet door de gezagdragers als zij het gevoel hebben dat hun belangen in het gedrang zijn.

Advocaten zijn het vaakst het doelwit van deze aanvallen als ze:

  • De verdediging voeren van leden van de civil society, politieke opposanten en personen in kwetsbare situaties – allen mensen die zelf ook al het vaakst slachtoffer zijn van repressie door de staat.
  • Repressieve en willekeurige praktijken van staatsfunctionarissen aanklagen.
  • Hervormingen die de rechtsstaat bedreigen aan de kaak stellen.

Het doel van de autoriteiten is om de verdediging te beletten haar rol te spelen in de ondersteuning van de civil society tegenover de uitvoerende macht, en om degenen die het wagen hun praktijken in vraag te stellen te ontmoedigen en te isoleren.

De talrijke voorbeelden die deze tendens zeer concreet illustreren stemmen AdZG bijzonder somber.

In Tunesië werd meester Ayachi Hammani vervolgd voor zijn kritiek op de minister van Justitie na het willekeurige ontslag van meer dan vijftig rechters.

Eveneens in Tunesië werden meester Hayet Jazzar en meester Ayoub Ghedamsi vervolgd nadat ze hadden gepleit namens een slachtoffer van foltering door politieagenten.

Meester Manguareka werd in 2022 geïntimideerd nadat hij de belangen van een tegenstander van het regime had verdedigd in een rechtzaak in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Daar worden alle advocaten en hun balies als vijanden van de vrede bestempeld door groeperingen die dicht bij de macht aanleunen.

In Oeganda werd Nicholas Opiyo, advocaat gespecialiseerd in mensenrechten, samen met andere advocaten aangehouden en meerdere weken vastgehouden. Aanvankelijk werd hij zonder aanklacht gearresteerd, later werd hij vervolgd voor witwaspraktijken.

In Burundi werden vijf leden van partnerorganisaties aangehouden en gedurende vier maanden opgesloten, voornamelijk omdat ze samenwerkten met Advocaten Zonder Grenzen.

En zo zouden we helaas nog veel meer voorbeelden kunnen aanhalen.

Het is belangrijk om erop te wijzen dat al deze gevallen van elkaar verschillen en plaatsvinden in een specifieke context.

Maar in al deze landen gaat de toename van repressie tegen advocaten en mensenrechtenactivisten in het algemeen hand in hand met inperking van de burgerlijke vrijheden, die we overal waar we werken moeten constateren.

Wat ons hierbij belangrijk lijkt om te vermelden:

  • De toenemende vervolging van advocaten gaat samen met toegenomen repressie tegenover andere klokkenluiders en mensenrechtenverdedigers, of ze nu als professional dan wel als burger handelen.
  • Deze inperking van de burgerlijke vrijheden is het logische gevolg van de opmars van het populisme en het ter discussie stellen van de principes van de rechtsstaat die daarmee gepaard gaat.

Over het algemeen maakt deze inperking van de burgerlijke vrijheden de wildgroei van de uitvoerende macht tot regel, en dat ten nadele van de wetgevende en rechterlijke macht. Die verschuiving in de richting van meer autoritaire regimes wordt vaak versneld door de noodtoestand uit te roepen, een staat van beleg af te kondigen of een andere uitzonderingstoestand in te stellen, technieken die vaak worden gebruikt door het zittende regime om zogenaamd tijdelijke vrijheidsbeperkende maatregelen in te stellen op de lange termijn. Dit kan ook op abruptere wijze gebeuren bij een staatsgreep zoals recent het geval was in Tunesië of de Sahel.

In de landen waar AdZG actief is, implementeert de organisatie programma’s ter verdediging van de mensenrechten in samenwerking met de civiele samenleving en de balies.

AdZG en de lokale partners passen met name de volgende strategieën toe om advocaten en mensenrechtenactivisten bij te staan:

  • De oprichting van collectieven van advocaten en mensenrechtenactivisten zodat ze gezamenlijk hun rechten kunnen laten gelden en snel kunnen reageren bij bedreigingen.
  • De verdediging van advocaten als ze worden vervolgd of van hun vrijheid beroofd. Bij vervolging of vrijheidsberoving ondersteunt AdZG de verdediging van advocaten, met name door international actoren te mobiliseren en aan te sporen tot actie.
  • Het opvolgen van mensenrechtenschendingen en bedreigingen aan het adres van de burgerlijke samenleving en mensenrechtenverdedigers, onder andere advocaten. Op basis van deze monitoring ontwikkelt AdZG strategieën om te pleiten voor burgerlijke vrijheden en de verdediging van verdedigers van de mensenrechten; activisten en advocaten.

Oost-Afrika – Bescherming van de burgerlijke ruimte: via Procesvoering in het Algemeen Belang

In 2022 lanceerde het Oost-Afrikaanse kantoor van ASF een project dat drie landen in de regio bestrijkt: Burundi, Tanzania en Oeganda. Het doel van het project is bij te dragen tot de bevordering van de rechtsstaat door het begrijpen en gebruiken van regionale mensenrechteninstellingen, -mechanismen en -instrumenten door plaatselijke middenveldorganisaties.

In de praktijk richt het project zich op het bevorderen van het gebruik van procesvoering in het algemeen belang als een instrument om invloed uit te oefenen, om positieve hervormingen teweeg te brengen op het vlak van de burgerlijke ruimte en vrijheden. In haar interventielanden heeft ASF bestaande en aankomende gedingen geïdentificeerd die geleid worden door middenveldorganisaties. Via het project wordt financiële en technische steun verleend aan deze gedingen, samen met een strategische reflectie over hoe hun bereik kan worden vergroot door middel van pleitbezorging en externe engagementen. Een belangrijk aspect van het project, gezien de regionale aard ervan, is ook het ondersteunen van zaken die regionale mechanismen mobiliseren zoals het Oost-Afrikaanse Hof van Justitie of het Afrikaanse Hof voor Mensen- en Volkerenrechten (ACHPR).

Met de steun van de Pan African Lawyers’ Union, werkt ASF aan juridische voorstellen voor de ACHPR over het recht op vereniging, die een dozijn Afrikaanse staten bestrijken. Onze waarnemingen en juridische analyses brachten ons tot de overtuiging dat de praktijken en wetten die van toepassing zijn op NGO’s in heel wat Afrikaanse staten in strijd zijn met de vrijheid van vereniging. Deze voorstellen zijn gericht op het handhaven van fundamentele burgerlijke vrijheden en het opleggen van een positieve verplichting aan de staten om de geldende wetten te hervormen en een einde te maken aan praktijken die het recht op vereniging schenden. 

ASF biedt ook financiële en technische ondersteuning voor een grondwettelijke petitie die door middenveldorganisaties, waaronder Chapter Four, is ingediend bij het Oegandese Grondwettelijk Hof om de grondwettelijkheid aan te vechten van de wet op computermisbruik, die in oktober 2022 werd gestemd. Hoewel dit controversiële stuk wetgeving door de regering is geprezen als een noodzakelijke bescherming van de privacy in het digitale tijdperk, wordt het door veel lokale middenveldorganisaties gezien als een schending van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.

ExPEERience Talk #11 – De Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme : een wereldwijde noodsituatie, een internationale campagne

  • Wanneer? 5 Oktober – 12u (GMT+1, Tunis) ; 13u (GMT+2, Brussel)
  • Taal: Frans
  • Gratis online evenement – Registratie verplicht

Deze 11e ExPEERience Talk is gewijd aan de Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme (‘Campaign for the Decriminalisation of Poverty, Status and Activism’). Verschillende leden van de Campagne zullen de historiek, werking en eerste successen van de Campagne toelichten, evenals de uitdagingen en mogelijkheden bespreken die het netwerken van een brede waaier aan actoren met zich meebrengt om zulks een wereldwijd en systemisch probleem aan te pakken.

Overal ter wereld hebben wetten en politie- en strafrechtpraktijken de neiging om bevolkingsgroepen in kwetsbare of gemarginaliseerde situaties (armen, daklozen, LGBTQI+-personen, sekswerkers, migranten, etc.) onevenredig te controleren, te arresteren en op te sluiten. Kleine overtredingen zoals bedelen, openbare ordeverstoring, drugsgebruik, landloperij… worden tegen deze mensen gebruikt met als enige doel om datgene wat ze vertegenwoordigen in de maatschappij te criminaliseren in plaats van de overtredingen die ze hebben begaan. In veel landen is er ook een vernauwing van de civiele ruimte en het gebruik van het strafrecht om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Deze fenomenen zijn diep geworteld in de wetgevingen, instellingen en praktijken van staten over de hele wereld.

Tijdens deze ExPEERience Talk zullen sprekers van verschillende lid organisaties van de Campagne de zeer reële gevolgen van deze repressieve wetten en praktijken voor het maatschappelijk middenveld en het grote publiek illustreren. Ze zullen het ook hebben over de verschillende acties die in het kader van de campagne worden ondernomen: gezamenlijk onderzoek, rechtszaken en lobbyen bij nationale en internationale instellingen.

Tot nu toe wordt de Campagne gesteund door zo’n vijftig maatschappelijke organisaties uit verscheidene landen. Het objectief is om de voorwaarden te scheppen voor een wereldwijde verandering in strafrechtelijke en sociale wetgevingen, beleid en praktijken via de mobilisatie van  een transnationale en multisectoriële strategie.

Speakers

  • Khayem Chemli – Head of advocacy at ASF – Euromed region (moderator)
  • Soheila Comninos – Senior program manager at Open Society Foundations
  • Arnaud Dandoy – Research & Learning Manager at ASF – Euromed region
  • Asmaa Fakhoury – Country director ASF Morocco
  • Maria José Aldanas – Policy Officer at FEANTSA

De campagne voor decriminalisering van armoede, activisme en status

De volgende ExPEERience Talk (webinar) georganiseerd door AdZG en haar Justice ExPEERience netwerk zal het thema van de campagne behandelen. Het vindt plaats op donderdag 5 oktober 2023 om 12u (Tunis) – 13u (Brussel). Inschrijven kan nu, deelname is gratis.

De Campagne voor de Decriminalisering van Armoede, Status en Activisme, gelanceerd in Afrika, Zuid-Azië, Noord-Amerika en het Caribische gebied, wordt gedragen door een coalitie van middenveldorganisaties die oproepen tot de herziening en intrekking van wetten die mensen treffen vanwege hun (sociale, politieke of economische) status of hun activisme.

In veel landen zijn de strafprocedure, het wetboek van strafrecht en de ordehandhaving nog steeds een afspiegeling van een koloniale erfenis. Strafbare feiten uit het koloniale tijdperk, zoals landloperij, bedelen of ordeverstoring, worden vaak gebruikt tegen de meest kwetsbaren (daklozen, mensen met een handicap, drugsgebruikers, LGBTIQ+, sekswerkers, migranten, etc.), met als enige doel het criminaliseren van wat zij vertegenwoordigen in de samenleving in plaats van de strafbare feiten die ze hebben gepleegd.

Tegelijkertijd wordt in verschillende van deze landen het strafrecht gebruikt om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Opruiingswetten die dateren uit de koloniale tijd en recentere wetten i.v.m. de openbare orde zijn bijvoorbeeld alomtegenwoordige instrumenten die door staten worden ingezet om protest de kop in te drukken en de vrijheid van meningsuiting te beperken. Staten gebruiken het veiligheidsapparaat, het rechtssysteem en detentie tegen individuen en groepen die geen gevaar vormen voor de veiligheid van burgers, maar eerder om de status quo en de privileges van een minderheid te handhaven.

Dit machtsmisbruik heeft een grote impact op de mensenrechten en uit zich in discriminatie, het gebruik van dodelijk geweld, foltering, willekeurige en buitensporige opsluiting, buitenproportionele straffen en onmenselijke detentieomstandigheden. Deze situatie wordt nog verergerd door een combinatie van verschillende vormen van onderdrukking op basis van geslacht, leeftijd, handicap, ras, etnische afkomst, nationaliteit en/of sociale klasse van mensen die al gemarginaliseerd zijn. De bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door deze criminalisering van status, armoede en activisme zijn ook de bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door fenomenen als overbevolking in de gevangenissen, voorlopige hechtenis, verlies van gezinsinkomen, verlies van werk, enz.

In 2021 behaalde de campagne, die advocaten, juristen, leden van de rechterlijke macht, activisten en deskundigen van meer dan 50 organisaties samenbrengt, een aantal belangrijke overwinningen, waaronder baanbrekende processen tegen verschillende wetten voor nationale rechtbanken in Afrika. Hiertoe behoren de goedkeuring van de beginselen over de decriminalisering van kleine vergrijpen door de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volken en de bepaling door het Pan-Afrikaanse Parlement in 2019 van richtlijnen voor een normatieve/modelwet inzake politiewerk.

De campagne is daarom een echte kans voor een wereldwijde verandering in strafrecht en sociale wetten, beleid en praktijken. Voor het eerst richt het maatschappelijk middenveld zich op de gemeenschappelijke disfuncties van het strafrechtsysteem en legt het onder andere verbanden tussen koloniale strafwetgeving en de criminalisering van armoede, in een wereldwijde context van krimpende burgerlijke ruimte.

Tot op vandaag werd de campagne georganiseerd door verschillende comités: een globaal comité, waarvan ASF lid is, en thematische en geografische subgroepen om een grotere representativiteit van de stakeholders en een grotere impact te garanderen.

Advocaten Zonder Grenzen is lid van de coördinerende comités van respectievelijk de subgroepen Francofonie en Noord-Afrika. Deze opbouw is bedoeld om de onderzoeksdoelstellingen, prioriteiten en doelstellingen van de campagne op het gebied van belangenbehartiging en bewustmaking verder te versterken.

Ter gelegenheid van de 18de edite van de Sommet de la Francophonie, gehouden in Djerba op 19 en 20 november 2022, organiseerden ASF en haar partners binnen de Tunesische coalitie gelijktijdig een evenement in Djerba voor de decriminalisering van kleine vergrijpen en armoede, waarbij eisen werden gesteld aan de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF), vervat in een openbaar document getiteld de “Déclaration de Djerba“. De ondertekenaars zijn van mening dat de OIF een centrale rol zou kunnen en moeten spelen in het bevorderen van de waarden van de mensenrechten, en het decriminaliseren van kleine vergrijpen zou moeten promoten. Deze kleine vergrijpen zijn niet alleen discriminerend van aard, maar zorgen ook voor meer overbevolking in de gevangenissen waardoor vervolgens de onmenselijke en vernederende detentieomstandigheden verergeren.

De Franstalige subgroep, waarvan ASF lid is, startte in maart 2023 met een reeks interne overlegvergaderingen. Deze zouden moeten leiden tot het opstellen van een charter dat de gemeenschappelijke visie en doelstellingen van de leden zal samenbrengen. Dit charter zal vervolgens als basis dienen voor een belangenbehartigingsstrategie bij invloedrijke actoren zoals de Europese Unie en haar lidstaten, de Afrikaanse Unie en haar lidstaten, de verschillende Europese instellingen die verantwoordelijk zijn voor het samenwerkingsbeleid en de instellingen en mechanismen van de Verenigde Naties.

Het jaarverslag van AdZG is beschikbaar

Het team van Advocaten Zonder Grenzen is verheugd u haar laatste jaarverslag voor te stellen.

We hebben een lange weg afgelegd sinds AdZG in 1992 werd opgericht door een groep Belgische advocaten. In die 30 jaar tijd hebben honderden mensen bijgedragen om de vereniging te maken tot wat ze vandaag is: een militante organisatie, actief in een tiental landen, die stijdt tegen onrecht, ijvert voor een rechtsstaat gebaseerd op mensenrechten en voor een betere toegang tot het gerecht, dit alles in nauwe samenwerking met talrijke nationale en internationale actoren.

Deze ervaring, de lokale verankering van onze acties en de sterke banden die we hebben gesmeed met mensenrechtenverdedigers uit alle hoeken van de wereld, geven ons de kracht om impactvolle acties te blijven opzetten ten dienste van bevolkingsgroepen in kwetsbare situaties (vrouwen, kinderen, de LGBTQI+-gemeenschap, etnische minderheden, mensen in detentie, mensen in migratiesituaties, enz.)

Maar de uitdagingen zijn talrijk. Overal ter wereld worden middenveldorganisaties en mensenrechtenverdedigers geconfronteerd met zorgwekkende ontwikkelingen en trends: de opkomst van autoritaire regimes, de inkrimping van de burgerlijke ruimte, het groeiende wantrouwen van het publiek in instellingen, toegenomen sociale spanningen, enzovoort.

Mensenrechtenverdedigers werken in een context die hen steeds vijandiger gezind is. De begrippen mensenrechten en rechtsstaat zelf worden in twijfel getrokken. Activisten, advocaten en journalisten die opkomen voor de fundamentele rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen worden steeds vaker systematisch het doelwit van onliberaal repressief beleid.

Elke bladzijde van dit rapport getuigt van de kracht van de vlam die degenen drijft die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in het hart van onze samenlevingen, met gevaar en risico voor hun eigen vrijheid. Dit verslag is een eerbetoon aan ieder van hen.

Justice ExPEERience: een netwerk en platform voor de bevordering van de mensenrechten

Dit artikel werd geschreven in het kader van de opstelling van het jaarverslag 2022 van AdZG, dat binnenkort beschikbaar zal zijn op de website van AdZG.

Justice ExPEERience is een internationaal netwerk van stakeholders die op de vijf continenten actief zijn rond de bevordering van de mensenrechten. Het is vooral een samenwerkingsnetwerk, waarin de leden worden gevraagd om hun kennis te bundelen, hun ervaringen en expertise te delen, maar ook om samen te werken, in groepen of communities, aan concrete projecten rond het monitoren van mensenrechtenschendingen, strategische procesvoering of belangenbehartiging.

Meer dan een jaar na de oprichting telt het netwerk Justice ExPEERience meer dan 400 leden. Onder hen bevinden zich activisten, juristen, onderzoekers, leden van het maatschappelijk middenveld, enz. die actief zijn op het gebied van justitie en de bevordering van de mensenrechten. ASF wil een omgeving creëren waarin al deze stakeholders kunnen samenwerken en hun expertise en capaciteiten wederzijds kunnen versterken.

Daarom is ASF in 2021 gestart met de uitwerking van het digitale platform Justitie ExPEERience. Deze digitale tool laat toe om het netwerk te begeleiden en te structureren. Hier vinden uitwisselingen plaats, wordt leren tussen peers uit verschillende regio’s mogelijk, worden werkgroepen gevormd en worden samenwerkingsverbanden ontwikkeld.

Om de veiligheid van de leden te garanderen, evenals de vertrouwelijkheid van de informatie die op Justice ExPEERience gedeeld wordt, worden de gegevens rechtstreeks op de servers van ASF gehost en lopen ze niet via de servers van grote digitale spelers. Om de netwerken over meerdere landen te bevorderen en aan de behoeften van zoveel mogelijk stakeholders te voldoen, is Justice ExPEERience een meertalig platform: de interface is momenteel beschikbaar in het Duits, Engels, Arabisch, Frans en Portugees; en de geplaatste content en updates kunnen in andere talen worden vertaald met behulp van een vertaaltool. In 2022 werd het platform ook ontwikkeld als mobiele applicatie, die kan worden gedownload en gebruikt op smartphones, zodat het platform op verschillende manieren toegankelijk is.

Op Justice ExPEERience kunnen alle leden informatie en nieuws uitwisselen en met elkaar communiceren zoals op een sociaal netwerk, over verschillende thema’s in verband met de mensenrechten; maar ze kunnen ook documentatie delen en rechtstreeks online, op een veilige manier, samenwerken aan documenten. Op het platform zijn verschillende samenwerkingsruimtes beschikbaar, over specifieke thema’s of projecten: het platform bevat 250 samenwerkingsruimtes, waaronder 20 openbare ruimtes voor het uitwisselen en delen van thematische informatie tussen alle leden van het netwerk. De leden van Justice ExPEERience worden dus uitgenodigd om niet alleen samen te werken op openbare ruimtes die openstaan voor het hele netwerk, maar ook op vertrouwelijke privéruimtes die strikt voorbehouden zijn aan leden die aan een gemeenschappelijk project werken.

Justitie ExPEERience communities

In deze verschillende ruimtes kunnen de leden van het netwerk samenwerken in groepen of communities, met behoud van de gewenste mate van openheid of vertrouwelijkheid van hun werkzaamheden. In 2022 ontwikkelde Justice ExPEERience verschillende communities, bestaande uit stakeholders uit het maatschappelijk middenveld die projecten uitvoeren in verschillende landen. Ze ontplooien en coördineren gezamenlijke acties voor het monitoren van mensenrechtenschendingen (in verschillende landen), strategische procesvoering (nationaal of transnationaal) of belangenbehartiging (op lokaal, regionaal of internationaal niveau). In de voor hen bestemde vertrouwelijke ruimtes beschikken de communities over een gedeelde en gezamenlijke bibliotheek, die de leden aanvullen, om de horizontale verspreiding van expertise en kennis tussen peers aan te moedigen. Deze uitwisseling van expertise en informatie vindt ook plaats in de thematische ruimtes die voor alle leden openstaan, waardoor Justice ExPEERience zelf een internationale en multisectorale community wordt.

Om het netwerk levendig te houden en uitwisselingen tussen de leden te bevorderen, worden elke maand ExPEERience Talks georganiseerd. Tijdens deze webinars stellen de leden van het netwerk een onderzoek, een project, een tool of een analyse voor die verband houdt met de bevordering van de mensenrechten en justitie. In 2022 vonden 5 ExPEERience Talks plaats, over uiteenlopende onderwerpen zoals het traject van uit Italië gerepatrieerde Tunesische migranten, het beheer van grondstoffen in Oeganda en de DRC, de strafrechtelijke praktijken in de CAR, of de reikwijdte en impact van de beslissingen van het Afrikaanse Hof voor de rechten van de mens en de volkeren.

Elke maand wordt informatie over nieuwe onderzoeken, activiteiten en evenementen van het netwerk gedeeld in een nieuwsbrief, The ExPEERience Letter.

Justice ExPEERience heeft de ambitie om zich in 2023 verder te ontwikkelen: nieuwe leden aantrekken, creëren en delen van expertise via hun platform maar ook hun Talks en nieuwsbrief aanvullen, nieuwe – vooral transnationale – samenwerkingsverbanden ontwikkelen, zich openstellen voor partnerschappen met externe stakeholders en het platform met de instrumenten ontwikkelen om beter aan de behoeften van de leden te voldoen. Justice ExPEERience zal het onderwerp zijn van een tech-demo op de internationale top voor mensenrechten in een digitale wereld, RightsCon, in juni 2023.

600 dagen na artikel 80: van een noodtoestand naar de vestiging van een autocratie

De Alliance pour la Sécurité et les Libertés (ASL), waarvan ASF deel uitmaakt, publiceerde haar vijfde rapport over de rechtsstaat en de vrijheden in Tunesië. In de nasleep van de staatsgreep van president Saïed op 25 juli 2021, startte ASL met de kwantitatieve en kwalitatieve monitoring en analyse van de gebeurtenissen, beslissingen en reacties die volgden op de controversiële stemming over de nieuwe Tunesische grondwet op 25 juli 2022. Ondertussen zijn we aan de vijfde editie toe.

Meer dan anderhalf jaar geleden, op 25 juli 2021, stelde president Saïed artikel 80 van de grondwet in werking en kondigde hij de noodtoestand af. Deze datum markeerde de start van de ontmanteling van de instellingen die voortvloeiden uit de transitie na 2011: parlement bevroren en vervolgens ontbonden, grondwettelijke instanties ontbonden, volledige bevoegdheden per decreet, ratificatie van een Grondwet die eenzijdig door Saïed is opgesteld en in verderfelijke omstandigheden is aangenomen…

Het beeld dat deze nieuwsbrief schetst laat weinig twijfel bestaan over de autocratische bedoelingen van president Saïed en zijn wens om het hoofdstuk van de democratische transitie in Tunesië definitief af te sluiten. Hij legt eenzijdig een politiek project op dat vaag van opzet is maar absoluut verticaal, autoritair en populistisch.

Uit de monitoring- en analysewerkzaamheden van ASL komen verschillende trends en ontwikkelingen naar voren.

Op institutioneel vlak werd de periode gekenmerkt door de stemming over en de bekrachtiging van de nieuwe grondwet, waarbij de uitvergroting van de uitvoerende macht werd bekrachtigd ten nadele van de wetgevende en rechterlijke macht, die aanzienlijk werden verzwakt. De verkiezingen die voorafgingen aan de stemming over de grondwet en de verkiezing van de eerste kamer van het parlement werden gekenmerkt door hun onverenigbaarheid met de verkiezingsnormen en door een historisch lage opkomst. De rechterlijke macht wordt nog steeds aangevallen en ontmanteld tegen de achtergrond van een grote sociaal-economische crisis.

Tegelijkertijd worden de rechten en vrijheden nog steeds verder uitgehold, in een context van instrumentalisering van het justitie- en veiligheidsapparaat en onderdrukking van tegenstanders, pers en vakbonden. Willekeurige administratieve maatregelen ter beperking van de vrijheden en de goedkeuring van vrijheidsbeperkende wetten-decreten zijn gemeengoed geworden. De afgelopen maanden werden ook gekenmerkt door een campagne van racistisch geweld – ondersteund door de haatdragende retoriek van de staat – tegen Sub-Saharaanse bevolkingsgroepen, op een moment dat steeds meer migranten (al dan niet uit Tunesië) met gevaar voor eigen leven Europa over zee proberen te bereiken.

Ten slotte wordt de greep op de oppositie, die moeite heeft een verenigd front te vormen tegen het regime, steeds sterker. Het politieke toneel blijft instabiel en verschuift. Verschillende (burgerlijke en politieke) oppositie-initiatieven bestaan naast elkaar, maar slagen er niet in een oppositiemacht te vormen die de autoritaire plannen van de president kan aanpakken, terwijl sommige van de bondgenoten zich distantiëren.

Op het internationale toneel is Tunesië bezig zich te isoleren. Sinds de golven van arrestaties van publieke figuren in de afgelopen maanden en de inzet van xenofobe retoriek tegen Sub-Saharaanse migranten volgen de veroordelingen zich op en nemen ze toe. Binnen deze context levert de president diplomatieke inspanningen, met name bij Arabische staten, om internationale steun te verkrijgen.

Alliance Sécurité et Libertés

De Alliance pour la Sécurité et les Libertés (ASL) is een alliantie van Tunesische en internationale middenveldorganisaties gevestigd in Tunesië die, in het verlengde van de Revolutie voor Vrijheid en Waardigheid, denkt, handelt en mensen mobiliseert opdat Tunesië de opbouw van een democratische staat realiseert waarbij het overheidsbeleid ten dienste staat van de burgers en vrede, eerbiediging van de mensenrechten en gelijkheid garandeert.

Gevangenissen in Tunesië: inertie van de repressie

In Tunesië hebben de actoren van de strafrechtelijke keten de neiging om de repressieve reflexen van het vroegere regime van Ben Ali te bestendigen. De overbevolking in de gevangenissen blijft zeer hoog: een bezettingsgraad van ongeveer 131% met 23 607 gedetineerden eind 2020 (verdachten en veroordeelden samen) voor ongeveer 18 000 beschikbare plaatsen, met als gevolg omstandigheden die onder de internationale normen liggen.

De maatregelen genomen om de pandemie tegen te gaan, hebben een tijdlang geholpen om de cijfers in toom te houden. Tussen medio maart en eind april werden 8 551 gedetineerden vrijgelaten, een daling van de gevangenispopulatie met 37%. Deze daling was met name te danken aan de mobilisatie van verschillende organisaties uit het maatschappelijk middenveld, waaronder Advocaten Zonder Grenzen en haar partners binnen het project “L’Alternative”. Door steeds vaker op te roepen tot het verminderen van de gevangenispopulatie, heeft het maatschappelijk middenveld bijgedragen tot deze opmerkelijke daling van de bezettingsgraad in de gevangenissen.

Deze historische deflatie was echter slechts tijdelijk. De daling die het gevolg was van enkele conjuncturele maatregelen (presidentiële gratieverlening, minder voorlopige hechtenis en meer voorwaardelijke invrijheidstelling) werd al snel tenietgedaan door de structurele repressiedynamiek waaronder het Tunesische strafrechtelijke beleid nog steeds gebukt gaat.

Het conservatisme bij de rechters, de moeilijke toegang tot verdediging vanaf het moment van hechtenis, het massale gebruik van voorlopige hechtenis (62% van de gedetineerden zijn verdachten), opsluiting voor minder ernstige misdrijven (zoals het gebruik van cannabis of onbetaalde cheques), en het geringe gebruik van alternatieven voor gevangenisstraf zijn allemaal factoren die dit blijvende hoge opsluitingspercentage verklaren.

De mentaliteitsverandering en het loslaten van deze repressieve reflexen, met name bij de magistratuur, is een werk van lange adem. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan het ontwikkelen van pleitbezorging bij actoren in de strafrechtelijke keten en politieke besluitvormers. Dit is des te belangrijker omdat er hervormingen bezig zijn voor het Strafwetboek en het Strafvorderingswetboek, die noodzakelijk zouden zijn voor elke significante structurele verandering.

Om bij te dragen tot de hervorming van het strafrechtelijke en gevangenisbeleid in Tunesië, blijft ASF samenwerken met haar partners, ondanks de vertraging bij de democratische transitie en een periode van politieke instabiliteit in Tunesië. Met name via haar project “L’Alternative” verleent de organisatie technische en financiële ondersteuning aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld die werkzaam zijn op verschillende niveaus binnen de strafrechtelijke keten (vóór, tijdens en na de hechtenis).

Mensenrechten, de grote afwezigen bij de aanpak van de Covid-19-crisis

Na een initiële ontkenning van de gezondheidscrisis als gevolg van Covid-19 keek de wereld met verbazing naar de ongeziene aard van de genomen maatregelen, en hun omvang. Meer dan de helft van de wereldbevolking kwam in lockdown terecht, met gevolgen voor het economische, social, fysieke en mentale leven die verschilden naargelang de individuele situatie en de structurele verschillen.

Zoals iedereen moest ook ASF haar werkwijze aanpassen, en dit in zeer verschillende en soms zeer veranderlijke contexten. Al snel kwam er een gemeenschappelijke noemer naar boven, ongeacht of het ging om landen met autoritaire regimes, in postconflictsituaties, in een democratisch transitieproces of in zogenaamde gevestigde democratieën: de mensenrechten waren bijna systematisch afwezig in het politieke discours en in de overwegingen die aan de besluitvorming voorafgingen. Toch heeft elke maatregel die in het kader van de gezondheidscrisis genomen werd, geleid tot een inperking van rechten en vrijheden, soms ook indirect. Zo heeft het verbod zich te verplaatsen niet alleen gevolgen gehad voor het recht op vrij verkeer, maar ook voor het recht op onderwijs, het recht op werk, en in sommige gevallen zelfs het recht op gezondheid of het recht op voedsel.

Terwijl een mensenrecht echter alleen ingeperkt kan worden door een wet en dit op een manier die in verhouding staat tot het nagestreefde doel. Dit gaat uiteraard steeds samen met het noodzakelijkheidsbeginsel, dat inhoudt dat de staat, wanneer geconfronteerd met een reeks opties, steeds de optie moet kiezen die het minste inbreuk maakt op rechten en vrijheden. Deze beginselen hadden als leidraad moeten dienen tijdens de denkoefening, maar ze vonden weinig weerklank in de politieke besluitvorming.

Strevend naar het verdedigen van de mensenrechten en het promoten van een aanpak die mensenrechten centraal plaatst, heeft ASF vanaf maart 2020, samen met haar partners, een project gelanceerd om de impact van de maatregelen in de strijd tegen Covid-19 op de mensenrechten en de principes van de rechtsstaat te monitoren in Tunesië, Oeganda, Indonesië, de Democratische Republiek Congo en België. Deze monitoring werd aangevuld met tal van acties rond de toegang tot het gerecht, met name met betrekking tot de overbevolking in de gevangenissen. De systematische integratie van een “Covid-19-benadering” heeft het mogelijk gemaakt om, ongeacht het politieke systeem, meerdere schendingen van de essentiële principes van bescherming en bevordering van de mensenrechten aan het licht te brengen. De gegevens die in deze landen verzameld zijn, ter illustratie van veel algemenere trends, geven een verontrustend beeld op wereldschaal.

Het ontbreken van een internationaal of zelfs regionaal bestuurskader voor deze kwesties heeft in de eerste plaats geleid tot ad-hoc-kettingreacties rond een bijna systematische versterking van de uitvoerende macht, zelfs wanneer er minder vrijheidsbeperkende oplossingen beschikbaar waren voor de politieke besluitvormers. Dit heeft geleid tot een belangrijke personificatie van de reactie, in die zin dat door deze ongekende versterkingen van de uitvoerende macht, zoals in Tunesië of Oeganda, de eerbiediging van de mensenrechten afhankelijk werd gemaakt van een beperkt aantal mensen, waarbij ook willekeur mogelijk een rol speelde.

Ook werd herhaaldelijk opgemerkt dat de genomen maatregelen vaak onduidelijk waren, zowel wat hun duur, als hun inhoud betreft. Het niet-naleven van sociale afstandsregels of lockdownmaatregelen ging vaak gepaard met criminaliserende maatregelen die het legaliteitsbeginsel van strafbare feiten en sancties herhaaldelijk hebben ondermijnd. In Indonesië werden dergelijke sancties opgelegd door administratieve overheden – niet door de nationale vertegenwoordiging – en soms zonder enige rechtsgrond. Er werd veel ruimte gelaten voor interpretatie door de veiligheidsdiensten, waardoor er ruimte was voor willekeur en potentieel misbruik, vooral in landen die al gekend staan als politiestaat. In sommige gevallen hebben de overheden niet geaarzeld om Covid-19 maatregelen te gebruiken om de civiele ruimte verder te beperken en mensenrechtenactivisten het zwijgen op te leggen.

Deze sterke neiging tot criminalisering, die zelfs tot de opsluiting heeft geleid van overtreders, staat, in een context van ernstige overbevolking in de gevangenissen, haaks op de door de overheden bepleite logica van social distancing. De opschorting van gerechtelijke activiteiten leidde bovendien tot een langere en mogelijk illegale opsluiting van personen in voorarrest of voorlopige hechtenis. De oproepen om de overbevolking in de gevangenissen tegen te gaan, die al vóór deze gezondheidscrisis bestonden, werden nog luider door de toegenomen kwetsbaarheid van de gedetineerden en de onevenredige schending van hun rechten als gevolg van de opschorting van het bezoekrecht. Terwijl sommige landen, zoals Oeganda en Tunesië, uiteindelijk – soms slechts voorlopig – gedetineerden vrijlieten die bijna aan het einde waren van hun straf of die veroordeeld waren voor kleine vergrijpen, vervaagde het effect al snel doordat de gevangenisbevolking bijna even snel terug op hetzelfde peil of zelfs nog hoger, kwam te staan dan voor de crisis.

De situatie van de gedetineerden is slechts één voorbeeld van de mate waarin de gezondheidsmaatregelen op mensen die zich al in een kwetsbare situatie bevinden een verschillende, zelfs soms discriminerende impact hebben. De heropleving van gendergerelateerd geweld, met name in de intrafamiliale context, was systematisch; de reeds bestaande fragiliteit zorgde er niet alleen voor dat sommige mensen meer blootgesteld werden aan de gezondheidscrisis, maar ook aan de verwoestende socio-economische gevolgen ervan. Een studie uitgevoerd in België toonde dit zeer duidelijk aan: hoewel de maatregelen a priori neutraal waren in hun formulering, hadden ze bijzonder schadelijke gevolgen voor migranten, geracialiseerde personen en gedetineerden, en waren ze de facto indirecte discriminatiemaatregelen.

Uiteindelijk wijzen de verschillende waargenomen trends erop dat de structurele en individuele kwetsbaarheden die vóór de crisis reeds bestonden, alleen maar verergerd zijn. In een tijd waarin de vooruitzichten over het einde van de crisis onzeker zijn, is het belangrijker dan ooit om deze monitoring voort te zetten en te verankeren, en vooral om de op mensenrechten gebaseerde aanpak op te nemen in de bestuurs- en evaluatiemechanismen die het voorbije jaar opgezet werden. Het maatschappelijke middenveld werd al te zeer teruggedrongen tot hun rol van waakhond, zonder dat er ruimte was om constructief deel te nemen aan deze dialoog – met name op basis van gegevens die door ASF en haar partners verzameld werden.