De campagne voor decriminalisering van armoede, activisme en status

De volgende ExPEERience Talk (webinar) georganiseerd door AdZG en haar Justice ExPEERience netwerk zal het thema van de campagne behandelen. Het vindt plaats op donderdag 5 oktober 2023 om 12u (Tunis) – 13u (Brussel). Inschrijven kan nu, deelname is gratis.

De Campagne voor de Decriminalisering van Armoede, Status en Activisme, gelanceerd in Afrika, Zuid-Azië, Noord-Amerika en het Caribische gebied, wordt gedragen door een coalitie van middenveldorganisaties die oproepen tot de herziening en intrekking van wetten die mensen treffen vanwege hun (sociale, politieke of economische) status of hun activisme.

In veel landen zijn de strafprocedure, het wetboek van strafrecht en de ordehandhaving nog steeds een afspiegeling van een koloniale erfenis. Strafbare feiten uit het koloniale tijdperk, zoals landloperij, bedelen of ordeverstoring, worden vaak gebruikt tegen de meest kwetsbaren (daklozen, mensen met een handicap, drugsgebruikers, LGBTIQ+, sekswerkers, migranten, etc.), met als enige doel het criminaliseren van wat zij vertegenwoordigen in de samenleving in plaats van de strafbare feiten die ze hebben gepleegd.

Tegelijkertijd wordt in verschillende van deze landen het strafrecht gebruikt om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Opruiingswetten die dateren uit de koloniale tijd en recentere wetten i.v.m. de openbare orde zijn bijvoorbeeld alomtegenwoordige instrumenten die door staten worden ingezet om protest de kop in te drukken en de vrijheid van meningsuiting te beperken. Staten gebruiken het veiligheidsapparaat, het rechtssysteem en detentie tegen individuen en groepen die geen gevaar vormen voor de veiligheid van burgers, maar eerder om de status quo en de privileges van een minderheid te handhaven.

Dit machtsmisbruik heeft een grote impact op de mensenrechten en uit zich in discriminatie, het gebruik van dodelijk geweld, foltering, willekeurige en buitensporige opsluiting, buitenproportionele straffen en onmenselijke detentieomstandigheden. Deze situatie wordt nog verergerd door een combinatie van verschillende vormen van onderdrukking op basis van geslacht, leeftijd, handicap, ras, etnische afkomst, nationaliteit en/of sociale klasse van mensen die al gemarginaliseerd zijn. De bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door deze criminalisering van status, armoede en activisme zijn ook de bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door fenomenen als overbevolking in de gevangenissen, voorlopige hechtenis, verlies van gezinsinkomen, verlies van werk, enz.

In 2021 behaalde de campagne, die advocaten, juristen, leden van de rechterlijke macht, activisten en deskundigen van meer dan 50 organisaties samenbrengt, een aantal belangrijke overwinningen, waaronder baanbrekende processen tegen verschillende wetten voor nationale rechtbanken in Afrika. Hiertoe behoren de goedkeuring van de beginselen over de decriminalisering van kleine vergrijpen door de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volken en de bepaling door het Pan-Afrikaanse Parlement in 2019 van richtlijnen voor een normatieve/modelwet inzake politiewerk.

De campagne is daarom een echte kans voor een wereldwijde verandering in strafrecht en sociale wetten, beleid en praktijken. Voor het eerst richt het maatschappelijk middenveld zich op de gemeenschappelijke disfuncties van het strafrechtsysteem en legt het onder andere verbanden tussen koloniale strafwetgeving en de criminalisering van armoede, in een wereldwijde context van krimpende burgerlijke ruimte.

Tot op vandaag werd de campagne georganiseerd door verschillende comités: een globaal comité, waarvan ASF lid is, en thematische en geografische subgroepen om een grotere representativiteit van de stakeholders en een grotere impact te garanderen.

Advocaten Zonder Grenzen is lid van de coördinerende comités van respectievelijk de subgroepen Francofonie en Noord-Afrika. Deze opbouw is bedoeld om de onderzoeksdoelstellingen, prioriteiten en doelstellingen van de campagne op het gebied van belangenbehartiging en bewustmaking verder te versterken.

Ter gelegenheid van de 18de edite van de Sommet de la Francophonie, gehouden in Djerba op 19 en 20 november 2022, organiseerden ASF en haar partners binnen de Tunesische coalitie gelijktijdig een evenement in Djerba voor de decriminalisering van kleine vergrijpen en armoede, waarbij eisen werden gesteld aan de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF), vervat in een openbaar document getiteld de “Déclaration de Djerba“. De ondertekenaars zijn van mening dat de OIF een centrale rol zou kunnen en moeten spelen in het bevorderen van de waarden van de mensenrechten, en het decriminaliseren van kleine vergrijpen zou moeten promoten. Deze kleine vergrijpen zijn niet alleen discriminerend van aard, maar zorgen ook voor meer overbevolking in de gevangenissen waardoor vervolgens de onmenselijke en vernederende detentieomstandigheden verergeren.

De Franstalige subgroep, waarvan ASF lid is, startte in maart 2023 met een reeks interne overlegvergaderingen. Deze zouden moeten leiden tot het opstellen van een charter dat de gemeenschappelijke visie en doelstellingen van de leden zal samenbrengen. Dit charter zal vervolgens als basis dienen voor een belangenbehartigingsstrategie bij invloedrijke actoren zoals de Europese Unie en haar lidstaten, de Afrikaanse Unie en haar lidstaten, de verschillende Europese instellingen die verantwoordelijk zijn voor het samenwerkingsbeleid en de instellingen en mechanismen van de Verenigde Naties.

De Euro-mediterrane hub

Dit artikel komt uit het jaarverslag 2022 van AdZG.

ASF besliste in 2018 om een regionale hub op te richten in de Euro-mediterrane regio, meer bepaald in Tunis. Hiermee streefden we ernaar om de middelen te bundelen en de acties in de regio te versterken en te harmoniseren. Het vernieuwende van de regionale afdeling is dat men oog heeft voor de historische, economische, politieke en culturele banden die bestaan tussen de twee kusten van de Middellandse Zee, en dat hiermee rekening wordt gehouden om op regionaal niveau een samenhangende en efficiënte actie op te zetten.

De Euromed hub bestaat uit vijf leden en de landendirecteurs voor Marokko en Tunesië. De hub verzamelt en analyseert gegevens uit de praktijk om besluitvormingsprocessen op nationaal en Europees niveau aan te sturen. De hub biedt strategische begeleiding aan de kantoren in de regio en identificeert mogelijkheden voor het ontwikkelen en consolideren van partnerschapsnetwerken op zowel nationaal als regionaal niveau. De hub biedt ook technische ondersteuning aan de landenkantoren op het vlak van financieel beheer en personeelszaken.

Drie bij uitstek transnationale en mondiale kwesties, die op hun eigen manier de betrekkingen tussen de twee kusten van de Middellandse Zee bepalen, werden geïdentificeerd als thematische prioriteiten voor de regio:

a)            Migratie: alle landen ten zuiden van de Middellandse Zee zijn herkomst- (Tunesië, Marokko) en doorreislanden (Algerije, Libië) van migranten. Aan Europese zijde neemt migratie een buitensporige plaats in het publieke debat in en het beleid van de Europese Unie en haar lidstaten schendt de grondrechten van migranten.

b)            Vrijheden en veiligheid: de strijd tegen terrorisme en gewelddadig extremisme kan leiden tot overheidsbeleid dat de vrijheden en de burgerlijke ruimte beperkt en de democratische transitie en de fundamentele vrijheden van mensen belemmert. Dit geldt zowel ten zuiden als ten noorden van de Middellandse Zee, waar een wildgroei aan uitzonderingen volgens het principe van de rechtsstaat om gezondheids- en veiligheidsredenen een bedreiging vormt voor de “geconsolideerde democratieën” van het Europese continent. 

c)            Bestrijding van de straffeloosheid van economische spelers: economische belangen houden een systeem van afhankelijkheid in stand van het zuiden ten opzichte van het noorden van het Middellandse Zeegebied. Het gedrag van Europese economische spelers in Afrika heeft een grote invloed op de toename van sociale ongelijkheid en op het milieu, en kan soms een bepalende factor zijn bij conflicten (op lokaal, nationaal en internationaal niveau).

Het jaarverslag van AdZG is beschikbaar

Het team van Advocaten Zonder Grenzen is verheugd u haar laatste jaarverslag voor te stellen.

We hebben een lange weg afgelegd sinds AdZG in 1992 werd opgericht door een groep Belgische advocaten. In die 30 jaar tijd hebben honderden mensen bijgedragen om de vereniging te maken tot wat ze vandaag is: een militante organisatie, actief in een tiental landen, die stijdt tegen onrecht, ijvert voor een rechtsstaat gebaseerd op mensenrechten en voor een betere toegang tot het gerecht, dit alles in nauwe samenwerking met talrijke nationale en internationale actoren.

Deze ervaring, de lokale verankering van onze acties en de sterke banden die we hebben gesmeed met mensenrechtenverdedigers uit alle hoeken van de wereld, geven ons de kracht om impactvolle acties te blijven opzetten ten dienste van bevolkingsgroepen in kwetsbare situaties (vrouwen, kinderen, de LGBTQI+-gemeenschap, etnische minderheden, mensen in detentie, mensen in migratiesituaties, enz.)

Maar de uitdagingen zijn talrijk. Overal ter wereld worden middenveldorganisaties en mensenrechtenverdedigers geconfronteerd met zorgwekkende ontwikkelingen en trends: de opkomst van autoritaire regimes, de inkrimping van de burgerlijke ruimte, het groeiende wantrouwen van het publiek in instellingen, toegenomen sociale spanningen, enzovoort.

Mensenrechtenverdedigers werken in een context die hen steeds vijandiger gezind is. De begrippen mensenrechten en rechtsstaat zelf worden in twijfel getrokken. Activisten, advocaten en journalisten die opkomen voor de fundamentele rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen worden steeds vaker systematisch het doelwit van onliberaal repressief beleid.

Elke bladzijde van dit rapport getuigt van de kracht van de vlam die degenen drijft die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in het hart van onze samenlevingen, met gevaar en risico voor hun eigen vrijheid. Dit verslag is een eerbetoon aan ieder van hen.

600 dagen na artikel 80: van een noodtoestand naar de vestiging van een autocratie

De Alliance pour la Sécurité et les Libertés (ASL), waarvan ASF deel uitmaakt, publiceerde haar vijfde rapport over de rechtsstaat en de vrijheden in Tunesië. In de nasleep van de staatsgreep van president Saïed op 25 juli 2021, startte ASL met de kwantitatieve en kwalitatieve monitoring en analyse van de gebeurtenissen, beslissingen en reacties die volgden op de controversiële stemming over de nieuwe Tunesische grondwet op 25 juli 2022. Ondertussen zijn we aan de vijfde editie toe.

Meer dan anderhalf jaar geleden, op 25 juli 2021, stelde president Saïed artikel 80 van de grondwet in werking en kondigde hij de noodtoestand af. Deze datum markeerde de start van de ontmanteling van de instellingen die voortvloeiden uit de transitie na 2011: parlement bevroren en vervolgens ontbonden, grondwettelijke instanties ontbonden, volledige bevoegdheden per decreet, ratificatie van een Grondwet die eenzijdig door Saïed is opgesteld en in verderfelijke omstandigheden is aangenomen…

Het beeld dat deze nieuwsbrief schetst laat weinig twijfel bestaan over de autocratische bedoelingen van president Saïed en zijn wens om het hoofdstuk van de democratische transitie in Tunesië definitief af te sluiten. Hij legt eenzijdig een politiek project op dat vaag van opzet is maar absoluut verticaal, autoritair en populistisch.

Uit de monitoring- en analysewerkzaamheden van ASL komen verschillende trends en ontwikkelingen naar voren.

Op institutioneel vlak werd de periode gekenmerkt door de stemming over en de bekrachtiging van de nieuwe grondwet, waarbij de uitvergroting van de uitvoerende macht werd bekrachtigd ten nadele van de wetgevende en rechterlijke macht, die aanzienlijk werden verzwakt. De verkiezingen die voorafgingen aan de stemming over de grondwet en de verkiezing van de eerste kamer van het parlement werden gekenmerkt door hun onverenigbaarheid met de verkiezingsnormen en door een historisch lage opkomst. De rechterlijke macht wordt nog steeds aangevallen en ontmanteld tegen de achtergrond van een grote sociaal-economische crisis.

Tegelijkertijd worden de rechten en vrijheden nog steeds verder uitgehold, in een context van instrumentalisering van het justitie- en veiligheidsapparaat en onderdrukking van tegenstanders, pers en vakbonden. Willekeurige administratieve maatregelen ter beperking van de vrijheden en de goedkeuring van vrijheidsbeperkende wetten-decreten zijn gemeengoed geworden. De afgelopen maanden werden ook gekenmerkt door een campagne van racistisch geweld – ondersteund door de haatdragende retoriek van de staat – tegen Sub-Saharaanse bevolkingsgroepen, op een moment dat steeds meer migranten (al dan niet uit Tunesië) met gevaar voor eigen leven Europa over zee proberen te bereiken.

Ten slotte wordt de greep op de oppositie, die moeite heeft een verenigd front te vormen tegen het regime, steeds sterker. Het politieke toneel blijft instabiel en verschuift. Verschillende (burgerlijke en politieke) oppositie-initiatieven bestaan naast elkaar, maar slagen er niet in een oppositiemacht te vormen die de autoritaire plannen van de president kan aanpakken, terwijl sommige van de bondgenoten zich distantiëren.

Op het internationale toneel is Tunesië bezig zich te isoleren. Sinds de golven van arrestaties van publieke figuren in de afgelopen maanden en de inzet van xenofobe retoriek tegen Sub-Saharaanse migranten volgen de veroordelingen zich op en nemen ze toe. Binnen deze context levert de president diplomatieke inspanningen, met name bij Arabische staten, om internationale steun te verkrijgen.

Alliance Sécurité et Libertés

De Alliance pour la Sécurité et les Libertés (ASL) is een alliantie van Tunesische en internationale middenveldorganisaties gevestigd in Tunesië die, in het verlengde van de Revolutie voor Vrijheid en Waardigheid, denkt, handelt en mensen mobiliseert opdat Tunesië de opbouw van een democratische staat realiseert waarbij het overheidsbeleid ten dienste staat van de burgers en vrede, eerbiediging van de mensenrechten en gelijkheid garandeert.

Tunesië: Van noodtoestand naar een populistische en autoritaire koers

ExPEERience Talk “Autoritaire drift in Tunesië: diagnose en macht in kaart brengen” (Webinar)

???? Donderdag 30 maart: 12.00 uur (Tunesië) / 13.00 uur (Brussel) / 14.00 uur (Kampala)
???? Taal: Frans; gepresenteerd door Lamine Benghazi (programmacoördinator van AdZG in Tunesië) en Mahdi Elleuch (coördinator van de onderzoeksafdeling van Legal Agenda in Tunis).

Van noodtoestand naar een populistische en autoritaire koers

Terwijl Tunesië na de Arabische lente van 2011 de democratische uitzondering in de regio was, stortte de staatsgreep van president Saied op 25 juli 2021, dedatum waarop de noodtoestand werd afgekondigd (schorsing van het parlement, ontslag van de regeringsleider en overname van de uitvoerende en wetgevende macht door de president), de rechtsstaat in een crisis die nu meer dan ooit een einde dreigt te maken aan de democratische transitie in Tunesië.

Deze autoritaire koersverandering, het einde van de scheiding der machten, bekrachtigd door de nieuwe grondwet die een jaar later door minder dan een derde van de kiezers werd goedgekeurd, gaat gepaard met steeds meer en grotere aanvallen op de rechtsstaat en op de rechten en vrijheden. Rechters worden willekeurig ontslagen, de pers en de media worden steeds meer gehinderd, tegenstanders, advocaten, vakbondsmensen en journalisten worden vervolgd en gearresteerd. De burgerlijke ruimte wordt met de dag kleiner en verenigingen lijken de volgende in het vizier te zijn. Zelfs de onafhankelijke instellingen die als gevolg van de grondwet van 2014 werden opgericht, zoals de Hoge Raad voor de Magistratuur (CSM), het Grondwettelijke controleorgaan voor wetsontwerpen (IPCCPL) en de Commissie voor corruptiebestrijding (INLUCC) werden nauwgezet ontmanteld. De ISIE, het orgaan dat belast is met de verkiezingen en nu gebonden is aan de regering, heeft in december en januari parlementsverkiezingen georganiseerd die door de overgrote meerderheid van de Tunesiërs (89%) werden geboycot. Ten slotte heeft de toename van de vreemdelingenhaat, gevoed door de samenzweerderige en racistische opmerkingen van de president in februari 2023, geleid tot een ongekende golf van geweld tegen personen met Afrikaanse roots, voornamelijk migranten uit Subsaharaans Afrika.

De situatie is momenteel des te somberder omdat de economische en sociale crisis blijft toenemen, wat leidt tot de verarming en het vertrek, met gevaar voor eigen leven, van veel Tunesiërs en migranten vanaf de kust. Bovendien heeft het land moeite om een akkoord te bereiken met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en het vooruitzicht van wanbetalingen komt gevaarlijk dichtbij.

“500 dagen na artikel 80”: het monitoringrapport van de Alliance Sécurité et Libertés

Sinds 25 juli 2021 volgen ASF en de leden van de Alliance Sécurité et Libertés nauwgezet wat de gevolgen zijn van de beslissingen van president Kais Saied voor de rechtsstaat en de vrijheden in Tunesië. Op basis van een kwalitatieve en kwantitatieve analyse werden reeds vier periodieke rapporten gepubliceerd, nl. 50, 100, 200 en 365 dagen na 25 juli 2021. Het volgende rapport, dat betrekking zal hebben op de ontwikkelingen sinds de stemming over de nieuwe grondwet die eenzijdig door president Saied werd opgesteld, zal de ernstige verslechtering van de situatie in het land in de afgelopen maanden analyseren.

De analyse van het politieke en institutionele strijdtoneel (I) zalgericht zijn op de nieuwe verdeling van de bevoegdheden die voortvloeit uit de grondwet van 2022, de massale onthouding bij de verkiezingen van vorig jaar na verkiezingsprocessen die alle normen van vrije verkiezingen met de voeten traden en de opkomst van nieuwe instellingen die twijfelachtig zijn wat betreft legitimiteit en onafhankelijkheid, alsook de situatie van de rechterlijke macht en de sociaal-economische crisis die het land doormaakt.

Rechten en vrijheden (II) zalhet gebruik van justitie tegen tegenstanders van het regime, de onderdrukking van de pers en de media en van het vakbondswerk, alsmede de migratiesituatie in Tunesië en het massale geweld tegen personen met Afrikaanse roots in het land aan de kaak stellen.

Ten slotte zullen in de positionering (III) de nieuwe samenstellingen van het Tunesische politieke toneel en hun standpunten ten opzichte van het “stappenplan” van de president worden geanalyseerd. Ook de buitenlandse reacties op de excessen van het regime en het diplomatieke beleid van Tunesië, met name de toenaderingspogingen tot de Arabische landen en Italië, zullen worden geanalyseerd.

Hoe is het zover kunnen komen? Hoe staat het met het verzet tegen deze wantoestanden? Wat zijn de vooruitzichten voor de toekomst?

Om deze vragen te beantwoorden en de autoritaire koers in Tunesië te analyseren, ontvangen we op donderdag 30 maart Lamine Benghazi (programmacoördinator van ASF in Tunesië) en Mahdi Elleuch (coördinator van de onderzoeksafdeling van Legal Agenda in Tunis) voor onze 8ste ExPEERience Talk. Onder de titel “Autoritaire excessen in Tunesië: diagnose en overzicht“, zal deze lezing de vorm aannemen van een dialoog tussen onze twee gasten, gevolgd door een uitwisselingsmoment met de deelnemers, over de huidige situatie in Tunesië, de uitdagingen en de gevolgen ervan, gebaseerd op de analyse uitgevoerd in het kader van het rapport “500 dagen na artikel 80” dat binnenkort zal worden gepubliceerd.

ExPEERience Talk

Hoe is het zover gekomen? Hoe staat het met het verzet tegen deze misstanden? Wat zijn de vooruitzichten voor de toekomst?

Om deze vragen te beantwoorden en de autoritaire wending in Tunesië te analyseren, verwelkomen we op donderdag 30 maart Lamine Benghazi (programmacoördinator van AdZG in Tunesië) en Mahdi Elleuch (coördinator van de onderzoeksafdeling van Legal Agenda in Tunis) voor onze 8e ExPEERience Talk. Onder de titel “Authoritaire drift in Tunesië: diagnose en machtsoverzicht”, zal deze lezing de vorm aannemen van een dialoog tussen onze twee gasten, gevolgd door een uitwisseling met de deelnemers, over de huidige situatie in Tunesië, de inzet en de gevolgen ervan, gebaseerd op de analyse uitgevoerd in het kader van het rapport “500 dagen na artikel 80” dat binnenkort zal worden gepubliceerd.

U kunt zich nu inschrijven via de volgende link.

Strijden voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen

poverty is not a crime

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

In Marokko, net als in andere landen, zet ASF zich in voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen. Deze delicten treffen vooral kwetsbare groepen, met name mensen in een precaire socio-economische situatie en mensen die worden gediscrimineerd op grond van hun gender, afkomst of seksuele geaardheid. De criminalisering van dit soort delicten draagt sterk bij tot de overbevolking in de gevangenissen in heel wat (vooral Afrikaanse) landen.

Binnen de context van de wereldwijde coronapandemie werd in 2021 in Marokko de pan-Afrikaanse campagne voor de decriminalisering van armoede en kleine vergrijpen gelanceerd. Deze campagne vond zijn oorsprong in de Engelstalige Afrikaanse landen. Tijdens de coronapandemie steeg het aantal arrestaties namelijk aanzienlijk waardoor het gevangeniswezen dat reeds onder druk stond, nog verder overbelast werd. ASF en haar partners, Adala en het OMP (Observatoire Marocain des Prisons), hebben hun krachten en expertise gebundeld om de dialoog tussen de verschillende actoren van het maatschappelijk middenveld te versterken met het oog op het definiëren van een gemeenschappelijke strategie voor advocacy en wetshervorming.

De partners organiseerden een workshop waar ervaringen uitgewisseld werden tussen Tunesische en Marokkaanse actoren zodat de prioriteiten en de strategie voor de campagne in beide landen bepaald kan worden. In Marokko is dit des te belangrijker omdat het land zich in 2013 ertoe heeft verbonden om het strafwetboek te hervormen door de invoering van het handvest “Charte pour la réforme du système judiciaire”. Het is dan ook van essentieel belang dat de actoren van het maatschappelijk middenveld dit moment aangrijpen om de overheden, met name het ministerie van Justitie en het parlement, aan te spreken op een herziening van het strafwetboek die rekening houdt met de ervaringen van degenen die worden berecht en met het discriminerende karakter van de criminalisering van armoede en kleine vergrijpen. Op die manier kan er effectief ingespeeld worden op het probleem van de overbevolking in de gevangenissen.