ExPEERience Talk #11 – De Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme : een wereldwijde noodsituatie, een internationale campagne

  • Wanneer? 5 Oktober – 12u (GMT+1, Tunis) ; 13u (GMT+2, Brussel)
  • Taal: Frans
  • Gratis online evenement – Registratie verplicht

Deze 11e ExPEERience Talk is gewijd aan de Campagne voor de dekriminalistie van armoede en activisme (‘Campaign for the Decriminalisation of Poverty, Status and Activism’). Verschillende leden van de Campagne zullen de historiek, werking en eerste successen van de Campagne toelichten, evenals de uitdagingen en mogelijkheden bespreken die het netwerken van een brede waaier aan actoren met zich meebrengt om zulks een wereldwijd en systemisch probleem aan te pakken.

Overal ter wereld hebben wetten en politie- en strafrechtpraktijken de neiging om bevolkingsgroepen in kwetsbare of gemarginaliseerde situaties (armen, daklozen, LGBTQI+-personen, sekswerkers, migranten, etc.) onevenredig te controleren, te arresteren en op te sluiten. Kleine overtredingen zoals bedelen, openbare ordeverstoring, drugsgebruik, landloperij… worden tegen deze mensen gebruikt met als enige doel om datgene wat ze vertegenwoordigen in de maatschappij te criminaliseren in plaats van de overtredingen die ze hebben begaan. In veel landen is er ook een vernauwing van de civiele ruimte en het gebruik van het strafrecht om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Deze fenomenen zijn diep geworteld in de wetgevingen, instellingen en praktijken van staten over de hele wereld.

Tijdens deze ExPEERience Talk zullen sprekers van verschillende lid organisaties van de Campagne de zeer reële gevolgen van deze repressieve wetten en praktijken voor het maatschappelijk middenveld en het grote publiek illustreren. Ze zullen het ook hebben over de verschillende acties die in het kader van de campagne worden ondernomen: gezamenlijk onderzoek, rechtszaken en lobbyen bij nationale en internationale instellingen.

Tot nu toe wordt de Campagne gesteund door zo’n vijftig maatschappelijke organisaties uit verscheidene landen. Het objectief is om de voorwaarden te scheppen voor een wereldwijde verandering in strafrechtelijke en sociale wetgevingen, beleid en praktijken via de mobilisatie van  een transnationale en multisectoriële strategie.

Speakers

  • Khayem Chemli – Head of advocacy at ASF – Euromed region (moderator)
  • Soheila Comninos – Senior program manager at Open Society Foundations
  • Arnaud Dandoy – Research & Learning Manager at ASF – Euromed region
  • Asmaa Fakhoury – Country director ASF Morocco
  • Maria José Aldanas – Policy Officer at FEANTSA

De campagne voor decriminalisering van armoede, activisme en status

De volgende ExPEERience Talk (webinar) georganiseerd door AdZG en haar Justice ExPEERience netwerk zal het thema van de campagne behandelen. Het vindt plaats op donderdag 5 oktober 2023 om 12u (Tunis) – 13u (Brussel). Inschrijven kan nu, deelname is gratis.

De Campagne voor de Decriminalisering van Armoede, Status en Activisme, gelanceerd in Afrika, Zuid-Azië, Noord-Amerika en het Caribische gebied, wordt gedragen door een coalitie van middenveldorganisaties die oproepen tot de herziening en intrekking van wetten die mensen treffen vanwege hun (sociale, politieke of economische) status of hun activisme.

In veel landen zijn de strafprocedure, het wetboek van strafrecht en de ordehandhaving nog steeds een afspiegeling van een koloniale erfenis. Strafbare feiten uit het koloniale tijdperk, zoals landloperij, bedelen of ordeverstoring, worden vaak gebruikt tegen de meest kwetsbaren (daklozen, mensen met een handicap, drugsgebruikers, LGBTIQ+, sekswerkers, migranten, etc.), met als enige doel het criminaliseren van wat zij vertegenwoordigen in de samenleving in plaats van de strafbare feiten die ze hebben gepleegd.

Tegelijkertijd wordt in verschillende van deze landen het strafrecht gebruikt om activisme en afwijkende meningen de kop in te drukken. Opruiingswetten die dateren uit de koloniale tijd en recentere wetten i.v.m. de openbare orde zijn bijvoorbeeld alomtegenwoordige instrumenten die door staten worden ingezet om protest de kop in te drukken en de vrijheid van meningsuiting te beperken. Staten gebruiken het veiligheidsapparaat, het rechtssysteem en detentie tegen individuen en groepen die geen gevaar vormen voor de veiligheid van burgers, maar eerder om de status quo en de privileges van een minderheid te handhaven.

Dit machtsmisbruik heeft een grote impact op de mensenrechten en uit zich in discriminatie, het gebruik van dodelijk geweld, foltering, willekeurige en buitensporige opsluiting, buitenproportionele straffen en onmenselijke detentieomstandigheden. Deze situatie wordt nog verergerd door een combinatie van verschillende vormen van onderdrukking op basis van geslacht, leeftijd, handicap, ras, etnische afkomst, nationaliteit en/of sociale klasse van mensen die al gemarginaliseerd zijn. De bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door deze criminalisering van status, armoede en activisme zijn ook de bevolkingsgroepen die het zwaarst getroffen worden door fenomenen als overbevolking in de gevangenissen, voorlopige hechtenis, verlies van gezinsinkomen, verlies van werk, enz.

In 2021 behaalde de campagne, die advocaten, juristen, leden van de rechterlijke macht, activisten en deskundigen van meer dan 50 organisaties samenbrengt, een aantal belangrijke overwinningen, waaronder baanbrekende processen tegen verschillende wetten voor nationale rechtbanken in Afrika. Hiertoe behoren de goedkeuring van de beginselen over de decriminalisering van kleine vergrijpen door de Afrikaanse Commissie voor de rechten van mensen en volken en de bepaling door het Pan-Afrikaanse Parlement in 2019 van richtlijnen voor een normatieve/modelwet inzake politiewerk.

De campagne is daarom een echte kans voor een wereldwijde verandering in strafrecht en sociale wetten, beleid en praktijken. Voor het eerst richt het maatschappelijk middenveld zich op de gemeenschappelijke disfuncties van het strafrechtsysteem en legt het onder andere verbanden tussen koloniale strafwetgeving en de criminalisering van armoede, in een wereldwijde context van krimpende burgerlijke ruimte.

Tot op vandaag werd de campagne georganiseerd door verschillende comités: een globaal comité, waarvan ASF lid is, en thematische en geografische subgroepen om een grotere representativiteit van de stakeholders en een grotere impact te garanderen.

Advocaten Zonder Grenzen is lid van de coördinerende comités van respectievelijk de subgroepen Francofonie en Noord-Afrika. Deze opbouw is bedoeld om de onderzoeksdoelstellingen, prioriteiten en doelstellingen van de campagne op het gebied van belangenbehartiging en bewustmaking verder te versterken.

Ter gelegenheid van de 18de edite van de Sommet de la Francophonie, gehouden in Djerba op 19 en 20 november 2022, organiseerden ASF en haar partners binnen de Tunesische coalitie gelijktijdig een evenement in Djerba voor de decriminalisering van kleine vergrijpen en armoede, waarbij eisen werden gesteld aan de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF), vervat in een openbaar document getiteld de “Déclaration de Djerba“. De ondertekenaars zijn van mening dat de OIF een centrale rol zou kunnen en moeten spelen in het bevorderen van de waarden van de mensenrechten, en het decriminaliseren van kleine vergrijpen zou moeten promoten. Deze kleine vergrijpen zijn niet alleen discriminerend van aard, maar zorgen ook voor meer overbevolking in de gevangenissen waardoor vervolgens de onmenselijke en vernederende detentieomstandigheden verergeren.

De Franstalige subgroep, waarvan ASF lid is, startte in maart 2023 met een reeks interne overlegvergaderingen. Deze zouden moeten leiden tot het opstellen van een charter dat de gemeenschappelijke visie en doelstellingen van de leden zal samenbrengen. Dit charter zal vervolgens als basis dienen voor een belangenbehartigingsstrategie bij invloedrijke actoren zoals de Europese Unie en haar lidstaten, de Afrikaanse Unie en haar lidstaten, de verschillende Europese instellingen die verantwoordelijk zijn voor het samenwerkingsbeleid en de instellingen en mechanismen van de Verenigde Naties.

Het jaarverslag van AdZG is beschikbaar

Het team van Advocaten Zonder Grenzen is verheugd u haar laatste jaarverslag voor te stellen.

We hebben een lange weg afgelegd sinds AdZG in 1992 werd opgericht door een groep Belgische advocaten. In die 30 jaar tijd hebben honderden mensen bijgedragen om de vereniging te maken tot wat ze vandaag is: een militante organisatie, actief in een tiental landen, die stijdt tegen onrecht, ijvert voor een rechtsstaat gebaseerd op mensenrechten en voor een betere toegang tot het gerecht, dit alles in nauwe samenwerking met talrijke nationale en internationale actoren.

Deze ervaring, de lokale verankering van onze acties en de sterke banden die we hebben gesmeed met mensenrechtenverdedigers uit alle hoeken van de wereld, geven ons de kracht om impactvolle acties te blijven opzetten ten dienste van bevolkingsgroepen in kwetsbare situaties (vrouwen, kinderen, de LGBTQI+-gemeenschap, etnische minderheden, mensen in detentie, mensen in migratiesituaties, enz.)

Maar de uitdagingen zijn talrijk. Overal ter wereld worden middenveldorganisaties en mensenrechtenverdedigers geconfronteerd met zorgwekkende ontwikkelingen en trends: de opkomst van autoritaire regimes, de inkrimping van de burgerlijke ruimte, het groeiende wantrouwen van het publiek in instellingen, toegenomen sociale spanningen, enzovoort.

Mensenrechtenverdedigers werken in een context die hen steeds vijandiger gezind is. De begrippen mensenrechten en rechtsstaat zelf worden in twijfel getrokken. Activisten, advocaten en journalisten die opkomen voor de fundamentele rechten van kwetsbare bevolkingsgroepen worden steeds vaker systematisch het doelwit van onliberaal repressief beleid.

Elke bladzijde van dit rapport getuigt van de kracht van de vlam die degenen drijft die zich inzetten voor de verdediging van de mensenrechten in het hart van onze samenlevingen, met gevaar en risico voor hun eigen vrijheid. Dit verslag is een eerbetoon aan ieder van hen.

Jaarverslag 2022

Jaarverslag 2021

(Engels) Persbericht – Bijzondere parlementaire commissie Belgisch koloniaal verleden: Een sluiting in december 2022 zal haar niet toelaten haar mandaat te voltooien

Persbericht – Bijzondere parlementaire commissie Belgisch koloniaal verleden: Een sluiting in december 2022 zal haar niet toelaten haar mandaat te voltooien

Het mandaat van de Bijzondere Parlementaire Commissie over het Belgisch koloniaal verleden liep oorspronkelijk tot juli 2021. Vorige maand werd haar mandaat voor een tweede en laatste keer verlengd tot december 2022. Deze herhaalde verlengingen zijn een welkome erkenning dat de voldoende tijd moet worden gegeven aan de commissie om haar ambitieuze mandaat te voltooien. De commissie heeft niet alleen de opdracht om de koloniale acties van België in de DRC, Rwanda en Burundi te onderzoeken, maar ook om de structurele langetermijn impact van deze acties te evalueren en voorstellen te doen over hoe dit moet worden aangepakt. De ondertekenaars van dit perscommuniqué vrezen echter dat de sluiting van de commissie slechts twee en een half jaar na haar oprichting haar niet in staat zullen stellen om haar mandaat op bevredigende wijze te vervullen: het bestuderen van het Belgisch koloniaal en maatregelen voorstellen om genoegdoening te bieden voor de ernstige misdaden die tijdens het kolonialisme zijn gepleegd en voor de bijvende impact van het kolonialisme in de hedendaagse samenleving.

Om doeltreffend en legitiem te zijn moeten processen van ‘transitional justice’, zoals waarheidscommissies en onderzoekscommissies, aan bepaalde criteria voldoen. Van bijzonder belang is de noodzaak van participatieve processen. De commissie heeft openbare hoorzittingen georganiseerd waarbij een verscheidenheid aan academici, beleidsmakers en actoren uit het maatschappelijk middenveld (waaronder twee sessies specifiek met diaspora-organisaties) de mogelijkheid heeft gekregen om te getuigen en hun deskundigheid over specifieke kwesties te delen. Een gebrek aan tijd en middelen heeft echter verdere publieke zichtbaarheid en doeltreffendheid van het participatieproces van de commissie beperkt.

We betreuren het gebrek aan een uitgebreide communicatie en outreach strategie van de commissie gedurende haar werkzaamheden. De commissie heeft geen speciaal communicatieteam opgericht en slechts een handvol commissie leden communiceert publiekelijk over haar werkzaamheden. Enkele commissie leden hebben zich zelfs publiekelijk negatief uitgedrukt over de noodzaak om het koloniale verleden aan te pakken. Hoewel informatie over de werkmethodes en hoorzittingen van de commissie beschikbaar zijn op de website van het federale parlement, stellen de ondertekenaars vast dat de activiteiten van de commissie grotendeels onder de radar blijven in de Belgische samenleving, en zelfs onzichtbaar zijn in de DRC, Burundi en Rwanda.

Sinds haar ontstaan, heeft de commissie ook slechts beperkte middelen gehad om de bevolking in België, de DRC, Burundi en Rwanda op grotere schaal te bevragen. Bijgevolg zijn de werkzaamheden van de commissie losgekoppeld gebleven van de opvattingen van de bevolkingen over wat een zinvolle omgang met het koloniale verleden zou kunnen inhouden. In het bijzonder heeft de commissie tot dusver weinig rechtstreekse contacten gehad met de DRC, Burundi en Rwanda. De ondertekenaars verwelkomen dan ook de, nog niet bevestigde, plannen van de commissie om naar de regio af te reizen. Een dergelijke missie zou ernaar moeten streven zowel staatsvertegenwoordigers als actoren van het maatschappelijk middenveld in de drie landen te ontmoeten. Ook zou aan alle belanghebbenden partijen om de mogelijkheid moeten worden geboden om een schriftelijk verklaring bij de commissie in te dienen. Bovendien zou de delegatie van de commissie een dergelijk bezoek kunnen aangrijpen om na te denken over mogelijke pistes voor toekomstige transnationale initiatieven tussen de vier landen om het koloniaal verleden aan te pakken.

De ondertekenaars doen voorts een beroep op de commissie om zichzelf de nodige middelen en tijd te geven om de twee nog openstaande en tevens politiek gevoelige kwesties, namelijk herstelmaatregelen en het verband tussen kolonialisme, hedendaags racisme en postkoloniaal onrecht (openbare hoorzittingen over deze kwesties zijn voor de zomer gepland), op een uitvoerige en geloofwaardige manier te behandelen.

Hoewel de erkenning van de aard en de gevolgen van het Belgisch kolonialisme een belangrijk resultaat van het werk van de commissie zou zijn, moet dit gepaard gaan met concrete voorstellen voor een alomvattende agenda voor herstelrecht. Daarnaast zou de commissie ook voorstellen moeten maken voor bijkomende maatregelen of mechanismen die de beperkte draagwijdte van de bijzondere parlementaire commissie kunnen aanvullen. Een belangrijke nalatenschap waar de bijzondere parlementaire commissie naar moet streven is niet het afsluiten van het debat over het Belgisch kolonialisme, maar het openen van de deur voor verdere engagementen, door alle betrokken belanghebbende, om het Belgisch koloniaal op een omvattende manier te verwerken.

(Frans) Persbericht Bijzondere parlementaire commissie Belgisch koloniaal verleden: Een sluiting in december 2022 zal haar niet toelaten haar mandaat te voltooien

(Engels) Persbericht – Publicatie van het deskundigenverslag over het Belgische koloniale verleden: ondertekenaars roepen op tot een holistisch en inclusief rechtsproces

Persbericht : Publicatie van het expertenrapport over het Belgische koloniale verleden: De ondertekenaars vragen een holistisch en inclusief proces van gerechtigheid

Ter gelegenheid van de voorstelling ervan aan het Parlement, verheugen de ondertekenaars zich over de publicatie van het rapport van het multidisciplinaire expertenteam, dat gemandateerd werd door de Bijzondere kamercommissie die zich buigt over het Belgische koloniale verleden. Dit rapport is een nieuwe mijlpaal op weg naar een beter begrip van het Belgische koloniale tijdperk en vormt een relevante bijdrage tot een vreedzame discussie over deze kwestie tussen de verschillende segmenten van de hedendaagse Belgische samenleving.

De beweringen over de historische vooroordelen van de kolonisatie en de hedendaagse gevolgen daarvan in termen van structureel racisme worden al vele jaren in het Belgische publieke debat geuit, maar hebben sinds de “Black Lives Matter”-beweging aan hernieuwde belangstelling gewonnen. Het was net deze maatschappelijke mobilisatie, voornamelijk geleid door mensen van Afrikaanse afkomst in de Belgische samenleving, die leidde tot de oprichting van de Bijzondere kamercommissie in juli 2020. Het expertenrapport van de commissie moet dan ook gezien worden in het licht van die roep om gerechtigheid met betrekking tot het Belgische koloniale verleden.

In dit verband vertoont het rapport bepaalde beperkingen die opgemerkt moeten worden. In de eerste plaats is dit rapport voortgekomen uit een eng proces gericht op waarheidsvinding, die zich voornamelijk binnen de Belgische overheidsinstellingen bevond. Zoals herhaaldelijk vermeld, is de commissie die de opdracht gaf voor dit expertenrapport zelf een politieke commissie, die door de verschillende Belgische politieke partijen gecontroleerd wordt. De werkzaamheden van de commissie staan vooralsnog niet open voor vertegenwoordigers van het Belgische maatschappelijk middenveld, noch voor het maatschappelijk middenveld van de voormalige gekoloniseerde landen. In die zin is het expertenrapport niet het resultaat van een inclusief en open proces, in tegenstelling tot de best practices bij transitionele justitie als het gaat over waarheidsvinding.

Het rapport beantwoordt ten tweede slechts gedeeltelijk aan de doelen die de commissie zichzelf stelde. Het rapport gaat immers hoofdzakelijk over het Belgische koloniale verleden in de huidige Democratische Republiek Congo, en gaat niet in op Burundi en Rwanda. Verder is het rapport hoofdzakelijk gericht op de acties van de Belgische staat, en gaat het slechts in geringe mate in op de rol van niet-gouvernementele actoren.

De commissie heeft echter de opdracht om niet alleen de rol en de structurele impact te onderzoeken van de Belgische staat en de Belgische autoriteiten, maar ook die van niet-gouvernementele actoren zoals de monarchie, de kerk en de private sector op het koloniale fenomeen.

De ondertekenaars hopen dat dit rapport als basis zal dienen voor een echt proces van transitionele justitie, waarbij de instrumenten (waarheid, gerechtigheid, herstel en garanties voor niet-herhaling) thans bijzonder geschikt bleken om koloniale aansprakelijkheden en continuïteiten aan te pakken. In het rapport worden een aantal denkpistes aangereikt die de commissie in concrete processen en in een open en inclusief kader zou moeten volgen. In dit verband wordt voornamelijk van de commissie verwacht dat ze een actieplan voor haar verdere werkzaamheden bekendmaakt en de pistes naar engagement met alle belanghebbenden verduidelijkt. Dit rapport mag niet louter een bijdrage aan de geschiedenis zijn, maar moet de basis vormen voor een duidelijk antwoord op de vraag naar gerechtigheid, voor het verleden en het heden.

Tot slot verwelkomen de ondertekenaars het initiatief van de Belgische parlementsleden om het debat over de koloniale periode op te nemen en om te proberen de ins en outs ervan te objectiveren. Ze wensen er echter aan te herinneren dat alleen een holistisch en inclusief proces in staat is de wonden van de Belgische samenleving te helen om harmonieus samen te leven en de waardigheid te herstellen van de slachtoffers van de Belgische kolonisatie in Afrika.

Ondertekenaars

  • African Futures Action Lab
  • Avocats Sans Frontières
  • Bamko-cran asbl
  • CaCoBuRwa
  • Christophe Marchand