Jaarverslag 2022

ExPEERience Talk #9 – Digitaal voor slachtoffers en gerechtigheid: het Back-up project van de organisatie We are NOT Weapons of War, gepresenteerd door Céline Bardet

  • Wanneer? Donderdag 4 Mei 2023, 1pm (Brussel)
  • Online (Big Blue Button)
  • Taal van de presentatie: Frans

Voor deze 9de ExPEERience Talk verwelkomen we Céline Bardet, oprichtster van de organisatie We are NOT Weapons of War (WWOW) die zich inzet voor de bestrijding van seksueel geweld in conflicten, in het bijzonder tegen verkrachting als oorlogswapen. Zij zal spreken over het belang van – met name juridische – ondersteuning van slachtoffers, maar ook van bewustmaking en belangenbehartiging op mondiaal niveau.

Tijdens deze Talk zal Céline Bardet het ontwikkelingsproces presenteren van het Back Up project, dat in 2018 door WWOW is gelanceerd. Dit project wil de drie grote uitdagingen van verkrachting in oorlogscontexten aankaarten: het onvermogen van slachtoffers om toegang te krijgen tot passende diensten; het gebrek aan coördinatie van de betrokken professionals; en het gebrek aan betrouwbare gegevens over de omvang van seksueel geweld in conflicten. Back Up is een digitale app, toegankelijk op mobiele telefoons, versleuteld en beveiligd, waarmee slachtoffers aangifte kunnen doen en bewijsmateriaal kunnen doorgeven, en betrokken professionals hun diensten beter kunnen coördineren. Na een eerste proeffase wordt Back Up nu ingezet in verschillende landen, waaronder Oekraïne en de Democratische Republiek Congo.

Tijdens deze Talk wordt het ontstaan van het Back Up project gepresenteerd, evenals de ontwikkeling en de werking van de digitale dienst. Welk proces werd gevolgd om er een instrument van te maken dat het best beantwoordt aan de reële behoeften van de slachtoffers en dat gemakkelijk door iedereen kan worden gebruikt, zelfs in de meest fragiele contexten? Hoe kan de veiligheid van de verzamelde gegevens en van de slachtoffers die zich melden, worden gewaarborgd? Hoe kunnen de lokale partners en de slachtoffers zich het instrument in oorlogssituaties eigen maken? Céline Bardet bespreekt de ontwikkelingsmethodologie en de reikwijdte van dit digitale project, dat niet alleen ten dienste staat van de slachtoffers, maar ook van het verzamelen van bewijsmateriaal en gegevens en, uiteindelijk, van belangenbehartiging tegen seksueel geweld in conflicten.

Het proces tegen Thomas Kwoyelo: de openbaar aanklager rondt de voorstelling van de getuigen af

“Elk verder uitstel van dit proces is een smet op ons rechtssysteem” – ICD

Het proces tegen Thomas Kwoyelo werd op 17 april 2023 hervat en zal naar verwachting tot het einde van de maand duren. Het proces vindt plaats bij de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) die zetelt in het Hooggerechtshof in de stad Gulu, Noord-Oeganda.

Na de start van het proces op 24 september 2018 hoorde de rechtbank in maart 2019 de eerste getuigen van de openbaar aanklager en sindsdien vonden er af en toe zittingen plaats in Kampala en Gulu. De meest recente zitting werd gehouden in Gulu tussen 28 november en 15 december 2022, waar 14 getuigen à charge werden voorbereid en voorgesteld om bij te dragen tot de uiteenzetting van de zaak tegen Thomas Kwoyelo, waardoor het totale aantal getuigen à charge tot dusver 48 bedraagt.

In een gesprek met een lid van het team van het Openbaar Ministerie bevestigde men dat de zaak bijna 120 getuigen telt, maar dat deze niet allemaal zullen worden voorgesteld, om herhaling van bewijs en verlenging van het proces te vermijden.

“We kijken naar het beschikbare bewijsmateriaal en kiezen er het beste uit. Sommige getuigen worden ouder en verliezen hun geheugen, terwijl andere zijn overleden. We selecteren diegene wiens getuigenis het meest relevant zal zijn en het meest aan het debat zal bijdragen.

Raadsman Charles Kamuli – lid van het Openbaar Ministerie

Het maatschappelijk middenveld hoopt dat het Openbaar Ministerie de voorstelling van de getuigen in de komende twee weken kan afronden. Zo zal de verdediging dan later in het kwartaal, kunnen starten met de voorstelling van hun eigen getuigen in volgende zittingen, afhankelijk van de beschikbare middelen. Later zal er een zitting zijn voor de slachtoffers waarin de advocaten van de slachtoffers hun eigen getuigen zullen voorstellen.

Thomas Kwoyelo, in 2009 gevangengenomen door de Uganda People’s Defense Forces, is waarschijnlijk een van de langstzittende verdachten in de geschiedenis van het internationale strafrecht. Om ervoor te zorgen dat het proces zijn beloop krijgt, had de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) een planning opgesteld met zittingen om de drie maanden, maar in de praktijk ontbreekt het aan regelmaat. Het Hof verwacht het proces echter binnen anderhalf jaar af te ronden, mits de middelen zoals gepland elk kwartaal worden vrijgemaakt. “Deze vertraging is een smet op de rechterlijke macht als het gaat om justitie”, aldus het hoofd van de ICD, die ook plaatsvervangend rechter is in deze zaak. “De slachtoffers zijn zeer bezorgd, net als de verdachte, die niet wordt berecht zoals het hoort, omdat hij al sinds 2009 in de gevangenis zit. Nu de regering middelen heeft toegezegd, zijn we allemaal vastbesloten om de zaak vooruit te laten gaan”, aldus het hoofd van de ICD.

De verdediging deelt deze visie op de termijn waarbinnen het proces zou kunnen worden afgerond echter niet.

“Gezien het unieke karakter van de zaak hebben getuigen veel tijd nodig om hun verhaal te vertellen en hun verhaal te delen, je kunt niet zeggen hoe lang dat verhaal is, ze hebben tijd nodig. Het kost tijd om een getuige te vragen zich een pijnlijke beproeving van 20 jaar geleden te herinneren, wat vaak leidt tot een psychische inzinking tijdens het denkproces. In dergelijke situaties kan de rechtbank niet doorgaan en moet ze worden verdaagd om de getuige de tijd te geven om tot rust te komen en te kalmeren.

Mr Evans Ochieng, advocaat van de verdediging

Het proces verloopt zeer traag door het gebrek aan financiële middelen voor een proces waarbij zoveel partijen betrokken zijn. Het proces telt vier rechters, vier openbaar aanklagers, vier advocaten van de verdediging, twee advocaten van de slachtoffers en een enorm team van rechtbankmedewerkers, waaronder het IT-team dat de videoverbindingen tot stand brengt, de assessoren, het tolkenteam, de griffiers, de rapporteurs, het documentatieteam, het mediateam, enz.

“Het is moeilijk te voorspellen wanneer de zaak afgerond wordt, vooral in situaties als deze, waarbij er dit kwartaal middelen zijn, maar waarbij niemand zeker weet of dit ook het volgende kwartaal het geval zal zijn.”

Mr Evans Ochieng, advocaat van de verdediging

Volgens het principe van positieve complementariteit moeten nationale instellingen zoals de afdeling voor internationale misdrijven van het Hooggerechtshof (ICD – International Crimes Division of the High Court) in Oeganda over de nodige capaciteit beschikken om internationale misdrijven effectief en efficiënt te onderzoeken en te vervolgen in het kader van het Statuut van Rome. ASF heeft de ICD dan ook ondersteund bij het uitbouwen en ontwikkelen van hun capaciteit. Zo verleende ASF technische ondersteuning bij de uitwerking van de regels rond procedures en bewijsvoering van de ICD en de richtlijnen voor het beheer van het register. ASF is ook betrokken geweest bij de capaciteitsopbouw bij het Hof, het ondersteunen van de advocaten van de slachtoffers en het versterken van de participatie van de slachtoffers in het algemeen. Om de duurzaamheid van deze inspanningen te verzekeren heeft ASF, samen met haar partner ICTJ, een studie ondernomen die heeft geleid tot de uitwerking van een gerechtelijk naslagwerk, dat een gezaghebbende bron is van praktijken en procedures voor de vervolging van internationale misdrijven. De steun van ASF heeft het Hooggerechtshof, een relatief jonge instelling, in vele opzichten geholpen om volgens de vereiste internationale normen te werken, waardoor haar vermogen om haar mandaat uit te voeren, alsook haar internationale geloofwaardigheid en erkenning werden versterkt.

De strategie van ASF inzake transitionele justitie plaatst de slachtoffers centraal bij de gerechtelijke processen en dit is de drijfveer van al onze interventies. In samenwerking met lokale organisaties zoals de Foundation for Justice and Development Initiative (FJDI), Gulu Women Economic Development and Globalization (GWED-G) en de slachtofferraden, voerden we bewustmakingsactiviteiten uit waarbij informatie over het proces wordt verspreid en waarbij we feedback van de bevolking verzamelen over de organisatie van het proces. Er worden ook radio-uitzendingen georganiseerd, waarin ambtenaren van het Hof en andere belanghebbenden belangrijke kwesties in verband met het proces bespreken en waarin leden van de slachtoffergemeenschappen kunnen inbellen en hun mening kunnen geven over de voortgang van het proces en de volgende stappen. Dit moet ervoor zorgen dat de slachtoffers desgewenst voldoende informatie over het proces krijgen, maar ook dat hun standpunten worden doorgegeven om de gerechtsfunctionarissen te informeren over wat zij denken en ervaren van het hele proces.

ASF is verheugd over de goedkeuring door de Oegandese regering van het Nationaal beleid voor Transitionele Justitie, een uitgebreid en essentieel kader dat ontworpen is om mensenrechtenschendingen uit het verleden aan te pakken om gerechtigheid, verantwoording en verzoening te bevorderen, wat essentiële pijlers zijn voor het bereiken van duurzame vrede. Er moet echter meer vaart worden gezet achter de uitvaardiging van wetgevende instrumenten om dit beleid operationeel te maken en ervoor te zorgen dat slachtoffers recht wordt gedaan.

Slachtoffers worden altijd geconfronteerd met levensbedreigende problemen die dringende en onmiddellijke aandacht vereisen. Sommige slachtoffers hebben bijvoorbeeld schotwonden opgelopen, die uitgebreide operaties en revalidatie vereisen. Andere slachtoffers van seksueel geweld hebben medische hulp nodig bij voortplantingsproblemen en andere blijvende gevolgen van het geweld, alsmede psychosociale hulp om hun trauma te verwerken.

Ook de maatschappelijke integratie en integratie in gezinnen van in gevangenschap geboren kinderen en de reïntegratie van hun moeders, die binnen de gemeenschappen worden gestigmatiseerd, vormt een probleem. Zozeer zelfs dat de slachtoffers en hun kinderen soms gedwongen worden om hun gemeenschappen te verlaten en zich in stedelijke centra en steden proberen te vestigen. Geconfronteerd met dit stigma en de moeilijke levensomstandigheden hebben sommige overlevenden zelfmoord gepleegd of kampen ze met zelfmoordgedachten.

Bij gebrek aan enige tussentijdse bijstand om de langetermijneffecten van het geweld en de mensenrechtenschendingen waaronder ze te lijden hadden, aan te pakken, vrezen de slachtoffers dat tegen de tijd dat er gerechtigheid komt, velen van hen al dood zullen zijn en dat gerechtigheid dus haar doel niet zal bereiken.

Deze Policy Brief werd geschreven door Jimmy Wamimbi van ASF Oeganda, met waardevolle hulp van Faridah Kyomuhangi, Simon Mallet, Irene Winnie Anying en Valérie Arnould.

(Engels) Persbericht – Een oproep tot verscherpt due diligence-onderzoek bij olie- en gasontwikkelingsoperaties in Oeganda

Protecting constitutional rights of pre-trial detainees through access to justice in Uganda

ASF’s team in Uganda has just published a baseline study on ‘Protecting constitutional rights of pre-trial detainees through access to justice in Uganda’. It is available on our website and will be presented during an ExPEERience Talk on 2nd March 2023. You can sign up to follow the presentation online.

The (over)use of pre-trial detention in Uganda

Although detention pending trial should be the exception rather than the rule, the use of pre-trial detention is highly prevalent in Uganda. In March 2022, over half of the prison population was awaiting trial, one of the main contributing factors to a prison occupancy rate of over 300%.

Prolonged pre-trial detention does not just lead to overcrowding, it also makes one more vulnerable to torture, ill-treatment and coercion to make a false confession. For a suspect or accused person, spending a significant amount of time awaiting trial in prison undermines its chance to benefit from a fair trial as well as its presumption of innocence.

There are safeguards in place in Ugandan law, including in the Constitution, to ensure that pre-trial detention is used sparingly and with respect for an accused person’s rights and freedoms. However, these provisions are often violated, whether due to abuse of power by officials, slow investigations, corruption, case backlog, ignorance of the law, and/or lack of adequate legal representation.

In 2021, ASF conducted a baseline study to gather much-needed evidence and data about the situation of pre-trial detainees in Ugandan prisons. The objective of the study was to provide an overview of the socio-economic profile of detainees, patterns of detention and arrest, and experiences of pre-trial detention.

The socio-economic profile of pre-trial detainees: What the baseline study tells us

In Uganda as in other countries around the world, pre-trial detention disproportionately affects the underprivileged. The majority of suspects and inmates surveyed (77%) had either no qualification or had only completed primary school. Only 8% were engaged in formal employment around the time of their arrest, while the rest were dependent on the informal sector or peasantry.

These dynamics have significant implications for the criminal justice system. Individuals from economically and socially disadvantaged backgrounds are more likely to be involved in low-level petty offences as a way to make ends meet, in which case pre-trial detention may both be unnecessary and further reinforce their marginalization.

They are also likely to be less knowledgeable about their rights, encounter more challenges in accessing legal aid, and not have the resources and support networks to recover from a long period in pre-trial detention. Those with additional vulnerabilities, such as refugees, women and children also experience added challenges.

Constitutional and procedural safeguards

The Constitution of Uganda provides that a suspect detained at a police station should be produced before a magistrate within 48 hours. This is to allow for judicial control of the charge and necessity of detention. In the baseline study conducted by ASF, only 7% of suspects found in police custody had been there for less than 48 hours. The majority of suspects (63%) also did not know of their right to apply for police bond, which means that few were able to advocate for themselves.

In Uganga, the Constitution provides that pre-trial detention should not go beyond 60 days for non-capital offences, and 180 days for capital offences. In practice, 59% of inmates surveyed in prisons had spent over 180 days on remand. Several prisoners had been awaiting trial for several years, including a 21 year-old female prisoner who had been on remand for six years of her life. The recent passing of new bail guidelines is likely to worsen the situation.

Access to legal aid: a necessary but insufficient condition for the rights of detainees to be upheld

Of all the inmates surveyed, only 19% had accessed legal services during their time in detention. Free and accessible legal aid services are key in order to ensure that inmates are made aware of their rights and supported in moving their case forward or accessing bail. During the launch of the baseline study report, stakeholders from criminal justice institutions and legal aid service providers called for the National Legal Aid Bill to be passed into law so that access to legal aid is guaranteed to indigent or people in vulnerable situations.

However, more systemic changes are crucial in order to ensure that the use of pre-trial detention is limited to those cases for which it is necessary, and used in accordance with procedural and constitutional safeguards. From the point of arrest, all stakeholders in the criminal justice systems as well as the government of Uganda have a role to play in ensuring that individual rights and freedoms are respected, that the criminal justice system does not unduly criminalise the disadvantaged and that violations are duly identified, investigated and remedied.

Full policy recommendations are available in the baseline study report.

ASF’s work in pre-trial detention in Uganda

Since 2019, ASF and its partner the Legal Aid Service Providers Network (LASPNET) in Uganda, with funding from the Austrian Development Cooperation (ADC), have been working to protect and promote constitutional and procedural rights in the administration of justice in Uganda. As part of this, free legal aid services have been provided in eight district to over 4000 pre-trial detainees. ASF also conducts sensitisation sessions to empower communities to enforce their rights, as well as local and national advocacy efforts for positive reform.

(Engels) Studie – Bescherming van de grondwettelijke rechten van gedetineerden in voorhechtenis door middel van toegang tot justitie in Oeganda

Consolideren van de discussies over transitionele justitie: het debat over de toegang tot landrechten in de subregio Acholi

Dit artikel is overgenomen van het jaarverslag 2021 van Avocats Sans Frontières.

De voorbije jaren hebben talrijke en aanhoudende conflicten over landgebruik en -eigendom in de subregio Acholi geleid tot hevige discussies onder de Oegandese bevolking. Tijdens de discussies over dit onderwerp werd echter te vaak verzuimd om het op te nemen in het bredere debat over transitionele justitie.

Deze landconflicten vinden hun oorsprong meestal in de nasleep van de oorlog tussen de Oegandese regering en de rebellen van het Lord’s Resistance Army (LRA) van 1987 tot het staakt-het-vuren van 2006. In die periode richtten de rebellen van het LRA zich op burgers en pleegden ze aanvallen op scholen, openbare plaatsen en gemeenschappen. Dit leidde tot massale verplaatsing van de plaatselijke bevolking naar vluchtelingenkampen, de zogenaamde kampen voor binnenlandse ontheemden (IDP’s). Door de omvangrijke ontheemding en de dood van ouderen in die periode zijn de plaatselijke gemeenschappen hun landeigendom verloren.

Toegang tot land speelt echter een cruciale rol bij het herstel van de gevolgen van dergelijke conflicten en het is dan ook echt nodig een verband te leggen tussen landrechten en de doelstellingen van transitionele justitie zoals restitutie. In het beleid van 2019 voor transitionele justitie (National Transitional Justice Policy) wordt erkend dat landconflicten in door conflicten getroffen gemeenschappen individueel of collectief moeten worden gelenigd.

ASF onderzocht de toegang tot landrechten en transitionele justitie in Noord-Oeganda om de aard van de rechtspleging die mensen in de subregio Acholi hebben ondernomen om hun landrechten op te eisen, vast te stellen. Aan de hand van een zuiver kwalitatieve methode werd in het onderzoek vastgesteld dat slachtoffers van landconflicten gebruik maken van wettelijke of traditionele mechanismen om hun recht te halen, maar dat ze er niet in slagen landgeschillen op bevredigende wijze en in der minne te regelen. In veel gevallen zijn de toegang tot justitie en de gerechtelijke resultaten afhankelijk van de sociale status van het individu. Voor vrouwen en jongeren is het moeilijker om bevredigende oplossingen te vinden omdat ze kwetsbaarder zijn.

ASF pleit voor een brede strategie rond restitutie van land die deel uitmaakt van het bredere proces van transitionele justitie. Dit omvat de pijlers van transitionele justitie: erkenning van het geleden onrecht, waarheidsvinding, onderzoek en documentatie. Het is van cruciaal belang dat de inspanningen worden opgevoerd om ervoor te zorgen dat de landrechten in de terugkerende gemeenschappen volledig worden gerespecteerd, gehandhaafd en hersteld. Bovendien roept ASF de regering van Oeganda op om de processen van landaankoop voor multinationale bedrijven en investeerders opnieuw te definiëren op een manier die transparant is, waarbij elke partij zijn verantwoordelijkheid opneemt en waarbij de lokale gemeenschappen worden betrokken om het wantrouwen te verminderen en het vertrouwen in de lopende ontwikkelingsinitiatieven in de regio te helpen opbouwen.

(Engels) De impact van de activiteiten van de winningsindustrie in de subregio’s Karamoja en Bunyoro

Versterking van het maatschappelijk middenveld voor inclusieve ontwikkeling

  • Doelstelling: Zorgen voor meer betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de beleidsmakers op het vlak van mensenrechten en de rechtsstaat.
  • Hoofdactiviteiten:
    • Capaciteitsopbouw, waaronder het verzamelen van gegevens, het schrijven van verslagen en pleitbezorging.
    • Openbare juridische opleiding en bewustmaking in gemeenschappen en in het lokale en nationale maatschappelijk middenveld.
    • Bewijs- en gegevensverzameling: toezicht op mensenrechtenschendingen door het maatschappelijk middenveld
    • Verspreiding van gegevens en communicatie afgestemd op de behoeften van verschillende doelgroepen: webinars, brochures, sociale media en groepsdiscussies.
    • Dialogen met meerdere belanghebbenden: versterking van de deelname van verschillende groepen belanghebbenden; banden op verschillende niveaus.
    • Pleitbezorging: mogelijkheden voor verandering bepalen, beleidsaanbevelingen uitwerken en toepassen
    • Rechtsbijstand: juridisch advies en vertegenwoordiging
    • Strategische geschillen: het gebruik van juridische stappen om brede maatschappelijke of politieke doelen te bereiken.
  • Verwachte resultaten:
    • Middenveldorganisaties en gemeenschapsorganisaties verbeteren hun methodes om met de verantwoordelijken in contact te komen.
    • Middenveldorganisaties en LASP’s zijn in staat de plaatselijke bevolking te ondersteunen bij hun gerechtelijke stappen.
    • Middenveldorganisaties beïnvloeden nationale en regionale beleidsmakers om positieve hervormingen door te voeren.
  • Projectpartners: Civic Response on Environment and Development (CRED), The Africa Centre for Energy and Mineral Policy (ACEMP).
  • Geografische toepassingsgebieden :
    • Oost-Oeganda, met bijzondere aandacht voor Karamoja in de districten Moroto, Amudat en Nakapiripirit.
    • West-Oeganda, met bijzondere aandacht voor de subregio Albertine en Rwenzori.
  • Financiering: Belgische Ontwikkelingssamenwerking
  • Projectbudget: 1 607 474,54 EUR
  • Looptijd: 5 jaar (januari 2022 – december 2026)

Jaarverslag 2021