Context
Bijna drie jaar na de revolutie van 2011 kwam Tunesië langzaam maar zeker uit een lange transitieperiode. Dit leidde tot de goedkeuring van een nieuwe grondwet (in december 2014) en de oprichting van nieuwe instellingen. Verder kwam er ook een democratisch verkozen parlement en werd er een nieuwe president verkozen.
In die periode was Tunesië duidelijk bezig met haar democratische transitie, o.l.v. het maatschappelijk middenveld, en dit na enkele decennia onder het autocratische regime van Ben Ali. Toen richtten de prioriteiten zich op de volgende zaken:
- Wetgeving in overeenstemming brengen met internationale normen;
- Verbetering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht;
- Betere toegang tot justitie en rechtsbijstand door de staat;
- Hervorming van het Wetboek van Strafvordering, waaronder artikel 13 dat de systematische bijstand van een advocaat garandeert bij de inverzekeringstelling;
- Uitbreiding en naleving van de burgerlijke vrijheden;
- Naleving van de rechten van de verdediging en een eerlijk proces ;
- In praktijk brengen van de mechanismen die zijn ingesteld om het verleden te verwerken: rehabilitatie voor de slachtoffers en gerechtigheid voor de misdaden gepleegd door de staat tijdens de dictatuur en de revolutie (Commissie voor Waarheid en Waardigheid (IVD) en gespecialiseerde kamers).
Deze transitie boekte heel wat vooruitgang, maar had het moeilijk om alle beloften in te lossen en ze stuitte op veel verzet. Op 25 juli 2021 werd de transitie plots onderbroken, toen president Kais Saied artikel 80 van de grondwet in werking stelde. Op basis van een zeer ruime interpretatie van de bepalingen in dit artikel kondigde de president de noodtoestand af en begon hij met de ontmanteling van de instellingen die ontsproten waren uit de revolutie van 2011. Het parlement en de grondwettelijke instanties werden ontbonden. De president verleende zichzelf per decreet volledige bevoegdheden en ratificeerde eenzijdig een nieuwe grondwet, die bij referendum werd goedgekeurd onder verderfelijke omstandigheden.
President Saied heeft de uitvergroting van de uitvoerende macht bekrachtigd ten koste van de wetgevende en rechterlijke macht, die aanzienlijk werden verzwakt. Tegelijkertijd werden het maatschappelijk middenveld en de controlemechanismen aangevallen door het gebruik van het veiligheidsapparaat en de onderdrukking van tegenstanders, pers en vakbonden. Het regime nam ook deel aan campagnes van racistisch geweld tegenover Sub-Saharaanse Afrikanen, campagnes die werden ondersteund door de haatdragende retoriek van de staat.
Hoe helpt ASF?
Binnen deze moeilijke context van krimpende burgerlijke ruimte en herhaalde aanvallen op fundamentele rechten en vrijheden blijft Advocaten Zonder Grenzen, samen met haar partners en zo dicht mogelijk bij de lokale bevolking, werken om haar mandaat te verdedigen en toegang tot justitie en mensenrechten te bevorderen. Hierbij heeft men in het bijzonder aandacht voor kwetsbare bevolkingsgroepen (gender- en seksuele minderheden, migranten, vrouwen, minderjarigen, gedetineerden, enz.)